maandag, januari 30, 2006

Noorse vlaggen in brand in Gaza

Dit week-end is de zaak rond de Deense cartoons in een stroomversnelling gekomen nadat een kantoor van de Europese Unie in Gaza-stad een tijdje bezet werd. Zelfs serieuze media als De Standaard zagen zich daarmee genoodzaakt over de zaak te berichten – met duidelijke tegenzin en vooral geen woord meer dan strict noodzakelijk.

Wie een degelijke samenvatting wil van de gebeurtenissen van de laatste dagen kan terecht bij Brussels Journal. Hieronder volgen enkele specifieke Noorse feiten en commentaren.

Terwijl de Noorse regering al klaar stond om haar verontschuldigingen aan te bieden nog voor zij geëist werden, ontving redacteur Vebjørn Selbekk van Magazinet al meer dan twintig doodsbedreigingen en duizenden e-mails met onplezierige inhoud. Hij en zijn familie krijgen daarom nu bescherming van de politie. In tegenstelling tot de Noorse Minister van Buitenlandse Zaken vindt Per Edgar Kokkvold van het Norsk Presseforbund dat Magazinet wél het recht had de cartoons te drukken. Woordvoerster Anne Lene Dale Sandsten van het Noorse Ministerie van Buitenlandse Zaken (UD) preciseerde dan weer tegenover het Noorse persagentschap NTB dat UD zich nooit verontschuldigd heeft voor de publicatie van de cartoons, maar wel voor de onrust die daarop volgde. Wie echter de e-post van het Ministerie nog eens herleest kan zich alleen maar afvragen of het UD überhaupt nog serieus genomen kan worden. Minister Jonas Gahr Støre (Ap) zelf voegde aan de uitleg van zijn woordvoerster toe dat, aangezien «geen enkele leidende Noorse krant de cartoons overgenomen heeft», de Noorse redacteurs hun zin voor verantwoordelijkheid hebben getoond. Voor zowel Aftenposten als Dagbladet moet het prettig zijn om op die manier te vernemen dat zij dus niet tot de leidende pers behoren, in het geval van Aftenposten alvast in sterk contrast tot het Engelstalige Wikipedia-artikel over die krant… Volgens diezelfde bron bereikt Dagbladet trouwens ongeveer een kwart van de Noorse bevolking.

De nieuwe vertegenwoordiger van de Palestijnen in Noorwegen, Yasser Najjar, is dan weer van mening dat de publicatie van de cartoons niet minder is dan een vraag om een botsing tussen twee beschavingen. Hij erkent wel het belang van de vrijheid van meningsuiting, maar «als je 1,3 miljard moslims beledigt, beoefen je niet meer een vrijheid van meningsuiting». Hij staat ervoor open om in discussie te treden over de rol van Mohammed en zijn boodschap, maar de cartoons zijn geen discussie, doch een zuivere provocatie. «Onze profeet mag niet vernederd worden! Ik geloof nooit dat een moslim ooit iets negatiefs gezegd heeft over het christendom of Jezus Christus.» Misschien moet die man toch de Koran nog maar eens herlezen.

Een bijzonder interessante commentaar komt echter van Henrik Færevåg, die vier zaken aan mekaar koppelt: (i) de jarenlange politieke en financiële bijstand die Noorwegen en bij uitbreiding heel Scandinavië hebben verleend aan de Palestijnen en de Palestijnse Staat, (ii) de oproepen tot boycot van Israël in sommige middens in Noorwegen, (iii) de overwinning van Hamas bij de recente Palestijnse verkiezingen, en (iv) de bedreigingen aan het adres van Denemarken en Noorwegen naar aanleiding van de cartoons. Hij stelt daarbij dat de Noorse «nuttige idioten» meer geld gegeven aan de Palestijnen zouden hebben dan bijvoorbeeld Saoedi-Arabië, dat toch ook niet bepaald slecht boert qua olie-inkomsten. De boycot van Israël noemt hij dan weer ronduit belachelijk, al was het maar omwille van het simpele feit dat Israël zowat de enige staat in het Midden-Oosten is die een democratie genoemd kan worden. De overwinning van Hamas ten slotte toont volgens hem aan dat de bedreigingen niet beschouwd dienen te worden als iets dat alleen maar door een handjevol extremisten ondersteund wordt. Aan de stembus neemt de Palestijnse bevolking immers duidelijk geen afstand van Hamas. Zijn conclusie is daarom dat alle hulp en steun aan een volk dat blijkbaar Noorwegen toch niet kan verdragen beter met onmiddellijke ingang gestopt zou worden, al was het maar om te tonen dat de Palestijnse boodschap wel degelijk ontvangen en begrepen werd.

