Men sprak er een paar dagen lang schande over, maar veel langer ook niet om de wankele Belgische constructie in gevaar te brengen: twee journalisten werden op een receptie op het koninklijk paleis bedreigd, en moesten daarna gaan uithuilen bij de Eerste Minister. Moeten wij eigenlijk geschokt zijn, of eens hartelijk lachen?
Als je alles eens hebt laten bezinken is het eigenlijk toch wel een merkwaardig verhaal. Yves Desmet en Pol van den Driessche, anders critici van de kroonprins eerste klas omdat hij een houten Klaas zou zijn, werden eens goed de mantel uitgeveegd worden door… inderdaad die houten Klaas van een kroonprins. En wij die dachten dat Filips de Taaie alleen maar droge speeches, geschreven door anderen, inspiratieloos kon aflezen in een gebroken Nederlands om u tegen te zeggen. Dat was dus inderdaad wereldnieuws in België.
Maar wat liepen de twee heren eigenlijk in de buurt van prins Filip te doen? Is dat niet voor hen, als je hen mag geloven, zowat de saaiste plek van heel de receptie? Ik zou eerder denken dat ze nog niet dood aangetroffen zouden willen worden op minder dan tien meter van de kroonprins. Of was er werkelijk niemand anders die geïnteresseerd was in een babbel met de twee, dat ze zich wel genoodzaakt zagen om wat met hem aan te pappen? Of wacht, was het prins Filip die een ware klopjacht had gevoerd op de twee, met in de ene hand een champagneglas en in de andere een hapje, en resoluut op hen afgestapt was eens hij ze in zijn vizier had kunnen nemen?
Wat dan volgde is eigenlijk zo mogelijk nog komischer. Yves Desmet en Pol van den Driessche, in hun beschutte werkplaats (door het gemeen ook wel «redactielokaal» genoemd) vurige republikeinen en behoeders van de democratie in België, die afgeblaft worden door prins Filip. Ja, zelfs bedreigd dus! De ene leeft van het geschreven woord, de andere van het opgenomen beeld, maar alle twee stonden ze daar dus met de mond vol tanden. Of hebben onze twee revolutionaire helden ondanks alles dan toch nog meer ontzag voor iemand van koninklijke bloede dan ze zelf zouden willen toegeven? Ze hadden die middeleeuwse prins toch wel eens goed hun gedacht kunnen zeggen zeker, en hem de principes van de vrijheid van pers en meningsuiting kunnen bijbrengen. Blijkbaar zat dat er dus niet in met onze twee helden.
Want inderdaad, met de staart tussen de benen moesten ze afdruipen, en in plaats van uit één of ander museum alvast een guillotine op te halen en die eens goed in te vetten voor nieuwe dienst moesten ze gaan uithuilen bij Guy Verhofstadt. «Meester, meester, Filip heeft stoute dingen tegen ons gezegd!» «Meester, meester, Filip wil ons niet meer bij hem thuis uitnodigen!» Meester Guy moest de ezelsoren nog eens uit de kast nemen, en Filip strafwerk meegeven: honderd bladzijden «Ik mag het potloodje van Pol en Yves niet breken». Tsjongejonge, wat een heldenmoed. Had ik een hoed gehad, ik had hem er misschien zelfs eventjes voor afgedaan.
A propos, nu we toch over helden bezig waren, een dag later was er van dat strafwerk geen sprake meer, want schooldirecteur Elio vond dat het nu toch het ogenblik niet was om straffen uit te delen, en meester Guy, die his master's voice herkent wanneer hij hem hoort, piepte braafjes met hem mee. Maar dat is eigenlijk een ander verhaal dus.
En dat uitgerekend Yves Desmet dit dus moet overkomen, anders de vleesgeworden arrogantie en reïncarnatie van de inquisitie wanneer iemand geïnterviewd moet worden die nog maar een millimeter rechtser is dan zijn eigen extreem-linkserigheid, dat is toch wel het toppunt van ironie. Dat de man geen ballen aan zijn lijf had wisten we al sedert zijn ontdekking van het rot-Marokkaantje in Brussel, maar de doos ingedaan worden door kroonprins Filip slaat toch wel alles. Was ik in zijn plaats geweest, ik zou over het hele voorval gezwegen hebben als vermoord en hopen dat niemand het gezien of gehoord had.
«If anyone disagrees with anything I say, I am quite prepared not only to retract it, but also to deny under oath that I ever said it.» - Tom Lehrer
dinsdag, januari 30, 2007
zondag, januari 28, 2007
Stemmenkampioen, quo vadis?
Verleden week-end raakte bekend dat Frank Thevissen, het gezicht van De Stemmenkampioen, er de brui aan geeft. Reden daarvoor is de hetze die de krant De Morgen al maandenlang tegen De Stemmenkampioen voert, samen met de VLD die het in de partijbarometer ervan al lange tijd bijzonder slecht doet. De Stemmenkampioen zelf zal echter blijven doorgaan.
In het februarinummer van Doorbraak doet Frank Thevissen zijn boekje open over zijn avonturen met De Morgen en de VLD. Het stuk is het lezen waard, en achteraf blijf je toch een beetje met de vraag zitten of dit een verhaal uit België of Belarus is. Maar wat is precies de rol geweest van De Stemmenkampioen de laatste twee jaren?
In tegenstelling tot de andere peilers komt De Stemmenkampioen elke maand met een nieuwe partijbarometer, waardoor hij veel sneller nieuwe tendensen kan opvangen bij het kiespubliek. Bij speciale gelegenheden is De Stemmenkampioen overigens niet te beroerd om een extra peilingsronde in te lassen, zoals bijvoorbeeld naar aanleiding van de toetreding van Jean-Marie Dedecker tot de N-VA. Andere peilers doen dan liever of hun neus bloedt en peilen lustig verder, alsof zulke gebeurtenissen verder geen invloed zouden hebben op de kiesintenties van de Vlamingen.
Een ander punt waar De Stemmenkampioen zich onderscheidt van de andere peilers is de manier van peilen. De peiler werkt met een internetpanel, en al wie wil kan zich inschrijven en elke maand zijn kiesintenties laten registreren. Dit is ook het grootste punt van kritiek op de peiler: de peiling zou ten eerste scheef zijn, en ten tweede gemakkelijk manipuleerbaar. Wat dat laatste argument betreft, is het ondertussen al een tijdje geleden dat ik dat nog gehoord heb. Misschien hebben mensen die een beetje verstand van wiskunde hebben eens dezelfde oefening gedaan als ik gedaan heb in juli van verleden jaar, en hun omgeving er attent op gemaakt dat zoiets toch iets moeilijker ligt dan bijvoorbeeld Stephan Bogaert toen nog dacht. Een weerlegging van het argument dat De Stemmenkampioen een vertekend beeld zou geven omdat deelnemers zich zelf moeten aanmelden en over een internetverbinding moeten beschikken laat ik liever aan Frank Thevissen zelf over.
De controverse rond De Stemmenkampioen spitst zich verder vooral op twee zaken toe: de lage score van de VLD en de hoge score van het Vlaams Belang. Persoonlijk had ik meer mijn twijfels rond de hoge score van CD&V-N-VA, net zoals bij de andere peilers overigens. Maar dat de peiling verschijnt in het Het Laatste Nieuws, die ervoor doorgaat de lijfkrant van de liberale partij te zijn, maakt de zaak er natuurlijk niet eenvoudiger op. Het is nu eenmaal niet leuk om uitgerekend in je «eigen» krant maandelijks geconfronteerd te worden met een slechte peiling.
Maar wat heeft De Morgen te maken met een peiling in Het Laatste Nieuws die de VLD een slecht resultaat toekent? In principe eigenlijk niets, ook al is de VLD vandaag naar het schijnt een progressieve partij, maar ten eerste doet De Morgen mee aan de driemaandelijkse peiling van La Libre Belgique, en de resultaten van de twee peiling zijn niet bepaald compatibel te noemen. Dat is echter nog geen reden voor de hetze die de krant tegen De Stemmenkampioen voert. Het probleem is daarom m.i. eerder van politieke aard. Een slechte score voor de VLD kan die partij immers opjagen om een rechtser beleid te voeren, en in uiterste consequente zelfs het paarse project in mekaar doen stuiken. Op langere termijn kan het ook de kansen op een voortzetting van de paarse regering in gevaar brengen, met als gevolg een herintreden van de christen-democraten op het federale vlak, met in hun kielzog, horresco referens, ook de nationalisten van de N-VA. Maar erg zakelijk kan de argumentatie van De Morgen tegen De Stemmenkampioen niet echt genoemd worden. De krant staat er ten andere niet bepaald voor bekend zich vaak schuldig te maken aan enige zakelijk argumentatie.
En dan waren er nog de lokale verkiezingen in Antwerpen. Zowel de peiling van de Gazet van Antwerpen/VRT als die van De Stemmenkampioen zaten er eigenlijk goed naast, maar het was vooral De Stemmenkampioen die het moest ontgelden in De Morgen. Opnieuw: erg zakelijk is dat dus niet. Een nuchtere analyse van waarom beide peilingen er zozeer naast zaten past trouwens niet echt in het kraam van al wat progressief is. Iedereen kan nochtans voor zichzelf de oefening maken hoeveel «onobserveerbare» sp.a-kiezers er nodig zijn om de feitelijke resultaten zo dicht mogelijk te benaderen. De aantallen 21% resp. 17% zullen bij velen wel een belletje doen rinkelen, maar voor de slechte verstaanders: in Antwerpen wordt op de kop af 17,0% van de kiezers omschreven als «nieuwe Belg» of «ingeschreven vreemdeling». Hoeveel van hen zouden Het Laatste Nieuws lezen en zich inschrijven voor De Stemmenkampioen, en hoeveel van hen zullen zonder veel schroom hun kiesintenties openbaren aan één of andere onbekende man of vrouw aan de telefoon die zij van haar noch pluim kennen? Gezien de toestand van de democratische instellingen in hun land van herkomst kan je hen in dat verband trouwens absoluut niets kwalijk nemen. De vraag die echter gesteld moet worden is of De Morgen of Patrick Janssens, rekening houdend met deze feiten, eigenlijk niet veel beter zou min mogelijk naar die peilingen zouden refereren, dan wel De Stemmenkampioen (en dus niet Gazet van Antwerpen of de VRT) blijvend te kielhalen.
Houdt Frank Thevissen er nu dus (even?) mee op, zijn collega's zullen De Stemmenkampioen de komende maanden in leven houden en elke maand nieuwe peilingen blijven publiceren. De VLD lijkt echter niet van plan te zijn de strijd zomaar op te geven. Vandaag nog riep Patrick Dewael in Leuven de VLD-militanten op om op 10 juni de opiniepeilers «een poepje te laten ruiken». Dat is natuurlijk zijn goed recht, sommigen zouden zelfs durven zeggen zijn verdomde plicht, maar anderzijds is het ook niet moeilijk om te raden welke opiniepeiler hij in het bijzonder in gedachten zal gehad hebben. En al bij al is het toch ook een merkwaardige uitlating van een politicus die, net als alle andere politici en de rest van de bevolking, toch niet in opiniepeilingen gelooft. Alhoewel. De laatste verkiezingswedstrijd van Politiek.Net onderzocht onrechtstreeks in welke peiler de deelnemers het meeste vertrouwen hadden. Dat uitgerekend De Stemmenkampioen afgetekend de meeste betrouwbare genoemd werd zal hier en daar wel ferm gestoken hebben.
In het februarinummer van Doorbraak doet Frank Thevissen zijn boekje open over zijn avonturen met De Morgen en de VLD. Het stuk is het lezen waard, en achteraf blijf je toch een beetje met de vraag zitten of dit een verhaal uit België of Belarus is. Maar wat is precies de rol geweest van De Stemmenkampioen de laatste twee jaren?
In tegenstelling tot de andere peilers komt De Stemmenkampioen elke maand met een nieuwe partijbarometer, waardoor hij veel sneller nieuwe tendensen kan opvangen bij het kiespubliek. Bij speciale gelegenheden is De Stemmenkampioen overigens niet te beroerd om een extra peilingsronde in te lassen, zoals bijvoorbeeld naar aanleiding van de toetreding van Jean-Marie Dedecker tot de N-VA. Andere peilers doen dan liever of hun neus bloedt en peilen lustig verder, alsof zulke gebeurtenissen verder geen invloed zouden hebben op de kiesintenties van de Vlamingen.
Een ander punt waar De Stemmenkampioen zich onderscheidt van de andere peilers is de manier van peilen. De peiler werkt met een internetpanel, en al wie wil kan zich inschrijven en elke maand zijn kiesintenties laten registreren. Dit is ook het grootste punt van kritiek op de peiler: de peiling zou ten eerste scheef zijn, en ten tweede gemakkelijk manipuleerbaar. Wat dat laatste argument betreft, is het ondertussen al een tijdje geleden dat ik dat nog gehoord heb. Misschien hebben mensen die een beetje verstand van wiskunde hebben eens dezelfde oefening gedaan als ik gedaan heb in juli van verleden jaar, en hun omgeving er attent op gemaakt dat zoiets toch iets moeilijker ligt dan bijvoorbeeld Stephan Bogaert toen nog dacht. Een weerlegging van het argument dat De Stemmenkampioen een vertekend beeld zou geven omdat deelnemers zich zelf moeten aanmelden en over een internetverbinding moeten beschikken laat ik liever aan Frank Thevissen zelf over.
De controverse rond De Stemmenkampioen spitst zich verder vooral op twee zaken toe: de lage score van de VLD en de hoge score van het Vlaams Belang. Persoonlijk had ik meer mijn twijfels rond de hoge score van CD&V-N-VA, net zoals bij de andere peilers overigens. Maar dat de peiling verschijnt in het Het Laatste Nieuws, die ervoor doorgaat de lijfkrant van de liberale partij te zijn, maakt de zaak er natuurlijk niet eenvoudiger op. Het is nu eenmaal niet leuk om uitgerekend in je «eigen» krant maandelijks geconfronteerd te worden met een slechte peiling.
