Posts tonen met het label De Vadder | Ivan. Alle posts tonen
Posts tonen met het label De Vadder | Ivan. Alle posts tonen

zaterdag, augustus 23, 2014

Blauwdrukken voor een openbare omroep

De Open Vld wil de hakbijl in de openbare omroep zetten, zo heette het in de pers na het interview van Bart Tommelein in De Standaard van vorige donderdag. Dat uitgerekend de Open Vld de VRT zou willen kortwieken is anders toch wel ironisch. Alhoewel van oudsher een rode burcht kan immers niet ontkend worden dat precies de Open Vld de laatste jaren in één van de bovenste laden lag van de VRT-nieuwsdienst.

Wie enkele jaren geleden nog de aanbidding van Guy Verhofstadt door Ivan de Vadder in De Zevende Dag zag, of de andere op televisie uitgezonden gesprekken onder blauwe vrienden waarvan de kijker geacht werd te denken dat het interviews waren, weet het al langer: de de VRT is geen exclusieve rode of rood-groene burcht meer. Er waait inderdaad al een tijdje af en toe een nadrukkelijk blauwe wind door de gangen van de Reyerslaan. Het is dan ook met enige Schadenfreude dat we vandaag vaststellen dat de Open Vld wil besparen op de openbare omroep, en speeltjes zoals MNM en het derde televisienet zo snel mogelijk van de hand wil doen.

Kerktorenmentaliteit

Alleen stellen we ons vragen bij de manier waarop de Open Vld zich een «visie» heeft gevormd over hoe een openbare omroep eruit zou moeten zien. We kunnen ons namelijk niet van de indruk ontdoen dat het niet meer is dan een bijzonder kortzichtige en puur ideologische kramptrekking waarop het woord visie amper van toepassing is. Om maar één voorbeeld te nemen: de Open Vld gaat er prat op een partij van Europeeërs en kosmopolieten te zijn die over in de wereld thuis zijn. Als het erop aankomt raakt de «media-expert» van de partij Bart Tommelein echter niet verder dan een vergelijking met de zieltogende openbare omroep aan de andere kant van de Belgische taalgrens. Waarbij Bart Tommelein ofwel verzwijgt ofwel niet weet dat één van de grote redenen waarom de RTBf zo'n laag marktaandeel heeft niet is dat de Waalse commerciële zenders er zouden floreren, maar wel dat de Walen gewoon geen behoefte hebben om te kijken naar tweederangse Belgisch-Franstalige programma's of zenders. Zij kijken gewoon in de eerste plaats naar de Franse openbare en commerciële zenders.

Laten we echter niet in de val trappen te vergelijken met Nederland. Het stelsel van Nederlandse omroepen is gewoon te specifiek om over te plaatsen naar Vlaanderen. De situatie is er zelfs zo merkwaardig dat naast de Nederlanders zelf vermoedelijk alleen Vlamingen ouder dan pakweg veertig jaar in staat zijn er ook maar iets van te snappen. Dan is het misschien beter te kijken naar de Scandinavische landen, landen die ongeveer even groot zijn als Vlaanderen en tot op zekere hoogte een gelijkaardige culturele achtergrond hebben.

Drie, vier of zelfs zes TV-kanalen?

Neem nu dat fameuze derde net. De Open Vld maakt er een punt van dat derde net zo snel mogelijk te willen sluiten, al was het maar omdat het een «speeltje» van de vorige minister van Media Ingrid Lieten zou zijn. We gaan er geen gewoonte van maken om Ingrid Lieten te verdedigen, maar hoe uitzonderlijk is eigenlijk zo'n derde net?

De Noorse NRK bijvoorbeeld heeft er ook drie, onderverdeeld op ongeveer dezelfde manier als de VRT: een eerste kanaal dat zeer vergelijkbaar is met één, een tweede kanaal voor sport, cultuur en iets diepergaande actualiteitsprogramma's, en vervolgens een derde kanaal voor kinderprogramma's en 's avonds programma's die wat rustiger zijn of meer op vrouwen gericht. Ter referentie: Noorwegen telt zo'n vijf miljoen inwoners, en niemand stelt dat derde net in vraag.

Ook het Finse Yle heeft drie TV-kanalen, of zelfs vier als men er het Zweedse Yle Fem bijtelt. Toeval of niet: de rolverdeling in Finland is gelijklopend met die in Noorwegen en Vlaanderen. En ook hier, met een kleine vijf en een half miljoen inwoners stelt niemand het derde net in vraag.

Nog maar eens zelfde situatie in Zweden (9,5 miljoen inwoners): naast de twee basiskanalen SVT 1 en SVT 2 hebben de kinderen er in de namiddag en vooravond een eigen TV-kanaal dat in de avond overschakelt naar cultuur en nieuws. Als er al sprake is van verandering, dan eerder of het niet tijd wordt om een vierde kanaal op te richten.

Borgen

Denemarken met een kleine zes miljoen inwoners ziet het echter grootser. Naast de basiskanalen DR 1 en DR 2 hebben jongeren en jongvolwassenen er een eigen DR 3, jonge kinderen DR Ramasjang, 7- tot 12-jarigen DR Ultra, en de cultuurliefhebbers DR K. Dat zijn dus zes TV-kanalen, maar alleen omdat men in 2013 besloot het zevende kanaal, DR Update dat om de tien minuten nieuws herhaalde, te sluiten wegens te weinig interesse.

Dat Denemarken het iets grootser ziet werpt trouwens zijn vruchten af. Er mag kwaliteit geproduceerd worden, en dat doen ze ook. Met als resultaat: exportproducten zoals Forbrydelsen (The Killing in het Nederlands) en Broen/Bron (The Bridge), en het bij politici zeker niet onbekende Borgen (had dat in het Nederlands niet The Capitol moeten heten?).

Anderzijds, ook in Denemarken slagen culturo's erin er af en toe eens ferm naast te zitten. Google maar eens de term «Blachman», maar best niet als er kinderen in de buurt zijn…

Kerntaken

Ook in Scandinavië duikt de discussie over wat de kerntaken van de openbare omroep zouden moeten zijn geregeld op. Als een openbare omroep rommel produceert, geldt dat al snel als het bewijs dat openbare omroepen nu eenmaal niet werken. Produceert ze –buiten dramaseries of actualiteitsprogramma's– iets succesvols, dan komt de vraag of daaraan wel belastinggeld besteed dient te worden. Of hoe het eigenlijk nooit goed kan zijn.

Hét grote verschil is misschien dat in Scandinavië openbare omroepen niet onmiddellijk gezien worden als een strijdmiddel om de bevolking in een links en Belgische gareel te houden. Zeker, de tendens is ook hier, zoals trouwens overal elders, eerder links, maar niet op die chagrijnige doctrinaire wijze die we op de VRT wel eens te zien krijgen. Het zou niet slecht zijn als de nieuwe minister van Media en Cultuur Sven Gatz daar eens wat aan zou sleutelen. Of zou dat uitdrukkelijk niet de bedoeling zijn van Open Vld?

Dit artikel verscheen op 13 augustus 2014 in 't Pallieterke.

zondag, juni 16, 2013

De ongeleide projectieten van Femen

Verleden week ontstond er enige beroering rond Femen. Leden van de organisatie belaagden aartsbisschop Léonard toen hij een lezing wou geven aan de ULB. Acties met blote borsten waarop slogans geschilderd zijn in combinatie met veel geschreeuw is zowat het handelsmerk van Femen, maar deze keer besprenkelden de actievoerders de aartsbisschop «wijwater».

Eerste akte. Op 4 april voerden leden van de Belgische tak van Femen voor het eerst actie. Zij protesteerden aan de Grote Moskee in Brussel naar aanleiding van de «Dag van de Internationale Topless Jihad», uitgeroepen om de Tunesische Amina te steunen. Omdat ze enkele naaktfoto's van zichzelf op Facebook had geplaatst werd ze bedreigd, en meenden sommigen zelfs dat ze gestenigd diende te worden.

Nieuws maken

De actie haalde de media, maar om één of andere reden kon de berichtgeving niet bepaald overdreven genoemd worden. De meeste kranten hielden het bij één miniem berichtje. De lezer mag zelf verzinnen hoe dat zou komen. Wie wel enthousiast reageerde was Filip Dewinter. Hij had echter het ongeluk dat hij bij een tweet over de actie in Brussel een foto van de actie uit… Parijs plaatste. Zoiets kan natuurlijk de besten overkomen, maar «onderzoeksjournalist» Ivan de Vadder sprong er meteen op. Hij maakte van de fout van Filip Dewinter bijna groter nieuws dan de actie zelf. Toeval of niet, het was het eerste onderwerp van de nieuwe Fact Checker-rubriek in De Zevende Dag. We sluiten niet uit dat die rubriek al maanden op voorhand gepland was om van start te gaan op 7 april, maar er zijn zo van die toevallige toevalligheden die we maar niet van ons af kunnen slaan.

Tweede akte. Op 23 april denken aartsbisschop Léonard en Guy Haarscher 's avonds in alle rust aan de ULB een lezing te kunnen geven over godslastering. Niet dus, en de foto's van aartsbisschop Léonard die bidt terwijl vier razende hem met water besprenkelen gaat heel de wereld rond.

Over de schreef

Opvallend: de berichtgeving over deze actie verloopt al een pak vlotter in de vaderlandse media. In sommige kranten was de actie zelfs een verwijzing vanop de voorpagina waard. De achtergrond van Femen wordt zelfs uitgebreid uit de doeken gedaan, en één van haar leden mag haar zeg komen doen in bijvoorbeeld De Standaard. Aangezien Léonard betrokken partij is zijn de ietwat puberale grapjes niet van de lucht, en in de week-end-edities moet de hele actie nog eens nadrukkelijk met een knipoog herkauwd worden.