donderdag, januari 26, 2006

Saoedi-Arabië roept ambassadeur uit Denemarken terug

De controverse rond de Deense Mohammed-cartoons blijft voortduren. Saoedi-Arabië heeft besloten zijn ambassadeur uit Denemarken terug te roepen voor overleg, terwijl het Noorse Ministerie van Buitenlandse Zaken het niet zo begrepen heeft op de vrijheid van meningsuiting.

In Saoedi-Arabië wordt tegenwoordig opgeroepen tot een boycot van Deense waren, en sommige bedrijven verliezen nu reeds klanten als gevolg van de controverse. Als gevolg daarvan ziet de Deense regering zich genoodzaakt actief contact op te nemen met moefti's, imams en andere geestelijke leiders, en de Deense ambassadeur in Saoedi-Arabië heeft reeds deelgenomen aan een debat op een Saoedisch nationaal televisiekanaal. Toch kwam het voor de conservatieve (K) Deense Minister van Buitenlandse Zaken Per Stig Møller als een volledige verrassing dat de Saoedische ambassadeur in Denemaren naar huis geroepen werd voor overleg. Saoedi-Arabië onderstreepte wel dat de diplomatieke verbindingen niet verbroken werden, maar toch is dit een duidelijk signaal van de Saoedische regering aan het adres van Denemarken, aldus de vice-ambassadeur Tala Mohammed Attar.

Ondertussen heeft in Noorwegen het Ministerie van Buitenlandse zaken een e-post verstuurd naar alle ambassades naar aanleiding van de publicatie van de Mohammed-cartoons in het christelijke dagblad Magazinet. In die e-post worden instructies gegeven over hoe men dient te reageren op eventuele vragen. In tegenstelling tot de Deense regering heeft de huidige Noorse linkse regering het niet zo hoog op met de vrijheid van meningsuiting, en de sociaal-democratische (Ap) Minister van Buitenlandse Zaken Jonas Gahr Støre schreef daarom volgende boodschap (eigen vertaling):
Het spijt me dat de publicatie van enkele karikaturen in het Noorse blad Magazinet onrust veroorzaakt heeft in moslimkringen. Ik heb er alle begrip voor dat deze tekeningen als aanstootgevend ervaren worden door moslims over de hele wereld. De islam is een geestelijk ankerpunt voor een groot gedeelte van de wereld. Jullie geloof heeft recht op respect van onze zijde.

De cartoons in het christelijke blad Magazinet zijn niet constructief om de noodzakelijke bruggen te bouwen tussen mensen met verschillende religieuze en ethnische achtergronden. Zij dragen eerder bij tot het scheppen van wantrouwen en onnodig conflict.

Laat het duidelijk zijn dat de Noorse regering elke uiting of handeling veroordeelt die minachting uitdrukt voor mensen op basis van hun geloof of ethnie. Noorwegen heeft altijd de strijd van de VN tegen religieuze onverdraagzaamheid en racisme gesteund, en is van mening dat die strijd belangrijk is om wantrouwen en conflicten tussen mensen te voorkomen. Verdraagzaamheid, wederzijds respect en dialoog zijn basiswaarden in de Noorse samenleving zowel als in onze buitenlandse politiek.

