zaterdag, augustus 21, 2010

Vlamingen mogen straks niet meer buiten de Franstalige omheining blaffen

De Franstalige strategie van de omheining (perimeter) kan niet anders dan meesterlijk genoemd worden. Enerzijds moeten de Vlamingen vandaag, nog voor de échte onderhandelingen over de volgende staatshervorming van start zijn gegaan, al plechtig beloven dat ze geen nieuwe eisen meer zullen stellen buiten het lijstje dat de komende dagen opgesteld zal worden. De Franstaligen hoeven echter nergens te beloven dat in elk van de domeinen bínnen de omheining uiteindelijk aan de Vlaamse eisen voldaan zal worden.

De gretigheid waarmee de media het woord «perimeter» van de Franstalige partijen hebben overgenomen is opvallend. Niet dat ik rouwig ben om het einde van de discussies over de menu's, borrelnootjes, lepels suiker en vette vissen, maar een «perimeter», wat is dat eigenlijk? Net zoals een menu is het niet meer dan een beperking, een afbakening van welke eisen de Vlaamse partijen tijdens de echte onderhandelingen nog op tafel zullen mogen leggen. Maar net zoals de menu nergens garandeerde dat er uiteindelijk een akkoord uit de bus zou komen, doet ook een perimeter dat niet. Wanneer een domein toegevoegd wordt aan de perimeter, kan dat in tegenstelling tot de indruk die men in Vlaamse media probeert te wekken dan ook geen toegeving inhouden van Franstalige kant, enkel een niet-toegeving van Vlaamse kant.

Het is daarbij belangrijk te onthouden wat voor vlees men in de Franstalige kuipen heeft wanneer de echte onderhandelingen van start zullen gaan. In het bijzonder de cdH-kuip, met daarin Joëlle Milquet, wekt wantrouwen op. Als de laatste drie jaar als referentie mogen genomen worden, is het duidelijk wat haar strategie de komende weken en maanden zal zijn, eens er een akkoord over die omheining gemaakt is. Voor zover ze de onderhandelingen al niet met de regelmaat van de klok volledig zal blokkeren, zal ze telkens weer proberen die omheining naar binnenin te verplaatsen. Tot de Vlamingen alleen nog maar kunnen blaffen waar ze volgens haar ook thuishoren: veilig in hun hok, waar ze hen zelfs niet hoeft te zien.

Aanleidingen zullen er trouwens genoeg zijn: hier een kaartje dat niet duidelijk genoeg onderstreept dat Brussel geen deel van Vlaanderen uitmaakt, nooit uitgemaakt heeft en ook nooit zal uitmaken, daar een Franstalige burgemeester die niet benoemd raakt, of desnoods een Franstalige die in Herentals of Eeklo in de verkeerde richting gestuurd werd omdat hij de weg vroeg in het Frans. Dan zal het vertrouwen van de Franstaligen – mag ik hen «kaakslagfranstaligen» noemen? – immers weer hersteld moeten worden met een Vlaamse geste. De Franstaligen zullen daarbij zelfs zo vriendelijk zijn de Vlamingen zelf de keuze te laten welke toegeving ze elke keer zullen doen.

Over kaakslagfranstaligen gesproken: vandaag lopen zij er naar het schijnt «getraumatiseerd» bij omdat Bart de Wever eerder deze week de financieringswet op tafel had gegooid. Benieuwd welke compensatie zij zullen eisen om over hun trauma heen te raken. De Vlamingen hebben nochtans oneindig veel meer redenen om er «getraumatiseerd» bij te lopen, want het voorstel tot wijziging van de financieringswet dat Elio di Rupo op tafel legde, was niet bepaald van de poes. Terwijl de Vlamingen heel voorzichtig een inperking van de enorme geldstromen van Noord naar Zuid vroegen, probeerde hij en stoemelings die geldstromen nog wat te vergroten. Niemand mag armer worden van een herziening van de financieringswet, is het mantra van de Franstaligen, terwijl ze net een hold-up op de Vlaamse Gemeenschap hebben proberen uit te voeren. Kers op de taart was de herziening van de Brusselse verdeelsleutel, van 80/20 naar 93/7, een regelrechte provocatie aan het adres van de Vlamingen.