Let wel dat er een levensgroot verschil bestaat tussen de eerste en de tweede actie. In de media kwam dat echter niet echt uit de verf. Door hem te besprenkelen met water, schonden de activistes van Femen immers de persoonlijke integriteit van aartsbisschop Léonard. Wijwater (of gewoon water) is op zich uiteraard totaal ongevaarlijk, maar hoe kon de aartsbisschop op het ogenblik dat hij besprenkeld werd weten dat het inderdaad niet meer dan dat was? Het had net zo goed één of ander zuur kunnen zijn. Men kan van het doel van de actie dus vinden wat men wil, maar de tweede actie was wel duidelijk óver de schreef.

Dolle dellen

De reactie van Vlaams Belang was deze keer iets minder enthousiast. Bart Laeremans stelde zelfs een parlementaire vraag over de actie aan minister van Justitie Annemie Turtelboom. Hij vond dat als de Staatsveiligheid Vlaams Belang in het oog hield, ze ook de «dolle dellen» van Femen wat beter in de gaten mochten houden. (Iets zegt me dat sommige agenten dat zelfs met veel plezier zouden doen.) Annemie Turtelboom vond dat echter niet nodig, aangezien Femen volgens haar helemaal niet extremistisch zou zijn. Helemaal ongelijk kunnen we haar niet geven. Anderzijds heeft Bart Laeremans toch ook een punt waar hij stelt dat Femen wel eens voor problemen zou kunnen zorgen bij een bezoek van een buitenlands staatshoofd. De parallel met Sharia4Belgium lijkt me echter wat overdreven. Persoonlijk vind ik dat als de Staatsveiligheid denkt nog wat tijd over te hebben, ze beter nog een paar haatbaarden extra in de gaten zouden houden.

Morele lessen. Eén: beoordeel een organisatie niet op haar eerste actie alleen, zeker als je haar achtergrond niet helemaal kent. Bij Vlaams Belang hebben ze hopelijk nu hun lesje wel geleerd.

Socialism Kills

Twee: de dames –nou, ja– van Femen hebben wel lef. De obligate vraag of ze hetzelfde zouden willen doen tegenover een imam hoefde deze keer niet gesteld te worden. Maar wat met een actie bij een logetempel, vaak nog altijd een stricte no go-zone voor vrouwen? Of eens een volkshuis binnenvallen met als slogan «Socialism Kills»? Het hoeft immers niet altijd «Religion Kills» te zijn. De organisatie stamt bovendien uit de Oekraïne, en zou dus wel één en ander moeten afweten van socialisme in de praktijk. Ik vermoed echter dat Brussel en Parijs Kiëv nog niet is.

Femen Belgique

Drie: een kleine voorspelling. Met een communautaire verdeling van vijf Franstaligen tegenover één Vlaamse mag je er gif op innemen dat Femen vroeg of laat op een Vlaamse manifestatie zal opduiken. De IJzerwake bijvoorbeeld. Of een congres van N-VA of Vlaams Belang. Filip Dewinter kan de komende maanden maar beter zijn smart phone goed bij de hand houden.

Dit artikel verscheen op 24 april 2013 in 't Pallieterke.

zondag, mei 26, 2013

«Peilingen hebben nooit voorspellende waarde»

«Peilingen hebben nooit voorspellende waarde», zo verkondigde VRT-journalist Ivan de Vadder nog eens voor alle zekerheid verleden week op Twitter. Het is waarschijnlijk daarom dat niet alleen De StandaardVRT maar ook La Libre Belgique 24 mei uitkozen om nog eens de resultaten van een peiling te publiceren, precies één jaar en één dag voor de volgende Europese verkiezingen.

Het begint stilaan een gewoonte te worden dat aan Vlaamse zijde vooral ingezoomd wordt op het resultaat van de N-VA. Dat heeft natuurlijk zijn verklaring: de partij domineert op dit ogenblik het politieke landschap. Naargelang de eigen politieke voorkeur hoopt/vreest men dan ook in 2014 een verderzetting van de gele vloedgolf van 2010 in Vlaanderen.

Wat die vloedgolf betreft lijkt het erop dat de N-VA-motor op dit ogenblik een beetje sputtert, of toch in de peilingen. De partij blijft afgetekend de grootste –ongeveer tweemaal zo groot als eerste achtervolger CD&V– maar de neergang tegenover eerdere peilingen valt niet meer te ontkennen. Partijvoorzitter Bart de Wever heeft dan ook gelijk dat de resultaten van deze peilingen de partij eindelijk terug met de voeten op de grond zet, want we herinneren ons nog de beruchte veertig procent van Geert Bourgeois. Maar we kunnen anderzijds een vergelijking met LDD moeilijk van ons afslaan. Die partij piekte ook in de peilingen tussen twee verkiezingen door, om vervolgens in mekaar te zakken en vandaag op sterven na dood verklaard te zijn. De komende maanden is het voor de partij dan ook van cruciaal belang te stabiliseren op een voldoende hoog niveau. Anders dreigt het gevaar de stempel van verliezer opgedrukt te krijgen, en dat is zelden een goed uitgangspunt om de verkiezingen tegemoet te gaan.

Doen de concurrenten het dan zoveel beter? Bij CD&V vindt men van zichzelf dat men goed bezig is dankzij Operatie Innesto. Het is echter twijfelachtig of die operatie ook echt aanslaat bij het bredere publiek. Neem nu het beruchte voorstel over de inkorting van de zomervakantie: die ging eerst gereduceerd worden van negen naar zes weken, maar anderzijds gecompenseerd door meer vakantiedagen tijdens het schooljaar, om uiteindelijk misschien alleen maar te gelden voor de lagere school. We willen niet zeggen dat men hier vliegen probeert te vangen met azijn, maar met wat flauw suikerwater dat dan nog eens homeopathisch verdund werd zal men er niet geraken. De partij blijft dan ook hangen op haar resultaat van 2010, rond de 16%. Dat is een pak onder het resultaat van de provincieraadsverkiezingen van verleden jaar, een resultaat waar ze zelf zo graag naar verwijst om haar «heropstanding» te bewijzen.

Ook bij de sp.a loopt het niet lekker. De partij blijft op een historisch laag resultaat, wat dus een verdere verzwakking ten opzichte van 2010 inhoudt. De nieuwe beginselverklaring, nochtans in de media druk besproken (en bewierookt), helpt daar ook al niet veel. Of is het misschien net dat: druk besproken in de media, maar voor de modale Vlaming eigenlijk niet eens half relevant? En het is maar de vraag of bijvoorbeeld de hardnekkige verdediging van de garantie van spaarboekjes boven de 100.000 euro door partijvoorzitter Bruno Tobback al veel relevanter is voor diezelfde modale Vlaming…

Nog een partij op de sukkel: de Open Vld, al veert de partij deze keer gemiddeld gezien een beetje op tegenover de desastreuze resultaten van pakweg een jaar geleden. Maar de partij blijft flirten met de psychologische drempel van de tien procent, en vooral: de partij eindigde ex æquo met Vlaams Belang bij La Libre Belgique en virtueel ex æquo bij De StandaardVRT. Je vraagt je af hoe partijvoorzitster Gwendolyn Rutten vervolgens zo zelfzeker kan komen verklaren dat de Vlaming duidelijk nog niet met de verkiezingen bezig is, terwijl haar resultaat aantoont dat zij eigenlijk geen flauw vermoeden heeft van wat er zich werkelijk in het hoofd van diezelfde Vlaming afspeelt. Ik voorzie hoe dan ook niet veel verbetering voor de Open Vld zolang Gwendolyn Rutten daar de dienst blijft uitmaken.

Ook Vlaams Belang blijft zwalpen rond of nu net boven de tien procent. Net zoals Open Vld is de partij bezig aan een voorzichtige remonte. De partij kan zich vooral optrekken aan de 12,9% bij La Libre Belgique, het beste resultaat in meer dan twee jaar en zelfs een lichte verbetering tegenover 2010. Maar ook bij het Vlaams Belang maakt één goede peiling de heropstanding nog niet, net zoals één zwaluw de lente niet maakt.

Bij Groen werd enthousiast gereageerd op het resultaat in de peiling van De StandaardVRT: 9,5% en dus virtueel op dezelfde hoogte als Open Vld en Vlaams Belang. Dat was echter vóór La Libre Belgique haar resultaten publiceerde en de partij met 6,5% opnieuw richting kiesdrempel duwde. Of zou men eigenlijk wel Franstalige kranten lezen bij het belgicistische Groen? Op zondag had men het op de ledendag in Kessel-Lo immers nog steeds over «schitterende peilingen». Ik vraag me trouwens af hoeveel mensen het verhaaltje van partijvoorzitter Wouter van Besien geloven dat de gure lente een gevolg zou zijn van de globale opwarming. Amper vijf jaar geleden klonk het nog dat diezelfde globale opwarming de oorzaak was van terrasjesweer in februari.

LDD zou op sterven na dood zijn. Of misschien toch niet. De ene peiling geeft de partij nog slechts een halve procent, de andere 3,3%. PVDA zou dan weer springlevend zijn, hoewel ze toch ook niet meer dan 2,5% haalt. Het is me dan ook niet helemaal duidelijk wat precies de journalistieke criteria zijn om een partij steendood of springlevend te verklaren. Vlaams Belang wordt trouwens ook al jarenlang zo goed als dood verklaard, ook al haalt de partij nog steeds een hogere score dan het «frisse» Groen. Ik zou onze kwaliteitsjournalisten er echter niet van willen verdenken dat ze hun persoonlijk partijpolitieke voorkeuren en afkeren hierbij een rol laten spelen.

