dinsdag, juli 08, 2008

«Persoonlijke nota» Yves Leterme onaanvaardbaar

Brussel-Halle-VilvoordeVolgens de krant zou Le Soir zou Yves Leterme verleden week geprobeerd hebben de Franstaligen te paaien met een «persoonlijke nota», maar die werd door Philippe Moureaux van de PS vakkundig afgeschoten nog voor de nota goed en wel verdeeld was onder de Franstalige onderhandelaars. Vraag is echter of ook de Vlaamse onderhandelaars deze nota gezien hebben, en wat zij ervan vonden, want ook voor Vlaanderen kan de geschetste oplossing bezwaarlijk aanvaardbaar genoemd worden.

Zeker, de nota bevat een aantal zinnige dingen, met onder meer een overheveling van een aantal bevoegdheden van de Brusselse gemeenten naar het Brusselse Gewest. Een volledige fusie en afschaffing van de negentien «baronieën» zou natuurlijk het ideale zijn, maar een stap in de goede richting is toch ook al iets. Dat het Brussels Gewest vervolgens in gemeenschap beheerd en gefinancierd zou worden door Vlaanderen en Wallonië is ook al zo gek nog niet, en de analyse van de Franstaligen dat op die manier het Brusselse Gewest gedegradeerd zou worden is volledig correct. Dat dit voor hen onaanvaardbaar is hoeft echter niet te verwonderen – het is immers steeds hun uitdrukkelijke bedoeling geweest om van Brussel een sterk gewest te maken, als het dan toch niet volledig en exclusief ingelijfd kon worden bij het Waalse Gewest of de Franse Gemeenschap, om op die manier Vlaanderen in de Belgische federatie in een minderheidspositie te kunnen duwen. Die verworven positie nu afgeven gaat diametraal in tegen hun eis en hoop om het Brusselse Gewest niet alleen te kunnen versterken maar bovendien ook uit te breiden ten koste van Vlaams grondgebied.

Aan de andere zijde staan natuurlijk de Vlaamse toegevingen die deze nota bevat. Om te beginnen de corridor, die door Yves Leterme gereduceerd wordt tot een weg die in gemeenschap beheerd wou worden door het Vlaamse en het Waalse Gewest. Daarmee zijn we natuurlijk helemaal in een Berlijns corridorscenario beland. Erger is dat op die manier inderdaad een corridor over Vlaams grondgebied geschapen wordt, zonder trouwens aan de Franstalige eis tegemoet te komen: zij willen immers een corridor die ten eerste volledig en dus exclusief uit Vlaanderen onttrokken wordt, en die ten tweede breed genoeg is zodat Brussel in een Wallobrux-constructie geen exclave meer zou zijn. Dat laatste betekent onder meer dat de corridor er op een kaart niet uit mag zien als een ellendig streepje, en dat het mogelijk moet zijn in die corridor een bebouwing te scheppen die het Waalse Gewest kan aaneensluiten met het Brusselse Gewest.

Nog erger is echter de «oplossing» die Yves Leterme «persoonlijk» voorstel voor het probleem Brussel-Halle-Vilvoorde. Hij stelt voor op het gebied van de oude provincie Brabant twee overlappende kiesarrondissementen op te richten: een Nederlandstalig arrondissement dat Vlaams-Brabant en Brussel omvat, en een Franstalig dat Waals-Brabant, Brussel en de zes faciliteitengemeenten in de Rand omvat. Dat betekent enerzijds dat de Franstaligen in de rest van Vlaams-Brabant niet meer op de Franstalige lijsten uit Brussel zouden kunnen stemmen, wat onaanvaardbaar is voor de Franstaligen, maar anderzijds worden de zes faciliteitengemeenten voor de federale verkiezingen uit Vlaams-Brabant gelicht en bij Brussel gevoegd. Dit kan voor Vlaanderen geen aanvaardbare oplossing zijn, en of dit in overeenstemming is met de Grondwet is ook al zeer de vraag. Het voorstel stapt immers van een kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde over naar een kieskring Brussel-Zes, waardoor de schending van het gelijkheidsbeginsel, het argument dat het Arbitragehof gebruikte om de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde ongrondwettelijk te noemen, weliswaar gereduceerd wordt, maar niet volledig opgeheven.