Want laten we het eens hebben over die Brusselse verdeelsleutel. In de Noord-Belgische pers bleef het daarover immers opvallend stil. Wou men geen olie op het communautaire vuur gooien? Of heeft men zoveel schroom over de Brusselse realiteit dat men het potje liever gedekt houdt voor de lezers? De Franstaligen zijn in ieder geval niet te beroerd om die realiteit te misbruiken en een verdoken talentelling uit te voeren aan de hand van de belastingbrieven. Laten we een kat echter een kat noemen: zou een verdeelsleutel 43/7/50 al niet veel dichter bij de Brusselse waarheid zitten dan 80/20 of 93/7? Ik laat het aan de lezer over te raden welke gemeenschap ongeveer 50% van de Brusselse bevolking uitmaakt, maar de Vlaamse schroom hierover laat de Franstaligen toe nog eens te proberen stevig in de Vlaamse geldbuidel te tasten. Een kleine kanttekening hierover had mijns inziens niet misstaan in de Vlaamse pers, maar hoe gebeten om te weten zij ook beweren te zijn, gebeten om te informeren zijn ze in ieder geval niet. Zij kozen liever voor het schuldig verzuim, kwestie van geen slapende honden wakker te maken.

vrijdag, augustus 20, 2010

Koninklijke trukendoos raakt stilaan leeg

Ik benijd hem zijn baan niet: koning Albert II moest gisteren en vandaag even werken voor de kost. Nu goed, Bart de Wever en Wouter Beke zijn bij mij ook altijd welkom voor een kopje koffie of een tas thee, maar sommigen van de andere partijvoorzitter zie ik toch liever ergens anders binnenstappen. De voorbije taak van de koning moet echter ernstig genomen worden, want nooit eerder stond België zo dicht bij een finale breuk. In tegenstelling tot 2007 zijn de opties vandaag immers bijzonder beperkt moest het mislopen met de preformatie-opdracht van Elio di Rupo.

Het moet zijn dat het toch niet helemaal snor zit met die preformatie-opdracht van Elio di Rupo. Als alles koek en ei was geweest tussen de zeven partijen die deelnemen aan de onderhandelingen, zou een verlenging van de opdracht misschien wel nodig geweest zijn, maar geen pauze zoals nu het geval was, waarbij de partijvoorzitters één voor één in Laken op het matje geroepen worden. Duidelijk is hiermee in ieder geval dat Elio di Rupo deze week veel dichter bij een mislukking dan een succes stond. Blijkbaar hebben de Franstaligen aan Bart de Wever een bijzonder lastige klant. Een Vlaming die niet bereid is zijn eigen moeder te verkopen, maar zelfs verlangt dat de Franstaligen eerst hún moeder zouden verkopen voor de postjes, dat hadden ze nog nooit meegemaakt. Zelfs de persoonlijke band tussen Bart de Wever en Elio di Rupo, en het «herenakkoord», konden daar niets aan verhelpen. Zou ik me dan toch in Bart de Wever vergist hebben?

