vrijdag, mei 28, 2010

De publieke geheime peiling van TNS Dimarso

Actua-TV maakte woensdag meer details bekend van een «geheime» peiling, nadat De Tijd er eerder al over bericht had. De peiling, uitgevoerd door TNS Dimarso, werd besteld door Open Vld, sp.a en N-VA, en was oorspronkelijk niet voor publicatie bestemd. De resultaten waren echter zo spectaculair dat ze uiteindelijk tóch naar de pers gelekt werden, wat dan weer op zich voor speculaties zorgde over wie gelekt zou hebben, en waarom.

Behalve de scores van de verschillende partijen lekten ook de resultaten van een pop-poll uit, die Bart de Wever helemaal op kop plaatste. Verder beweert de VRT dat voor de peiling zo'n duizend Vlamingen ondervraagd werden en de foutenmarge 2,5% zou bedragen. Qua geloofwaardigheid betekent dit dat deze peiling waarschijnlijk één van de meest geloofwaardige is van de laatste jaren. Inderdaad, de opdrachtgevers hebben zulke tegengestelde belangen dat ervan uitgegaan mag worden dat de resultaten authentiek zijn, en niet gemanipuleerd of aangepast om bepaalde belangen te dienen of mediatiek goed te liggen. Bovendien is het aantal ondervraagden relatief groot vergeleken met wat we anders gewoon zijn. Ik denk daarom dat de resultaten van de peiling wel degelijk ernstig genomen dienen te worden.

Indien we de resultaten per partij overlopen, is het duidelijk dat voor een aantal van hen eigenlijk geen verrassende resultaten te noteren vallen. Voor CD&V, sp.a, Lijst Dedecker en Groen! liggen de resultaten in het verlengde van de trends van de andere peilingen van de laatste maanden. CD&V staat op een licht verlies, sp.a herstelt lichtjes, Groen! blijft stabiel, terwijl Lijst Dedecker gevaarlijk dicht in de buurt van de kiesdrempel komt. De verrassingen zitten bij N-VA, Vlaams Belang en Open Vld.

Het goede nieuws voor de N-VA is dat de partij over iets meer dan twee weken meer dan waarschijnlijk een stevige winst zal kunnen incasseren. Daar hoort echter ook slecht nieuws bij: de verwachtingen worden met 26% nu toch wel bijzonder hoog gelegd. Zoals Jan van de Casteele het uitdrukte: «Bart de Wever ‘verliest’ straks de verkiezingen als hij minder dan 100% haalt…», en ik kan me daar alleen maar bij aansluiten.

Net zoals de peiling goed en slecht nieuws bracht voor de N-VA, brengt ze slecht en goed nieuws voor Open Vld en Vlaams Belang. Het slechte nieuws is dat beide partijen het historisch slecht doen – of beter gezegd, het slecht blijven doen. Het mogelijk goede nieuws is dat er straks bij beide partijen een zucht van verlichting geslaakt zal worden als er alleen maar een licht verlies uit de stembus komt. Kwatongen beweren bovendien dat de voorzitter van de Open Vld, Alexander de Croo, niet eens rouwig zou zijn om een licht verlies.

Op basis van de resultaten van deze peiling werd ook een zetelverdeling voor het Vlaams Parlement berekend. Zo'n omrekening naar zetels laat het immers iets gemakkelijker toe uitspraken te doen over welke meerderheden nog realistisch zijn. Deze omrekening leverde in ieder geval één interessant resultaat op: een klassieke tripartite van christen-democraten, liberalen en socialisten zou in Vlaanderen ook in zetels niet meer op een meerderheid kunnen rekenen. Bovendien heeft een olijfboomcoalitie, waarover hardnekkige geruchten de ronde blijven doen, in Vlaanderen zelfs nog geen schijn van kans om een meerderheid te halen. De vraag moet dan ook gesteld worden of de schaamteloosheid waaraan Open Vld en vooral CD&V zich schuldig hebben gemaakt in de regering-Leterme II na 13 juni 2010 zal voortgezet worden. Het zou pijnlijk zijn indien zou blijken dat geen enkele van de partijen die zeggen de consensusdemocratie en het Belgische compromis zo hoog in het vaandel te voeren, er een probleem van maakt om als Vlaamse minderheid een Franstalige meerderheidsregering te ondersteunen en legitimiteit te verschaffen. Argumenten tegen het eenzijdig uitroepen van de onafhankelijkheid in het Vlaams Parlement door de Vlaams-nationalistische partijen bergen ze voortaan dan ook maar beter op.