Is dus het voorstel dat in de «persoonlijke nota» van Yves Leterme naar voor komt onaanvaardbaar voor de Vlamingen en hoogstwaarschijnlijk al even ongrondwettelijk als de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde zelf, blijft de vraag wat precies de status van deze nota was. Mag ik aannemen dat Yves Leterme het voorstel in zijn «persoonlijke nota» zélf aanvaardbaar vindt? In dat geval is het duidelijk dat Yves Leterme zijn verkiezingsbeloftes van iets meer dan een jaartje geleden vandaag volledig overboord heeft gegooid om zijn postje van Eerste Minister te kunnen behouden. En dan dringt de vraag zich meteen ook op: wat vindt men van deze nota bij de CD&V, en vooral, de N-VA van Bart de Wever?

maandag, juli 07, 2008

Leterme desnoods al zonder lege doos tevreden

Yves Leterme«Ik leg hoe dan ook zeker een verklaring van de regering af in het parlement op 15 juli. Ondertussen doen we nog een serieuze poging om tegen dan een communautair akkoord te bereiken. Wat ik niet wil is dat dit land onbestuurbaar wordt, zeker niet in de huidige sociaal-economische context.» Aldus Yves Leterme, die daarmee aangeeft dat hij zelfs zonder communautair akkoord zal blijven zitten waar hij zit, en naar de Franstaligen het signaal uitzendt dat zij hun Non nog niet hoeven op te geven.

Laten we de uitspraak van Yves Leterme deze morgen op het CD&V-partijbureau eens nauwkeurig analyseren en opwegen tegen de verklaringen van Bart de Wever achteraf en de uitspraken van Karel de Gucht in het interview met De Standaard dat zaterdag gepubliceerd werd.

Ten eerste legt Yves Leterme op 15 juli «hoe dan ook» een verklaring van de regering af. Dat betekent dat voor hem het afleggen van die verklaring volledig los staat van de onderhandelingen die op dit ogenblik aan de gang zijn. Kan een mislukken van die onderhandelingen zijn plannen wijzigen? Neen, want hij verklaart zelf dat hij «ondertussen» nog een «serieuze poging» zal doen om een communautair akkoord te bereiken. Het bereiken van een communautair akkoord is dus van geen belang, alleen maar dat hij nog een «serieuze poging» doet. En wie is er beter geplaatst dan Yves Leterme zelf om te evalueren of zijn poging om tot een communautair akkoord te komen serieus genoeg geweest is? Jong CD&V-voorzitter Bert de Brabandere moet er de komende dagen maar eens heel diep over nadenken, maar als hij het antwoord echt niet kan vinden, wil ik het hem wel eens doormailen.

Yves Leterme blijft dus zitten als Belgisch Eerste Minister, ook na 15 juli, zelfs al steken de Franstaligen opnieuw stokken in de wielen en maken ze elk akkoord totaal onmogelijk door de meest onzinnige eisen. En hij heeft zelfs een excuus gevonden om zijn verkiezingsbeloftes niet te moeten nakomen, meteen ook het derde deel van zijn verklaringen, namelijk «de huidige sociaal-economische context». Die overigens ook al eens gebruikt werd om eerst Verhofstadt III in gang te trekken, en daarna om toch maar van start te gaan met Leterme I. En die ongetwijfeld ook deze herfst, de volgende lente, de volgende herfst, ja, de rest van deze legislatuur zal gebruikt kunnen worden om toch maar niet te moeten aftreden.

De Belgische partij heeft Yves Leterme dus precies daar waar ze hem hebben wou: op de stoel van Eerste Minister, zodat hij er zich met alle macht kan aan blijven vastklampen, zelf al komt er geen communautair akkoord, tegen de eigen verkiezingsbeloftes in. En daarmee krijgen de Franstaligen ook nu weer keer op keer hun zin. De Standaard schrijft er in haar artikel droogjes bij dat Yves Leterme met zijn verklaring «de rust in de Wetstraat wat doet weerkeren». Natuurlijk, de rust keert altijd terug in de Wetstraat wanneer de Franstaligen op hun wenken bediend worden. Yves Leterme mag dan nog voorwenden dat er vooruitgang geboekt zou worden, feit is dat de Franstaligen vandaag de boodschap gekregen hebben dat zij gerust het been nog wat stijf mogen houden zonder daarvoor een prijs te moeten betalen. Er is immers «De Huidige Sociaal-Economische Context», niet waar…