En daarmee zat koning Albert II dus met de gebakken peren. Voor hem zat er eigenlijk niet veel anders op dan zijn uiterste best te doen om de plooien tegen zaterdag zo glad mogelijk gestreken te kregen, als hij niet nog voor het einde van dit jaar onvrijwillig op pensioen gesteld wil worden. Want waar we in 2007 nog gemakkelijk een plan of vijf–zes uit onze mouw konden schudden als alternatieven voor oranje-blauw, zijn vandaag de mogelijkheden en alternatieven zeer beperkt. Daar heeft vooral de Vlaamse kiezer voor gezorgd, maar ook de wereldeconomie heeft een handje meegeholpen. Overlopen we de verscheidene alternatieven:
  • Als Elio di Rupo lukt in zijn opdracht, is er natuurlijk niets aan de hand, en zijn de meubelen weer eens voor vier jaar gered. Tenminste, als er niet opnieuw vroegtijdig een kink in de kabel komt.
  • Als Elio di Rupo mislukt in zijn huidige opdracht, is het natuurlijk altijd nog mogelijk een andere coalitie op de been te brengen. De Vlaamse kiezer heeft er echter voor gezorgd dat als noch Vlaams Belang noch N-VA meedoen, alleen nog een tripartite of zelfs een regering van nationale eenheid over werkbare meerderheden beschikken. Een tripartite zou daarbij aan Vlaamse kant niet eens over een meerderheid beschikken. Zo'n scenario vergt echter wel dat bij CD&V de belgicistische vleugel opnieuw de overhand zou halen – iets wat niet uit te sluiten valt, maar op relatief korte termijn (2012!) voor de partij wel eens fataal zou kunnen zijn.
  • Een minderheidskabinet, gedoogd door N-VA, of N-VA en CD&V, is misschien theoretisch een mogelijkheid, maar al bij al bijzonder onwaarschijnlijk. Waarom zou bijvoorbeeld N-VA zo'n minderheidskabinet steunen, om nog maar te zwijgen over hoe zoiets een N-VA-partijcongres zou kunnen overleven.
  • Een zakenkabinet zou drie jaar geleden nog mogelijk geweest zijn, maar dankzij de bankencrisis hebben figuren als een Étienne Davignon veel glans verloren, en zijn anderen zoals bijvoorbeeld een Maurice Lippens zelfs volledig weggevaagd. Zo'n zakenkabinet zou dus geen enkele legitimiteit meer hebben, en is daarom een troefkaart waar de koning niet meer over beschikt.
Als Elio di Rupo zou mislukken, hetzij als preformateur, hetzij als formateur, lijkt het meest waarschijnlijke scenario op dit ogenblik eerst een nieuwe stoet van partijvoorzitters naar Laken, daarna gevolgd door enkele Ministers van Staat. Het is daarbij best mogelijk dat één van hen ijdel en vooral gek genoeg is om zich ook nog eens te laten benoemen voor één of andere opdracht met een titel die geen kat nog serieus kan nemen, kwestie van alweer een paar dagen of weken tijd te kunnen winnen. Die tijd kan dan gebruikt worden om Bart de Wever en de N-VA in de Noord-Belgische pers zoveel mogelijk te discrediteren, terwijl het ACW de druk op de CD&V kan opvoeren om toch maar in een nieuwe federale regering te stappen en de Franstaligen hun zin te geven. Maar als ook dat niet lukt, lonken nieuwe federale verkiezingen. Wat die zouden kunnen veranderen, is onduidelijk, en het risico is zelfs levensgroot dat de N-VA er nog een paar procenten bij zou doen.

De koninklijke trukendoos raakt dus stilaan leeg. Aan Vlaamse zijde lijkt het erop dat de partijen deze keer niet van plan zijn zich zomaar met een kluitje in het riet te laten sturen. Aan Franstalige kant scheert de razernij dan weer toppen, al was het maar omdat men zich herkent in Bart de Wevers onderhandelingstactiek: spiegel een Franstalige een postje voor, zodat hij de kastanjes uit het vuur moet halen en voor toegevingen moet zorgen, en leg dan op het einde van de onderhandelingen nog gauw een fundamentele eis op tafel waarvan iedereen al lang had aangenomen dat er niet meer over gesproken zou worden. Kan dit eigenlijk nog wel goed aflopen?

maandag, augustus 09, 2010

«Elio»

Het vooruitzicht op een slecht Nederlands sprekende Franstalige immigrant als Belgisch eerste minister, die op de koop toe ook nog homoseksueel én socialist is, doet de politiek-correcte elite in Noord-België ondertussen al enkele weken watertanden. De peiling van Het Nieuwsblad/De Gentenaar kon het niet beter illustreren. Maar wat me echt zorgen baarde, was dat ene woordje in de reactie van Bart de Wever, daar waar er minstens twee hadden moeten staan…