Rest nog de vraag wie de resultaten van de peiling gelekt zou hebben – voor zover dat eigenlijk veel belang zou hebben. De beschuldiging van de N-VA aan het adres van de CD&V is alvast te gek voor woorden: zelfs al zou de CD&V de resultaten naar de pers gelekt hebben, dan nog moet iemand ze eerst naar de CD&V gelekt hebben. CD&V was namelijk niet één van de drie opdrachtgevers voor de peiling. Yves Desmet denkt dat de N-VA de peiling zélf gelekt zou hebben, maar zijn redenering lijkt me toch net iets te ver gezocht. Sp.a had weinig belang bij een publicatie van deze peiling, want ze vestigde de aandacht nog maar eens op de N-VA, en daarmee trouwens ook op een thema dat haar niet echt ligt. Blijven nog over: iemand bij TNS Dimarso zelf, of Open Vld, dat misschien kon hopen op deze manier enkele kiezers te recupereren. Wie het ook was: als het een tactische gok was, was het in ieder geval een bijzonder gewaagde gok. Vergeet ook niet: het kan natuurlijk ook gaan om iemand die gewoonweg zijn mond voorbij praatte. Eigenlijk is het al een wonder dat de peiling niet eerder gelekt werd, aangezien maar liefst drie politieke partijen de resultaten kenden. In Wallonië schijnt men er niet in te slagen een peiling geheim te houden zelfs als maar één partij over de resultaten beschikt…

Bijlage: Overzicht alle peilingen in Vlaanderen sedert 2004 (PDF).

woensdag, mei 12, 2010

Vlamingen zijn landbouwers, en Franstaligen… jagers?

Rudy Aernoudt, co-voorzitter van de PP, liet vorige week in een interview met de Franstalige krant La Dernière Heure volgende opmerkelijke uitspraak noteren: «Vlamingen zijn, diep vanbinnen, landbouwers die vasthouden aan hun grond. Ze zijn niet bereid om er ook maar een centimeter van op te geven.» Voor die uitspraak zal hij zonder twijfel in bepaalde Brussels salons op enig instemmend gemonkel hebben kunnen rekenen, maar zo'n uitspraak schreeuwt natuurlijk wel om een antwoord.

Citeren we voor alle duidelijk even Rudy Aernoudt letterlijk zoals het in de krant gedrukt stond:
LDH: Politiquement, un de vos chevaux de bataille personnels est l’élargissement de Bruxelles…

RA: Dans ce dossier, les francophones oublient que les Flamands sont, à la base, des agriculteurs qui tiennent à leurs terres. Ils ne sont pas prêts à céder 1 cm de celles-ci.
Rudy Aernoudt houdt het dus al bij nog beleefd bij «des agriculteurs/landbouwers», maar iedereen begrijpt natuurlijk dat hij het wel degelijk over Vlaamse boerkes heeft. En niet in het minst in de Brusselse salons, waar men dit interview niet nodig had om te weten dat flamins zich nog zo beschaafd kunnen voordoen als ze willen, zolang ze geen vlekkeloos Frans spreken blijft de stank van de mesthoop rond hen hangen.