Bart de Wever veinst ondertussen dat hij iets van Yves Leterme zou eisen door te verklaren dat men zonder een akkoord het zomerreces niet kan ingaan. We weten echter al lang dat wat Bart de Wever betreft het zomerreces naar believen uitgesteld mag worden tot in de herfst. Herinneren we bovendien ook aan het interview van Yves Leterme met Het Belang van Limburg waarin hij verklaarde dat «als de N-VA in juli om de verkeerde redenen vindt dat de staatshervorming niet genoeg is, wij dan onze verantwoordelijkheid opnemen». Bart de Wever mag dus eisen en zeggen wat hij wil, Yves Leterme blijft zitten waar hij zit, want er is nu eenmaal «De Huidige Sociaal-Economische Context», en al de rest zijn ongetwijfeld «verkeerde redenen»…

En dan was er nog dat interview van Karel de Gucht, waarin hij beweerde dat de Franstaligen «het nog altijd niet begrepen hebben». Zou het kunnen dat vooral Karel de Gucht het nog altijd niet begrepen heeft? Welk belang hebben de Franstaligen na de uitspraken van Yves Leterme van vandaag nog om ook maar de minste toegeving te doen aan de communautaire onderhandelingstafel? Zij willen helemaal geen staatshervorming of een splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde, en hoeven voor hun eis helemaal geen prijs te betalen, want Yves Leterme zal zelf de federale regering wel overeind houden.

Daarmee blijkt nog maar eens dat mijn Vooruitblik op 2008 akelig correct was. Mijn voorspelling dat Yves Leterme in juli al tevreden zou zijn met zijn een «illusie over de contouren van een Franstalige belofte over een staatshervorming» is nog zo ver niet verwijderd van zijn uitspraak van vandaag – tegen 15 juli hoeft er zelfs van die illusie geen sprake meer te zijn, hij blijft toch zitten. Dat precies «De Huidige Sociaal-Economische Context» een staatshervorming meer dan ooit noodzakelijk maakt en eerder een reden is om liever nog vandaag dan morgen af te treden en klaarheid te scheppen in plaats van krampachtig het postje vast te houden, is een observatie waar hij het volmondig mee eens zou geweest zijn moest hij nog in de oppositie gezeten hebben en enigszins toerekeningsvatbaar zijn. Vandaag ziet hij dat natuurlijk helemaal anders.

Trouwens, over mijn Vooruitblik op 2008 gesproken, binnenkort is het 11 juli, en reken er maar op dat Bart de Wever op hete kolen zit. Iedereen weet dat er tegen 15 juli geen communautair akkoord zal zijn, en zelfs de «borrelnootjes» van de eerste fase zitten niet in de koelkast, maar stevig in het vriesvak. Wedden dat één dezer dagen nog een interview met hem zal verschijnen waarin hij het nog eens heeft over de «oude maagd Vlaams Belang» die «aan de kant blijft staan», en meer van dat? Of het allemaal nog veel indruk zal maken op 11 juli-vierders die de Vlaamse Leeuw ook zonder spiekbriefje mee kunnen zingen, is natuurlijk een andere vraag.

zaterdag, juli 05, 2008

Nood aan een Plan VL, geen Plan B

Plan B of Plan VL?Nogal wat Wetstraatanalysten zijn de laatste dagen geobsedeerd door een Plan B: zou er eentje of meerdere bestaan, wie heeft ze uitgewerkt, en hoe zouden ze eruit zien? Waarop politici keer op keer nadrukkelijk onderstrepen dat ze zich niet bezighouden met het uitwerken van een Plan B, of dat het eenvoudigweg geen optie zou zijn. Voor één keer geef ik hen volmondig gelijk: de tijd voor een Plan B is al lang voorbij, het is tijd voor een Plan VL.

De kern van het probleem is de impasse rond de onderhandelingen over de staatshervorming. De lezers van deze blog weten natuurlijk al langer dan vandaag dat de tegenstellingen over Brussel-Halle-Vilvoorde zo fundamenteel zijn dat een eerbaar compromis niet meer mogelijk is, en blijkbaar begint zelfs Yves Leterme dat nu ook te beseffen – dat wil zeggen, wanneer hij eens een helder moment heeft. Opvallend is wel dat voorlopig nog niemand erin slaagt, durft of wenst te denken aan een oplossing die zich buiten het Belgische referentiekader beweegt, met uitzondering van het Vlaams Belang natuurlijk. Voor alle duidelijkheid: zelfs Jean-Marie Dedecker denkt nog altijd dat het met België zou kunnen, en een Karel de Gucht herhaalde vandaag nog eens in De Standaard dat er geen enkel uitvoerbaar scenario zou bestaan voor de splitsing van België. Het zegt meer over de beperkte intellectuele capaciteiten van de man dan over het bestaan van zulke scenario's.