Maar wat heeft De Morgen te maken met een peiling in Het Laatste Nieuws die de VLD een slecht resultaat toekent? In principe eigenlijk niets, ook al is de VLD vandaag naar het schijnt een progressieve partij, maar ten eerste doet De Morgen mee aan de driemaandelijkse peiling van La Libre Belgique, en de resultaten van de twee peiling zijn niet bepaald compatibel te noemen. Dat is echter nog geen reden voor de hetze die de krant tegen De Stemmenkampioen voert. Het probleem is daarom m.i. eerder van politieke aard. Een slechte score voor de VLD kan die partij immers opjagen om een rechtser beleid te voeren, en in uiterste consequente zelfs het paarse project in mekaar doen stuiken. Op langere termijn kan het ook de kansen op een voortzetting van de paarse regering in gevaar brengen, met als gevolg een herintreden van de christen-democraten op het federale vlak, met in hun kielzog, horresco referens, ook de nationalisten van de N-VA. Maar erg zakelijk kan de argumentatie van De Morgen tegen De Stemmenkampioen niet echt genoemd worden. De krant staat er ten andere niet bepaald voor bekend zich vaak schuldig te maken aan enige zakelijk argumentatie.
En dan waren er nog de lokale verkiezingen in Antwerpen. Zowel de peiling van de Gazet van Antwerpen/VRT als die van De Stemmenkampioen zaten er eigenlijk goed naast, maar het was vooral De Stemmenkampioen die het moest ontgelden in De Morgen. Opnieuw: erg zakelijk is dat dus niet. Een nuchtere analyse van waarom beide peilingen er zozeer naast zaten past trouwens niet echt in het kraam van al wat progressief is. Iedereen kan nochtans voor zichzelf de oefening maken hoeveel «onobserveerbare» sp.a-kiezers er nodig zijn om de feitelijke resultaten zo dicht mogelijk te benaderen. De aantallen 21% resp. 17% zullen bij velen wel een belletje doen rinkelen, maar voor de slechte verstaanders: in Antwerpen wordt op de kop af 17,0% van de kiezers omschreven als «nieuwe Belg» of «ingeschreven vreemdeling». Hoeveel van hen zouden Het Laatste Nieuws lezen en zich inschrijven voor De Stemmenkampioen, en hoeveel van hen zullen zonder veel schroom hun kiesintenties openbaren aan één of andere onbekende man of vrouw aan de telefoon die zij van haar noch pluim kennen? Gezien de toestand van de democratische instellingen in hun land van herkomst kan je hen in dat verband trouwens absoluut niets kwalijk nemen. De vraag die echter gesteld moet worden is of De Morgen of Patrick Janssens, rekening houdend met deze feiten, eigenlijk niet veel beter zou min mogelijk naar die peilingen zouden refereren, dan wel De Stemmenkampioen (en dus niet Gazet van Antwerpen of de VRT) blijvend te kielhalen.
Houdt Frank Thevissen er nu dus (even?) mee op, zijn collega's zullen De Stemmenkampioen de komende maanden in leven houden en elke maand nieuwe peilingen blijven publiceren. De VLD lijkt echter niet van plan te zijn de strijd zomaar op te geven. Vandaag nog riep Patrick Dewael in Leuven de VLD-militanten op om op 10 juni de opiniepeilers «een poepje te laten ruiken». Dat is natuurlijk zijn goed recht, sommigen zouden zelfs durven zeggen zijn verdomde plicht, maar anderzijds is het ook niet moeilijk om te raden welke opiniepeiler hij in het bijzonder in gedachten zal gehad hebben. En al bij al is het toch ook een merkwaardige uitlating van een politicus die, net als alle andere politici en de rest van de bevolking, toch niet in opiniepeilingen gelooft. Alhoewel. De laatste verkiezingswedstrijd van Politiek.Net onderzocht onrechtstreeks in welke peiler de deelnemers het meeste vertrouwen hadden. Dat uitgerekend De Stemmenkampioen afgetekend de meeste betrouwbare genoemd werd zal hier en daar wel ferm gestoken hebben.
Labels:
Bogaert | Stephan,
Dedecker | Jean-Marie,
Dewael | Patrick,
Morgen | De,
Stemmenkampioen | De,
Thevissen | Frank,
VLD
zaterdag, januari 27, 2007
Guy Verhofstadt, «staatsman»
Ik weet niet wat er tegenwoordig aan de hand is met Bart Brinckman, maar telkens hij een nieuw artikel afscheidt is het lachen geblazen. Zo verliest hij af en toe in zijn ijver om het Vlaams Belang een crisis aan te praten al eens de trappers, terwijl hij Guy Verhofstadt dan weer uitroept tot staatsman… op basis van zijn communautaire blik dan nog wel.
Het artikel dat Bart Brinckman produceerde naar aanleiding van de toespraak van Guy Verhofstadt voor de gesteld lichamen krijgt het etiket «nieuwsanalyse» opgeplakt, maar «hulde» of «propaganda» zou ongetwijfeld veel beter de lading gedekt hebben. Zelfs de minste kritische noot ontbreekt, ook daar waar Guy Verhofstadt duidelijk een loopje met de waarheid neemt, om niet te zeggen dat hij als naar gewoonte staat te liegen. Waarom Bart Brinckman nog altijd de titel «journalist» voert in plaats van «Verhofstadt-groupie» heeft waarschijnlijk maar één reden: tot nader order is het de krant De Standaard die zijn loon uitbetaalt, en niet Guy Verhofstadt. Enfin, dat denk ik toch.
Maar goed, wat schrijft Bart Brinckman daar allemaal? Volgens hem «lanceerde» Guy Verhofstadt zich als «een ware staatsman» in het communautaire debat door in zijn toespraak «op een haast analytische manier de diagnose van de huidige communautaire pijnpunten» te maken. De cursivering is uiteraard van mijn hand, want ik denk niet dat Bart Brinckman werkelijk bedoelde wat hij daar schreef. Iemand die haast over de beek sprong loopt immers met natte voeten rond, en zo schiet iemand die op een haast analytische manier een diagnose maakt eigenlijk alleen maar met spek. In de volksmond noemt men zo iemand trouwens geen dokter, maar een kwakzalver, en Verhofstadt een communautaire kwakzalver noemen is misschien zo gek nog niet, maar dat het de bedoeling was wil ik toch betwijfelen.
Bij de drie zwakheden die Guy Verhofstadt aanhaalt in zijn toespraak kunnen toch wel enige opmerkingen geplaatst worden. Dat de bevoegdheden te versnipperd zijn en dat de deelgebieden niet ten volle de verantwoordelijkheid voor hun beleidsdaden dragen zijn twee dingen die samenhangen, maar verder wel correct. Maar bij de vaststelling dat de «Brusselse rand» een pijnpunt is mocht toch wel een beetje commentaar vermeld worden. Zo bijvoorbeeld dat er geen Brussels rand bestaat, maar alleen een Vlaamse Rand. Dat het probleem in die Vlaamse Rand vooral zijn oorsprong vindt in het feit dat de Franstaligen zich niet willen neerleggen bij het territorialiteitsprincipe dat in België geldt, of beter gezegd, het territorialiteitsprincipe in Vlaanderen. Zodra men het Waalse Gewest binnenstapt geldt immers het droit du sol plots wel, en krijgt het begrip faciliteiten een heel andere invulling. En ten slotte beperken de problemen zich niet alleen tot de Vlaamse Rand, maar worden in Brussel de taalwetten door de Franstalige en masse met de voeten getreden. De lijst met illegale benoemingen haalt misschien nooit de kolommen van de weldenkende pers, maar dat betekent nog niet dat ze daarom niet zouden voorkomen, zeldzaam of toch wel een beetje geoorloofd of legaal zouden zijn.
Ook met de krijtlijnen van Guy Verhofstadt zit het goed fout. Zo bijvoorbeeld dat de eis tot splitsing van de gezondheidszorg weggevallen zou zijn omdat de onverklaarbare verschillen weggewerkt werden. Ten eerste is die eis helemaal niet weggevallen, maar meer dan ooit actueel. Ten tweede zijn de onverklaarbare verschillen ook niet weggewerkt, maar slaagt federaal België er tegenwoordig beter in verhalen daarover uit de pers te houden. En gedraagt de N-VA (onder druk van CD&V die graag in een volgende federale regering zou zitten?) zich op dat punt tegenwoordig veel rustiger dan pakweg twee-drie jaar geleden. Het laatste dat ik uit die hoek over de gezondheidszorg gehoord heb is dat ze één of ander rapport eens grondig gingen bestuderen. Of las ik dat ze nog maar eens een nieuw rapport gingen bestellen, voor alle zekerheid?
Ook wat de werkgelegenheid betreft zit de Eerste Minister er goed naast. Het probleem in België is namelijk niet dat dezelfde regels op verschillende manieren worden toegepast in de verschillende landsdelen –was dat trouwens niet slechts een mythe, in het leven geroepen door kaakslagflaminganten?– hoewel dat de zaken er natuurlijk niet bepaald op vooruit helpt, maar wel dat er voor verschillende problemen verschillende oplossingen nodig zijn, en dat federaal België dat niet wil inzien en toelaten. Het is niet door de ene patiënt, een hartlijder, te dwingen exact evenveel en dezelfde pilletjes te nemen als zijn buur, die last heeft van een maagzweer, dat hij er beter op zal worden. En als je a priori als voorwaarde voor de behandeling van beide patiënten stelt dat ze allebei precies dezelfde behandeling moeten krijgen, nog voor de haast analytische diagnose dus, kom je vrijwel zeker uit op niet meer dan wat pijnstillers en misschien wat homeopathie. Het is precies die Belgische homeopathie gemengd met pijnstillers uit Vlaanderen die de toestand van de Waalse economie zo dramatisch heeft gemaakt. Dat een «wezenlijke solidariteit» noemen verandert daar trouwens niets aan.
Tot slot dan het ultieme pijnpunt van de laatste jaren, dat meteen het staatsmanschap van Guy Verhofstadt reduceert tot zijn ware proporties: Brussel-Halle-Vilvoorde. In welk ander land zou het mogelijk zijn dat een regering er veertien dagen vroeger dan gepland de brui aan moet geven omdat de regering er niet geslaagd is een kieskring in overeenstemming te brengen met de Grondwet? In welk ander land zou de bevolking zoiets trouwens slikken, laat staan dat de pers er zo «sereen» over zou doen. Om nog maar te zwijgen over «kwaliteitsjournalisten» die amper een week later de Eerste Minister, die uiteindelijk toch verantwoordelijk is voor die wantoestand, uitroepen tot staatsman met een communautaire blik. Il faut le faire, zoals men aan de andere kant van de taalgrens zegt.
Het artikel dat Bart Brinckman produceerde naar aanleiding van de toespraak van Guy Verhofstadt voor de gesteld lichamen krijgt het etiket «nieuwsanalyse» opgeplakt, maar «hulde» of «propaganda» zou ongetwijfeld veel beter de lading gedekt hebben. Zelfs de minste kritische noot ontbreekt, ook daar waar Guy Verhofstadt duidelijk een loopje met de waarheid neemt, om niet te zeggen dat hij als naar gewoonte staat te liegen. Waarom Bart Brinckman nog altijd de titel «journalist» voert in plaats van «Verhofstadt-groupie» heeft waarschijnlijk maar één reden: tot nader order is het de krant De Standaard die zijn loon uitbetaalt, en niet Guy Verhofstadt. Enfin, dat denk ik toch.
Maar goed, wat schrijft Bart Brinckman daar allemaal? Volgens hem «lanceerde» Guy Verhofstadt zich als «een ware staatsman» in het communautaire debat door in zijn toespraak «op een haast analytische manier de diagnose van de huidige communautaire pijnpunten» te maken. De cursivering is uiteraard van mijn hand, want ik denk niet dat Bart Brinckman werkelijk bedoelde wat hij daar schreef. Iemand die haast over de beek sprong loopt immers met natte voeten rond, en zo schiet iemand die op een haast analytische manier een diagnose maakt eigenlijk alleen maar met spek. In de volksmond noemt men zo iemand trouwens geen dokter, maar een kwakzalver, en Verhofstadt een communautaire kwakzalver noemen is misschien zo gek nog niet, maar dat het de bedoeling was wil ik toch betwijfelen.
Bij de drie zwakheden die Guy Verhofstadt aanhaalt in zijn toespraak kunnen toch wel enige opmerkingen geplaatst worden. Dat de bevoegdheden te versnipperd zijn en dat de deelgebieden niet ten volle de verantwoordelijkheid voor hun beleidsdaden dragen zijn twee dingen die samenhangen, maar verder wel correct. Maar bij de vaststelling dat de «Brusselse rand» een pijnpunt is mocht toch wel een beetje commentaar vermeld worden. Zo bijvoorbeeld dat er geen Brussels rand bestaat, maar alleen een Vlaamse Rand. Dat het probleem in die Vlaamse Rand vooral zijn oorsprong vindt in het feit dat de Franstaligen zich niet willen neerleggen bij het territorialiteitsprincipe dat in België geldt, of beter gezegd, het territorialiteitsprincipe in Vlaanderen. Zodra men het Waalse Gewest binnenstapt geldt immers het droit du sol plots wel, en krijgt het begrip faciliteiten een heel andere invulling. En ten slotte beperken de problemen zich niet alleen tot de Vlaamse Rand, maar worden in Brussel de taalwetten door de Franstalige en masse met de voeten getreden. De lijst met illegale benoemingen haalt misschien nooit de kolommen van de weldenkende pers, maar dat betekent nog niet dat ze daarom niet zouden voorkomen, zeldzaam of toch wel een beetje geoorloofd of legaal zouden zijn.