Het kan natuurlijk aan mij liggen, maar die «verdediging» van Rudy Aernoudt voor de hardnekkigheid waarmee de Vlamingen vasthouden aan elke morzel Vlaamse grond roept het beeld op van, inderdaad, een Vlaamse boerke die op zijn klompen en heftig zwaaiend met de riek in de hand dreigend een «van m'n èèèrf» roept tegen de nietsvermoedende en totaal onschuldige kampeerder – toevallig een Franstalige. Die alleen maar even zijn tentje wou opslaan voor deze nacht. En de nacht daarna. En eigenlijk alle nachten daarna. En wil dat het boerke dat niet alleen duldt, maar ook nog eens elke morgen een kan melk voor zijn tent komt zetten, met de klak in de hand en met er nog eens een vriendelijke s'il vous plaît bovenop. Als het boerke dan geluk heeft, spuwt de kampeerder alleen maar in de klak, en niet recht in het gezicht. En vooral wordt van het boerke verwacht dat als hij niet hard op het veld staat te werken om dagelijks zijn tienden te kunnen afdragen aan de kampeerder, hij tenminste diens oren niet teistert door in zijn nabijheid allerlei Germaanse geluiden te staan uitbraken. Dat de kampeerder ondertussen al zijn hele familie uitgenodigd heeft en er op het erf amper nog wat plaats overblijft voor de kinderen van het boerke zelf, dat is een detail waar we Rudy Aernoudt dan nog niet eens mee willen lastigvallen.

Kampeerders? Mogen we even de metafoor van Rudy Aernoudt doortrekken, en de Franstaligen gewoonweg jagers noemen? Jagers die jachtgebied nodig hebben – vandaag Halle-Vilvoorde, morgen de rest van Vlaams-Brabant, en op termijn heel Vlaanderen. Of zijn we nu onwelvoeglijk? Ik kan me in ieder geval geen enkele Vlaamse partij voor de geest halen die ergens in haar programma zou staan hebben dat het Waals Gewest dringend gebied zou moeten afstaan aan Vlaanderen of Brussel. Ze zouden eens moeten durven! Nog maar pleiten voor de strikte naleving van de taalwetgeving in Brussel is al een gedurfd standpunt, maar wanneer de Franstaligen vlotjes de aanhechting van half Vlaams-Brabant bij Brussel bepleiten, en tegelijkertijd de déflamandisation van Brussel, dan kraait daar geen haan naar in de Vlaamse pers. En komt een Mischaël Modrikamen zich niet in een Vlaamse krant verontschuldigen voor zulk gedrag met de dooddoener dat Walen nu eenmaal jagers zijn die jachtgebied nodig hebben.

Meer zelfs, onlangs kreette Laurette Onkelinx het nog uit dat als de verkiezingsuitslag in Vlaanderen nog maar in de buurt zou komen te liggen van wat de laatste peiling van Vers l'Avenir weergaf, er wel eens gevaar zou bestaan voor een vervlaamsing van Brussel. Ja, stel je dat eens voor zeg! «Brüssel Vlaams, ça jamais!», was dat niet ooit de verkiezingsslogan van een partij waar Laurette Onkelinx deze keer als het even kan liever niet mee onder de federale lakens wil duiken? Dat de noodkreet dan nog eens komt van de volledig verwaalste dochter van een Vlaamse inwijkeling maakt de zaak niet minder ironisch. Wie haar op TV al eens bezig gezien heeft wanneer ze zich nog eens verplicht voelt de taal van haar vader in de mond te nemen, weet genoeg. Maar misschien is Laurette Onkelinx ondertussen wel verveld tot een Brussels stadslandbouwster, die als puntje bij paaltje komt even goed geen centimeter heilige verfranste grond wil afstaan? Rudy Aernoudt kan er bij een volgend interview misschien ook eens zijn licht over laten schijnen…

dinsdag, mei 11, 2010

N-VA grootste partij in Vlaanderen?

Vers l'Avenir publiceerde verleden week de resultaten van een nieuwe opiniepeiling. Die bevatte voor Vlaanderen een sensationeel resultaat: N-VA zou immers de grootste partij in Vlaanderen worden. In combinatie met de pas aangekondigde overstap van Siegfried Bracke kon moeilijker duidelijker geïllustreerd worden dat het de partij op dit ogenblik bijzonder goed voor de wind gaat. Maar wat zijn de resultaten van deze peiling eigenlijk waard?