Kijken we eens naar de zetelverdelingen op basis van deze twee peilingen, en dan misschien in het bijzonder naar de vraag of er in 2014 een regering zónder de N-VA gevormd zal kunnen worden. Uit beide peilingen blijkt dan dat er van een V-meerderheid voorlopig geen sprake meer is, maar een Vlaamse regering zonder de N-VA blijft toch erg krap. Het is dan ook helemaal niet zeker of de discussie of men eerst een federale dan wel een regionale regering dient te vormen eigenlijk wel zo relevant is. Relevanter is de vraag hoe ver de anti-V-partijen het willen drijven met hun collaboratie aan een Franstalige regering, en of ze daarbij desnoods zelfs bereid zijn op cruciale ogenblikken te rekenen op gedoogsteun van de UF in het Vlaamse Parlement. Eén ding is wel zeker: noch de federale noch de regionale regeringsvorming kondigt zich op dit ogenblik aan als een lachertje. Was ik koning Albert II, ik gaf er voor alle zekerheid nog liever vandaag dan morgen de brui aan, met als motto après nous, le déluge.

Aan Franstalige kant was er nogal wat te doen rond het slechte resultaat van de PS. Met «amper» 28,6% van de kiesintenties –zou de sp.a niet tekenen voor zo'n resultaat?– zakt de partij onder de psychologische drempel van de dertig procent. We moeten al terug naar 2009 voor zo'n slecht resultaat in de peilingen, en de partij zit daarmee terug aan het niveau van de verkiezingen van 2007. Grote concurrent MR doet het ondertussen met 24,0% niet zo heel goed, maar komt door de achteruitgang van de PS natuurlijk wel stilaan in de buurt.

Zoals reeds hier en daar opgemerkt kan de achteruitgang van de PS slecht nieuws betekenen voor de Vlaamse partijen in de federale regering. Terwijl de pijlen voor de PS in negatieve richting gaan, staan ze voor Ecolo, en verderop ook een aantal klein-linkse partijen, in positieve richting. PTB blijft globaal dan wel onder de kiesdrempel zitten, dat ze in één of andere kieskring toch boven die kiesdrempel zou raken en daardoor in het parlement zou geraken is geen onwaarschijnlijk scenario. Ik wens in dat geval Open Vld en CD&V veel goede moed toe in een rood-oranje-blauw-groene regering–Di Rupo II met amper een paar zetels op overschot in het Vlaams Parlement. Maar zoals Ivan de Vadder terecht opmerkte, «peilingen hebben nooit voorspellende waarde»…

Bijlage: Overzicht van alle peilingen in Vlaanderen sedert 2004 en Wallonië sedert 2006 (PDF).

zondag, mei 05, 2013

Journalisten twitteren zoals ze gebekt zijn

Een tweet die iets te snel en ondoordacht de wereld wordt ingestuurd, het kan de besten overkomen. Zo bijvoorbeeld ook journalist en toneelauteur Luc van Balberghe, die op de avond van de aanslag op de marathon in Boston «Is het misschien geen tijd om een (atoom)bommetje te gooien op Mekka?» schreef. Meteen kreeg hij heel weldenkend Vlaanderen over zich heen. Maar hij was lang de enige niet die deze week nogal kort door de bocht ging.

Fijnzinnig kunnen we de tweet van Luc van Balberghe natuurlijk niet noemen. Bovendien was ze heel kort door de bocht, want pas enkele dagen later zou blijken dat de aanslag gepleegd werd door de gebroeders Tsarnajev. Dat Luc van Balberghe uiteindelijk toch gelijk zou krijgen over de achtergrond van de daders, bewijst nog niet meteen zijn doorzicht of scherpzinnigheid, maar wel dat het bij een spectaculaire aanslag in het Westen nog steeds veiliger is te gokken op een moslim-radicaal motief dan de schuld bij extreem-rechts te leggen.

Luc van Balberghe kreeg echter wel in een mum van tijd heel weldenkend Vlaanderen over zich heen, zowel op Twitter als in de «kwaliteitspers». Zelfs een paar dagen later vond een Joël de Ceulaer het nodig om in De Standaard nogmaals een boompje op te zetten over die naar zijn mening toch wel bijzonder onwelvoeglijke tweet. Hij had wel het geluk dat hij geen dag langer met zijn stukje gewacht had, want toen was het plots gedaan met de zelfgenoegzame pret bij links.

Gebroeders Tsarnajevs verpesten links feestje

Luc van Balberghe was immers de enige niet iets vlugger tweette dan goed was voor hem. Zo ook Ivan de Vadder, die op Twitter «Waco en Oklahoma, inderdaad allebei op 19 april. Nu ook #bostonexplosions» observeerde. Op 15 april. Heeft de zelfuitgeroepen «fact checker» van De Zevende Dag het op z'n 48ste nog steeds een beetje moeilijk met het lezen van de kalender, of was de wens de vader van de gedachte? Erg lang duurde die gedachte echter niet, want een minuut later was de tweet weer gewist. Dan toch maar liever Luc van Balberghe, die zijn tweet gewoon liet staan.

Enkele dagen later was Ivan de Vadder al een pak eerlijker, toen hij op Twitter toegaf «die had ik niet zien komen @AP RBEAKING: AP sources: Boston bomb suspects from Russia region near Chechnya, lived in US at least 1 year». Dat zegt natuurlijk veel, maar verbaast anderzijds niet echt. Collega Björn Soenens, op de VRT gewoonlijk voorgesteld als VS-kenner maar in feite vooral VS-hater, analyseerde er immers dagenlang rustig op los hoe het Amerikaanse platteland tjokvol Obama-haters zit die de hele dag gekluisterd naar extreem-rechtse haatradio's zitten te luisteren. Waarbij het er natuurlijk vingerdik op lag dat «extreem-rechtse haatradio» een pleonasme is, want zijn niet alle haatradio's extreem-rechts, en alle extreem-rechtse radio's haatradio's? Toen bleek dat de daders van de aanslag dan toch geen lidkaart van de Tea Party op zak hadden, en geen levensgrote posters van Sarah Palin op hun slaapkamer, viel de media-aandacht voor de aanslag in Boston meteen enkele grootteordes terug. Van Björn Soenens hebben we de laatste dagen trouwens niet veel meer gehoord. (We hebben hem trouwens gemist als kiespijn.)

Cui interest?

De eerlijke bekentenis van Ivan de Vadder toont echter ook aan dat de ideologische verblinding bij onze kwaliteitsjournalisten vrijwel compleet moet zijn. Blijkbaar spuien ze niet alleen massaal rood-groene propaganda, ze lijken er nog zelf in te geloven ook. En dan gebeurt het natuurlijk dat men bij gebeurtenissen zoals de aanslag in Boston geen nuchter antwoord meer kan geven op de eerste vraag die gesteld moet worden op zoek naar een motief voor deze verschrikkelijke daad: cui interest? Want wie heeft er werkelijk belang bij dat mensen niet meer op straat durven te komen, en al zeker niet bij massamanifestaties zoals een marathon?

Op 19 april 1995 liet Timothy McVeigh een vrachtwagen vol met explosieven inrijden op een gebouw van de federale overheid in Oklahoma City. 168 mensen kwamen om, en meer dan 680 mensen raakten gewond. Het bleef de meest dodelijke aanslag op Amerikaans grondgebied tot 11 september 2001. Maar doel en motief lagen wel in mekaars verlengde: Timothy McVeigh haatte de overheid, en dan in het bijzonder alles wat met wapencontrole te maken had en de manier waarop de belegering van Waco uitgevoerd werd. Als reactie op die belegering besloot hij een aanslag te plegen een gebouw van de federale overheid, en dat deed hij ook. Die belegering van Waco, met de bloedige ontknoping op 19 april 1993 toen de FBI de gebouwen waar de Branch Davidians zich verschanst hadden bestormden, was zelfs geen aanslag. Van die twee gebeurtenissen naar twee gesynchroniseerde bommen tegen een massamanifestatie, zowat hét handelsmerk van Al Qaida, is dan ook een grote stap. Zeker als je bedenkt dat als 11 september 2001 al voor iets gezorgd heeft, dan wel voor net een pak meer staat en een hele reeks nieuwe commissies, wetgevingen en contoles. Met andere woorden, niet echt dat waarop mensen van het slag van Timothy McVeigh op zitten te wachten.

Wat met de Obama-haters van Björn Soenens? Ook zij hebben weinig belang bij een aanslag op een massamanifestatie als in Boston. Zulke gebeurtenissen zijn trouwens meestal in het voordeel van de zittende president, omdat ze hem de gelegenheid geven op te treden als een troostende en verzamelende steunpilaar voor de natie. En dat moet toch zowat het laatste zijn waar een Obama-hater op uit is. Een actie die dan ook veel beter past bij het profiel van de typische Obama-hater is dat van de gifbrief. Toevallig werden er deze week enkelen onderschept, maar voorlopig lijkt het erop dat de verzender van de brieven ze gewoon niet helemaal op een rij heeft, en niet meteen als Obama-hater geklasseerd kan worden.