Ook met de krijtlijnen van Guy Verhofstadt zit het goed fout. Zo bijvoorbeeld dat de eis tot splitsing van de gezondheidszorg weggevallen zou zijn omdat de onverklaarbare verschillen weggewerkt werden. Ten eerste is die eis helemaal niet weggevallen, maar meer dan ooit actueel. Ten tweede zijn de onverklaarbare verschillen ook niet weggewerkt, maar slaagt federaal België er tegenwoordig beter in verhalen daarover uit de pers te houden. En gedraagt de N-VA (onder druk van CD&V die graag in een volgende federale regering zou zitten?) zich op dat punt tegenwoordig veel rustiger dan pakweg twee-drie jaar geleden. Het laatste dat ik uit die hoek over de gezondheidszorg gehoord heb is dat ze één of ander rapport eens grondig gingen bestuderen. Of las ik dat ze nog maar eens een nieuw rapport gingen bestellen, voor alle zekerheid?
Ook wat de werkgelegenheid betreft zit de Eerste Minister er goed naast. Het probleem in België is namelijk niet dat dezelfde regels op verschillende manieren worden toegepast in de verschillende landsdelen –was dat trouwens niet slechts een mythe, in het leven geroepen door kaakslagflaminganten?– hoewel dat de zaken er natuurlijk niet bepaald op vooruit helpt, maar wel dat er voor verschillende problemen verschillende oplossingen nodig zijn, en dat federaal België dat niet wil inzien en toelaten. Het is niet door de ene patiënt, een hartlijder, te dwingen exact evenveel en dezelfde pilletjes te nemen als zijn buur, die last heeft van een maagzweer, dat hij er beter op zal worden. En als je a priori als voorwaarde voor de behandeling van beide patiënten stelt dat ze allebei precies dezelfde behandeling moeten krijgen, nog voor de haast analytische diagnose dus, kom je vrijwel zeker uit op niet meer dan wat pijnstillers en misschien wat homeopathie. Het is precies die Belgische homeopathie gemengd met pijnstillers uit Vlaanderen die de toestand van de Waalse economie zo dramatisch heeft gemaakt. Dat een «wezenlijke solidariteit» noemen verandert daar trouwens niets aan.
Tot slot dan het ultieme pijnpunt van de laatste jaren, dat meteen het staatsmanschap van Guy Verhofstadt reduceert tot zijn ware proporties: Brussel-Halle-Vilvoorde. In welk ander land zou het mogelijk zijn dat een regering er veertien dagen vroeger dan gepland de brui aan moet geven omdat de regering er niet geslaagd is een kieskring in overeenstemming te brengen met de Grondwet? In welk ander land zou de bevolking zoiets trouwens slikken, laat staan dat de pers er zo «sereen» over zou doen. Om nog maar te zwijgen over «kwaliteitsjournalisten» die amper een week later de Eerste Minister, die uiteindelijk toch verantwoordelijk is voor die wantoestand, uitroepen tot staatsman met een communautaire blik. Il faut le faire, zoals men aan de andere kant van de taalgrens zegt.
Protocollaire functie zal probleem-Filip niet oplossen
De storm rond prins Laurent was nog niet goed gaan liggen, of prins Filip zorgde verleden woensdag voor een nieuwe door Yves Desmet en Pol van den Driessche eens goed de levieten te lezen tijdens een receptie. Dat een koningshuis niet meer van deze tijd is kon eigenlijk niet beter onderstreept worden, maar de «democratische» partijen zoeken de oplossing in een omvorming van de functie van de koning naar een louter protocollaire. Maar lost dat het probleem-Filip eigenlijk wel op?
Eerste enkele vaststellingen rond de hele heisa. Het Vlaams Belang staat geboekstaafd als een niet-democratische partij, maar merkwaardig genoeg is het voor zover ik weet de enige partij die op dit punt een waar democratisch standpunt inneemt: de monarchie is niet meer van deze tijd, en zou beter afgeschaft worden dan omgevormd. Of zou ik de betekenis van het begrip «democratie» niet goed begrepen hebben?
Tweede vaststelling: Elio di Rupo herhaalt nog eens dat het nu het ogenblik niet is om een debat te voeren over de rol van het Belgische koningshuis. Ik citeer hem letterlijk:
En daarmee komen we bij het statuut van de koning. Johan vande Lanotte, hoogleraar grondwettelijk recht in zijn vrije tijd, stelt bijvoorbeeld dat «als de prins niet dringend beseft dat de grondwettelijke monarchie in ons land niet op deze manier werkt, […] de discussie over een protocollaire functie van de koning dichterbij [komt]». Maar wat is vandaag de functie van de kroonprins? Formeel staat die niet in de Grondwet ingeschreven, maar in de praktijk is ze vrijwel uitsluitend protocollair. Veel meer dan hier en daar wat lintjes doorknippen en handelsmissies opfleuren door zijn aanwezigheid (nou ja) doet hij niet. En toch duikt er met de regelmatigheid van de klok een probleem op. Hoe een formele louter protocollaire functie van de kroonprins, ingeschreven in de Grondwet, het incident van woensdag had kunnen verhinderen ontgaat me volledig.
De conclusie is dan ook dat een hervorming van het statuut van de koning geen oplossing is, en dat op dit ogenblik prins Filip zelf misschien wel de grootste bedreiging vormt voor het voortbestaan van België. Hij steekt daarmee in zijn eentje ruwweg één miljoen kiezers van het separatistische Vlaams Belang ferm de loef af. En het is mogelijk dat Elio di Rupo zich op middellange termijn pijnlijk vergist als hij het debat over de functie van de monarchie blijft vooruitschuiven. Blijft prins Filip voor controverses zorgen aan het huidige tempo, namelijk één of meer per jaar, dan zal er nooit sprake zijn van een periode van sereniteit om het debat te kunnen voeren. Voeg daarbij de verkiezingskalender (federale verkiezingen in 2007, regionale en Europese in 2009, daarna weer federale in 2011 gevolgd door lokale in 2012), en het is duidelijk dat er voor een fundamentele discussie over de monarchie de eerste vijf jaar geen tijd zal zijn. Daarna trouwens ook niet.
En ondertussen wordt koning Albert II er natuurlijk niet jonger op. De dood van koning Boudewijn kwam als een donderslag bij heldere hemel, en Albert II is net als zijn broer een hartpatiënt. Bovendien wordt de man dit jaar 73 jaar, en zal in 2014 zijn 80ste verjaardag vieren. Als persoon wens ik hem dat natuurlijk van harte toe, maar de vraag is hoe lang hij zijn taak als koning effectief zal kunnen uitvoeren. Het zou dus wel eens kunnen dat de PS sneller dan haar lief is geconfronteerd zal worden met een koning Filip, waarna het debat over de functie van de monarchie alleen maar moeilijker zal worden, al was het maar omdat precies de man die het probleem vormt dan op de troon zal zitten.
Eerste enkele vaststellingen rond de hele heisa. Het Vlaams Belang staat geboekstaafd als een niet-democratische partij, maar merkwaardig genoeg is het voor zover ik weet de enige partij die op dit punt een waar democratisch standpunt inneemt: de monarchie is niet meer van deze tijd, en zou beter afgeschaft worden dan omgevormd. Of zou ik de betekenis van het begrip «democratie» niet goed begrepen hebben?
Tweede vaststelling: Elio di Rupo herhaalt nog eens dat het nu het ogenblik niet is om een debat te voeren over de rol van het Belgische koningshuis. Ik citeer hem letterlijk:
Iedereen moet sereniteit aan de dag te leggen en niet meer spoorslags reageren. Zowel de pers als het koningshuis moet worden gerespecteerd in functie van hun constitutionele rol.Amper twee weken geleden zei hij nagenoeg hetzelfde naar aanleiding van de rel rond Laurent. Het is dus duidelijk deze nieuwe affaire misschien wel opnieuw slechte PR is voor het koningshuis, maar fundamenteel de belangen van de PS niet in gevaar brengt, en dus wat hem betreft geen reden is om ook maar iets te veranderen. Het Zweedse model blijft dus voorlopig verder werken. De uitspraak van Laurette Onkelinx gaat eigenlijk in dezelfde richting:
Misschien moeten we de grondwet aanpassen om daar ook voor de prins, zoals voor de koning, een duidelijk statuut met rechten en plichten in te bouwen.De wakkere lezer zal opmerken dat zij helemaal niet voorstelt de functie van de koning te wijzigen.
En daarmee komen we bij het statuut van de koning. Johan vande Lanotte, hoogleraar grondwettelijk recht in zijn vrije tijd, stelt bijvoorbeeld dat «als de prins niet dringend beseft dat de grondwettelijke monarchie in ons land niet op deze manier werkt, […] de discussie over een protocollaire functie van de koning dichterbij [komt]». Maar wat is vandaag de functie van de kroonprins? Formeel staat die niet in de Grondwet ingeschreven, maar in de praktijk is ze vrijwel uitsluitend protocollair. Veel meer dan hier en daar wat lintjes doorknippen en handelsmissies opfleuren door zijn aanwezigheid (nou ja) doet hij niet. En toch duikt er met de regelmatigheid van de klok een probleem op. Hoe een formele louter protocollaire functie van de kroonprins, ingeschreven in de Grondwet, het incident van woensdag had kunnen verhinderen ontgaat me volledig.
De conclusie is dan ook dat een hervorming van het statuut van de koning geen oplossing is, en dat op dit ogenblik prins Filip zelf misschien wel de grootste bedreiging vormt voor het voortbestaan van België. Hij steekt daarmee in zijn eentje ruwweg één miljoen kiezers van het separatistische Vlaams Belang ferm de loef af. En het is mogelijk dat Elio di Rupo zich op middellange termijn pijnlijk vergist als hij het debat over de functie van de monarchie blijft vooruitschuiven. Blijft prins Filip voor controverses zorgen aan het huidige tempo, namelijk één of meer per jaar, dan zal er nooit sprake zijn van een periode van sereniteit om het debat te kunnen voeren. Voeg daarbij de verkiezingskalender (federale verkiezingen in 2007, regionale en Europese in 2009, daarna weer federale in 2011 gevolgd door lokale in 2012), en het is duidelijk dat er voor een fundamentele discussie over de monarchie de eerste vijf jaar geen tijd zal zijn. Daarna trouwens ook niet.
En ondertussen wordt koning Albert II er natuurlijk niet jonger op. De dood van koning Boudewijn kwam als een donderslag bij heldere hemel, en Albert II is net als zijn broer een hartpatiënt. Bovendien wordt de man dit jaar 73 jaar, en zal in 2014 zijn 80ste verjaardag vieren. Als persoon wens ik hem dat natuurlijk van harte toe, maar de vraag is hoe lang hij zijn taak als koning effectief zal kunnen uitvoeren. Het zou dus wel eens kunnen dat de PS sneller dan haar lief is geconfronteerd zal worden met een koning Filip, waarna het debat over de functie van de monarchie alleen maar moeilijker zal worden, al was het maar omdat precies de man die het probleem vormt dan op de troon zal zitten.
Labels:
Albert II | koning,
België,
Boudewijn | koning,
Desmet | Yves,
Di Rupo | Elio,
Filip | prins,
Laurent | prins,
monarchie,
Onkelinx | Laurette,
Van den Driessche | Pol,
Vande Lanotte | Johan
vrijdag, januari 26, 2007
Kosovo, Vlaanderen en België
Op een besloten vergadering in Wenen heeft VN-bemiddelaar Martti Ahtisaari zijn voorstel voor het toekomstige statuut van Kosovo uit de doeken gedaan. Volgens een diplomaat die anoniem wenst te blijven biedt de VN Kosovo een grondwet en een leger aan, en bovendien de mogelijkheid lid te worden van internationale organisaties. Het woord «onafhankelijkheid» komt echter niet in het plan voor.
Het voorstel betekent dat Kosovo in grote mate de facto onafhankelijk zal zijn, zij het met enkele belangrijke voetnoten. Zo zou er in de hoofdstad Pristina een missie van de Europese Unie komen met een speciale vertegenwoordiger die veto's kan uitspreken tegen wetsvoorstellen en andere beslissingen, en de mogelijkheid zal hebben ambtenaren te benoemen of te ontslaan.
Het plan zou kunnen rekenen op de steun van de EU en de VS, maar Rusland ligt dwars. Het dreigt ermee het plan in de Veiligheidsraad te kelderen indien er afspraken gemaakt worden die niet naar de zin van Servië zijn. Bovendien stuurt het aan op vertragingen, ondermeer met de eis dat verdere besprekingen moeten wachten tot er een nieuwe Servische regering gevormd is. Kort en goed komt het erop neer dat Rusland de mening toegedaan is dat elke wijziging aan het statuut van Kosovo ook door Servië goedgekeurd moet worden, terwijl de EU en de VS eerder geneigd zijn de Kosovaren een zo groot mogelijk zelfbeschikkingsrecht toe te kennen.
Dat laatste puntje is bijzonder relevant voor Vlaanderen, en kan gemakkelijk gekoppeld worden aan de docu-fictie van de RTBf van december verleden jaar. Alleen een Herman de Croo waagde het toen nog de stelling te verdedigen dat het Vlaams Parlement niet bevoegd zou zijn de onafhankelijkheid uit te roepen. Wat Kosovo betreft schaart België zich achter het Europese standpunt, met een de factoonafhankelijkheid voor de provincie dus, en zal daarover ook uiterlijk over enkele maanden kleur moeten bekennen in de Veiligheidsraad. Het Kosovo-plan van Martti Ahtisaari zal er waarschijnlijk ter stemming klaar liggen zo rond de tijd dat er in België een nieuwe communautaire ronde aan de gang zal zijn.
Het voorstel betekent dat Kosovo in grote mate de facto onafhankelijk zal zijn, zij het met enkele belangrijke voetnoten. Zo zou er in de hoofdstad Pristina een missie van de Europese Unie komen met een speciale vertegenwoordiger die veto's kan uitspreken tegen wetsvoorstellen en andere beslissingen, en de mogelijkheid zal hebben ambtenaren te benoemen of te ontslaan.