De vrijheid van meningsuiting is één van de steunpilaren in de Noorse maatschappij. Dit houdt ook verdraagzaamheid in voor meningen waar niet iedereen zich achter kan scharen. Tegelijkertijd legt onze wetgeving en internationale verplichtingen beperkingen op voor oproepen tot haat of haatdragende uitingen.
Enkele Noorse politici uit de oppositie hebben al verontwaardigd gereageerd op de e-post. De woordvoorder van de christen-democraten (Krf) voor buitenlands beleid, Jon Lilletun, vindt bijvoorbeeld dat de laatste paragraaf nogal merkwaardig opgesteld is. Men kan immers nogal snel de indruk krijgen dat het Ministerie van Buitenlandse Zaken de cartoons gelijkstelt met oproepen tot haat of haatdragende uitingen. Volgens hem komt het het Ministerie niet toe zich uit te spreken over de inhoud van de cartoons. Principieel vindt hij het bijzonder jammer dat de vrijheid van meningsuiting slechts helemaal op het einde van de e-post aan bod komt.

De voorzitter van de Vooruitgangspartij (Frp) Carl I. Hagen is het eens met Jon Lilletun, en vindt dat de vrijheid van meningsuiting teveel onder de mat geschoven wordt. Het is volgens een vanzelfsprekendheid dat we respect opbrengen voor het geloof van iemand anders, maar hij wijst er toch ook op dat de Koran sterke uitlatingen bevat over ongelovigen en christenen.

Overigens was deze e-post niet bestemd voor het Noorse publiek. In een toelichting van het Ministerie van Buitenlandse Zaken staat geschreven dat het Ministerie voorlopig met geen persmededeling komt, «omdat dat nogal dom zou staan in de Noorse media, en de hele zaak hier zou kunnen opblazen». Blijkbaar verdienen moslims in andere landen meer respect dan de eigen burgers.

Toch militairen voor het Vlaams Belang?

Het artikel van gisteren over de verkiesbaarheid van militairen voor de gemeente- en provincieraadsverkiezing was nog maar amper de deur uit, of de wetswijziging werd al aangepast zodat militairen ook op de kieslijsten van partijen kunnen staan die hun overheidsdotatie verloren hebben.

Het bericht stond in De Standaard een beetje weggemoffeld aan het einde van het artikel over de klucht rond het «operette-uniform» van Minister van Defensie André Flahaut. (A propos, waarom duldt de VLD dit stuk onbenul nog in de federale regering, want vergeleken met hem komt zelfs iemand als Freya van den Bossche nog redelijk over?) De nieuwe regeling is nu dat militairen niet mogen kandideren voor partijen met een programma dat strijdig is met het tuchtreglement van het leger. Dat tuchtreglement verwijst dan weer op zijn beurt naar de eed van trouw aan de Grondwetten en de wetten van het volk. Voor een anti-Belgische, republikeinse partij als het Vlaams Belang dus nog steeds een probleem.

De vraag is echter voor welke partijen militairen dan wel nog zouden mogen kandideren. Want een partij die er in haar kiesprogramma voor pleit de Grondwet te wijziging, is die wel trouw aan de Grondwet? Indien militairen via dit achterpoortje niet op de lijsten van het Vlaams Belang kunnen staan, dan ook niet op die van een partij als de N-VA, kartelpartner van de CD&V,als we alleen nog maar naar het communautaire programma kijken. En zeer strict bekeken zouden ook sp.a en VLD wel eens snel in de problemen kunnen komen.