Hoe doe je dat eigenlijk: in volle vakantieperiode een peiling afnemen die betrouwbaarder is dan een snelle rondvraag onder gelijkgestemde geesten in het redactielokaal? Ik neem dus mijn hoed af voor de krant Het Nieuwsblad/De Gentenaar, die het voor mekaar speelde zelfs voor de kiespublieken van iedere Vlaamse partij, inclusief het kleine broertje Lijst Dedecker, een resultaat samen te stellen waarvan niemand het in zijn hoofd zou halen er vraagtekens bij te zetten. Zeker ik niet, vooral dan omdat het geleverde resultaat – ik schreef bijna «bestelde» – toevallig heel erg meevalt. Je vraagt je inderdaad af waarop die Vlaamse onderhandelaars eigenlijk nog zitten te wachten om zich volledig te onderwerpen aan het premierschap van Elio di Rupo. Het is toch meer dan duidelijk dat heel Vlaanderen al enkele weken iedere morgen hoopvol de krant openslaat of smachtend het radionieuws aanzet in de hoop te mogen vernemen dat Elio di Rupo eindelijk formateur geworden is. Of liefst nog meteen eerste minister. Dat is toch wat ik afleid uit de resultaten van die peiling, maar het kan ook zijn dat ik het allemaal niet zo goed begrepen heb.

Wat ik wel begrepen heb, en wat me een pak meer verontrust, was de reactie van Bart de Wever op de resultaten van die peiling. Want alles wel overwogen, de invloed van de Noord-Belgische media op de Vlaamse bevolking dient ook weer niet overschat te worden. Maar in de reactie van Bart de Wever zat dus wel een klein woordje verborgen, dat meer vertelde dan alle resultaten van alle peilingen samen: «Elio». Niet «Di Rupo» of «Elio di Rupo» dus, maar gewoon «Elio». Als kameraden onder mekaar. Blijkt dat straks twee maanden onderhandelen dan toch al een eerste resultaat opgeleverd heeft. Oef!

Want het is maar een klein woordje, misschien zelfs een verspreking, maar het is wel veelbetekenend. Het legt immers het resultaat van een lang psychologisch proces bloot. Waar is de tijd dat Bart nog waarschuwde voor een «verstrikking» van Vlaanderen? En kan wie vandaag nog «Elio» zegt, morgen de voorstellen van «Di Rupo» afwijzen als onaanvaardbaar, ja zelfs onredelijk? Nog los van het feit dat ik me hoe dan ook mateloos erger aan dit soort van familiariteiten, zou ik me toch een pak geruster voelen als de Vlaamse onderhandelaars iets meer afstand zouden bewaren tegenover hun Franstaligen collega's zo lang er geen werkelijk akkoord – en geen akkoord om te onderhandelen over een akkoord – op tafel ligt.

zondag, augustus 08, 2010

Nog meer federale poppetjes: CD&V en N-VA

Deze week verschenen er in de media berichten over de CD&V-poppetjes: menig CD&V-mandataris zou Yves Leterme liever niet zien weerkeren naar de federale regering, ook niet als zogenaamd vakminister. Meteen werd er ook bericht over de andere ministeriabelen van de CD&V, waaruit blijkt dat de meesten verwachten dat alvast Inge Vervotte wél federaal minister zal blijven. Maar wat met de N-VA-poppetjes?

Deze week deed het gerucht de ronde dat de top van de CD&V op zoek zou zijn naar een oplossing voor het «probleem-Leterme». Eén van de geschetste oplossingen was het gouverneurschap van West-Vlaanderen; een andere geciteerde oplossing bestond eruit hem op één of andere manier naar «Europa» te versassen. Hoe dan ook was het duidelijk dat als Yves Leterme wil terugkeren naar de federale regering, hij daar nog stevig zal moeten voor vechten. De vraag is echter misschien eerder of dat niet een op voorhand verloren strijd is – we merkten enkele dagen geleden al op dat het erop lijkt dat Vlaams minister-president Kris Peeters op dit ogenblik de controle over de CD&V heeft – maar anderzijds kan Yves Leterme natuurlijk wel proberen zijn huid zo duur mogelijk te verkopen.