Het plan zou kunnen rekenen op de steun van de EU en de VS, maar Rusland ligt dwars. Het dreigt ermee het plan in de Veiligheidsraad te kelderen indien er afspraken gemaakt worden die niet naar de zin van Servië zijn. Bovendien stuurt het aan op vertragingen, ondermeer met de eis dat verdere besprekingen moeten wachten tot er een nieuwe Servische regering gevormd is. Kort en goed komt het erop neer dat Rusland de mening toegedaan is dat elke wijziging aan het statuut van Kosovo ook door Servië goedgekeurd moet worden, terwijl de EU en de VS eerder geneigd zijn de Kosovaren een zo groot mogelijk zelfbeschikkingsrecht toe te kennen.
Dat laatste puntje is bijzonder relevant voor Vlaanderen, en kan gemakkelijk gekoppeld worden aan de docu-fictie van de RTBf van december verleden jaar. Alleen een Herman de Croo waagde het toen nog de stelling te verdedigen dat het Vlaams Parlement niet bevoegd zou zijn de onafhankelijkheid uit te roepen. Wat Kosovo betreft schaart België zich achter het Europese standpunt, met een de factoonafhankelijkheid voor de provincie dus, en zal daarover ook uiterlijk over enkele maanden kleur moeten bekennen in de Veiligheidsraad. Het Kosovo-plan van Martti Ahtisaari zal er waarschijnlijk ter stemming klaar liggen zo rond de tijd dat er in België een nieuwe communautaire ronde aan de gang zal zijn.
Labels:
Ahtisaari | Martti,
België,
De Croo | Herman,
Kosovo,
Servië,
Vlaanderen
maandag, januari 22, 2007
Antwerpse zetelverdeling, systeem-Brinckman
Bart Brinckman is de «Chef Wetstraat» van de krant De Standaard, en schrijft in die hoedanigheid het gros van de politieke analyses in die krant, inclusief de meer reken-technische. Maar de kapstok waaraan hij de nieuwsanalyse van deze morgen ophangt in verband met de moeilijke klus waar Gerolf Annemans zou voorstaan in de kieskring Antwerpen is niet helemaal betrouwbaar.
Bart Brinckman stelt dat het Vlaams Belang in de kieskring Antwerpen met een «wellicht krimpende lijst» te maken heeft. Zijn rekenstukje gaat als volgt:
Maken we even de simulatie op basis van de uitslag van de federale verkiezingen van 2003 voor de federale Kamer, dan blijkt dat het Vlaams Belang inderdaad een zetel verliest, maar niet meer dan één. De tweede zetel komt immers van sp.a-SPIRIT als we even geen rekening houden met de kiesdrempel van 5% en Groen! toch een zetel toewijzen. De verschuivingen zijn aangeduid met een oranje respectievelijk groene achtergrond op de eerste pagina van het overzicht.
Nu heeft partijvoorzitter Frank Vanhecke wel aangekondigd dat hij de score van het Vlaams Belang bij de komende federale verkiezingen vergeleken wil zien worden met de verkiezingen van 2003, maar iedereen weet dat het wel degelijk de verkiezingen van 2004 voor de Vlaamse Raad zullen zijn die het werkelijke ijkpunt zullen vormen. Een simulatie met de uitslag van die verkiezing geeft aan dat het Vlaams Belang niet op een status quo staat, maar zelfs een zetel winst zou maken (paarse achtergrond). De bewegingen van 2003 naar 2004 zijn overigens relatief groot: de paarse partijen verliezen samen drie zetels die verdeeld worden over Vlaams Belang en Groen!. Op basis van 2004 –en toetert De Standaard nu niet al dagenlang rond dat het Vlaams Belang op die verkiezingen afgerekend zal moeten worden?– heeft het Vlaams Belang dus helemaal geen krimpende lijst in Antwerpen.
Komen we echter nog een stapje dichter bij de verkiezingen van dit jaar, en nemen we de uitslagen van de provincieraadsverkiezingen van de herfst van verleden jaar als basis voor een derde simulatie. Vergeleken met 2004 treden er dan eigenlijk weinig wijzigingen op, behalve één verschuiving: een zetel van het Vlaams Belang naar sp.a-SPIRIT (rode achtergrond). Is dit het Janssens-effect uit de stad Antwerpen? Zeker, de zevende zetel van het Vlaams Belang zit niet helemaal veilig, maar de kans dat het Vlaams Belang zou terugvallen tot slechts vijf zetels schat ik toch zeer klein in op basis van de uitslag van 2006. Combineren we met de uitslag van 2004 dan lijkt het waarschijnlijker dat het Vlaams Belang in Antwerpen op acht zetels uitkomt dan op zes, en is de suggestie van een terugval op slechts vijf zetels zelfs zeer merkwaardig te noemen.
Conclusie: ofwel maak ik een zware rekenfout bij de zetelverdeling in de kieskring Antwerpen, ofwel heeft Bart Brinckman zijn huiswerk niet gedaan en niet nagerekend wat de werkelijke gevolgen zijn van de kiesdrempel en het Vlaams Kartel in Antwerpen. Of het gaat om een nogal doorzichtige en oneerlijke poging om het Vlaams Belang, dat zich de laatste dagen in de media niet bepaald gestroomlijnd gedragen heeft, om het mild uit te drukken, nog wat meer in het nauw te brengen.
Bart Brinckman stelt dat het Vlaams Belang in de kieskring Antwerpen met een «wellicht krimpende lijst» te maken heeft. Zijn rekenstukje gaat als volgt:
De groeimarges in de provincie Antwerpen zijn beperkt. Vier jaar geleden won de partij twee zetels doordat de N-VA en Groen! de kiesdrempel niet konden slechten. Dat zit er niet meer in. Zonder stemmenverlies valt de partij bijgevolg terug op vijf zetels. Met wat winst worden dat er zes.Eigenlijk hoef je geen politiek-wiskundige bolleboos te zijn om te snappen dat dit moeilijk waar kan zijn. Waarom zou precies het Vlaams Belang niet één maar zelfs twee zetels verliezen als N-VA (in kartel met CD&V) en Groen! (alleen) over de kiesdrempel raken? De zetel die N-VA wint kan net zo goed van de CD&V komen, en de zetel van Groen! van sp.a-SPIRIT of VLD-Vivant. Er is dus een woordje uitleg nodig om de stelling van Bart Brinckman aanvaardbaar te maken.
Maken we even de simulatie op basis van de uitslag van de federale verkiezingen van 2003 voor de federale Kamer, dan blijkt dat het Vlaams Belang inderdaad een zetel verliest, maar niet meer dan één. De tweede zetel komt immers van sp.a-SPIRIT als we even geen rekening houden met de kiesdrempel van 5% en Groen! toch een zetel toewijzen. De verschuivingen zijn aangeduid met een oranje respectievelijk groene achtergrond op de eerste pagina van het overzicht.
Nu heeft partijvoorzitter Frank Vanhecke wel aangekondigd dat hij de score van het Vlaams Belang bij de komende federale verkiezingen vergeleken wil zien worden met de verkiezingen van 2003, maar iedereen weet dat het wel degelijk de verkiezingen van 2004 voor de Vlaamse Raad zullen zijn die het werkelijke ijkpunt zullen vormen. Een simulatie met de uitslag van die verkiezing geeft aan dat het Vlaams Belang niet op een status quo staat, maar zelfs een zetel winst zou maken (paarse achtergrond). De bewegingen van 2003 naar 2004 zijn overigens relatief groot: de paarse partijen verliezen samen drie zetels die verdeeld worden over Vlaams Belang en Groen!. Op basis van 2004 –en toetert De Standaard nu niet al dagenlang rond dat het Vlaams Belang op die verkiezingen afgerekend zal moeten worden?– heeft het Vlaams Belang dus helemaal geen krimpende lijst in Antwerpen.
Komen we echter nog een stapje dichter bij de verkiezingen van dit jaar, en nemen we de uitslagen van de provincieraadsverkiezingen van de herfst van verleden jaar als basis voor een derde simulatie. Vergeleken met 2004 treden er dan eigenlijk weinig wijzigingen op, behalve één verschuiving: een zetel van het Vlaams Belang naar sp.a-SPIRIT (rode achtergrond). Is dit het Janssens-effect uit de stad Antwerpen? Zeker, de zevende zetel van het Vlaams Belang zit niet helemaal veilig, maar de kans dat het Vlaams Belang zou terugvallen tot slechts vijf zetels schat ik toch zeer klein in op basis van de uitslag van 2006. Combineren we met de uitslag van 2004 dan lijkt het waarschijnlijker dat het Vlaams Belang in Antwerpen op acht zetels uitkomt dan op zes, en is de suggestie van een terugval op slechts vijf zetels zelfs zeer merkwaardig te noemen.
Conclusie: ofwel maak ik een zware rekenfout bij de zetelverdeling in de kieskring Antwerpen, ofwel heeft Bart Brinckman zijn huiswerk niet gedaan en niet nagerekend wat de werkelijke gevolgen zijn van de kiesdrempel en het Vlaams Kartel in Antwerpen. Of het gaat om een nogal doorzichtige en oneerlijke poging om het Vlaams Belang, dat zich de laatste dagen in de media niet bepaald gestroomlijnd gedragen heeft, om het mild uit te drukken, nog wat meer in het nauw te brengen.
Labels:
Annemans | Gerolf,
Antwerpen,
Brinckman | Bart,
federale verkiezingen,
Janssens | Patrick,
Vanhecke | Frank
zondag, januari 21, 2007
Agente weigert politiehoofd de hand te schudden
Drie maanden nadat Alexander Basha de toelating kreeg overgeplaatst te worden zodat hij de Israëlische ambassade niet hoefde te bewaken, is er in Groot-Brittannië een nieuwe politierel in de maak: een moslim-agente weigerde tijdens een ceremonie de hand van Sir Ian Blair, hoofd van de politie, te schudden omdat dat strijdig was met haar geloof. Sir Ian Blair was naar verluidt not amused.
Voor de agente is de zaak nochtans eenvoudig: zij is een vrouw, en Sir Ian Blair is een man die geen naaste familie is en waarmee ze ook niet getrouwd is, en dus weigert ze hem aan te raken. Om de sfeer voor de anderen op de ceremonie niet te verpesten werd aan haar verzoek om de politiebaas niet de hand te moeten schudden gehoor gegeven, maar Sir Ian Blair vroeg zich wel af of haar verzoek eigenlijk wel ernstig te nemen valt. Hoe zij haar functie naar behoren kan uitvoeren als zij geen fysiek contact mag hebben met mannen is ook maar de vraag.
Een vertegenwoordiger van de politie heeft ondertussen al laten weten dat indien de vrouw, omschreven als een «niet-Aziatische moslim» en op de ceremonie aanwezig in hijab-uniform, haar job niet correct uitvoert ontslagen zal worden. Dat zou er inderdaad nog aan ontbroken hebben. Verder heeft de Metropolitan Police Service al een onderzoek ingesteld om na te gaan wat er precies gebeurd is en wat de gevolgen ervan zijn. Eén zaak is alvast duidelijk: men heeft hier alweer een precedent geschapen, maar misschien zal men de volgende keer toch iets beter voorbereid zijn wanneer men tijdens een politieceremonie plots geconfronteerd wordt met de multiculturele samenleving.
Ondertussen hebben verscheidene moslimleiders de agente reeds in verdediging genomen. Massoud Shadjareh, voorzitter van de Islamic Human Rights Commission is één van hen. Hij bevestigd dat vrouwen, wanneer ze mogelijkheid hebben, zoveel mogelijk fysiek contact met mannen moeten vermijden. In de context van hun beroep zou dat echter geen problemen mogen opleveren. Volgens hem is het probleem dus eerder één van culturele en religieuze onwetendheid en berust de zaak dus op een misverstand. De vrouw bevestigde trouwens zelf ook dat zij haar politiefunctie vóór haar geloof zal plaatsen, maar hoe dit allemaal praktisch zal verlopen wanneer zij bijvoorbeeld een man in de boeien moet slaan is toch maar één grote vraag. Massoud Shadjareh voegde trouwens aan zijn betoog nog toe dat het geven van een hand niet iets is dat een relatie maakt of breekt. Waarom er dan voor een vrouw zoveel kwaad zou kunnen schuilen in het schudden van de hand van een vreemde man vertelde hij er echter niet bij.
Voor de agente is de zaak nochtans eenvoudig: zij is een vrouw, en Sir Ian Blair is een man die geen naaste familie is en waarmee ze ook niet getrouwd is, en dus weigert ze hem aan te raken. Om de sfeer voor de anderen op de ceremonie niet te verpesten werd aan haar verzoek om de politiebaas niet de hand te moeten schudden gehoor gegeven, maar Sir Ian Blair vroeg zich wel af of haar verzoek eigenlijk wel ernstig te nemen valt. Hoe zij haar functie naar behoren kan uitvoeren als zij geen fysiek contact mag hebben met mannen is ook maar de vraag.
Een vertegenwoordiger van de politie heeft ondertussen al laten weten dat indien de vrouw, omschreven als een «niet-Aziatische moslim» en op de ceremonie aanwezig in hijab-uniform, haar job niet correct uitvoert ontslagen zal worden. Dat zou er inderdaad nog aan ontbroken hebben. Verder heeft de Metropolitan Police Service al een onderzoek ingesteld om na te gaan wat er precies gebeurd is en wat de gevolgen ervan zijn. Eén zaak is alvast duidelijk: men heeft hier alweer een precedent geschapen, maar misschien zal men de volgende keer toch iets beter voorbereid zijn wanneer men tijdens een politieceremonie plots geconfronteerd wordt met de multiculturele samenleving.