Slachtoffers van de maatschappij

Greet de Keyser, tot voor kort correspondent voor de VRT in de VS en vooral bekend om haar smachtende Obama-reportages, was er ook snel bij om één en ander te relativeren toen meer bekend raakte over de achtergrond van de gebroeders Tsarnajev. Zo wist zij in bovenstebeste Rik Coolsaet-stijl te melden dat «2 broers hadden waarschijnlijk weinig back-up. Gisteren overvielen ze een supermarktje voor geld Lijkt niet op groots gecoördineerd complot». Alleenstaande gevallen dus. En merk ook op hoe de argumenten al in stelling worden gebracht om van de twee daders slachtoffers van de maatschappij te maken, en dus ook de échte slachtoffers van het hele verhaal. Dat de jongere broer Dzjochar bijvoorbeeld twee jaar geleden nog een beurs van 2 500 dollar had gekregen om verder te studeren had ze niet opgemerkt. En dat uit de carrière van Tamerlan en Dzjochar Tsarnajev vooral blijkt dat Amerika vooral gul was met kansen voor de twee broers ook. Greet Dekeyser is dan misschien geen VRT-correspondente meer, het motto horen, zien, en verzwijgen wat niet verdraaid kan worden voert ze nog steeds hoog in haar vaandel. We zijn dan ook niets anders gewoon van ons progressief journalistenclubje.

Dit artikel verscheen op 24 april 2013 in 't Pallieterke.

zaterdag, januari 14, 2012

Eén tegen allen, maar wie tegen wie?

Zolang Groen (toen nog Groen!) deelnam aan de federale onderhandelingen, zag de VRT zich genoodzaakt het beruchte cordon médiatique even in de kast te stoppen. Alleen de N-VA als Vlaamse oppositiepartij uitnodigen tegenover maar liefst vier regeringspartijen was zelfs voor de openbare zender een brug te ver. Maar het veto van Alexander de Croo tegen de groenen zorgde ervoor dat het cordon opnieuw uit de kast gehaald kon worden, en sindsdien is van het Vlaams Belang bijna geen spoor meer te merken in politieke programma's.

Mogen we de cijfers over de politieke genodigden van De Zevende Dag als graadmeter gebruiken voor de vertegenwoordiging van de politieke partijen in de media? Hoewel de basis, slechts 122 politici, ettelijke grootteordes kleiner is dan dat van het bredere onderzoek dat onlangs gepubliceerd werd, zijn de conclusies toch opvallend gelijklopend. Het meest in het oog springend: de sterke ondervertegenwoordiging van de zogenaamde V-partijen, namelijk N-VA en Vlaams Belang. Hoewel de twee partijen samen meer dan veertig procent van de stemmen haalden bij de laatste federale verkiezingen, mochten ze amper een vijfde van de gasten leveren. Wie echter wat meer in detail gaat, en de cijfers per partij vergelijkt, kom al snel tot contrasten waaruit men niet anders kan dan concluderen dat de Vlaamse openbare omroep allesbehalve partijpolitiek neutraal is.

Vergelijk bijvoorbeeld N-VA en Open Vld: hoewel N-VA in 2010 dubbel zoveel stemmen haalde als Open Vld (28,2% tegenover 14,0%), mocht de Open Vld de helft meer genodigden voor De Zevende Dag leveren dan de N-VA (30 tegenover 19). Het argument dat de ene partij in de regering zou zitten, en daarom vaker aan bod zou mogen komen dan de andere, houdt voor deze partijen natuurlijk geen steek. N-VA zit immers federaal in de oppositie, terwijl Open Vld in het Vlaams Parlement op het oppositiebankje moet zitten. Zelfs het argument dat men toch geen twee N-VA'ers tegelijk kan uitnodigen voor eenzelfde debat gaat niet op, want het verklaart nog niet waarom een partij die maar half zo groot is de helft meer keren naar De Zevende Dag mocht komen. Ook CD&V en sp.a, twee andere partijen die een pak minder stemmen haalden dan de N-VA, waren vaker te gast dan de N-VA (respectievelijk 27 en 22 keer). Als we bovendien wat strenger zouden zijn, en het triple-interview vanop de betoging in Linkebeek van 18 september met drie N-VA-kopstukken niet als drie gasten, maar slechts één zouden rekenen, dan komt zelfs Groen, met amper een kwart van de stemmen, in de buurt van de N-VA (14 tegen 17).

Grosso modo kan men zeggen dat de N-VA het afgelopen seizoen slechts de helft van de gasten mocht leveren waar het eigenlijk recht op had, als we tenminste de verkiezingsuitslag van 13 juni 2010 als uitgangspunt zouden nemen. Dit is een sterke ondervertegenwoordiging, maar er was een partij die het met nog minder moest doen. Vlaams Belang werd slechts zes keer uitgenodigd, terwijl het met 12,6% van de stemmen recht had gehad op ongeveer 15 uitnodigingen. Groen, een derde kleiner dan het Vlaams Belang, mocht bijna drie keer meer (14) naar de studio's van De Zevende Dag komen, terwijl LDD, met minder dan een derde van de stemmen van het Vlaams Belang toch nog vier keer uitgenodigd werd.

Het valt bovendien op dat het Vlaams Belang in het begin van het seizoen nog regelmatig te gast was, maar eens Groen de federale onderhandelingstafel verlaten had, was de partij amper nog welkom in de studio's. Misschien ligt het aan mijn slecht karakter, maar zou het kunnen dat men het vóór het veto van Alexander de Croo zelfs bij de VRT toch iets te bar vond om de N-VA als enige federale oppositiepartij tegenover de vier onderhandelende partijen te plaatsen? Eens Groen de federale onderhandelingstafel verlaten had was de situatie natuurlijk radicaal anders: plots kon men twee oppositiepartijen tegenover drie regeringspartijen plaatsen, en dus hoefde men het Vlaams Belang niet meer zo vaak uit te nodigen. Dat één van die twee oppositiepartijen door haar steun aan de staatshervorming toch niet helemaal in de oppositie zat was daarbij natuurlijk een detail waar men de kijker liever niet lastig mee wou vallen.

Het is daarmee duidelijk dat de V-partijen sterk ondervertegenwoordigd zijn, maar bovendien dat die ondervertegenwoordiging het Vlaams Belang veel harder treft dan de N-VA. (Het valt bovendien op dat de Open Vld wel heel erg gunstig behandeld wordt. De lezer die zag hoe Ivan de Vadder bijna letterlijk aan de lippen van Guy Verhofstadt hing zal waarschijnlijk wel begrijpen dat ondergetekende zo zijn vermoedens heeft over waarom dat zo zou zijn.) Maar de recente «klacht» van de N-VA dat de gemeenteraadsverkiezingen een strijd van één-tegen-allen wordt, daaronder te verstaan de traditionele partijen én het Vlaams Belang tegenover de N-VA, strookt dan ook niet helemaal met de waarheid. Als er in de media al een één-tegen-allen-strijd gevoerd wordt, dan nog steeds diezelfde, oude één-tegen-allen-strijd tegen het Vlaams Belang. En twee voorvallen bewijzen dat de N-VA daarbij niet helemaal vrijuit gaat.

Het eerste voorval vond tijdens de reeds vermelde uitzending van de De Zevende Dag van 18 september plaats. De VRT maakte er toen met de N-VA de afspraak dat drie kopstukken van de partij rechtstreeks vanop de betoging in Linkebeek geïnterviewd zouden worden, op voorwaarde dat het Vlaams Belang niet aan het woord zou komen. Dit is een hoogst merkwaardige afspraak, een beetje alsof ik met mijn linkerbuur zou afspreken dat mijn rechterbuur met zijn auto de straat niet meer in zou mogen. Of misschien correcter: alsof de VRT tijdens een milieubetoging drie mindere goden van de sp.a zou interviewen omdat de sp.a-voorzitter zijn kat stuurde, terwijl Groen mét partijvoorzitter en met een grotere delegatie parlementairen in de achtergrond dan maar braaf zou moeten staan koekeloeren. Misschien had de N-VA niet zo heel veel keuzevrijheid omdat het inderdaad ontegensprekelijk in een mini-cordon médiatique zit, maar anderzijds hoefde ze zich achteraf ook niet bij het huilkoor te voegen dat vond dat het Vlaams Belang een afspraak gebroken had waarvan het uiteindelijk toch alleen maar het lijdend voorwerp was. Galant kon men de houding van de N-VA al helemaal niet noemen.

Maar misschien nog meer voor de borst stuitend is de oneerlijkheid rond de recente mediarel over het optrekken van de koninklijke dotatie. Zoals Marc Hooghe opmerkte in De Morgen, maar dan vooral om ervoor te pleiten dat ook de N-VA doodgezwegen had moeten worden, was het wel degelijk het Vlaams Belang dat reeds vóór Kerstmis aan het licht bracht dat die dotatie omhoog ging, en helemaal niet omlaag. De mediarel ontstond echter pas toen Theo Francken van de N-VA deze budgettaire «rekenfout» van de regering–Di Rupo I enkele weken later recycleerde. En opnieuw kan men niet verwachten dat de N-VA een politieke concurrent zou verdedigen of zelfs in de bloemetjes zou zetten, maar, ook opnieuw, erg galant was dit toch weer niet. Je zal maar Barbara Pas heten, en Theo Francken een heel week-end lang in alle mogelijk media zien blinken terwijl je zelf twee weken eerder volkomen doodgezwegen werd. Van de stelling dat in de media een één-tegen-allen-strijd tegen de N-VA gevoerd zou worden blijft, voor wie nog een beetje intellectueel eerlijk wil blijven, niets meer over.