Blijkbaar zullen sommigen nooit leren dat het geen goed idee is een put voor een ander te graven omdat men dan riskeert er zélf op een pijnlijke manier in te vallen.

woensdag, januari 25, 2006

Geen militairen voor het Vlaams Belang

De meerderheidspartijen zijn het eens geworden over een voorstel tot wetswijziging zodat ook militairen op de kieslijsten kunnen staan voor de provincie- en gemeenteraadsverkiezingen. Behalve voor partijen die hun overheidsdotatie verliezen, uiteraard tot luid protest van het Vlaams Belang.

In haar motivatie zegt Hilde Vautmans waarom het verbod dat vroeger bestond vandaag achterhaald is:
Met dit wetsvoorstel wil ze het mogelijk maken voor militairen om een mandaat uit te oefenen van gemeenteraadslid, OCMW-raadslid, lid van een binnengemeentelijk territoriaal orgaan, deskundige, raadgever of lid van een studiecentrum. Nu is dit verboden voor militairen met het oog op het ‘vrijwaren van de samenhang en onafhankelijkheid van het leger’. Hilde is er echter, samen met haar mede-indieners, van overtuigd dat het volledig uitsluiten van de militairen een beperking is van hun politieke rechten. De indieners zijn echter van mening dat het een fundamenteel recht is voor iedereen, ook van de militairen om zich verkiesbaar te stellen. […] De verruiming die ze vragen gaat dan ook volgens de indieners niet in tegen de originele beweegredenen van de wetgevers.
Maar zoals reeds gezegd worden partijen die hun overheidsdotatie verloren hebben uitgesloten van deze regeling. De vraag is daarom: waarom is dit nodig? Het is immers duidelijk wat dit wél een beperking is van de politieke rechten van de militairen. Het fundamentele recht voor iedereen om zich verkiesbaar te stellen is blijkbaar niet zo fundamenteel dat men ook zelf mag kiezen voor welke partij men zich verkiesbaar wil stellen. Of menen de indieners van dit voorstel dat in dit speciale geval de samenhang en de onafhankelijkheid van het leger dan toch in gevaar komt? We hebben er het raden naar, want een motivatie van die uitsluiting heb ik niet gevonden.

In de praktijk is er hoe dan ook een probleem. Ik zie niet in hoe een Minister van Defensie à la André Flahaut toestemming zou geven aan zelfs nog maar een simpele piot om op een lijst van het Vlaams Belang te mogen staan. Ik kan me trouwens ook geen efficiëntere manier inbeelden om als militair je carrière volledig om zeep te helpen dan zo een aanvraag in te dienen, want je kan er gif op innemen dat tegelijk met de formele weigering door de minister ook een blanco besluit tot oneervol ontslag ondertekend zal worden, waarin alleen nog maar de concrete reden voor dat oneervol ontslag dient ingevuld te worden.

Hoe dan ook licht de VLD hier zichzelf een voetje. Niet één kiezer die niet snapt wat hier werkelijk aan de hand is, namelijk een goedkoop rondje Vlaams Belang-pesten op bevel van de PS en bijhuis sp.a. Zoiets brengt overigens het Vlaams Belang alleen maar electorale winst op, ten koste van CD&V-N-VA en, inderdaad, de VLD. De VLD zou daarom zulke sotternijen beter overlaten aan Geert Lambert en Elio di Rupo. En dat Hilde Vautmans zich in De Standaard dan nog wil profileren als een soort Pontius Pilatus die het probleem niet goed snapt («Vlaams Belang moet maar niet in overtreding zijn»), maakt de zaak voor de VLD ongetwijfeld alleen maar erger.

vrijdag, januari 20, 2006

Geen euro's voor Letland

De Letse regering besloot op dinsdag 3 januari unaniem dat de Europese gemeenschappelijke munteenheid in Letland «eiro» zal heten, en niet «euro». Dit besluit is conform met de spellingswijze van de naam van het Oude Continent in het Lets, «Eiropai», maar is in conflict met een verordening van de Europese Centrale Bank (ECB) die zegt dat de naam «euro» in alle lidstaten op dezelfde manier geschreven moet worden.