Ondertussen hebben verscheidene moslimleiders de agente reeds in verdediging genomen. Massoud Shadjareh, voorzitter van de Islamic Human Rights Commission is één van hen. Hij bevestigd dat vrouwen, wanneer ze mogelijkheid hebben, zoveel mogelijk fysiek contact met mannen moeten vermijden. In de context van hun beroep zou dat echter geen problemen mogen opleveren. Volgens hem is het probleem dus eerder één van culturele en religieuze onwetendheid en berust de zaak dus op een misverstand. De vrouw bevestigde trouwens zelf ook dat zij haar politiefunctie vóór haar geloof zal plaatsen, maar hoe dit allemaal praktisch zal verlopen wanneer zij bijvoorbeeld een man in de boeien moet slaan is toch maar één grote vraag. Massoud Shadjareh voegde trouwens aan zijn betoog nog toe dat het geven van een hand niet iets is dat een relatie maakt of breekt. Waarom er dan voor een vrouw zoveel kwaad zou kunnen schuilen in het schudden van de hand van een vreemde man vertelde hij er echter niet bij.
vrijdag, januari 19, 2007
Litouwen wil Russische compensaties voor 1991
Het Litouwse Parlement, de Seimas, nam op 16 januari een resolutie aan waarin het compensaties eist voor de Sovjet-Russische inval van 1991. Op 13 januari van dat jaar bestormden troepen de TV-toren in de hoofdstad Vilnius, terwijl duizenden ongewapende Litouwers hand-in-hand het gebouw probeerden te verdedigen. Dertien mensen kwamen om, honderden raakten gewond.
Voor alle duidelijkheid: op 13 januari 1991 was het niet de vandaag in het Westen zo verguisde president Vladimir Poetin die de dienst uitmaakte in het Kremlin, en het was ook Boris Jeltsin niet die in benevelde toestand een inval in Litouwen beval. De Sovjet-Unie bestond toen nog, ook al liep die unie stilaan op haar laatste benen, en aan het hoofd ervan zat, inderdaad, nog steeds Michail Gorbatsjov. Amper een maand eerder had hij in Oslo nog de Nobelprijs voor de Vrede in ontvangst genomen! Veel rekenschap voor de inval in Litouwen en de doden die daarbij vielen heeft hij in het Westen dus nooit moeten geven. De inval kwam trouwens slechts enkele dagen na een ultimatum van Gorbatsjov aan het adres van Litouwen om de Grondwet van de Sovjet-Unie te respecteren en de onafhankelijkheidsverklaring van 11 maart 1990 in te trekken. Een maand later, op 9 februari 1991, zou 90,47% van de Litouwers in een referendum voor de onafhankelijkheid stemmen, en later die maand was de de facto onafhankelijkheid van Litouwen al erkend door een hele reeks landen. Estland en Letland volgden snel het voorbeeld van Litouwen, en vandaag maken de drie landen deel uit van de Europese Unie.
Zestien jaar later zijn er echter nog altijd geen compensaties betaald voor de slachtoffers van de inval, en blijven de gebeurtenissen voor conflicten zorgen tussen Litouwen en Rusland. Internationaal wordt de Russische Federatie immers erkend als de rechtmatige erfgenaam van de Sovjet-Unie, en daarom stuurt Litouwen zijn schadeclaim ook richting Moskou. In 2000 schatte een speciale regeringscommissie de schade die door de Sovjet-Unie werd berokkend aan Litouwen op meer dan 28 miljard dollar voor de hele vijftigjarige bezetting. De rekening die het Litouwse parlement deze maand naar Moskou stuurde spreekt dan weer van een bedrag van 24 miljard euro. Reeds in 1992 stemde Litouwen in een referendum over het vorderen van compensaties, maar tot nu toe kwam van terugbetalingen nog niets terecht.
Integendeel zelfs: aan Russische kant is men hoegenaamd niet opgezet met het nieuwe initiatief vanuit Litouwen. De liberaal-democraat Vladimir K. Goesev (LDPR), ondervoorzitter van het comité voor economische zaken in de Russische Federatieraad zei in een reactie dat «de politici, voor ze de resolutie hadden gestemd, eerst eens hadden moeten berekenen hoeveel de voormalige Sovjet-Unie in de ontwikkeling van Litouwen geïnvesteerd heeft». Volgens hem is Litouwen een veelvoud van de schadeclaim aan Rusland verschuldigd voor de opbouw van twee derde van de industrie in Litouwen, daaronder de petrochemische industrie, de zeehaven van Klaipėda en verscheidene wapenfabrieken.
Valeri T. Kadochov, ondervoorzitter van het comité voor buitenlandse zaken en regionaal beleid in dezelfde Federatieraad, deelt Goesevs mening. «Als we Seimas' redenering helemaal doortrekken, zou de schade berekend moeten worden vanaf het Litouwse Grootvorstendom dat regelmatig rooftochten organiseerde in Rusland.» Ook het Russische Ministerie van Buitenlandse Zaken was niet onder indruk van de Litouwse resolutie, en noemde haar in strijd met de wettelijke, historische en politieke realiteit.
Voor alle duidelijkheid: op 13 januari 1991 was het niet de vandaag in het Westen zo verguisde president Vladimir Poetin die de dienst uitmaakte in het Kremlin, en het was ook Boris Jeltsin niet die in benevelde toestand een inval in Litouwen beval. De Sovjet-Unie bestond toen nog, ook al liep die unie stilaan op haar laatste benen, en aan het hoofd ervan zat, inderdaad, nog steeds Michail Gorbatsjov. Amper een maand eerder had hij in Oslo nog de Nobelprijs voor de Vrede in ontvangst genomen! Veel rekenschap voor de inval in Litouwen en de doden die daarbij vielen heeft hij in het Westen dus nooit moeten geven. De inval kwam trouwens slechts enkele dagen na een ultimatum van Gorbatsjov aan het adres van Litouwen om de Grondwet van de Sovjet-Unie te respecteren en de onafhankelijkheidsverklaring van 11 maart 1990 in te trekken. Een maand later, op 9 februari 1991, zou 90,47% van de Litouwers in een referendum voor de onafhankelijkheid stemmen, en later die maand was de de facto onafhankelijkheid van Litouwen al erkend door een hele reeks landen. Estland en Letland volgden snel het voorbeeld van Litouwen, en vandaag maken de drie landen deel uit van de Europese Unie.
Zestien jaar later zijn er echter nog altijd geen compensaties betaald voor de slachtoffers van de inval, en blijven de gebeurtenissen voor conflicten zorgen tussen Litouwen en Rusland. Internationaal wordt de Russische Federatie immers erkend als de rechtmatige erfgenaam van de Sovjet-Unie, en daarom stuurt Litouwen zijn schadeclaim ook richting Moskou. In 2000 schatte een speciale regeringscommissie de schade die door de Sovjet-Unie werd berokkend aan Litouwen op meer dan 28 miljard dollar voor de hele vijftigjarige bezetting. De rekening die het Litouwse parlement deze maand naar Moskou stuurde spreekt dan weer van een bedrag van 24 miljard euro. Reeds in 1992 stemde Litouwen in een referendum over het vorderen van compensaties, maar tot nu toe kwam van terugbetalingen nog niets terecht.
Integendeel zelfs: aan Russische kant is men hoegenaamd niet opgezet met het nieuwe initiatief vanuit Litouwen. De liberaal-democraat Vladimir K. Goesev (LDPR), ondervoorzitter van het comité voor economische zaken in de Russische Federatieraad zei in een reactie dat «de politici, voor ze de resolutie hadden gestemd, eerst eens hadden moeten berekenen hoeveel de voormalige Sovjet-Unie in de ontwikkeling van Litouwen geïnvesteerd heeft». Volgens hem is Litouwen een veelvoud van de schadeclaim aan Rusland verschuldigd voor de opbouw van twee derde van de industrie in Litouwen, daaronder de petrochemische industrie, de zeehaven van Klaipėda en verscheidene wapenfabrieken.
Valeri T. Kadochov, ondervoorzitter van het comité voor buitenlandse zaken en regionaal beleid in dezelfde Federatieraad, deelt Goesevs mening. «Als we Seimas' redenering helemaal doortrekken, zou de schade berekend moeten worden vanaf het Litouwse Grootvorstendom dat regelmatig rooftochten organiseerde in Rusland.» Ook het Russische Ministerie van Buitenlandse Zaken was niet onder indruk van de Litouwse resolutie, en noemde haar in strijd met de wettelijke, historische en politieke realiteit.
Labels:
Goesev | Vladimir,
Gorbatsjov | Michail,
Jeltsin | Boris,
Kadochov | Valeri,
Litouwen,
Poetin | Vladimir,
Rusland
maandag, januari 15, 2007
Wie is Abdel Ani Sarrokh?
Deze morgen was het voorpaginanieuws: «een» Gentse allochtoon daagt Eerste Minister Guy Verhofstadt en Minister van Maatschappelijke Integratie Christian Dupont voor de rechter omdat hij praktijktests eist. Van die allochtoon krijgen we wel een naam, een leeftijd en een foto voorgeschoteld, en dat hij dus een autochtone vriendin heeft, maar enige verdere achtergrond was blijkbaar niet nodig. Of niet gewenst.
Kort zoekwerk op het internet levert nochtans een interessant feitje op. Volgens De Standaard heet de man dus Abdelani Sarrokh. Voor de verkiezingen van 2004 voor de Vlaamse Raad prijkte er echter een zekere Abdel Ani Sarrokh (let op het kleine verschil in schrijfwijze dus) op de vijfde plaats van de lijst van de MDP voor Oost-Vlaanderen, en haalde er wel 92 voorkeurstemmen. MDP staat voor «Moslim Democratische Partij», de opvolger van de AEL van Dyab Abou Jahjah nadat zijn haring niet echt braadde met de lijst RESIST in samenwerking met de PvdA in 2003. Volgens La Libre Belgique werd de genaamde Abdel Ani Sarrokh geboren op 8 juni 1979, wat hem vandaag 27 jaar oud maakt, mooi in overeenstemming met de leeftijd die De Standaard ook opgeeft.
Volgens de VRT zou de klacht van Abdel Ani Sarrokh door de Gentse politie geseponeerd zijn, en is het parket er formeel over dat er van racisme geen sprake was. Zou het kunnen dat het lidmaatschap van de MDP een hint geeft over in welke richting men dan eventueel wel zou moeten zoeken? Ik weet het niet, maar het feit dat hij de toegang geweigerd werd, niet door een autochtone maar een allochtone portier die bovendien afkomstig is uit zijn eigen buurt doet toch ook zeer de wenkbrauwen fronsen. Zou het kunnen dat die portier hem weigerde niet omwille van zijn afkomst, maar omdat hij Abdel Ani Sarrokh kende en wist wat voor vlees hij met hem in de kuip had? Best mogelijk dat Sarrokh volkomen onschuldig is, maar op een manier passen de puzzelstukjes toch wel mooi in mekaar. En als men wel militanten van het Vlaams Belang massaal uit de vakbond mag smijten, waarom zou een dancing dan geen AEL- of MDP-militanten de toegang mogen weigeren?
En zo zit ik nog met twee vragen. Abdel Ani Sarrokh werd tot tweemaal toe de toegang tot de dancing geweigerd, terwijl zijn vriendin wel binnen mocht. Waarom heeft die vriendin niet haar hoofd eens binnen in die dancing gestoken om te kijken hoeveel allochtonen daar rondliepen? Een eenvoudige foto van een dancing met een 100% autochtoon publiek zou in een latere eventuele rechtszaak toch wel wonderen kunnen doen, zou ik denken. En mijn tweede vraag is waarom het koppel niet zelf een privé-praktijktest organiseerde door bijvoorbeeld een broer, een zus of een allochtone kameraad op te trommelen om te controleren dat allochtonen wel degelijk consequent de toegang geweigerd werden. Het had zelfs niet eens dezelfde dag moeten zijn: een week-endje later zou aan de zaak niets veranderd hebben, integendeel zelfs. Makkelijk zat met andere woorden, misschien zelfs iets te gemakkelijk. Of zou Sarrokh geen zussen of broers, neven of nichten hebben, en al helemaal geen allochtone kameraden? (En die van de MDP dan?)
En nog eentje, om het af te leren. De portier was zelf een allochtoon. Aan wat voor racisme lijdt de eigenaar van die dancing eigenlijk, als hij geen allochtone klanten in zijn zaak wil zien, maar wel allochtonen tewerk stelt, ja zelfs als portier? Het is immers zowat de meest zichtbare positie die je je in een dancing kan inbeelden, en na de beheerder van de kas misschien wel die personen waar je het meeste vertrouwen in dient te hebben als je wil dat je zaak een beetje draait. Immers, als de portiers het laten afweten of je een loer willen draaien ben je volkomen gezien en kan je alleen nog maar wensen dat je nooit met een dancing begonnen was. Misschien een overweging die ze bij de politie en het parket ook gemaakt hebben.
Ik krijg met andere woorden kop noch staart aan het racismeverhaal dat Abdel Ani Sarrokh, zijn advocaat en Divers & Actief hier proberen te verkopen. Meer zelfs, ik heb zwaar de indruk dat men heel Vlaanderen om de tuin probeert te leiden om op amper een paar maanden van de federale verkiezingen de praktijktests er doorgedrukt te krijgen, vóór de paarse regering voorgoed verdwenen zal zijn. De gretigheid van SPIRIT spreekt in ieder geval boekdelen.
Kort zoekwerk op het internet levert nochtans een interessant feitje op. Volgens De Standaard heet de man dus Abdelani Sarrokh. Voor de verkiezingen van 2004 voor de Vlaamse Raad prijkte er echter een zekere Abdel Ani Sarrokh (let op het kleine verschil in schrijfwijze dus) op de vijfde plaats van de lijst van de MDP voor Oost-Vlaanderen, en haalde er wel 92 voorkeurstemmen. MDP staat voor «Moslim Democratische Partij», de opvolger van de AEL van Dyab Abou Jahjah nadat zijn haring niet echt braadde met de lijst RESIST in samenwerking met de PvdA in 2003. Volgens La Libre Belgique werd de genaamde Abdel Ani Sarrokh geboren op 8 juni 1979, wat hem vandaag 27 jaar oud maakt, mooi in overeenstemming met de leeftijd die De Standaard ook opgeeft.