Laten we immers eens enkele scenario's doorlopen, en onszelf daarbij in tegenstelling tot de journalisten Wouter Verschelden, Steven Samyn en Isabel Albers geen Belgische beperkingen laten opleggen. Het uitgangspunt is daarbij een exitstrategie voor de CD&V, want, en daar heeft het trio impliciet gelijk in, noch de Franstalige partijen, noch de Open Vld hebben er op dit ogenblik behoefte aan de regering-Leterme I te laten vallen. Zelfs bij oppositiepartij sp.a zou men het best kunnen verdragen als de federale regering nog een paar maanden verder zou kwakkelen van de ene crisis naar de andere.

Het is echter helemaal niet zeker dat de CD&V bereid zal zijn de stekker uit deze federale regering te trekken. Het chronische probleem van de CD&V/CVP is immers dat zij op het cruciale moment telkens weer door de knieën gaat voor la raison d'état, en dat ook reeds meermaals heeft gedaan het afgelopen jaar. Zowel de installatie van de regering-Verhofstadt III als Leterme I zijn daar voorbeelden van.

Maar als de CD&V tegen 15 juli dan toch niet plooit, is één mogelijkheid dat Yves Leterme bij de koning zijn ontslag aanbiedt, en dat de koning vervolgens een informateur, verkenner of ontmijner aanstelt die probeert onderhandelingen aan te knopen voor een nieuwe federale regering. De CD&V kan dan proberen deze keer haar kaarten juist te spelen door zich niet, zoals verleden jaar, te laten verleiden om zélf die rol op te nemen. Laat Didier Reynders, Joëlle Milquet of Elio di Rupo zelf maar eens proberen de problemen op te lossen, in plaats van de boel voortdurend te saboteren. Dat vergt echter ten eerste dat Yves Leterme zijn ijdelheid laat varen en zijn «nederlaag» erkent, en ten tweede dat ook Herman van Rompuy of Jean-Luc Dehaene niet opnieuw in het belang van België en tegen de belangen van de CD&V in opdraven als slaafjes in dienst van Albert II. Dat laatste punt is misschien nog het meest heikele.

De Franstaligen hebben immers tot nu toe al een jaar in een bijzonder gemakkelijke zetel mogen zitten, en hoeven niet eens de rekening te betalen wanneer zij nog maar eens een onderhandelingsronde kelderen door allerlei onzinnige eisen te stellen, en tegelijkertijd voor de camera's uit te schreeuwen dat Yves Leterme geen concrete voorstellen zou maken. Laat hen zélf eens een paar concrete voorstellen samenstellen over bijvoorbeeld Brussel-Halle-Vilvoorde, die dan naar believen door de CD&V afgeschoten zullen mogen worden. Het zou wel eens een zeer verhelderend schouwspel kunnen worden.

Een andere mogelijkheid is dat het Vlaams Parlement, en niet de Vlaamse Regering, eindelijk op de baan zou komem. Dat Minister-President Kris Peeters rechtstreekse met zijn Waalse tegenhanger Rudy Demotte zou beginnen onderhandelen is absoluut niet nodig en heeft trouwens weinig zin –de ongrondwettelijkheid ervan is daarentegen zeer betwistbaar en doet niet eens terzake– maar het Vlaams Parlement zou gewoonweg precies hetzelfde kunnen vaststellen als wat Yves Leterme vaststelde op de fractievergadering van zijn partij, en een commissie samenstellen met, inderdaad, bijvoorbeeld Yves Leterme aan het hoofd. Die commissie kan dan rechtstreekse onderhandelingen opstarten met de Franstaligen, en die moeten dan zelf maar uitvissen wie zij willen afvaardigen: Rudy Demotte of bijvoorbeeld Elio di Rupo of Didier Reynders. Van een dolk in de rug van Yves Leterme is er dan geen sprake,en bovendien kan Kris Peeters dan gewoon zijn taken als Minister-President verder zetten. Dat laatste kan trouwens moeilijk beschouwd worden als een overbodige luxe in deze economisch nogal onzekere tijden. Waar die commissie dan precies over zal onderhandelen moet het Vlaams Parlement uitmaken, maar in principe kan dat ook de verdeling van de federale schuld en een regeling voor Brussel omvatten. Alvast één voordeel van dit scenario is dat de CD&V op die manier het initiatief kan behouden.