Maar de cijfers vertellen ook dat in Vlaanderen geen mediawetten nodig zijn om te bereiken waar Viktor Orbán in Hongarije waarschijnlijk zelfs nog niet van durft te dromen. Of precies van gruwelt. Het ziet er trouwens niet naar uit dat er in het nieuwe seizoen van De Zevende Dag veel verbetering op komst is. Zo mocht in de eerste aflevering PVDA-voorzitter Peter Mertens opdraven om er zijn boek «Hoe durven ze?» voor te stellen, samen met Dimitri Verhulst die het voorwoord schreef. Het werd een gezellig onder-onsje van een dik kwartier, samen met Indra Dewitte, dochter van een andere PVDA'er en die in een ver verleden trouwens zelf nog op een PVDA-lijst gestaan heeft. En dat allemaal voor een boek waarvan er tegenwoordig uiteindelijk toch dertien in een dozijn verschijnen. Er kan gerust gesteld worden dat de PVDA, nog te klein om haar aanhang in een peiling te kunnen meten, hiermee voor minstens tien jaar oververtegenwoordigd is bij De Zevende Dag. We kunnen ons bovendien niet herinneren dat bijvoorbeeld Gerolf Annemans van hetzelfde voorrecht mocht genieten met zijn boek «De Ordelijke Opdeling van België», maar misschien vond de redactie van De Zevende Dag het onderwerp van dat boek niet actueel genoeg op een ogenblik dat federaal België totaal geblokkeerd zat. Of zou het aan iets anders gelegen hebben?

zaterdag, juni 11, 2011

Twee peilingen die mekaar relativeren

Gisteren werden de resultaten van twee nieuwe peilingen bekend gemaakt. In de namiddag publiceerden De Standaard en de VRT de resultaten van hun peiling, om enkele uren later gevolgd te worden door La Libre Belgique. Voor sommige partijen bevestigden de twee peilingen mekaar, zoals bijvoorbeeld voor de N-VA, terwijl ze voor andere partijen duidelijk in tegenspraak waren. Het gevolg liet zich dan ook raden: sommige commentatoren, en niet in het minst sp.a-voorzitster Caroline Gennez, werden grondig in hun blootje gezet.

Maandag is het precies een jaar geleden sedert voor het laatst naar de stembus trokken, en het liet zich dan ook raden dat de twee belangrijkste peilers van dit land die verjaardag wouden vieren met een nieuwe peiling. Het enige min of meer verrassende daaraan was misschien dat La Libre Belgique al op vrijdagavond de resultaten van haar peiling bekend maakte. Traditioneel maken De Standaard en de VRT de resultaten van hun peilingen 's vrijdag bekend, zodat zij een heel week-end lang het politieke nieuws kunnen overheersen. La Libre Belgique kiest er gewoonlijk voor de resultaten pas 's zondags bekend te maken, waardoor zij het begin van de werkweek kunnen domineren. Pinksteren doorkruiste ongetwijfeld de plannen van La Libre Belgique, waardoor de publicatie deze keer op vrijdag gebeurde.

Wat leren deze peilingen ons? Aan Vlaamse zijde werd vooral ingezoomd op het resultaat van de N-VA, dat sterk blijft scoren. De partij is ongeveer twee keer zo groot als haar eerste achtervolger, de CD&V, en krijgt de steun van meer dan een derde van de Vlamingen. Vergeleken met haar uitslag voor de Kamer is er een duidelijke vooruitgang, met een winst van maar liefst zeven procent volgens La Libre Belgique. Vergeleken met de resultaten voor de Senaat is de winst minder uitgesproken, maar nog steeds duidelijk een winst.

Deze winst staat eigenlijk in schril contrast met de wind die door de meeste media in Vlaanderen waait. Daar wijst men immers graag met de vinger naar de N-VA als de schuldige voor de huidige politieke impasse. De gretigheid waarmee men N-VA-lid Vic van Aelst aanvalt en blijft aanvallen valt op, en staat niet in verhouding tot de behandeling die bijvoorbeeld sp.a-brombeer Louis Tobback te beurt valt, zoals Peter de Roover eerder deze week ook terecht opmerkte in De Morgen. Het moet echter zijn dat de gemene Vlaming zich daar niet veel van aantrekt, en de partij van Bart de Wever blijft steunen in haar (relatieve) onverzettelijkheid.

Even opvallend is hoe de media zich vervolgens openbaar het hoofd breken om die sterkte van de N-VA te kunnen verklaren, als ging het over onkruid waarvan men dacht dat men het nu toch echt onder controle had gekregen. De troost die men even kon halen uit het «wetenschappelijke» onderzoek dat moest aantonen dat de N-VA-kiezer echt niet wakker lag van het communautaire was slechts van de korte duur. Voor wanneer een onderzoek dat nagaat of echt wel alle kiezers van Groen! tegen kernenergie zijn? En bij de sp.a zit men zelfs geplaagd met voormannen die het partijprogramma niet helemaal willen volgen!

De verklaring voor de goede score van N-VA is echter eenvoudig – misschien iets te eenvoudig voor onze hoogopgeleide journalisten die van alle markten thuis. Zolang de impasse blijft duren, met aan Vlaamse zijde alle aandacht op de N-VA gericht, tot zelfs op de hoogdag van een andere partij toe, zonder ook al te veel flaters van de zijde van de N-VA, hoeft het niet te verbazen dat nogal wat Vlamingen spontaan aan de N-VA denken als hen gevraagd wordt voor welke partij zij vandaag zouden stemmen. Voeg daar nog bij dat de N-VA voorlopig nog steeds van twee walletjes tegelijk kan eten, omdat ze met één been in de regering zit en compromissen zoekt en aanreikt, terwijl ze het andere stijf in de oppositie houdt. Net zoals de kat van Schrödinger, zowel springlevend als morsdood zolang de doos maar niet geopend wordt, zal pas blijken hoeveel aanhang die partij werkelijk nog heeft, wanneer ze de ultieme keuze moet maken, of de ultieme keuze in haar plaats genomen zal worden: een nieuwe regering met of zonder de N-VA, of eventueel verkiezingen. In het ene geval zouden een aantal kiezers terug kunnen vloeien naar het Vlaams Belang, in het andere naar CD&V en Open Vld.

Hoe zit het met de andere partijen? De CD&V blijft zweven rond het resultaat van verleden jaar. Voor de drie achtervolgers sp.a, Open Vld en Vlaams Belang is de tendens lichtjes negatief, maar voor geen één van de partijen is er een echt significant verschil. De enige die zich op negatieve wijze liet opmerken, was sp.a-voorzitster Caroline Gennez, die, zoals we reeds opmerkten, grondig in haar blootje werd gezet. Zoals Carl Devos het deze morgen ook opmerkte in zijn opiniestuk: de opdeling van partijen die zij in een reactie op de peiling van De Standaard en de VRT maakte, slaat werkelijk nergens op. Haar partij staat immers wiskundig gezien dichter bij de Open Vld dan bij CD&V, maar toch meende zij een gat van maar liefst vijf procent te kunnen zien tussen haar partij (rond de vijftien procent) en die van Alexander de Croo (rond de tien procent). Om het compleet te maken volgden enkele uren later dan de resultaten van de peiling van La Libre Belgique, die haar partij zelfs nipt áchter de Open Vld plaatste. Caroline Gennez is politiek nooit een groot licht geweest, maar wiskundig en statistisch doet zij vooral aan een groot zwart gat denken.

Het was trouwens niet de enige flater van Caroline Gennez. Zo zag zij een verdere versnippering van het Vlaamse partijlandschap, en dat op een ogenblik dat één partij een recordscore haalt, en een andere – de LDD – virtueel uit het terrein verdwijnt. In mijn woordenboek is dat eerder een consolidatie dan een versnippering, maar het valt natuurlijk niet uit te sluiten dat de blik van de sp.a-voorzitster enigszins vertroebeld wordt door de recente afscheuring van Rood!. En de positieve tendens van Groen!, al was dat laatste ook al maar in één van de twee peilingen. Wie echter de sp.a-voorzitster zoveel klinkklare nonsens hoort uitbraken op zo korte tijd, kan zich afvragen wat haar mening dan wel waard zou zijn over, ik zeg maar wat, de financieringswet, de indexatie, de pensioenleeftijd, of wat dan ook waar getalletjes met meer dan één cijfertje aan te pas komen.

De eerlijkheid gebiedt ons wel te vermelden dat Caroline Gennez de enige niet was die gisterenavond flaterde. De VRT pakte immers uit met de titel «N-VA geniet meer steun dan ooit in VRT-peiling», terwijl journalist Ivan de Vadder een gelijkaardige opmerking maakte op Twitter. Nochtans scoorde de partij zes maanden geleden even hoog, of voor wie er de details wil bijhalen, zelfs 0,1% hoger dan vandaag. Wie de grafiek van de VRT vergelijkt met het artikel van De Standaard zes maanden geleden, zal onmiddellijk dat ene, kleine verschilletje opmerken… Correctie: Het was De Standaard die er zes maanden geleden in slaagde de resultaten van haar eigen peiling fout weer te geven.

Het is echter goed even stil te staan bij de resultaten van de Open Vld. Wie de resultaten van deze twee peilingen vergelijkt met de resultaten van drie maanden geleden, ziet hoe de partij haasje-over speelt met zichzelf, zowel in de tijd als tussen de twee peilers door. Qua relativering van de waarde van beide peilingen kan dit wel tellen. Misschien kan Caroline Gennez er ook lering uit trekken dat het gevaarlijk is al te straffe uitspraken te doen over de resultaten van één enkele peiling.