Het is misschien goed de bespreking van deze peiling aan te vatten met enkele droge cijfers. Die cijfers zeggen immers dat voor het Vlaamse luik van deze peiling amper 700 mensen ondervraagd werden, en 27,3% van hen antwoordden dan nog dat zij nog niet wisten op welke partij zij zouden stemmen. Dit betekent dat de resultaten voor Vlaanderen gebaseerd zijn op de antwoorden van amper 500 ondervraagden, wat een foutenmarge van meer dan vier procent oplevert. Daaruit volgt dat enkel de spectaculaire vooruitgang van N-VA statistisch significant genoemd kan worden. Zelfs de dramatische achteruitgang van de CD&V met vier procent valt nog binnen de foutenmarge.

Dat alles neemt natuurlijk niet weg dat in de huidige omstandigheden een spectaculaire vooruitgang voor N-VA en een dramatische achteruitgang voor CD&V niet helemaal ongeloofwaardig zijn. Voor de andere middelgrote partijen (Vlaams Belang, Open Vld en sp.a) houdt de peiling in feite een status quo in. Ook Groen! blijft in feite status quo, terwijl Lijst Dedecker praktisch zou halveren en onder de kiesdrempel terecht komt. Het is echter duidelijk dat die laatste partij het vandaag moeilijk heeft, en het aannemelijk lijkt dat een groot deel van haar aanhang opgeslokt zou worden door N-VA. De media-aandacht heeft zich de afgelopen jaren inderdaad verplaatst van Jean-Marie Dedecker naar Bart de Wever.

Een extrapolatie van de resultaten van deze peiling naar het Vlaams Parlement toont aan dat de machtsverhouding er met deze uitslag grondig gewijzigd zouden worden. De N-VA zou er met voorsprong de dominante partij worden, en met recht de post van minister-president in de Vlaamse regering kunnen opeisen. Het laat zich raden wat voor gevolgen dat zou hebben voor het «samenwerkingsfederalisme» waar CD&V de mond vol van heeft.

Misschien interessanter in het licht van de komende federale verkiezingen zijn de kansen voor een zogenaamde olijfboomcoalitie met CD&V, sp.a en Groen! om een regering te kunnen vormen. De extrapolatie geeft aan dat die coalitie in het Vlaams Parlement acht zetels te kort zou komen, en voorlopig dus maar weinig kans maakt. Merk op dat dit geen conclusie is die specifiek is voor de extrapolatie van deze opiniepeiling, maar al jaren zo is. Bovendien kan aangenomen worden dat ook in de federale Kamer aan Vlaamse zijde een olijfboomcoalitie ver verwijderd zal blijven van een meerderheid in zetels. De luide dagdromen van enkele Franstalige politici over een federale olijfboomcoalitie – de heftigheid waarmee afspraken daarover ontkend worden spreekt boekdelen – toont nogmaals aan dat zij absoluut geen voeling schijnen te hebben met de politieke realiteit in het andere deel van dat land waar zij toch zo sterk vast aan willen houden.

Bijlage: Overzicht alle peilingen in Vlaanderen sedert 2004 en alle peilingen in Wallonië sedert 2006 (PDF).

zaterdag, mei 01, 2010

Waarom Leterme geen CD&V-kopman kon zijn

De Vlaamse journalisten werden (overigens net als ik) de afgelopen week verrast door de beslissing van de CD&V-top om voorzitster Marianne Thyssen naar voor te schuiven als kopman voor de komende verkiezingen. Wie alles eens nuchter op een rijtje zet, komt echter al snel tot de conclusie dat daar eigenlijk niets verrassends aan was. Of toch niet helemaal, want de positie van Yves Leterme binnen de CD&V is blijkbaar dan toch niet zo sterk dat hij als federaal eerste minister zijn ijdelheid zou kunnen laten primeren op het belang van de partij.