Een radicaler scenario waar CD&V waarschijnlijk nog helemaal niet klaar voor is, is het volgende: het Vlaams Parlement roept de onafhankelijkheid uit, benoemt Yves Leterme voorlopig tot President en geeft hem grosso modo dezelfde onderhandelingsopdracht als in het vorige scenario. Ondertussen kan het Vlaams Parlement de discussie voeren over een Vlaamse Grondwet en hoe de presidentiële rol precies ingevuld kan worden, en op 7 juni 2009 kunnen dan de eerste rechtstreekse Vlaamse presidentsverkiezingen gehouden, tenminste als voor die optie gekozen wordt. Dit scenario heeft in ieder geval als voordeel dat het ook duidelijkheid schept tegenover de buitenwereld, en dan in het bijzonder de buurlanden en onze Europese partners, maar het vergt anderzijds wel dat CD&V definitief breekt met België.

Is een splitsing van België dan uitvoerbaar? Het is tekenend dat iemand als een Karel de Gucht, die zichzelf als een zo groot intellectueel beschouwt dat hij denkt dat hij 's nachts in zijn eentje heel Berlaar en omgeving kan verlichten, er niet in slaagt te erkennen dat waar er een wil is, er ook een weg zal zijn. Nu, als Minister van Buitenlandse Zaken voelt hij misschien dat hij het zich niet zou kunnen veroorloven iets anders te zeggen, maar een Franstalig Minister van Buitenlands Zaken zou er waarschijnlijk geen enkel probleem van maken om de idee van Wallobrux of een aanhechting aan Frankrijk te verdedigen, zonder zelfs te moeten vrezen in Laken op het matje geroepen te worden. Het zegt veel over de nog altijd onderdanige houding van de Vlamingen, en Karel de Gucht in het bijzonder.

Wat zou er immers niet uitvoerbaar zijn aan de splitsing van België? De grenzen liggen al vast, want internationaal en volkenrechtelijk hebben de Franstaligen geen poot om op te staan om in Vlaams-Brabant lappen grond op te eisen. Vandaar ook hun vraag om een corridor: die eis op zich houdt al de erkenning in dat ze verduiveld goed weten de Zes wel degelijk bij Vlaanderen horen. In Brussel zelf heeft Vlaanderen betere kaarten dan het Belgische establishment ons wil voorhouden: zullen bijvoorbeeld Groot-Brittannië, Duitsland en de Verenigde Staten toelaten dat de EU- en NAVO-gebouwen zomaar terecht zouden komen in ofwel een Franse vazalstaat, ofwel Frankrijk zelf? Vlaanderen heeft wat Brussel betreft internationaal enkele sterke partners om tot een goede regeling te komen die ook aan de belangen van de Vlamingen tegemoet komt, als het tenminste wil. De federale schuld ten slotte is geen echt probleem, doch slechts een kwestie van onderhandelen.

Overigens zijn de uitspraken van Karel de Gucht nog behoorlijk gewaagd. Het staat immers zo goed als vast dat België in de loop van de komende twintig jaar wel degelijk gesplitst zal worden. In 2028 zal koning Albert II immers 96 jaar worden, als hij die leeftijd al haalt (ik wens het hem als mens van harte toe), en het lijkt dus volkomen onwaarschijnlijk dat hij dan nog op de troon zal zitten. Zelfs met de best mogelijke gezondheid op die leeftijd valt het amper voor te stellen hoe hij dan zijn kersttoespraken zou houden of de eed zou afnemen van regeringsleden, om nog maar te zwijgen over het leiden van regeringsonderhandelingen. Of zijn zoon prins Filip, die dat jaar 68 zal worden, België bij mekaar zal kunnen houden is bijzonder twijfelachtig. Tot nu toe heeft hij eerder de indruk gegeven het Belgische probleem eerder groter te zullen maken dan kleiner. En dat hij zijn beurt voorbij zou laten gaan ten voordele van zijn dochter prinses Elisabeth, dan 26 jaar oud, is niet realistisch. Het is dus vrijwel zeker dat Karel de Gucht op relatief korte termijn reeds door de geschiedenis terecht zal gewezen worden, maar dat zal hem waarschijnlijk niet beletten te blijven volharden in zijn Belgische boosheid.

dinsdag, juli 01, 2008

Zullen CD&V- en N-VA-congressen «15 juli» mogen afkeuren?