Het fundamentele probleem van de CD&V is dat zij veel te veel kandidaten heeft voor veel te weinig postjes. En dat is nu eenmaal het lot van partijen die een verkiezingen verliezen, ja zelfs zwaar verliezen. Wanneer (en als?) er een federale regering gevormd zal kunnen worden, zal de CD&V waarschijnlijk recht hebben op maar twee ministerportefeuilles, daar waar zij er vandaag over maar liefst vijf beschikt. Dat betekent dat minstens drie van de huidige CD&V-ministers niet zullen kunnen terugkeren als federaal minister, en dat dan nog in de veronderstelling dat er geen nieuw gezicht opduikt. We overlopen even het rijtje met mogelijke kandidaten.

De duidelijk zwakste kandidaat is Stefaan de Clerck. Als hij zou terugkeren, zou dat te danken moeten zijn aan één of ander regionaal evenwicht dat gerespecteerd moest worden, of moeten gebeuren als compromisfiguur nadat de sterkere kandidaten mekaar geëlimineerd hebben. Ook Pieter de Crem geef ik weinig kansen om terug te komen, al staat hij vermoedelijk iets sterker dan Stefaan de Clerck. Inge Vervotte maakt niet bepaald een goede indruk als federaal minister – ook als Vlaams minister deed zij het eigenlijk helemaal niet zo best – maar als enige vrouw in het gezelschap lijkt het me onwaarschijnlijk dat zij niet zou terugkeren. Het ontslag van Marianne Thyssen als voorzitter van de CD&V verhoogde ongetwijfeld sterk de kansen van Inge Vervotte op een nieuwe federale ministerportefeuille. Blijven nog over: de reeds hierboven vermelde Yves Leterme, en huidig vice-premier Steven Vanackere. Dat Steven Vanackere een ACW-stempel heeft net zoals Inge Vervotte speelt ongetwijfeld tegen hem, net zoals zijn belgicistische achtergrond in het geval Kris Peeters werkelijk op dit ogenblik de lakens uitdeelt binnen de CD&V. Maar hem niet opnieuw opnemen in de federale ploeg wanneer ook Yves Leterme al moet verdwijnen, lijkt me eerder onwaarschijnlijk. Bovendien is een combinatie van Inge Vervotte en Wouter Beke voor de CD&V veel te licht in een regering waarin ook Elio di Rupo, Laurette Onkelinx en Joëlle Milquet zullen zitten.

Waar men het in de media nog niet over gehad heeft, zijn de poppetjes die de N-VA zal afvaardigen. Of toch: Bart de Wever zou er de voorkeur aan geven partijvoorzitter te blijven, al was het maar omdat het op die manier voor hem gemakkelijker zou zijn om de N-VA voortijdig uit de federale regering terug te trekken, als dat nodig moest blijken. Het valt echter af te wachten of die positie houdbaar zal blijven, zeker als vrijwel elke andere partij haar voorzitter wél naar de federale regering stuurt. Eigenlijk heeft alleen de CD&V op dit ogenblik een goed excuus om dat niet te doen: ze heeft immers geen voorzitter, alleen maar een interim-voorzitter.

Wie zijn de andere mogelijke kandidaten voor de vier ministerportefeuilles die de N-VA zullen toekomen? Danny Pieters is al benoemd tot voorzitter van de Senaat, en het zou me sterk verbazen als hij daar niet zou blijven zitten. Enig aanvaardbaar excuus om hem toch naar de federale regering te verhuizen zou moeten zijn dat de N-VA één of andere portefeuille toegespeeld zou krijgen die werkelijk het neusje van de zalm zou zijn voor Danny Pieters, maar anders slaat de partij wel een behoorlijk mal figuur. Wie ik wel vrijwel zeker als federaal N-VA-minister zie opduiken, is Frieda Brepoels. Zij werd verleden jaar reeds genoemd als mogelijk Vlaams minister, en haar nogmaals overslaan zou Bart de Wever een personeelsprobleem opleveren. Bovendien is zij één van de weinige vrouwen aan de top van de N-VA, en ook qua competentie zou het een flater zijn haar niet in de federale regering op te nemen.