Eigenlijk werd er in de media nogal snel over de achtergrond van de beslissing van de CD&V-top heen gestapt, om snel te focusseren op de mogelijkheid dat België voor het eerst een vrouwelijk eerste minister zou kennen. Hier en daar werden wel wat brokstukken van die achtergrond aan de lezer aangereikt, maar de lezer die graag eens een volledig verhaal las, bleef op zijn honger zitten. Schonken de journalisten zelf die achtergrond niet voldoende aandacht, en vonden ze de zaak daarom het vermelden niet waard? Of komt het verhaaltje nogal ongelegen op een ogenblik dat de Belgische staat een régimecrisis ondergaat? Het is al lang genoegzaam bekend dat de vierde macht in Vlaanderen absoluut geen zin heeft om aan de poten van het Belgische establishment te zagen, vooral ook omdat ze daar zelf deel van uitmaakt. Daarom hieronder een poging om al de brokstukken eens te verzamelen, aangevuld met enkele persoonlijke vermoedens.

Laat we beginnen met een eenvoudige vaststelling: de manier waarop de verkiezingen voor de Senaat zijn ingericht vragen eigenlijk om een kandidatuur van de eerste minister – of correcter: werd precies daarvoor ook zo ingericht. CD&V koos er echter voor voorzitster Marianne Thyssen als kopman op de Senaatslijst te plaatsen, en zond Yves Leterme terug naar West-Vlaanderen. Dat laatste is gemakkelijk te verklaren: de uit Brussel verworpen West-Vlaming Yves Leterme zal ongetwijfeld een stevige score kunnen neerzetten in zijn eigen kieskring, en daarom nog niet meteen volledig vaarwel moeten zeggen aan de politiek. En om die reden zou de partij trouwens wel gek zijn als ze Yves Leterme niet zou uitspelen in West-Vlaanderen.

Waarom kon Yves Leterme echter geen dienst doen als kopman voor de CD&V? Een eerste reden zijn de kiescampagnes van zowel 2004 en 2007, met twee one-liners die Yves Leterme zélf lanceerde. Die twee one-liners – de «vijf minuten politieke moed» uit 2004 en de «wie gelooft die mens nog?» uit 2007 – zijn vandaag dodelijk voor hem, en je kan er gif op innemen dat zowel Vlaams Belang, N-VA als Lijst Dedecker ze bij elke denkbare gelegenheid gretig zouden gebruiken. In de praktijk zou het daarmee zo goed als onmogelijk geweest zijn voor Yves Leterme om nog deel te nemen aan een politiek TV-debat, zonder op één of ander tijdstip met één van die one-liners doodgeknuppeld te worden.

De tweede reden waarom Yves Leterme onmogelijk was als CD&V-kopman hangt nauw samen met die eerste reden. Yves Leterme stond immers voor zowel goed bestuur als het communautaire programma waarmee de CD&V zowel in 2004 als in 2007 naar de kiezer trok, maar staat vandaag ook voor het daaropvolgende verraad ervan. Van goed bestuur is zo goed als niets in huis gekomen – integendeel zelfs: asielbeleid is één grote puinhoop, net zoals begroting en justitie, en met creaturen als een Didier Reynders op Financiën of een Michel Daerden op Pensioenen hoeft daar verder zelfs geen tekeningetje meer bijgemaakt te worden. Brussel-Halle-Vilvoorde werd niet gesplitst, en zowel Yves Leterme als Herman van Rompuy smeekten ieder op een bepaald ogenblik de Franstaligen op hun blote knieën om toch maar een nieuw belangenconflict in te dienen teneinde de splitsing een beetje langer te kunnen uitstellen. Over een staatshervorming zullen we het dan nog niet hebben. Het schijnt dat daarvoor ooit wat borrelnootjes klaar hebben gelegen, maar verder dan de bezwering dat die borrelnootjes wel degelijk in een rek in een verre winkel klaar lagen kwam Yves Leterme niet. Als de Vlamingen borrelnootjes willen, zullen ze ze zelf moeten kweken in de plantentuin van Meise, wanneer die ooit gedefederaliseerd zal raken. Hoe dan ook, als je de verzinnebeelding bent van zo'n palmares, kan je moeilijk naar de kiezer trekken om te vragen het vertrouwen te vernieuwen.