Bert de Brabandere, voorzitter van Jong CD&V, eist een partijcongres dat ook de reële mogelijkheid zou krijgen een eventueel communautair akkoord tegen 15 juli af te keuren. Volgens hem kan het niet de bedoeling zijn dat alleen diegenen die persoonlijk belang hebben bij het voortbestaan van de regering-Leterme I zullen mogen oordelen over een eventueel bereikt akkoord.

Bert de Brabandere legt natuurlijk de vinger op de wonde wanneer hij zegt te vrezen dat alleen wie er persoonlijk belang bij heeft dat de federale regering verder regeert zal mogen beslissen of… die regering inderdaad overeind zal blijven na 15 juli. De vraag is echter of de partijleiding iets anders dan een goedkeuring zal willen aanvaarden indien er tegen 15 juli alsnog een akkoord bereikt zou worden. En dan hebben we het nog niet eens over de N-VA gehad.

Partijvoorzitter Bart de Wever zit immers mee aan de onderhandelingstafel voor het luik over Brussel-Halle-Vilvoorde, en als er tegen 15 juli dus toch een akkoord uit de bus komt, betekent dit dat dat een akkoord zal zijn waar ook Bart de Wever achter staat en dat hij denkt verkocht te kunnen krijgen aan een N-VA-congres. Dat heeft meteen ook twee belangrijke gevolgen:

Ten eerste verhoogt dit de druk op Bart de Wever en de andere Vlaamse onderhandelaars. Welke toegevingen zij ook persoonlijk zouden willen doen –en sommigen kunnen er met reden van verdacht worden bereid te zijn een volledige uitverkoop van Vlaams-Brabant te organiseren als hen dat een ministerportefeuille voor een jaartje extra kan opleveren– op één of andere manier zal een akkoord ook door een N-VA-congres moeten gejaagd worden. Dat laat weinig ruimte voor al te zware Vlaamse toegevingen – tenzij men natuurlijk de aan de gang zijnde onderhandelingen vooral wil gebruiken om het Vlaams Kartel te breken.

Maar ten tweede betekent dit ook dat àls er een akkoord komt, Bart de Wever genoodzaakt zal zijn dat akkoord voor een N-VA-congres te verdedigen. Iets anders zou immers bijzonder merkwaardig zijn: een akkoord dat hij mee onderhandelt heeft raadt hij dan een N-VA-congres aan af te keuren! Maar dat betekent meteen ook dat een stemming over een communautair akkoord gelijkgesteld zal kunnen worden aan een vertrouwensstemming over de partijvoorzitter zelf, in dat opzicht trouwens niet erg veel verschillend van die beruchte stemming over het partijlidmaatschap van Jean-Marie Dedecker. En om het helemaal af te maken zou zo'n stemming ongetwijfeld ook gelijkgesteld worden met een vertrouwensstemming over het Vlaams Kartel.

Het is immers weinig waarschijnlijk dat de partijleiding van de CD&V zal dulden dat een N-VA-congres eerst zou mogen stemmen over een akkoord. Het risico is dan groot dat een afkeuring door de N-VA bijna automatisch zou leiden tot een afkeuring door de CD&V, én dat het N-VA-congres in dat geval zich veel vrijer zou voelen om het akkoord inderdaad ook weg te stemmen. Komt het N-VA-congres eerst, betekent dit in de praktijk trouwens ook dat het N-VA-congres zou stemmen voor zowel N-VA als CD&V tegelijkertijd, politiek een onaanvaardbare situatie voor de CD&V-leiding. Als echter het CD&V-congres eerst komt, en het communautaire akkoord ook goedkeurt, betekent een afkeuring door de N-VA meteen ook een zware crisis binnen het Vlaams Kartel, deze keer misschien zelfs met een definitieve breuk tot gevolg. Hoe dan ook zou de positie van Bart de Wever bijzonder moeilijk worden in zo'n scenario: een akkoord waarover hij mee onderhandeld heeft en dat door de kartelpartner reeds goedgekeurd werd, wordt door zijn eigen partij afgeschoten, en dat op minder dan een jaar van de volgende verkiezingen.