Een figuur die zeker niet onvermeld kan blijven, is de lijsttrekker uit Oost-Vlaanderen, Siegfried Bracke. Een half jaar geleden dacht hij waarschijnlijk zelf nog dat hij eigenlijk bij de sp.a thuishoorde, maar sindsdien heeft hij zich dus zoals bekend een N-VA-lidkaart aangeschaft. Probleem is daarom echter dat zijn carrière binnen de N-VA misschien wel net iets te snel in stijgende lijn gaat, en dat kan voor problemen zorgen binnen de rest van de partij. Anderzijds kan je een figuur als Siegfried Bracke moeilijk op de bank laten zitten. Vermoedelijk wordt hij toch federaal minister, maar zal hij niet de zwaarste post toegespeeld krijgen.

Welke andere figuren ministeriabel zijn binnen de N-VA is echter een beetje koffiedik kijken. Over zoveel topfiguren beschikt de partij, die nog niet zoveel jaren geleden nog worstelde met de kiesdrempel, per slot van rekening toch ook niet. Ik wil echter toch zeker Ben Weyts vermelden, bij het grote publiek misschien niet zo bekend, maar toch al jarenlang een trouwe kracht binnen de partij. Bij de verkiezingen was hij lijsttrekker in Brussel-Halle-Vilvoorde, en ondertussen nam hij ook al deel aan de regeringsonderhandelingen. Verder ook Jan Jambon, die de Antwerpse lijst trok en misschien gebruikt kan worden als compensatie voor Vlaamse toegevingen in het regeringsprogramma. Jan Jambon beschikt immers over wat ik een bibliotheek Vlaamse geloofsbrieven zou durven noemen, die de radicalere achterban van de N-VA misschien wel zou kunnen verzoenen met – ik zeg maar wat – het uitstel van de splitsing van delen van de Sociale Zekerheid. Het risico bestaat echter dat hij onaanvaardbaar is voor sommige Franstaligen, en daarom misschien wel beter zou passen in de Vlaamse regering.

Vlaamse regering? Inderdaad, een mogelijkheid die ik niet onvermeld wil laten, is een overplaatsing van Geert Bourgeois naar het federale niveau. Ideaal zou het niet zijn na de eedafleggingscarrousel van een paar weken geleden, maar hij is wel nu eenmaal de man met de meeste ministerervaring van de N-VA. Zo iemand wil je dan ook zetten op de plaats waar het risico op storm de komende maanden en jaren het grootst is, en niet op een relatief rustige post in de Vlaamse regering.

Ziedaar de mogelijkheden waarover Bart de Wever beschikt. Veel meer ernstige kandidaten dan er posten zijn heeft hij uiteindelijk niet, tenzij hij opnieuw een wit konijn uit zijn hoed zou willen toveren, zoals hij met Philippe Muyters deed. En zelfs als Bart de Wever zelf mee zou stappen in een nieuwe federale regering, moet er nog altijd iemand het partijvoorzitterschap van de partij overnemen. Het is echter duidelijk dat zijn probleem een grootteorde minder moeilijk is dan het probleem van de CD&V. Daar wordt het uitkijken óf Yves Leterme zal kunnen terugkeren naar de federale regering, en indien niet, wie in zijn plaats zal komen, en welke troostprijs hij zelf uit de brand zal weten te slepen.

maandag, augustus 02, 2010

Zouden de Vlaamse partijen het dan wél al begrepen hebben?

Het relaas van de onderhandelingen van de afgelopen week, zoals zaterdagochtend geschetst in De Standaard, was natuurlijk leuke en lichte ontbijtlectuur om het week-end te starten. Maar achteraf blijven toch wel enkele elementen en passages uit dat relaas hangen, om te kristalliseren tot de volgende vraag: de Vlaamse partijen klagen dat de Franstalige partijen nog altijd niet begrepen hebben wat er op 13 juni in Vlaanderen gebeurd is, maar zouden ze het eigenlijk zélf wel begrepen hebben?

We schrijven ondertussen al vijftig – 50 – dagen na de federale verkiezingen, en voor zover we weten staan de federale regeringsonderhandelingen inhoudelijk nog nergens. En er zijn goede redenen om aan te nemen dat ze inhoudelijk wel degelijk nog nergens staan. Ten eerste bevat het relaas nergens ook maar de minste details over voorstellen waarover gediscussieerd werd. Het gaat immers vrijwel uitsluitend over de atmosfeer, persoonlijke relaties, donderpreken en uitbranders. Alleen De Morgen berichtte over een gerucht dat er een voorstel zou zijn over de splitsing van de kinderbijslagen, maar of die splitsing naar de gewesten of de gemeenschappen zou worden doorgevoerd, daar was nog discussie over. Over de financiering van Brussel of de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde vernamen we tot nu toe nog helemaal niets. Behalve dan dat de Franstaligen misschien wel «veel verder dan in 2007» zouden staan, wat dat ook moge betekenen.