Derde reden waarom Yves Leterme als lijsttrekker voor de Senaat voor de CD&V moeilijk ligt, is zijn score uit 2007 – de beruchte 800.000 stemmen. Omwille van de eerste twee redenen laat het zich raden dat Yves Leterme die score zelfs niet bij benadering zal kunnen evenaren. Zelfs als hij al 700.000 voorkeurstemmen zou halen, wat in de huidige omstandigheden al een enorme prestatie én verrassing zou zijn, zal hij na de verkiezingen niet aan de onderhandelingstafel verschijnen als de man met 700.000 stemmen achter zich, maar de man die er 100.000 verloor. Eis op die manier maar eens de portefeuille van eerste minister op, zeker als de PS in de Kamer de grootste fractie zou worden en ze met voorzitter Elio di Rupo in Wallonië wél een goed resultaat zou neerzetten. Zelfs al zou Marianne Thyssen amper 400.000 voorkeurstemmen halen, dan nog zal niemand het aandurven die al te nadrukkelijk te vergelijken met de 800.000 van Yves Leterme, omdat die vergelijking nu eenmaal niet zo goed opgaat.

Ziedaar mijn drie redenen waarom Yves Leterme onmogelijk was als kopman voor de CD&V voor de komende verkiezingen: zijn one-liners uit de twee vorige campagnes, zijn kiezersbedrog uit de twee vorige campagnes, en het stemmenresultaat van zijn laatste campagne. Zou het echter kloppen dat Yves Leterme dit ook zélf inzag – in een zelden moment van zinsverheldering en contact met de werkelijkheid? De partij wil het zo laten voorkomen, en het bespaart Marianne Thyssen in elke politiek debat te moeten verklaren waarom zij Yves Leterme aan de kant heeft gezet, maar veel geloof kan ik daar echt niet aan hechten. Yves Leterme is een politicus, en daar dus veel te ijdel voor, en bovendien als CD&V-politicus te gehecht aan de macht. Het lijkt me daarom een pak waarschijnlijker dat de CD&V-top Yves Leterme deed inzien dat hij de partij alleen maar schade kon berokkenen als lijsttrekker voor de Senaat, en het daarom ook in zijn eigen belang was om zich terug te trekken in West-Vlaanderen als hij graag nog federaal minister zou zijn na de verkiezingen. Een voortgezet premierschap zat er voor hem hoe dan ook niet meer in, en het risico dat hij opnieuw zou moeten vegeteren als senator uiterst reëel. Dat vooruitzicht zal voor hem ongetwijfeld afschrikwekkend genoeg geweest zijn om zich dan maar neer te leggen bij de beslissing van de CD&V-top.

Wat waren vervolgens voor de CD&V de alternatieven voor Yves Leterme? Als de federale eerste minister geen kopman kan zijn voor de federale verkiezingen, komt automatisch de Vlaamse minister-president in beeld. Kris Peeters is echter nog maar net aan zijn tweede Vlaamse regering begonnen, en lijkt zich ondanks de nodige problemen en strubbelingen in de Vlaamse Regering – hoe zit het nog met de Lange Wapper? – redelijk goed te voelen in zijn rol. Bovendien zal misschien het lot van Yves Leterme uit 2007 indachtig geweest zijn, en daarom maar liever gepast hebben voor een vervolg daarop. Federaal minister van Buitenlandse Zaken Steven Vanackere zou een ander alternatief geweest zijn, en de geruchten willen dat hij klaargestoomd werd om ooit de fakkel van Yves Leterme over te nemen. Vermoedelijk komen voor hem de verkiezingen wat te vroeg, want zoveel naambekendheid geniet hij nog niet, ondanks enkele verwoede pogingen van Karel de Gucht nog niet zo lang geleden om dat probleem op te lossen. Bovendien zou Steven Vanackere als CD&V-kopman een te zware en vooral ook te openlijke defenestratie van Yves Leterme inhouden. Men kan echter wel verwachten dat hij een grotere rol toebedeeld zal krijgen bij de volgende federale verkiezingen in 2014 (of eerder).