Volgens de VRT zou de klacht van Abdel Ani Sarrokh door de Gentse politie geseponeerd zijn, en is het parket er formeel over dat er van racisme geen sprake was. Zou het kunnen dat het lidmaatschap van de MDP een hint geeft over in welke richting men dan eventueel wel zou moeten zoeken? Ik weet het niet, maar het feit dat hij de toegang geweigerd werd, niet door een autochtone maar een allochtone portier die bovendien afkomstig is uit zijn eigen buurt doet toch ook zeer de wenkbrauwen fronsen. Zou het kunnen dat die portier hem weigerde niet omwille van zijn afkomst, maar omdat hij Abdel Ani Sarrokh kende en wist wat voor vlees hij met hem in de kuip had? Best mogelijk dat Sarrokh volkomen onschuldig is, maar op een manier passen de puzzelstukjes toch wel mooi in mekaar. En als men wel militanten van het Vlaams Belang massaal uit de vakbond mag smijten, waarom zou een dancing dan geen AEL- of MDP-militanten de toegang mogen weigeren?
En zo zit ik nog met twee vragen. Abdel Ani Sarrokh werd tot tweemaal toe de toegang tot de dancing geweigerd, terwijl zijn vriendin wel binnen mocht. Waarom heeft die vriendin niet haar hoofd eens binnen in die dancing gestoken om te kijken hoeveel allochtonen daar rondliepen? Een eenvoudige foto van een dancing met een 100% autochtoon publiek zou in een latere eventuele rechtszaak toch wel wonderen kunnen doen, zou ik denken. En mijn tweede vraag is waarom het koppel niet zelf een privé-praktijktest organiseerde door bijvoorbeeld een broer, een zus of een allochtone kameraad op te trommelen om te controleren dat allochtonen wel degelijk consequent de toegang geweigerd werden. Het had zelfs niet eens dezelfde dag moeten zijn: een week-endje later zou aan de zaak niets veranderd hebben, integendeel zelfs. Makkelijk zat met andere woorden, misschien zelfs iets te gemakkelijk. Of zou Sarrokh geen zussen of broers, neven of nichten hebben, en al helemaal geen allochtone kameraden? (En die van de MDP dan?)
En nog eentje, om het af te leren. De portier was zelf een allochtoon. Aan wat voor racisme lijdt de eigenaar van die dancing eigenlijk, als hij geen allochtone klanten in zijn zaak wil zien, maar wel allochtonen tewerk stelt, ja zelfs als portier? Het is immers zowat de meest zichtbare positie die je je in een dancing kan inbeelden, en na de beheerder van de kas misschien wel die personen waar je het meeste vertrouwen in dient te hebben als je wil dat je zaak een beetje draait. Immers, als de portiers het laten afweten of je een loer willen draaien ben je volkomen gezien en kan je alleen nog maar wensen dat je nooit met een dancing begonnen was. Misschien een overweging die ze bij de politie en het parket ook gemaakt hebben.
Ik krijg met andere woorden kop noch staart aan het racismeverhaal dat Abdel Ani Sarrokh, zijn advocaat en Divers & Actief hier proberen te verkopen. Meer zelfs, ik heb zwaar de indruk dat men heel Vlaanderen om de tuin probeert te leiden om op amper een paar maanden van de federale verkiezingen de praktijktests er doorgedrukt te krijgen, vóór de paarse regering voorgoed verdwenen zal zijn. De gretigheid van SPIRIT spreekt in ieder geval boekdelen.
Labels:
AEL,
Dupont | Christian,
Jahjah | Dyab Abou,
MDP,
praktijktests,
racisme,
Sarrokh | Abdel Ani,
Verhofstadt | Guy
Comical Didier
Onder de titel «Kiezers nog laten genieten van paars», beviel Didier Reynders voor de microfoon van de VRT van volgende uitspraak:
We hebben een zeer goede ploeg en met zo'n ploeg moeten we minstens tot in juni kunnen doorgaan.De vraag van één miljoen is dan natuurlijk: waarom dan toch niet helemaal tot 24 juni?
Labels:
federale verkiezingen,
Reynders | Didier
zondag, januari 14, 2007
Brussel-Halle-Vilvoorde: Quousque tandem? (42)
Hoogmoed komt voor de val, zegt een Vlaams spreekwoord. Of Didier Reynders en met hem de Franstaligen over enkele maanden een pijnlijke val zullen meemaken is zeer de vraag; de hoogmoed is er in ieder geval vandaag al. En mensen met hoogmoed willen wel eens diep in hun kaarten laten kijken, zoals Didier Reynders dit week-end deed in een interview met De Standaard.
Gaan we eerst eens een paar weken terug, naar eind november, toen Johan vande Lanotte, voorzitter van de sp.a, als een donderslag bij heldere hemel van de vaststelling beviel dat de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde geen Vlaams probleem meer was, maar een Franstalig. Het is maar hoe je je waar verkoopt natuurlijk, maar de professor grondwettelijk recht vergat in zijn betoog te vertellen op welke manier Brussel-Halle-Vilvoorde een probleem voor de Franstaligen zou kunnen vormen. Omdat ze daardoor ook tot aan de poorten van Aalst en Mechelen stemmen moeten gaan ronselen, of erger nog, door die stemmen extra zetels in de Kamer moeten opvullen? Ze liggen er ongetwijfeld nu al wakker van. Of omdat verkiezingen met een ongesplitst Brussel-Halle-Vilvoorde onwettig zouden zijn? Alsof de Franstaligen zich van dat laatste ook maar ene moer zouden aantrekken: als puntje bij paaltje komt is het immers de Kamer die de verkiezingen voor geldig verklaart, en ik durf er gif op innemen dat de partij van Vande Lanotte er zich niet op zal laten betrappen de komende onwettige verkiezingen ongeldig te laten verklaren.
Het is daarom ook dat Didier Reynders er behoorlijk gerust in is en languit in zijn zetel kan uitzakken tijdens het interview met De Standaard. Van enige commotie rond Brussel-Halle-Vilvoorde heeft hij het afgelopen jaar niets gemerkt, stelt hij vast, en gelijk heeft hij. Hij vergist zich echter wel op een ietwat opmerkelijke manier wanneer hij denkt dat de provincie- en gemeenteraadsverkiezingen het juiste forum zouden geweest zijn voor verdere acties van de burgemeesters – helemaal thuis in de materie schijnt hij dus toch niet te zijn.
Zijn analyse is echter wel pijnlijk scherp waar het over de CD&V en haar communautair gedrag gaat. Partijvoorzitter Frank Vanhecke van het Vlaams Belang zou het niet beter kunnen zeggen (maar dan zou het ook niet in De Standaard hebben gestaan, denk ik):
Gaan we eerst eens een paar weken terug, naar eind november, toen Johan vande Lanotte, voorzitter van de sp.a, als een donderslag bij heldere hemel van de vaststelling beviel dat de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde geen Vlaams probleem meer was, maar een Franstalig. Het is maar hoe je je waar verkoopt natuurlijk, maar de professor grondwettelijk recht vergat in zijn betoog te vertellen op welke manier Brussel-Halle-Vilvoorde een probleem voor de Franstaligen zou kunnen vormen. Omdat ze daardoor ook tot aan de poorten van Aalst en Mechelen stemmen moeten gaan ronselen, of erger nog, door die stemmen extra zetels in de Kamer moeten opvullen? Ze liggen er ongetwijfeld nu al wakker van. Of omdat verkiezingen met een ongesplitst Brussel-Halle-Vilvoorde onwettig zouden zijn? Alsof de Franstaligen zich van dat laatste ook maar ene moer zouden aantrekken: als puntje bij paaltje komt is het immers de Kamer die de verkiezingen voor geldig verklaart, en ik durf er gif op innemen dat de partij van Vande Lanotte er zich niet op zal laten betrappen de komende onwettige verkiezingen ongeldig te laten verklaren.
Het is daarom ook dat Didier Reynders er behoorlijk gerust in is en languit in zijn zetel kan uitzakken tijdens het interview met De Standaard. Van enige commotie rond Brussel-Halle-Vilvoorde heeft hij het afgelopen jaar niets gemerkt, stelt hij vast, en gelijk heeft hij. Hij vergist zich echter wel op een ietwat opmerkelijke manier wanneer hij denkt dat de provincie- en gemeenteraadsverkiezingen het juiste forum zouden geweest zijn voor verdere acties van de burgemeesters – helemaal thuis in de materie schijnt hij dus toch niet te zijn.
Zijn analyse is echter wel pijnlijk scherp waar het over de CD&V en haar communautair gedrag gaat. Partijvoorzitter Frank Vanhecke van het Vlaams Belang zou het niet beter kunnen zeggen (maar dan zou het ook niet in De Standaard hebben gestaan, denk ik):
[…] agressieve voorstellen […] soms –niet alle dagen– van Yves Leterme. De communautaire standpunten die bijvoorbeeld CD&V op de VRT vertolkt, verschillen nogal van wat die partij op de RTBf vertelt.En nog:
[…] ik zal wel wachten op de communautaire standpunten van CD&V tot ná de verkiezingen. Dat is altijd zo geweest met de CVP: je moet niet te veel luisteren naar wat ze zeggen voor de verkiezingen, van belang is wat erna komt.Het gebeurt niet vaak dat ik het eens ben met Didier Reynders, maar deze keer slaat hij toch wel spijkers met koppen. En als ik overweeg dat hij met dit discours eigenlijk niet veel te winnen heeft, tenzij hij bewust stemmen die de paarse partijen in Vlaanderen verliezen niet naar het Vlaamse Kartel maar naar het Vlaams Belang wil jagen, kan ik niet anders dan tot het besluit komen dat er enige hoogmoed in het spel is en hij verder niets anders dan de waarheid vertelt, toch gezien vanuit zijn Franstalig perspectief. Toch eens iets waar de Vlaamse kiezer over zou moeten nadenken de komende maanden.
zaterdag, januari 13, 2007
Het Zweedse model in België
Eén van de Lakense blauwbloedigen is er weer eens in geslaagd zich danig in de nesten te werken, en prompt duikt het Loch Ness van het Belgische monarchiedebat weer op: het «Zweedse model» waarin de koning slechts een ceremoniële functie heeft. Niemand vertelt er echter bij dat het Zweedse model in wezen in België reeds bestaat, en de laatste weken weer feilloos gewerkt heeft.
Hoe ziet het befaamde Zweedse model er eigenlijk uit? Koning Carl XVI Gustaf heeft geen politieke macht, en zijn taak bestaat bijgevolg vooral uit het ontvangen van ambassadeurs en het knippen van lintjes. Dat verloopt echter niet altijd even vlekkeloos, en in 2004 ontstond er nog een rel toen hij tijdens een staatsbezoek aan Brunei sultan Hassanal Bolkiah prees om zijn openheid. De officiële lijn van de Zweedse regering is echter dat het sultanaat van Brunei niet minder dan een dictatuur is, en de reacties in Zweden logen er dan ook niet om. Sommigen eisten zelfs dat hij troonsafstand zou doen, maar uiteindelijk ging de storm toch liggen.
De zaken zijn echter ingewikkelder dan ze in het Belgische debat voorgesteld worden. De Linkse Partij (Vänsterpartiet, v) dient bijvoorbeeld elk jaar in de Zweedse Rijksdag een motie in om de monarchie af te schaffen. Even trouw als die motie ingediend wordt, wordt ze ook weggestemd. Maar de Sociaal-democraten (Socialdemokraterna, s), die de afgelopen 75 jaar slechts 9 jaar in de oppositie zaten, hebben de republiek al sedert 1911 in hun partijprogramma staan. Hoe heeft het Zweedse koningshuis dit kunnen overleven?
Het antwoord is dat de sociaal-democraten en het koningshuis een stilzwijgend bestand hebben afgesloten: het koningshuis houdt zich ver van elke politieke uitspraak of inmenging, en in ruil daarvoor raken de sociaal-democraten niet aan het koningshuis. Dat laatste willen ze ook liever niet doen, uit vrees een aantal marginale kiezers te verliezen ter rechterzijde. Het Zweedse koningshuis is immers ondanks alles behoorlijk populair in Zweden, en met een kroonprinses als Victoria slaagt het erin ook de jongere generaties aan te spreken. Het voordeel voor het koningshuis is dan weer dat koning Carl XVI Gustaf zich hierdoor beter kan concentreren op zijn hobby's (snelle raceboten en jachten, en in vroegere tijden ook mooie vrouwen), en bovendien de schijn niet hoeft op te houden dat hij zich zou interesseren voor politiek. En hij hoeft niet als voorlezer op te treden met middelmatige speeches die toch door de regering of de Eerste Minister geschreven werden.
De zaak is nu echter dat in het monarchiedebat het wezenlijke onderscheiden moet worden van het uiterlijke. Dat de koning in Zweden slechts een ceremoniële functie heeft is niet het wezenlijke, doch slechts de manifestatie van de kern van de zaak: dat het koningshuis en de belangrijkste politieke strekking in het land een stilzwijgend pact hebben gesloten waar beiden zich zo goed als mogelijk aan proberen te houden. Een uitschuiver hier en daar, zoals in Brunei, moet men daarbij soms al eens door de vingers kunnen zien. Projecteren we dit op België, dan blijkt dat het Zweedse model er al tientallen jaren van toepassing is. Laken leerde immers zijn lesje tijdens de Koningskwestie, en is sindsdien een alliantie aangegaan met de belangrijkste politieke strekking in België: de Franstalige socialisten van de PS. De abortuskwestie was wel degelijk een crisismoment, maar werd uiteindelijk opgelost op een manier waar beide partijen vrede mee konden nemen. Dat een derde-rangsprins als prins Laurent een scheve schaats rijdt is verder misschien wel vervelend voor de PR van Laken, maar in feite helemaal geen bedreiging voor de PS, en dus ook niet voor de monarchie. Meer zelfs, die scheve schaats komt deze keer zelfs zeer gelegen voor die partij als bliksemafleider voor wat er in Charleroi allemaal aan de hand is.