Ook over de uitslag van Groen! kunnen enkele interessante opmerkingen gemaakt worden. In de ene peiling zet de partij een topscore neer, terwijl de andere haar opnieuw richting de kiesdrempel stuurt. De vraag is dan ook: waait er ook door Vlaanderen een groen briesje dankzij Fukushima, want van een superwinst is er voorlopig nog geen sprake? Of blijft de partij niet meer dan een drukkingsgroep aan de linkerzijde, met een harde maar stabiele kern van kiezers?

Ondergetekende voerde voor beide peilingen een simulatie voor de zetelverdeling in het Vlaams Parlement uit. (Waarom doen de peilers dat nooit zelf?) Echt veel verschillen de resultaten niet van mekaar, maar de peiling van La Libre Belgique levert misschien wel het interessantste resultaat op. Volgens die simulatie hebben nu niet alleen N-VA en CD&V en N-VA en sp.a virtueel een meerderheid in het Vlaams Parlement, maar ook N-VA en Open Vld. Bovendien komen N-VA en Vlaams Belang maar een zetel te kort om net de helft van de zeteltjes te kunnen bezetten. De dominantie van de N-VA in Vlaanderen wordt hiermee duidelijk geïllustreerd. Merk trouwens ook op dat LDD volledig uit het Vlaams Parlement zou verdwijnen, en dus ook in West-Vlaanderen geen zetel meer zou halen.

Over naar de Franstalige partijen, waar veel aandacht ging naar het resultaat van de PS. Die partij herstelt zich lichtjes vergeleken met de vorige peiling van La Libre Belgique, maar vergeleken met de vorige verkiezingen is er alleen maar sprake van een status quo. Het is daarmee duidelijk Elio di Rupo minder kan profiteren van de politieke stilstand dan zijn tegenhanger Bart de Wever. Benieuwd of dit ook gevolgen zal hebben voor de regeringsonderhandelingen.

Grote concurrent MR gaat in deze peiling lichtjes achteruit, zowel tegenover de vorige peiling als de vorige verkiezingen. Van enig Charles Michel-effect is er voorlopig dan ook geen sprake. De cdH herstelt zich tegenover de vorige peiling, maar blijft onder haar resultaat van verleden jaar, terwijl Ecolo nagenoeg status quo blijft.

Bij het resultaat van het Front National stonden we verleden keer al even stil, en de partij bevestigt haar uitslag van verleden keer. Het meest merkwaardige is misschien nog wel dat hierover in de media nog steeds geen woord te lezen viel – zelfs nog geen verontruste echo.

Bijlage: Overzicht van alle peilingen in Vlaanderen sedert 2004 en Wallonië sedert 2006 (PDF).

zondag, november 28, 2010

Festina Lente — Divide et Impera

We zijn alweer tien dagen verder sedert mijn laatste artikel, en de federale onderhandelingen blijven zich in een tergend langzame slow motion verderslepen. Volledig volgens plan overigens, zoals het hier een tijdje geleden ook voorspeld werd, lang voor ook de «kwaliteitspers» het inzag of durfde te schrijven. Mijn conclusies heb ik ondertussen nog niet moeten herzien.

Festina Lente

De enige gebeurtenis van betekenis van de laatste tien dagen – de VRT-uitzending over Plan B bevatte veel oud nieuws en leek vooral een ego-trip voor journalist Ivan de Vadder – was dat Johan vande Lanotte na veel getreuzel dan toch ook met een eigen compromisvoorstel op de proppen kwam. Zoals het in een democratie past werd dat voorstel niet bekend gemaakt aan het brede publiek, maar de bemiddelaar was wel zo vriendelijk het, alweer in slow motion, mee te delen aan de zeven onderhandelingspartners. Iets wat op zich eigenlijk niet meer dan enkele uurtjes behoeft, werd op die manier weer gerokken tot een schouwspel dat dagenlang mocht aanslepen.

De inhoud van het compromisvoorstel was niet zo verrassend. Ook al vonden de Franstalige partijen het voorstel «te Vlaams», erg «Vlaams» kon het echt niet genoemd worden. We hebben eerder al eens getwijfeld aan de geestelijke gezondheid van Bart de Wever, maar de vraagtekens daarrond kunnen voorlopig nog niet weggenomen worden. Immers: alweer is de N-VA bereid verder te blijven onderhandelen, ook al duikt het voorstel ver onder wat ooit het absolute minimum minimorum was, de nota-De Wever. Als we dan nog eens rekenen dat het verkiezingsprogramma maar de helft meer was van het partijprogramma van de N-VA, de eisen ná de verkiezingen de helft van dat verkiezingsprogramma, de nota-De Wever daar nog eens de helft van, en het compromisvoorstel er uiteindelijk nog eens de helft afdoet, ja, dan dekt dat compromisvoorstel rond gerekend nog slechts zo'n zes procent van het partijprogramma van de N-VA. De verklaringen van de Franstaligen de afgelopen dagen laten er bovendien weinig twijfel over bestaan dat daar nog eens de helft af zal moeten – drie procent dus – vóór zij in een federale regering willen stappen. De lezer mag dan drie keer raden, één keer voor elke procent dus, in welke richting Johan vande Lanotte zijn voorstel de komende weken zal willen laten evolueren, maar een tekening zal ik er waarschijnlijk niet bij hoeven te maken. Men moet het mij ondertussen bij de N-VA niet euvel duiden dat ik voorlopig niet bepaald onder de indruk ben van de onderhandelingscapaciteiten van die partij.

Voor de lezers die een beetje trager van begrip zijn wil ik wel verklappen dat als de laatste dagen mij één ding opgevallen is, dan wel dat Elio di Rupo, Joëlle Milquet en Johan vande Lanotte in ieder geval op één lijn zaten qua het geplande tijdsverbruik. Volgens Elio di Rupo was er immers nog veel tijd nodig, Joëlle Milquet vond dat de nodige tijd uitgetrokken moest worden voor discussies (en om veel amendementen in te dienen – let op de milquetisering), en de plannen van Johan vande Lanotte lopen niet bepaald over van ambitie om snel tot een akkoord te komen. Het motto is dus nog steeds hetzelfde: de Franstalige agenda volgen door tijd te winnen, tijd te winnen, en vervolgens de zaak nog een beetje uit te stellen.

Divide et Impera

Over de slaagkansen – voor zover hij nog niet met glans geslaagd zou zijn – was Johan vande Lanotte zelf eerder pessimistisch: zo'n dertig procent. Voor zover dat alleen maar betrekking heeft op het afronden van zijn opdracht met een akkoord of een pre-akkoord, ben ik geneigd hem gelijk te geven. Dankzij het opdoeken van de Stratego-groep is de kans dat de N-VA uiteindelijk zal plooien inderdaad zo ongeveer één op drie. De vraag is dan: wat is het alternatief? Ook hier kan Johan vande Lanotte vermoedelijk alleen maar slagen in zijn opzet, want de enige andere mogelijke uitkomst van zijn bemiddelingsopdracht die ik zie is er een waarin de N-VA uiteindelijk aan de kant geschoven kan worden.

Op dat vlak kregen we deze week reeds een voorsmaakje van wat de N-VA te wachten staat. Het gerucht deed immers de ronde dat Johan vande Lanotte dacht aan «opgeven», omdat de N-VA volgens hem geen akkoord zou willen. Die opgave kwam er uiteindelijk niet nadat de vier Vlaamse partij in een persmededeling een eed van trouw aan de opdracht van Johan vande Lanotte gezworen hadden. Mag ik hier toch enkele bedenkingen rond ventileren?

Ten eerste: ik wil niet beweren dat dit een bewuste strategie van de kant van Johan vande Lanotte was, maar zou het werkelijk toeval zijn dat uitgerekend de Vlaamse partijen een eed van trouw moesten zweren, terwijl het eerste compromisvoorstel uit Franstalige hoek nog lang niet in zicht is? Ten tweede denk ik niet dat Johan vande Lanotte er nog maar aan zou moeten denken een gelijkaardige oefening met de Franstalige partijen over te doen, want het zou het onmiddellijk het einde van zijn bemiddelingsopdracht inluiden. Men kan zich trouwens al de theatrale persconferentie voorstellen die Elio di Rupo na zo'n poging zou opvoeren. En ten derde is het toch wel merkwaardig dat Johan vande Lanotte prompt aan opgeven denkt van zodra er bij hem een vermoeden ontstaat dat de N-VA niet bereid zou zijn tot een akkoord, terwijl de Franstaligen ongegeneerd Non mochten zeggen op zijn compromisvoorstel. Als Johan vande Lanotte in een later stadium de handdoek in de ring zal gooien, zal het dus wel degelijk zijn «omdat de N-VA niet mee wil», niet omdat één van de andere partijen niet mee zou willen. Ook in Oostende wil de wens wel eens de vader van de gedachte zijn, en de bemiddelaar liet zich hier dus lelijk in zijn kaarten kijken.

Indien de bemiddelingsopdracht van Johan vande Lanotte uiteindelijk zal uitdraaien op een breuk met de N-VA, zal de Wetstraat 16 echter toebehoren aan de man die ervoor kan zorgen dat de CD&V in een zogenaamde «Regering van Nationale Eenheid» zal kunnen stappen. Ik denk niet dat Johan vande Lanotte als sp.a'er daar de juiste man voor zal zijn. Ook Elio di Rupo is daar de juiste man niet voor, en beseft het waarschijnlijk ondertussen zelf ook wel. Ik blijf er daarom bij dat als Johan vande Lanotte er niet in slaagt een regering–Di Rupo I in de steigers te zetten, de volgende stap de vorming van een regering–Leterme III zal zijn.