Maakt Marianne Thyssen veel kans om effectief de eerste vrouwelijke eerste minister van België te worden? Dat zal in de eerste plaats afhangen van de score van zowel haar partij als die van de PS. Mijn vermoeden is dat CD&V op een verlies van minstens twee tot drie procent afstevent, en dus gehavend uit de strijd zal komen tegenover een versterkte PS. Bovendien denk ik niet dat Marianne Thyssen persoonlijk een score zal kunnen neerzetten waardoor zij, zoals Yves Leterme in 2007, persoonlijk incontournable zou worden. Er zullen ongetwijfeld enkelen zijn die haar alleen al omwille van het feit dat ze een vrouw is een voorkeurstem zullen geven, en het is duidelijk dat sommige journalisten de afgelopen dagen behoorlijk de trappers verloren alleen al bij de gedachte dat een niet-man eindelijk eens eerste minister van België zou kunnen worden. Ik vermoed dat dat snel zal overgaan wanneer zij zullen ontdekken dat Elio di Rupo zowel Franstalig, socialist, homoseksueel als tweede-generatie immigrant is, en daarom in de politiek-correct rangorde minstens vier trapjes hoger staat dan Marianne Thyssen.

De vergelijking die Bart Brinckman maakte tussen Marianne Thyssen en Hillary Clinton gaat echter m.i. verder op dan hij misschien wel zelf vermoedt. Indien je de Amerikaanse presidentsverkiezingen zuiver op competentie, politieke ideologie en campagneteam zou kunnen winnen, was zij vandaag ongetwijfeld de eerste vrouwelijk president van de Verenigde Staten geweest. Haar probleem was echter dat zij haar imago tegen zich had. Vrouwen zagen haar niet als de ultieme vrouwelijke kandidaat waar zij zo lang op gewacht hadden, en gaven haar te weinig steun om haar kandidatuur te kunnen doordrukken. Erger was haar negatief imago bij mannen. Zoals een commentator het uitdrukte: zij herinnerde mannen te veel aan hun lastige schoonmoeder, en sommige democraten vreesden er dan ook voor zelfs tegen hun eigen wil in met een stem voor de republikeinse kandidaat uit het stemhokje te komen als Hillary Clinton de democratische presidentskandidaat zou geweest zijn.

Ik vrees dat Marianne Thyssen wel eens met een gelijkaardig probleem te kampen zou kunnen krijgen. Niet dat ze mij aan mijn schoonmoeder zou herinneren – die verschijnt daarvoor veel te weinig op TV en heeft bovendien niet bepaald de gewoonte te staan liegen of het gedrukt staat. Het beeld dat Marianne Thyssen echter bij mij oproept is dat van een schooldirectrice, die in de klas even komt uitleggen waarom die domme en stoute leerlingen wat braver en rustiger zouden moeten zijn, en vooral wat meer zouden moeten leren hun mond te houden en te doen wat hen verteld wordt. Vooral dan door haar. Zij weet het immers allemaal beter. En in ieder geval veel beter dan snotneuzen zoals Alexander de Croo of Bart de Wever met hun grote bek. Of je daarmee in Vlaanderen veel stemmen kan halen, zullen we in juni pas weten. Ik hoop alvast van niet, want Vlaanderen kan het zich niet veroorloven nog eens vier jaar federaal bij de bok gezet te worden door een CD&V-premier. Of première.