Bovendien zijn er de N-VA-leden en -mandatarissen, die, ongevraagd maar desalniettemin met veel ijver, bevestigen dat de onderhandelaars nog mijlenver van een akkoord staan. Of dat nu werkelijk iets is om trots over te zijn, vijftig dagen na de verkiezingen, is nog de vraag, zeker als een partij die het eens allemaal anders ging doen daarvoor mede verantwoordelijk is. Welke N-VA-kiezer zat hier immers op te wachten? Bovendien vraag ik me af of het werkelijk zo zou zijn dat Bart de Wever regelmatig in het partijblaadje van de N-VA verslag uitbrengt over welke puntjes al een akkoord zou bereikt zou zijn, en welke niet. Of nog: wat weten die N-VA-leden en -mandatarissen over wat er werkelijk tijdens die vergadering gebeurt of niet gebeurt?

Meer zelfs: wat weten zij, dat al die Wetstraatjournalisten niet weten, waardoor zij gedwongen zijn verhaaltjes neer te pennen die beter zouden staan in de boekskes dan in een «kwaliteitskrant»? Misschien is het wel een journalistieke samenzwering, over alle concurrerende media heen, om de indruk te wekken dat er wel vooruitgang geboekt zou worden? Morgen kunnen ze dan Bart de Wever en heel zijn N-VA afslachten als koppigaards die een kant-en-klaar communautair akkoord, met niet alleen veel vette vissen maar ook heelder varkens gebraden aan het spit, om over alle overdadige dessertjes en toetjes nog maar te zwijgen, afschoten, omdat ze, als Vlaams-nationalisten, nu eenmaal niet in staat zijn tot het sluiten van compromissen? Ik heb er zo mijn bedenkingen bij…

Maar er zijn tekens die meer zorgen baren. Zo was er bijvoorbeeld de reactie van de Franstaligen op de donderpreek van Bart de Wever – voor zover we de pers dus op haar woord mogen geloven. We citeren uit De Standaard: «‘Je speelt met vuur, dreigt het land te vernietigen. Besef je wel wat je doet?’, repliceren de Franstaligen.» Dat is al bij al een hoogst merkwaardige reactie. Blijkbaar hebben de Vlaamse partijen, en dan de N-VA als Vlaams-nationalistische partij in het bijzonder, na vijftig dagen onderhandelen de Franstaligen nog steeds niet aan het verstand kunnen brengen dat dreigen met het einde van België geen indruk meer maakt in Vlaanderen. Of zou mogen maken. En dat zij ook helemaal niet in een positie zitten om die dreiging te kunnen maken.

Bovendien volgde even daarna een uitval van Joëlle Milquet naar Wouter Beke, de interim-voorzitter van de CD&V. Heeft iemand ergens gelezen dat zij achteraf haar excuses heeft aangeboden? Of heeft moeten aanbieden? Waarom heeft Bart de Wever trouwens niet al lang Elio di Rupo laten verstaan dat Joëlle Milquet best een toontje lager zou schreeuwen als ze er bij wil blijven, want dat er anders wel alternatieven te vinden zijn? Het heet dat men bij de N-VA geïrriteerd is over het gedrag van Joëlle Milquet, maar ondertussen laat men wel maar betijen.