Wat dat betreft kwam het beruchte artikel in The Guardian als besteld door het ACW. The Guardian is voor Vlaams links dé Britse referentiekrant, en als iets in die krant gestaan heeft, is het per definitie waar. Met het artikel werd in ieder geval de druk op sp.a en vooral CD&V om hoe dan ook en zo snel mogelijk in een federale regering te stappen nog maar eens opgevoerd. Bovendien greep Yves Leterme alweer en met beide handen zijn kans om zich nog eens te profileren als een eerste minister die de hele wereld ons benijdt. En dan zeker Griekenland, Ierland en Portugal. Hadden ze in die drie landen ook maar zo'n premier die maar liefst drie keer per dag een reeks cijfertjes (met analyse!) toegeschoven kreeg door een medewerker, de «speculanten» zouden wel andere slachtoffers uitgezocht hebben.

Het past vervolgens nog te vermelden dat de ACW-vleugel binnen de CD&V lichtjes versterkt uit deze week is gekomen. Kandidaat-voorzitter Wouter Beke mag dan nog tussen neus en lippen verklaard hebben dat Vlaams minister-president Kris Peeters eigenlijk wel gelijk heeft over die twee miljard euro, de perceptie blijft wel hangen dat het de laatste is die ervoor gezorgd heeft dat de CD&V deze week enkele uren lang in het bezit was van die beruchte zwarte piet. Gevolg van die flater zou wel eens kunnen zijn dat hij zich de komende weken wat gedeisd zal moeten houden, waardoor de Vlaamse lijn van de CD&V gebroken kan worden. Misschien wel lang genoeg om een regering–Leterme III te kunnen opstarten?

donderdag, november 18, 2010

Nieuwe verkiezingen volledig van de baan

Nogal wat wetstratologen lijken ervan overtuigd dat als de Johan vande Lanotte in zijn bemiddelingsopdracht mislukt, we regelrecht naar nieuwe verkiezingen zullen gaan. Ik denk echter dat «België» het niet zo ver zal laten komen, en Steven Vanackere zette als spreekbuis van het ACW deze morgen die stelling op de radio kracht bij.

We hebben reeds uitvoerig betoogd dat de échte opdracht van Johan vande Lanotte – tijd winnen – eigenlijk niet kon mislukken. Morgen zal de bemiddelaar zijn oorspronkelijk doel al met een week overschreden hebben, en wanneer we het tijdsschema dat hij dinsdag uit de doeken deed overlopen, blijkt duidelijk dat hij zichzelf zonder veel problemen nog tot minstens begin december aan de slag zal kunnen houden. De opdracht ís dus reeds geslaagd, en de vraag die rest is enkel nog hoezeer hij zijn oorspronkelijk doel zal weten te overtreffen.

De kansen om er het absoluut maximale uit te halen zijn overigens de laatste dagen fel gestegen. Niemand schijnt het opgemerkt te hebben, of zwijgt er zedig over, maar de N-VA doet er alvast openlijk niet moeilijk meer over dat Johan vande Lanotte zich van week tot week telkens weer wat extra tijd toemeet. Het was ooit anders, al resulteerde het toen in een enorm gezichtsverlies in de Kamer toen de partij haar eigen splitsingsvoorstel over Brussel-Halle-Vilvoorde moest laten vallen. Alleen Siegfried Bracke flaterde verleden week een beetje, maar werd daarvoor door zijn ex-collega's opvallend mild behandeld in het zondagse praatprogramma De Zevende Dag. Ondertussen zal hij het misschien dan toch afgeleerd hebben op voorhand straffe uitspraken te doen over cruciale data in de toekomst.

Belangrijker is echter de afschaffing van de beruchte Stratego-groep. Partijvoorzitter Bart de Wever riep die in een vorige leven in het leven om op tijd en stond te kunnen «terugkoppelen» van de onderhandelingen, zoals dat dan heet. Hier zit een opvallende parallel met de reflectiegroep van de CD&V, die in november 2007 opgeheven werd. Het tijdsaspect is één parallel, de geruchten over interne tegenstellingen een andere, en de officiële reden voor de afschaffing, de lekken naar de pers, nog een andere. Het échte probleem van zo'n Stratego- of reflectiegroep is natuurlijk dat zij precies dat doet waarvoor ze in het leven geroepen werd: voorstellen aftoetsen aan het partij- en verkiezingsprogramma. Voor een partijvoorzitter die zich in de onderhandelingen mee gegeven heeft voor een compromis is dat natuurlijk telkens weer een koude dweil in de nek. En met hangende pootjes terugkeren naar de onderhandelingen, weer vertrekken vanaf nul, het uitgangspunt: het verkiezingsprogramma dus.

Het gevaar dat de N-VA nu loopt, is dat van de sluipende besluitvorming. Het is die sluipende besluitvorming die de CD&V aan het einde van 2007 door de knieën deed gaan om toch maar in een regering–Verhofstadt III te stappen, en uiteindelijk ook Leterme I, ook al stonden de regeerakkoorden mijlenver af van wat de partij aan de kiezer beloofd had. Het is die sluipende besluitvorming die over enkele weken wel eens Bart de Wever en de N-VA de das zou kunnen omdoen om in een regering–Di Rupo I te stappen met een regeringsakkoord dat mijlenver verwijderd staat van het partij- (separatisme!) of verkiezingsprogramma (confederalisme) van de N-VA. Wanneer de N-VA dan sust dat partijvoorzitter nog wel zal terugkoppelen, maar dan meer ad hoc, is het duidelijk dat het gevaar op zo'n proces van sluipende besluitvorming zeer reëel is.

Zo'n ad hoc-terugkoppeling verwordt immers snel tot een overtuigingsoefening om medestanders te verwerven in de partijraad en later op een eventueel partijcongres. Bovendien wordt het aantal betrokkenen al snel beperkt tot een kleinere kring rond de partijvoorzitter, meteen ook de ministeriabelen in de partij. Wie van hen zal willen klaarstaan om herhaaldelijk én moederziel alleen telkens weer een koude dweil in de nek van de partijvoorzitter te leggen? Zeker als er enige ambitie is om uiteindelijk ook minister te mogen worden. En hoe vaak gaat die partijvoorzitter voorstellen waar hij zelf nog zo hard aan gezwoegd heeft in de onderhandelingen terugkoppelen met iemand die ze toch maar zal afwijzen? Het antwoord laat zich dan ook gemakkelijk raden. Een bewust proces om een regeringsdeelname mogelijk te maken wil ik de afschaffing van de Stratego-groep niet noemen, maar als geschiedkundige zou Bart de Wever toch iets meer historisch besef aan de dag mogen leggen.

Bovendien is er nog de vraag waarom die Stratego-groep zo vaak lekte. Was het omdat die groep volzat met figuren die zichzelf interessant en populair wilden maken bij enkele journalisten? Of was het omdat enkelen in die groep de gang van zaken gewoonweg niet meer konden aanzien? De afschaffing van de Stratego-groep was dan toch wel een heel gemakkelijke oplossing voor een lastig probleem. Het zegt trouwens ook iets over de geestesgesteldheid van de partijvoorzitter wanneer hij blijkbaar meer tijd veil heeft voor de federale regeringsonderhandelingen dan het behoud van de interne gezondheid binnen zijn eigen partij.

Mijn conclusie is daarom dat de kans sterk gestegen is dat de N-VA uiteindelijk toch zal toehappen wanneer Johan vande Lanotte zijn «meccano-voorstel» zal presenteren. Er kan echter weinig twijfel over bestaan dat dat voorstel een stuk onder de nota van Bart de Wever zal duiken om aanvaardbaar te kunnen zijn voor PS, cdH en Ecolo. Sp.a en Groen!, die zich meer en meer gedragen als Vlaamse bijhuizen voor hun Franstalige meesters, zullen het voorstel ook aanvaarden, om de eenvoudige reden dat ze eender wat zouden aanvaarden als ze maar mee in de federale regering mogen. Vraag is dus of de N-VA-onderhandelaars tegen de tijd dat Johan vande Lanotte zijn voorstel zal doen nog tot een afwijzing in staat zullen zijn. Hoe langer Johan vande Lanotte zijn voorstel kan uitstellen, hoe groter zijn kansen dat de N-VA zal aanvaarden. En indien de N-VA toch haar akkoord zou weigeren, is de volgende vraag natuurlijk wat de houding van de CD&V zal zijn.

Zoals reeds geschreven heeft Steven Vanackere wat dat betreft deze ochtend reeds een tipje van de sluier opgelicht: het ACW stapt hoe dan ook in de volgende federale regering. Aan Wouter Beke, die tegen de tijd dat de ultieme beslissing genomen zal moeten worden misschien al volwaardig partijvoorzitter zal zijn, zal dan de keuze gelaten worden of ook de CD&V volgt, dan wel of ACW alleen in die regering zal stappen. Merk daarbij op dat de niet-ACW'ers in de Kamer- en Senaatsfractie van de CD&V met een vergrootglas gezocht moeten worden. Merk verder ook op dat Yves Leterme eigenlijk geen rekening houdt met een scenario waarbij hij binnenkort niet opnieuw minister zou worden. Het monkellachje dat het antwoord op de ietwat domme vraag van Ivan de Vadder in De Zevende Dag over het gouverneurschap van West-Vlaanderen begeleidde sprak wat dat betreft boekdelen. Men kan natuurlijk niet uitsluiten dat Inge Vervotte zich hevig zou verzetten tegen een regeringsdeelname en liever in de oppositie zou stappen. Ik schat echter de kans dat Michel Daerden deze avond nog geheelonthouder zou worden een pak hoger in.