Ik ben er daarom dus van overtuigd dat, ondanks al het gekakel aan vooral Vlaamse zijde, de marine-affaire van prins Laurent geen bedreiging vormt voor de monarchie in België. Links Vlaanderen, van Jos Geysels tot Mathias de Clercq, geeft vandaag wel voor één keer te kennen dat het enerzijds wel principieel republikeins is, maar anderzijds ook pragmatisch monarchistisch, onderstrepend dat de monarchie nodig is om België in stand te houden. En daarmee ook de linkse machtsgreep op Vlaanderen, zwijgen ze erbij. En ze vergeten vooral niet te vertellen dat ze de koning persoonlijk ook een toffe peevinden, kwestie van hun kansen op een koninklijk lintje te vrijwaren en ooit nog een benoeming tot Minister van Staat niet mis te lopen (of in het geval van Jos Geysels: die benoeming niet te verliezen). Veel bedreiging voor de monarchie gaat van die bende onderkruipers, want wat kan je hen anders noemen, dus niet echt uit. Rechts Vlaanderen heeft in het debat evenveel te zeggen als in de politiek in België in het algemeen: zo goed als niets, wat hun argumenten ook mogen zijn. Komen we dus uit bij de Franstaligen, waar uiteindelijk enkel het woord van één man echt van belang is, namelijk dat van Elio di Rupo. Ik citeer:
De conclusie is daarom klaar: zolang Laken alleen maar Vlamingen schoffeert of zich openlijk of omfloerst zorgen maakt over separatistische tendensen of «onverdraagzaamheid», is er geen vuiltje aan de lucht. Zelfs niet met een corruptieschandaal, zolang ze het maar niet zo bont maken dat zelfs de PShen zou moeten laten vallen. De beruchte passage in de kersttoespraak van enkele weken geleden was daarom ook niet meer dan een schuchtere poging om het eigen vel op eigen houtje te redden. De fundamentele redding en beslissing over hoe deze affaire zal aflopen kwam er daarom deze week pas met de bovenstaande uitspraak van Elio di Rupo: voorlopig verandert er niets, en het pact wordt in stand gehouden. Of hoe het Zweedse model de laatste weken wel degelijk gewerkt heeft. Al de rest was leuk om dagenlang de kranten te vullen, maar dan ook niet meer dan dat.
Hoe ziet het befaamde Zweedse model er eigenlijk uit? Koning Carl XVI Gustaf heeft geen politieke macht, en zijn taak bestaat bijgevolg vooral uit het ontvangen van ambassadeurs en het knippen van lintjes. Dat verloopt echter niet altijd even vlekkeloos, en in 2004 ontstond er nog een rel toen hij tijdens een staatsbezoek aan Brunei sultan Hassanal Bolkiah prees om zijn openheid. De officiële lijn van de Zweedse regering is echter dat het sultanaat van Brunei niet minder dan een dictatuur is, en de reacties in Zweden logen er dan ook niet om. Sommigen eisten zelfs dat hij troonsafstand zou doen, maar uiteindelijk ging de storm toch liggen.
De zaken zijn echter ingewikkelder dan ze in het Belgische debat voorgesteld worden. De Linkse Partij (Vänsterpartiet, v) dient bijvoorbeeld elk jaar in de Zweedse Rijksdag een motie in om de monarchie af te schaffen. Even trouw als die motie ingediend wordt, wordt ze ook weggestemd. Maar de Sociaal-democraten (Socialdemokraterna, s), die de afgelopen 75 jaar slechts 9 jaar in de oppositie zaten, hebben de republiek al sedert 1911 in hun partijprogramma staan. Hoe heeft het Zweedse koningshuis dit kunnen overleven?
Het antwoord is dat de sociaal-democraten en het koningshuis een stilzwijgend bestand hebben afgesloten: het koningshuis houdt zich ver van elke politieke uitspraak of inmenging, en in ruil daarvoor raken de sociaal-democraten niet aan het koningshuis. Dat laatste willen ze ook liever niet doen, uit vrees een aantal marginale kiezers te verliezen ter rechterzijde. Het Zweedse koningshuis is immers ondanks alles behoorlijk populair in Zweden, en met een kroonprinses als Victoria slaagt het erin ook de jongere generaties aan te spreken. Het voordeel voor het koningshuis is dan weer dat koning Carl XVI Gustaf zich hierdoor beter kan concentreren op zijn hobby's (snelle raceboten en jachten, en in vroegere tijden ook mooie vrouwen), en bovendien de schijn niet hoeft op te houden dat hij zich zou interesseren voor politiek. En hij hoeft niet als voorlezer op te treden met middelmatige speeches die toch door de regering of de Eerste Minister geschreven werden.
De zaak is nu echter dat in het monarchiedebat het wezenlijke onderscheiden moet worden van het uiterlijke. Dat de koning in Zweden slechts een ceremoniële functie heeft is niet het wezenlijke, doch slechts de manifestatie van de kern van de zaak: dat het koningshuis en de belangrijkste politieke strekking in het land een stilzwijgend pact hebben gesloten waar beiden zich zo goed als mogelijk aan proberen te houden. Een uitschuiver hier en daar, zoals in Brunei, moet men daarbij soms al eens door de vingers kunnen zien. Projecteren we dit op België, dan blijkt dat het Zweedse model er al tientallen jaren van toepassing is. Laken leerde immers zijn lesje tijdens de Koningskwestie, en is sindsdien een alliantie aangegaan met de belangrijkste politieke strekking in België: de Franstalige socialisten van de PS. De abortuskwestie was wel degelijk een crisismoment, maar werd uiteindelijk opgelost op een manier waar beide partijen vrede mee konden nemen. Dat een derde-rangsprins als prins Laurent een scheve schaats rijdt is verder misschien wel vervelend voor de PR van Laken, maar in feite helemaal geen bedreiging voor de PS, en dus ook niet voor de monarchie. Meer zelfs, die scheve schaats komt deze keer zelfs zeer gelegen voor die partij als bliksemafleider voor wat er in Charleroi allemaal aan de hand is.
Ik ben er daarom dus van overtuigd dat, ondanks al het gekakel aan vooral Vlaamse zijde, de marine-affaire van prins Laurent geen bedreiging vormt voor de monarchie in België. Links Vlaanderen, van Jos Geysels tot Mathias de Clercq, geeft vandaag wel voor één keer te kennen dat het enerzijds wel principieel republikeins is, maar anderzijds ook pragmatisch monarchistisch, onderstrepend dat de monarchie nodig is om België in stand te houden. En daarmee ook de linkse machtsgreep op Vlaanderen, zwijgen ze erbij. En ze vergeten vooral niet te vertellen dat ze de koning persoonlijk ook een toffe peevinden, kwestie van hun kansen op een koninklijk lintje te vrijwaren en ooit nog een benoeming tot Minister van Staat niet mis te lopen (of in het geval van Jos Geysels: die benoeming niet te verliezen). Veel bedreiging voor de monarchie gaat van die bende onderkruipers, want wat kan je hen anders noemen, dus niet echt uit. Rechts Vlaanderen heeft in het debat evenveel te zeggen als in de politiek in België in het algemeen: zo goed als niets, wat hun argumenten ook mogen zijn. Komen we dus uit bij de Franstaligen, waar uiteindelijk enkel het woord van één man echt van belang is, namelijk dat van Elio di Rupo. Ik citeer:
Deze gebeurtenissen hebben zo'n belang gehad dat we in alle sereniteit moeten lessen trekken. We zullen moeten spreken over de evolutie van de monarchie, de dotaties… Dat moet gebeuren met de koning, de regering, het parlement en de partijvoorzitters. Maar daarvoor moeten we ook de nodige afstand nemen. De zaak is te belangrijk om overhaast af te handelen.Hoeft daar verder nog een tekening bij? Het zou ten andere ook straf zijn: als corruptie werkelijk zo een zware zonde zou zijn, is er immers oneindig veel meer reden om de overheidsdotatie van de PS af te pakken dan die van prins Laurent. Om over terugbetalingen nog maar te zwijgen.
De conclusie is daarom klaar: zolang Laken alleen maar Vlamingen schoffeert of zich openlijk of omfloerst zorgen maakt over separatistische tendensen of «onverdraagzaamheid», is er geen vuiltje aan de lucht. Zelfs niet met een corruptieschandaal, zolang ze het maar niet zo bont maken dat zelfs de PShen zou moeten laten vallen. De beruchte passage in de kersttoespraak van enkele weken geleden was daarom ook niet meer dan een schuchtere poging om het eigen vel op eigen houtje te redden. De fundamentele redding en beslissing over hoe deze affaire zal aflopen kwam er daarom deze week pas met de bovenstaande uitspraak van Elio di Rupo: voorlopig verandert er niets, en het pact wordt in stand gehouden. Of hoe het Zweedse model de laatste weken wel degelijk gewerkt heeft. Al de rest was leuk om dagenlang de kranten te vullen, maar dan ook niet meer dan dat.
dinsdag, januari 09, 2007
«Universiteit Uppsala discrimineert Zweden»
Eind verleden maand werd de Universiteit van Uppsala door het Hooggerechtshof (Högsta domstolen) van Zweden veroordeeld wegens anti-Zweedse discriminatie. Drie jaar geleden weigerde namelijk de universiteit Cecilia Lönn en Josefine Milander in te schrijven voor de studies rechten, niettegenstaande ze betere cijfers hadden dan dertig studenten met buitenlandse achtergrond die wel toegelaten werden.
In 2003 waren dertig van de beschikbare plaatsen voor de studies rechten gereserveerd voor studenten met een buitenlandse achtergrond. Cecilia Lönn en Josefine Milander, die beide betere cijfers hadden dan elk van die dertig andere studenten die via de quota aan de studies mochten beginnen, werden daarentegen niet toegelaten. De twee jongedames bleven echter niet bij de pakken zitten, en daagden de universiteit voor de rechtbank. Al twee keer kregen ze gelijk in lagere rechtbanken, maar nu gaf ook het Hooggerechtshof hen gelijk en kende hen een vergoeding van SEK 75.000 (ongeveer €8.200) toe. De gerechtskosten die ze gemaakt hebben, zo'n SEK 41.000 (ongeveer €4.500), zullen ook door de staat vergoed worden.
Noch het Hooggerechtshof, noch de twee jongedames argumenteren tegen positieve discriminatie, tenminste zolang het om gelijkwaardige kandidaten gaat waarbij de ene bevoordeeld wordt op de andere omwille van etnische achtergrond. Wordt echter iemand met een buitenlandse achtergrond bevoordeeld op een Zweed die beter geschikt is, is er echter geen sprake meer van positieve discriminatie, maar discriminatie zonder meer, en dus een strafbaar feit. Het Hooggerechtshof stelt dus met haar besluit een duidelijk voorbeeld vast van wat geen positieve discriminatie meer is.
De twee studenten hebben natuurlijk drie zware jaren achter de rug, maar de ironie van het lot wil dat deze rechtszaak voor hen netto waarschijnlijk eerder een voordeel is. Immers, zij hebben nu als rechtenstudenten praktische ervaring opgedaan over hoe een rechtszaak gevoerd dient te worden, tot in het Hooggerechtshof. Bovendien hebben zij zich kunnen profileren in een belangrijke rechtszaak, wat ongetwijfeld geen nadeel zal zijn wanneer zij op zoek gaan naar een baan.
In 2003 waren dertig van de beschikbare plaatsen voor de studies rechten gereserveerd voor studenten met een buitenlandse achtergrond. Cecilia Lönn en Josefine Milander, die beide betere cijfers hadden dan elk van die dertig andere studenten die via de quota aan de studies mochten beginnen, werden daarentegen niet toegelaten. De twee jongedames bleven echter niet bij de pakken zitten, en daagden de universiteit voor de rechtbank. Al twee keer kregen ze gelijk in lagere rechtbanken, maar nu gaf ook het Hooggerechtshof hen gelijk en kende hen een vergoeding van SEK 75.000 (ongeveer €8.200) toe. De gerechtskosten die ze gemaakt hebben, zo'n SEK 41.000 (ongeveer €4.500), zullen ook door de staat vergoed worden.
Noch het Hooggerechtshof, noch de twee jongedames argumenteren tegen positieve discriminatie, tenminste zolang het om gelijkwaardige kandidaten gaat waarbij de ene bevoordeeld wordt op de andere omwille van etnische achtergrond. Wordt echter iemand met een buitenlandse achtergrond bevoordeeld op een Zweed die beter geschikt is, is er echter geen sprake meer van positieve discriminatie, maar discriminatie zonder meer, en dus een strafbaar feit. Het Hooggerechtshof stelt dus met haar besluit een duidelijk voorbeeld vast van wat geen positieve discriminatie meer is.
De twee studenten hebben natuurlijk drie zware jaren achter de rug, maar de ironie van het lot wil dat deze rechtszaak voor hen netto waarschijnlijk eerder een voordeel is. Immers, zij hebben nu als rechtenstudenten praktische ervaring opgedaan over hoe een rechtszaak gevoerd dient te worden, tot in het Hooggerechtshof. Bovendien hebben zij zich kunnen profileren in een belangrijke rechtszaak, wat ongetwijfeld geen nadeel zal zijn wanneer zij op zoek gaan naar een baan.
maandag, januari 08, 2007
België op de wereldkaart gezet
Stel je voor dat het Vlaams Belang in Antwerpen aan de macht was gekomen, dan was de internationale reputatie van België nu ongetwijfeld om zeep geweest…
- CNN: Belgian royal linked to fraud case
- International Herald Tribune: Belgian court agrees to call king's youngest son as witness in fraud case
- Euronews.Net: Belgian Prince caught up in fraud scandal
- People's Daily Online: Belgian prince implicated in fraud scandal
- Terra España: El fiscal pedirá que se tome declaración al príncipe Laurent por supuesto desvío de fondos
- El Financiero: Inicia juicio por fraude financiero en la Marina belga
- Le Figaro: Un prince dans la tourmente judiciaire
- Handelsblatt: Finanzaffäre erschüttert belgisches Königshaus
zondag, januari 07, 2007
Samisch alfabet in het Noorse leerprogramma
Morgen opent de Noorse sociaal-democratische Minister van Werk en Integratie Bjarne Håkon Hanssen officieel de «Samische Wegwijzers» die moeten helpen bij het onderricht van het Samisch alfabet, en hij doet dat door zelf samen met enkele twaalfjarigen het Noord-Samische alfabet te gaan leren op de schoolbanken van Slemdal skole.