Ik vrees dan ook dat er deze maand geen enkel CD&V- of N-VA-congres zal gehouden worden met een reële beslissingsmacht. Ofwel worden de onderhandelingen voortijdig afgebroken, en dan zijn er ook geen congressen nodig, ofwel leiden de onderhandelingen tot een akkoord dat door de respectievelijke partijleidingen met hand en tand verdedigd zal worden. «Truken» als persoonlijke vertrouwensstemmingen en emotionele toespraken zullen daarbij uiteraard geschuwd worden, voor zover ze al truken genoemd zullen kunnen worden, want ze zullen wel degelijk reëel zijn. Of de partijen dan het woord democratie hoog in het vaandel voeren of niet is trouwens totaal naast de kwestie.

Alle Franstalige hens aan dek! (2)

Didier Reynders bevestigde gisteren impliciet de stelling die ik een maand geleden reeds poneerde: de Franstaligen hebben alle hens aan dek geroepen omdat volgens hen het eindspel van België in gang gezet is. Dat verklaart meteen ook waarom de Franstalige onderhandelaars elkaar «enorm veel» zien en inhoudelijk op één lijn blijven. Reken maar dat er bij de Franstaligen achter de schermen inderdaad veel overleg gepleegd wordt.

Kan er tegen 15 juli nog een communautair akkoord gevonden? De tegenstellingen tussen Vlamingen en Franstaligen zijn fundamenteel, en na meer dan een jaar onderhandelingen lijkt het alsof er nog steeds geen vooruitgang geboekt is. Of toch: een bericht zegt deze avond dat Yves Leterme, de man van de vijf minuten politiek moed, de benoeming van de drie Fransdolle burgemeesters in de Vlaamse aangeboden zou hebben. Is het een kwakkel? De Vlaamse bron die geciteerd wordt ontkent het niet, maar stelt dat het slechts één van de vele elementen is die op tafel liggen. Zou dat willen zeggen dat er nog meer Vlaamse toegevingen zouden kunnen volgen als Olivier Maingain nogmaals de Franstalige olifant in de porseleinwinkel wil spelen?

De vraag is echter of de Franstaligen zullen willen bijten. Het is duidelijk dat er voor hen veel op het spel staat bij de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde: hoe die splitsing er ook zal uitzien, zullen zij er willen voor zorgen dat hun aanspraken op delen van Vlaams-Brabant behouden zullen kunnen blijven. Vandaar ook één van hun eisen om de bevoegdheid over de faciliteitengemeenten over te dragen van het Vlaamse Gewest naar de federale regering of één of ander gemengd college van wat dan ook. Een splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde waarbij het Vlaamse Gewest de exclusieve voogdij over de faciliteitengemeenten kan behouden is daarom wat hen betreft totaal onaanvaardbaar. Elke oplossing die erop neerkomt dat zij hun aanspraken op de faciliteitengemeenten verzwakken of zelfs helemaal verliezen is slechter dan een onmiddellijke splitsing van België.

Wat dat laatste betreft, wat dan met het vele Vlaamse geld dat onder het mom van de «solidariteit» elk jaar naar het Zuiden betreft? In dat verband is de studie van het FDF die onlangs gepubliceerd werd een interessant gegeven. De stelling lijkt wel te zijn dat wat de financiën van de Franstalige Gemeenschap en het Brusselse Gewest betreft, een splitsing van België zichzelf misschien wel niet helemaal terugbetaalt, maar dat er anderzijds toch hoop is. Bovendien is het niet zeker dat de geldstromen eeuwig zullen blijven bestaan: wie zegt dat ook over twintig of vijftig jaar Vlaanderen nog steeds de kracht zal hebben een substantieel deel van zijn BNP af te staan aan Brussel en Wallonië? Dat laatste dan nog onder de voorwaarde dat Vlaanderen in tussentijd niet alsnog de onafhankelijkheid uitroept, ook al staat men nu langs Franstalige zijde een volledige splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde toe. Opgave van de faciliteitengemeenten daarentegen is definitief en zal nooit meer gerecupereerd kunnen worden. En de benoeming van drie Franstalige burgemeesters in de Rand weegt daar niet tegen op.