Kan men zich trouwens een betere partijvoorzitter dan Wouter Beke – mét Vlaams profiel! – voorstellen om een Belgische regering van Nationale Eenheid door te drukken op een CD&V-partijcongres? Als ik een euro zou krijgen voor elk binnenpretje dat dat zou opleveren bij Yves Leterme, dan zou ik de rest van dit en volgend jaar het huis niet meer uit hoeven om de kost te gaan verdienen, en kon ik voltijds artikelen schrijven zoals deze. Binnenpretjes ook over het afvoeren van de staatshervorming en de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde, en vooral, die regeringsminderheid aan Vlaamse zijde. Op dat punt ben ik het alvast helemaal niet eens met professor Herman Matthijs: de regeringen–Van Rompuy I en Leterme II zijn immers het perfecte smeermiddel geweest om opnieuw te regeren tegen een Vlaamse meerderheid in. Waarom een regering van Nationale Eenheid een tweederde meerderheid nodig zou hebben ontgaat me trouwens volledig, want als er iets is dat hét bindmiddel van zo'n regering zou zijn, dan wel het verzet tegen een staatshervorming. Of moeten we nu echt denken dat ACW, PS en het koningshuis vragende partij zouden zijn voor meer fiscale autonomie?

Neen, nieuwe federale verkiezingen, daar geloof ik dus niet in. In vervroegde verkiezingen, vóór 2014, door de val van een nieuwe federale regering trouwens ook niet. Aan Vlaamse zijde zou die immers alleen maar bestaan uit partijen die alleen maar kunnen verliezen, en aan Franstalige zijde uit partijen die in die regering precies hun zin zouden kunnen doen. Het zou al raar moeten lopen als één van de zes partijen er dan vroegtijdig zou willen uittrekken. Bijproduct zou wel eens een volstrekte V-meerderheid in het Vlaams Parlement kunnen zijn, maar dat is natuurlijk een «zorg» voor later.

maandag, juli 05, 2010

Be Careful What You Wish For

Op het ogenblik dat ik dit artikel schrijf, probeert informateur Bart de Wever een akkoord te smeden met Elio di Rupo van de PS over een nieuwe federale regering. Het wordt echter hoe langer hoe meer duidelijk dat Bart de Wever met zijn succes van 13 juni in een behoorlijk lastig parket verzeild is geraakt. Dat hij als anti-royalist informateur voor de koning moet spelen, is daarbij waarschijnlijk nog de minste van zijn zorgen.

Wat voor akkoord Bart de Wever precies nastreeft is voorlopig voor de buitenwereld niet helemaal duidelijk. Eén of andere oplossing voor Brussel-Halle-Vilvoorde – van een splitsing is eigenlijk al lang geen sprake meer – is voor alle Vlaamse partijen op dit moment een conditio sine qua non om in een nieuwe federale regering te stappen. Dat het echter wel eens fout durft te lopen met de beginselvastheid in het Vlaamse kamp eens de contouren van een nieuwe federale regering zichtbaar worden, mochten we al eens ontdekken in 2007. Het zal dus afwachten worden hoe het deze keer zal aflopen, en vooral, als er een oplossing zou gevonden worden, hoe die oplossing er precies uit zal zien. In Sint-Genesius-Rode schijnt men er alvast niet bepaald gerust in te zijn…

Is het al koffiedik kijken wat Brussel-Halle-Vilvoorde betreft, dan is het een volledig mysterie voor de rest van België hoe Bart de Wever erin zal slagen de rest van het communautaire programma van de N-VA te verzoenen met dat van de PS, of eender welke andere Franstalige partij. Op dat punt heeft hij zichzelf in ieder geval behoorlijk vastgereden. Opgeven en zich aan de kant zetten is geen optie, want dan geeft hij Vlaams Belang impliciet gelijk, precies die partij die hij al jaren met grote gretigheid beschuldigt van eeuwige maagdelijkheid. Anderzijds was de enorme verkiezingsoverwinning van 13 juni voor hem geen cadeau. Op dat punt ben ik het alvast eens met wat Ivan de Vadder gisteren in zijn analyse ook al schreef. Want uiteraard had Bart de Wever wel degelijk zin om deel te nemen aan de federale paringsdans na 13 juni, maar was het nooit de bedoeling dat hij die zelf zou moeten leiden. Straks zal misschien wel blijken dat ook N-VA aan de kant van de verliezers van 13 juni zit!

Want als opgeven voor Bart de Wever geen optie is, is hij genoodzaakt om in iets te slagen. En aangezien de N-VA op dit ogenblik niet goed genoeg uitgerust is om aan de eigenlijke onderhandelingen voor een staatshervorming zelf te beginnen, zal men waarschijnlijk niet veel verder raken dan een akkoord over een staatshervorming tegen een termijn, ver genoeg in de toekomst om de N-VA de kans te geven voorbereid aan de onderhandelingstafel te verschijnen. Misschien is het voor de N-VA al voldoende als er in dat verband tegen volgende zomer iets op tafel gelegd kan worden?

Want inderdaad, men kan toch niet verwachten dat de voltallige federale regering al zijn energie zou gebruiken om te onderhandelen over een communautair akkoord op een ogenblik dat België verondersteld wordt de Europese Unie voor te zitten? Als de N-VA bovendien een ministerpost toegeworpen krijgt waarmee het zich tijdens dat voorzitterschap ook wat kan profileren, zowel nationaal als internationaal, dan zal men dat argument in de partijraad ongetwijfeld wel kunnen aanvaarden, zelfs zonder de dood in het hart. Na het Europese voorzitterschap moet men natuurlijk even de tijd nemen om terug op adem te komen – en uitgebreid Nieuwjaar te vieren! Daarna is het al snel weer Pasen, en sinds Jean-Luc Dehaene er een begrip maakte dat nog rekbaarder is dan Congolees rubber, kan men niet meer verwachten serieus genomen te worden wanneer men die datum voorstelt als deadline voor nieuwe communautaire onderhandelingen. Het zal dus de zomer van 2011 moeten worden.

De vraag die zich dan stelt, is of de Franstaligen ondertussen hun les geleerd hebben. En zo ja, welke les dat precies zou zijn. Enerzijds blijkt immers uit de enorme verkiezingsoverwinning van de N-VA dat men aan de overzijde van de taalgrens gevaarlijk met vuur speelt als men zijn (haar?) Non blijft volhouden. Anderzijds leert de geschiedenis van 2007 tot 2010 de Franstaligen dat de strategie van het aangehouden Non wel degelijk zijn vruchten heeft afgeworpen: geen staatshervorming, en geen splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde. Lezen de Franstaligen een principeakkoord om tegen de zomer van 2011 tot een staatshervorming te komen in de eerste plaats als een belofte dat er vóór de zomer van 2011 voor geen staatshervorming gevreesd hoeft te worden, dan kan men in 2011 net zo goed met het argument afkomen dat men van hen toch geen toegevingen in de faciliteitengemeenten kan verwachten, zo vlak voor de gemeenteraadsverkiezingen van oktober 2012. En dat de Vlamingen dus maar wat meer geduld zullen moeten oefenen als ze een staatshervorming willen.

Bovendien: zal de N-VA zelf zich op dat ogenblik dan wél communautaire toegevingen kunnen veroorloven? Want daar zit je dan met een heleboel lokale mandatarissen en hoopvollen – ze zullen de komende maanden ongetwijfeld in trosjes tegelijk toegestroomd komen – die dachten in 2012 de slag van hun leven te kunnen slaan in hun eigenste gemeente, zo een beetje naar het voorbeeld van 13 juni. En dan nog wel met mandaten die zes jaar lang kunnen meegaan als men er zelf de brui niet aan geeft!

Wat is dan het andere alternatief voor de zomer van 2011? De federale regering laten vallen als andermaal blijkt dat een Franstalig gegeven woord om in de toekomst tot een communautair akkoord te komen minder waard is dan Griekse overheidsstatistieken? Dankzij het systeem van de overheidsdotaties zal er voor de N-VA zoveel op het spel staan dat Bart de Wever al zeer zeker van zijn stuk zal moeten zijn om het recente voorbeeld van Alexander de Croo te mogen volgen. En we hebben het dan nog niet gehad over alle mandatarissen die ervoor zullen moeten vrezen niet herverkozen te raken. Helemaal uitsluiten kunnen we natuurlijk niet, maar het zou ons sterk verbazen als de N-VA van na 13 juni 2010 uit eigen beweging vervroegd uit een federale regering zou stappen.

Daarmee ligt de conclusie dan ook voor de hand: stapt de N-VA vandaag (of morgen) in een federale regering met een Franstalige belofte over een staatshervorming in een niet al te nabije toekomst, dan zal ze naar alle waarschijnlijkheid in die regering gevangen zitten tot 2014. Bovendien loopt ze het risico dat een op wraak beluste CD&V in die regering dezelfde rol op zich zal nemen als die van de Open Vld in de opeenvolgende regeringen-Leterme I, -Van Rompuy I en -Leterme II. Weigert de N-VA echter toe te treden tot een regering, riskeert ze nog voor het jaar om is een aanzienlijk deel van haar mandaten en overheidsgeld kwijt te spelen, en dat dan nog bovenop het feit dat het daarmee haar aartsvijand Vlaams Belang impliciet gelijk heeft moeten geven. Je zou al voor minder beginnen wensen dat de verkiezingsoverwinning een beetje minder groot was geweest.