Meer zelfs, het lijkt erop dat Joëlle Milquet meer te zeggen heeft over het tempo van de onderhandelingen dan Bart de Wever en Elio di Rupo samen. Kwamen de geruchten over haar vakantie in Turkije niet enkele dagen vóór er een «semaine familiale» ingelast werd door de preformateur? Ik mag daar toch opnieuw een déjà vu-gevoel naar 2007 bij hebben? En wat met haar gezaag over groene regeringsdeelname, net zoals haar gezaag over de PS-deelname in 2007? In de regering-Leterme II – in werkelijkheid de regering-Milquet III, net zoals deze preformatie meer over een regering-Milquet IV dan een regering-Di Rupo I lijkt te gaan – slaagt er zij zelfs in eigenhandig de nummerplaten wit-rood, pardon, wit-robijn te houden. Tegen alle veiligheidsoverwegingen in dus, en ondanks het feit dat dat niet eens haar bevoegdheid is. Meer zelfs, zij verantwoordt haar beslissing met een eng-nationalistisch discours (of niet soms, kwaliteitsjournalisten?), en mijmert over het knipperen met de lichten in het buitenland, bij mijn weten nog steeds een ernstige verkeersovertreding (opnieuw: of niet soms, kwaliteitsjournalisten?). A propos, had ze het wat slimmer gespeeld, dan had ze de nummerplaten gewoon laten splitsen, en de Vlamingen hun zwart-geel gegeven. Dan riskeert ze immers aan de ene kant niet meer in het buitenland met haar lichten naar flamins te knipperen, terwijl aan de andere kant de verhoogde leesbaarheid van de Vlaamse nummerplaten de flitsgeldstroom naar het Zuiden alleen maar ten goede kon komen. Ze kan het misschien als Franstalige eis op de onderhandelingstafel leggen?

Maar terug naar de Vlaamse partijen. Na vijftig dagen onderhandelingen zit ik dus absoluut niet met de indruk dat de N-VA zélf wel begrepen heeft wat voor signaal de Vlaamse kiezer op 13 juni uitgezonden heeft. Wie wel de indruk geeft dat begrepen te hebben, is Kris Peeters. Voorlopig lijkt hij de overhand te hebben binnen de CD&V, zoals we dat kunnen afleiden uit het feit dat híj Wouter Beke bijstaat in de regeringsonderhandelingen, en niet bijvoorbeeld een Steven Vanackere of een Yves Leterme. Ik heb zo'n vermoeden dat het Kris Peeters is die ervoor zorgt dat de CD&V zich voorlopig niet laat betrappen op toegevingen aan de Franstaligen die niet eerst volledig gedekt zijn door de N-VA. De Belgische ACW-kiezers zal hij in 2014 hoe dan ook in zijn zak hebben, maar de N-VA speelt op dit ogenblik met geleend kapitaal van zowel CD&V als Vlaams Belang. De enige juiste strategie voor hem om ook na 2014 nog iets te betekenen, is daarom te proberen het CD&V-gedeelte van het N-VA-kapitaal terug te winnen. Bart de Wever zal aan hem nog een lastige klant hebben de komende weken.

Tot slot zou ik me even willen richten tot de N-VA-leden en -sympathisanten die op het Internet actief zijn, en elke uiting uit Vlaamse hoek die geen huldebetuiging aan het genie van Bart de Wever bevat aan een kritische lezing onderwerpen en eventueel van commentaar voorzien. Ten eerste, en voor alle duidelijkheid: ook ik beschouw me als een N-VA-sympathisant, om de eenvoudige reden dat ik het niet kan helpen dat ik veel sympathie heb voor Vlaams-nationalistische partijen die het goed menen met Vlaanderen. Ten tweede ben ik nogal pessimistisch aangelegd als het op Belgische communautaire onderhandelingen aankomt, maar hoop ik toch dat ik me nu al vijftig dagen lang op schandelijke wijze grondig vergis. Ik zie het echter als mijn taak te waarschuwen voor een mogelijke historische vergissing, te meer daar men voor zulke waarschuwingen niet bepaald op de Vlaamse pers hoeft te rekenen – integendeel zelfs. Maar belangrijker: ik hoop ten zeerste dat wanneer er een federaal regeerakkoord zal voorliggen, zij dat aan een even kritische lezing zullen onderwerpen, en ook dán hun stem zullen laten horen wanneer zij iets opmerken dat hen niet helemaal aanstaat. Misschien kan dan meteen ook verhinderd worden dat sommigen onder hen strootjes zullen moeten trekken, met dichtgeknepen neus zullen moeten stemmen, of met de dood in het hart.