In de zomer van verleden jaar raakte bekend dat het Samisch alfabet in het Noorse leerprogramma voor de zevende klas van de basisschool terechtgekomen was. Dit leidde toen tot nogal wat discussies. Partijvoorzitter Siv Jensen van de Vooruitgangspartij (Fremskrittspartiet) schoot daarbij de hoofdvogel af door te verklaren dat ze niet eens wist dat Samisch een officiële taal was in Noorwegen, en dat ze niet wist of ze moest lachen of huilen met deze maatregel. Nogal wat mensen wisten op hun beurt niet of ze moesten lachen of huilen met de reactie van Siv Jensen.
Erger was de reactie van een aantal pedagogen, die in zuivere mei '68-stijl kwamen verkondigen dat het aanleren van het Samische alfabet een totaal nutteloze zaak was. Aanleren van informatie is immers zo goed als taboe verklaard in de Noorse scholen – de leerlingen komen niet naar school om iets te leren, maar om sociale vaardigheden te verwerven en het leuk te hebben. Het zal misschien niet verbazen dat Noorwegen het in internationale tests erbarmelijk doet, zeker vergeleken met buurland Finland waar oubollige begrippen als vlijt en discipline nog de dienst mogen uitmaken in de scholen. Men is er zelfs niet vies van Latijn. Ter vergelijking: als ik mijn collega's eens echt de daver op het lijf wil jaren, vertel ik hen dat ik zes jaar Latijn heb gehad. Dat neemt echter niet weg dat die Noorse pedagogen zich voor geen gat laten vangen: telkens het Noorse schoolwezen nog maar eens met een slecht rapport uit een internationaal vergelijkend onderzoek komt, wijzen zij er met grote ijver op dat de sociale kant van de Noorse school in zo'n onderzoeken nauwelijks aan bod komt. Of hoe ze het ook nooit zullen leren.
Ander probleem is natuurlijk dat de duizenden leraars die het Samische alfabet zullen moeten aanleren aan hun leerlingen zélf dat alfabet nauwelijks kennen, laat staan onder de knie hebben. Maar het Samisch alfabet, wat is dat voor iets? Gaat het over duizenden tekens, zoals het Chinees? Of enkele tientallen rare kronkels, zoals het Cyrillisch of het Georgisch? Helemaal niet, het Samisch alfabet kent weliswaar drie varianten, maar is gebaseerd op het Latijns alfabet, net zoals het Noorse, en het gros van de letters is gewoonweg identiek aan het Noorse alfabet. Je kan je afvragen wat een leraar die dat op een avondje niet geleerd kan krijgen vooraan in de klas staat te doen, en of het werkelijk zo'n probleem is dat elke Noorse twaalfjarige hiermee gedurende een paar uurtjes geconfronteerd zal worden. Mij verbaast het meer, met mijn oer-Vlaamse reflex, dat hen niet veel meer aangeleerd wordt, zoals wat spraakkunst en een kleine woordenschat om tenminste toch goedendag te kunnen zeggen tegen zijn landgenoot wanneer men toevallig eens in het Noorden verzeild geraakt. Misschien een sociale vaardigheid die niet helemaal past in het wereldbeeld van de pedagogen, want dan moeten de leerlingen iets leren…
In de zomer van verleden jaar raakte bekend dat het Samisch alfabet in het Noorse leerprogramma voor de zevende klas van de basisschool terechtgekomen was. Dit leidde toen tot nogal wat discussies. Partijvoorzitter Siv Jensen van de Vooruitgangspartij (Fremskrittspartiet) schoot daarbij de hoofdvogel af door te verklaren dat ze niet eens wist dat Samisch een officiële taal was in Noorwegen, en dat ze niet wist of ze moest lachen of huilen met deze maatregel. Nogal wat mensen wisten op hun beurt niet of ze moesten lachen of huilen met de reactie van Siv Jensen.
Erger was de reactie van een aantal pedagogen, die in zuivere mei '68-stijl kwamen verkondigen dat het aanleren van het Samische alfabet een totaal nutteloze zaak was. Aanleren van informatie is immers zo goed als taboe verklaard in de Noorse scholen – de leerlingen komen niet naar school om iets te leren, maar om sociale vaardigheden te verwerven en het leuk te hebben. Het zal misschien niet verbazen dat Noorwegen het in internationale tests erbarmelijk doet, zeker vergeleken met buurland Finland waar oubollige begrippen als vlijt en discipline nog de dienst mogen uitmaken in de scholen. Men is er zelfs niet vies van Latijn. Ter vergelijking: als ik mijn collega's eens echt de daver op het lijf wil jaren, vertel ik hen dat ik zes jaar Latijn heb gehad. Dat neemt echter niet weg dat die Noorse pedagogen zich voor geen gat laten vangen: telkens het Noorse schoolwezen nog maar eens met een slecht rapport uit een internationaal vergelijkend onderzoek komt, wijzen zij er met grote ijver op dat de sociale kant van de Noorse school in zo'n onderzoeken nauwelijks aan bod komt. Of hoe ze het ook nooit zullen leren.
Ander probleem is natuurlijk dat de duizenden leraars die het Samische alfabet zullen moeten aanleren aan hun leerlingen zélf dat alfabet nauwelijks kennen, laat staan onder de knie hebben. Maar het Samisch alfabet, wat is dat voor iets? Gaat het over duizenden tekens, zoals het Chinees? Of enkele tientallen rare kronkels, zoals het Cyrillisch of het Georgisch? Helemaal niet, het Samisch alfabet kent weliswaar drie varianten, maar is gebaseerd op het Latijns alfabet, net zoals het Noorse, en het gros van de letters is gewoonweg identiek aan het Noorse alfabet. Je kan je afvragen wat een leraar die dat op een avondje niet geleerd kan krijgen vooraan in de klas staat te doen, en of het werkelijk zo'n probleem is dat elke Noorse twaalfjarige hiermee gedurende een paar uurtjes geconfronteerd zal worden. Mij verbaast het meer, met mijn oer-Vlaamse reflex, dat hen niet veel meer aangeleerd wordt, zoals wat spraakkunst en een kleine woordenschat om tenminste toch goedendag te kunnen zeggen tegen zijn landgenoot wanneer men toevallig eens in het Noorden verzeild geraakt. Misschien een sociale vaardigheid die niet helemaal past in het wereldbeeld van de pedagogen, want dan moeten de leerlingen iets leren…
zaterdag, januari 06, 2007
Strategisch inschrijven voor Belgen in het buitenland
Een vraag waar Belgen die in het buitenland wonen op dit ogenblik een antwoord op moeten verzinnen: in welke gemeente willen zij zich laten registreren voor de federale verkiezingen van 2007. Men is immers volledig vrij, en kan dus strategisch kiezen om een zo groot mogelijk effect te bekomen met zijn ene stem.
Eigenlijk zijn er twee dimensies aan deze vraag: de eerste dimensie is die van de politieke strekking (kleur), de tweede die van de taal (Franstalig of Nederlandstalig). Men kan dus door de juiste kieskring te kiezen ervoor proberen zorgen dat een bepaalde partij nog net aan een bijkomende zetel raakt, of net niet meer, men kan proberen de taalverhouding in een kieskring te verschuiven, of een combinatie. En men kan het spel heel sluw spelen…
Beginnen we met de eenvoudigste vraag: als men in een kieskring de taalverhouding wil beïnvloeden, moet men voor Brussel-Halle-Vilvoorde kiezen. Ik acht de kans dat die kieskring nog gesplitst zou worden vóór de volgende federale verkiezingen infinitesimaal klein, maar wil men echt op zeker spelen kiest men natuurlijk best een gemeente uit het Brusselse Gewest. Een ander alternatief is voor één van de Zes te kiezen, omdat elke verkiezing toch ook een beetje een talentelling is, zeker in de faciliteitengemeenten.
De andere vraag is moeilijker te beantwoorden, maar de prognoses van enkele maanden geleden voor de zetelverdeling in de Kamer kunnen toch enkele tips geven. Beginnen we met Groen!, dan is het duidelijk dat de eerste kamerzetels in Antwerpen en Oost-Vlaanderen voor die partij vrij zeker zijn, maar dat de tweede kamerzetel in Antwerpen en de eerste kamerzetel in West-Vlaanderen strijdplaatsen zijn. Voor sp.a-SPIRIT zijn de tweede zetel in Leuven en de vierde in Oost-Vlaanderen strijdplaatsen, terwijl voor VLD-Vivant de vierde kamerzetel in Antwerpen en de tweede in Limburg onder vuur liggen. Voor CD&V-N-VA gaat het dan weer om Antwerpen en Leuven, terwijl Vlaams Belang in bijna elke kieskring een strijdplaats heeft. Brussel-Halle-Vilvoorde is een speciaal geval: omdat de kieskring zo groot is en er zoveel partijen meedingen, moet bijna elke Vlaamse partij er vechten voor de laatste zetel of een eventueel bijkomende zetel.
Een andere factor is Jean-Marie Dedecker. Als hij werkelijk alleen met een eigen partij mee zal doen aan de verkiezingen, zal hij in elke kieskring moeten vechten voor een eerste zetel. Vermoedelijk zijn zijn kansen echter het grootst in West-Vlaanderen, zijn thuisbasis, en Antwerpen. Hetzelfde geldt trouwens voor de N-VA als die partij opnieuw uit het Vlaams Kartel gestoten zou worden.
Tot slot: men kan het allemaal ook sluwer spelen. Indien men bijvoorbeeld vooral geïnteresseerd is in het breken van paars kan men kiezen voor de Naamse kieskring, waar de PS, MR en cdH voor de laatste zetel strijden. Of misschien zelfs nog beter: Henegouwen, waar men met een stem voor het Front National een PS-zetel naar de Franstalige oppositie kan verschuiven. Daarmee wordt het aantal Franstalige kamerzetels binnen de toekomstige federale meerderheid gereduceerd, welke coalitie er ook na de verkiezingen op poten gezet zal worden, en bovendien kan je dan achteraf de Franstaligen aanwrijven dat ook zij een extreem-rechts probleem hebben! Geen twee maar drie vliegen in één klap dus.
Eigenlijk zijn er twee dimensies aan deze vraag: de eerste dimensie is die van de politieke strekking (kleur), de tweede die van de taal (Franstalig of Nederlandstalig). Men kan dus door de juiste kieskring te kiezen ervoor proberen zorgen dat een bepaalde partij nog net aan een bijkomende zetel raakt, of net niet meer, men kan proberen de taalverhouding in een kieskring te verschuiven, of een combinatie. En men kan het spel heel sluw spelen…
Beginnen we met de eenvoudigste vraag: als men in een kieskring de taalverhouding wil beïnvloeden, moet men voor Brussel-Halle-Vilvoorde kiezen. Ik acht de kans dat die kieskring nog gesplitst zou worden vóór de volgende federale verkiezingen infinitesimaal klein, maar wil men echt op zeker spelen kiest men natuurlijk best een gemeente uit het Brusselse Gewest. Een ander alternatief is voor één van de Zes te kiezen, omdat elke verkiezing toch ook een beetje een talentelling is, zeker in de faciliteitengemeenten.
De andere vraag is moeilijker te beantwoorden, maar de prognoses van enkele maanden geleden voor de zetelverdeling in de Kamer kunnen toch enkele tips geven. Beginnen we met Groen!, dan is het duidelijk dat de eerste kamerzetels in Antwerpen en Oost-Vlaanderen voor die partij vrij zeker zijn, maar dat de tweede kamerzetel in Antwerpen en de eerste kamerzetel in West-Vlaanderen strijdplaatsen zijn. Voor sp.a-SPIRIT zijn de tweede zetel in Leuven en de vierde in Oost-Vlaanderen strijdplaatsen, terwijl voor VLD-Vivant de vierde kamerzetel in Antwerpen en de tweede in Limburg onder vuur liggen. Voor CD&V-N-VA gaat het dan weer om Antwerpen en Leuven, terwijl Vlaams Belang in bijna elke kieskring een strijdplaats heeft. Brussel-Halle-Vilvoorde is een speciaal geval: omdat de kieskring zo groot is en er zoveel partijen meedingen, moet bijna elke Vlaamse partij er vechten voor de laatste zetel of een eventueel bijkomende zetel.
Een andere factor is Jean-Marie Dedecker. Als hij werkelijk alleen met een eigen partij mee zal doen aan de verkiezingen, zal hij in elke kieskring moeten vechten voor een eerste zetel. Vermoedelijk zijn zijn kansen echter het grootst in West-Vlaanderen, zijn thuisbasis, en Antwerpen. Hetzelfde geldt trouwens voor de N-VA als die partij opnieuw uit het Vlaams Kartel gestoten zou worden.
Tot slot: men kan het allemaal ook sluwer spelen. Indien men bijvoorbeeld vooral geïnteresseerd is in het breken van paars kan men kiezen voor de Naamse kieskring, waar de PS, MR en cdH voor de laatste zetel strijden. Of misschien zelfs nog beter: Henegouwen, waar men met een stem voor het Front National een PS-zetel naar de Franstalige oppositie kan verschuiven. Daarmee wordt het aantal Franstalige kamerzetels binnen de toekomstige federale meerderheid gereduceerd, welke coalitie er ook na de verkiezingen op poten gezet zal worden, en bovendien kan je dan achteraf de Franstaligen aanwrijven dat ook zij een extreem-rechts probleem hebben! Geen twee maar drie vliegen in één klap dus.
Abonneren op:
Posts (Atom)