Letland is niet het enige Europese land dat linguistische problemen heeft met de naam «euro». Ook Hongarije («euró»), Litouwen («euras»), Malta («ewro») en Slovenië («evro») zitten ferm in de knoei met het dictaat van de ECB. Een land dat wel een uitzondering bekwam was Griekenland («ευρώ»), maar alleen omdat het een ander alfabet gebruikt.

De Letse Minister van Onderwijs, Ina Druviete, zelf trouwens een taalkundige, verklaarde dat de lettercombinatie e-u in het Lets niet voorkomt, en dat die gewoonlijk in het Lets vertaald wordt als e-i. Ze maakte overigens duidelijk dat de hele zaak niet zozeer politiek gekleurd is, maar wel cultureel. Indien de ECB, en dus bij uitbreiding de Europese Unie, er niet in slaagt respect op te brengen voor de gevoeligheden binnen de verscheidene taalgemeenschappen, is dat een bijzonder slechte start voor de aanvaarding van de euro in de nieuwe lidstaten. En in een land als Letland, dat zich al bij al nog niet zo lang geleden losgewrikt heeft uit die andere moloch, de Sovjet-Unie, zal dat bij meer dan één de vraag doen rijzen waarom men zich toen de moeite getroost heeft om voor onafhankelijkheid te strijden. Draai trouwens even de zaken om, en stel je voor dat men in Groot-Brittannië de euro zou moeten invoeren met een umlaut boven de u omdat de ECB nu eenmaal in haar alwetendheid heeft beslist dat dat maar in alle talen aanvaardbaar moet zijn, en je begrijpt welke PR-stunt de ECB en de Europese Unie aan het doorvoeren zijn in deze vijf nieuwe lidstaten.

donderdag, januari 19, 2006

New Deal of Final Deal voor België?

Eric van Rompuy pleit in een opinieartikel in De Standaard voor een New Deal voor België. Hij verzuimt echter te vertellen waarom België überhaupt nog nodig of wenselijk zou zijn, en waarom het nog te vroeg zou zijn voor een Final Deal. In zijn artikel geeft hij nochtans argumenten genoeg aan voor zo een Final Deal.

Eric van Rompuy is ongetwijfeld één van de verstandigste politici die Vlaanderen rijk is, maar op het communautaire vlak heb ik de indruk dat zijn zicht op de zaken gehinderd wordt door een Belgische nevel. Als inwoner van Vlaams-Brabant weet hij goed genoeg waar het schoentje wringt, en in zijn opinieartikel haalt hij een hele reeks probleempunten aan waardoor het vandaag in België vierkant draait, of zelfs dat nog niet. Hij merkt ook op dat de geesten onder de federale paarse regeringen geradicaliseerd zijn, en dat het manifest van de denkgroep In de Warande representatiever is voor de Vlaamse ondernemingswereld dan sommigen durven toegeven. Vlaams separatisme is geen exclusief gedachtengoed meer van extreme nationalistische clubjes die grote planen smeden in een rokerig achterlokaaltje van één of ander bruin café.

Het is echter jammer dat Eric van Rompuy niet uit het Belgische denkkader durft te stappen. Aan het eind van zijn artikel heeft hij het immers over «voor welke positieve uitdaging Vlaanderen en Wallonië staan», maar dan als gemeenschappen van België, want zijn New Deal is er één «voor België met de gemeenschappen». Dit moet betekenen dat België volgens hem een meerwaarde heeft voor Vlaanderen (en Wallonië), terwijl hij zelf bijvoorbeeld schrijft dat de opvattingen over onderwerpen als inkomensbeleid, arbeidsmarkt, fiscaliteit, justitie en verkeer steeds verder uit mekaar groeien. Over welke onderwerpen bestaat er dan nog eensgezindheid over de taalgrens heen? Hoe dan ook, die meerwaarde, die toch cruciaal is om nog vast te houden aan België, ontbreekt dus in zijn betoog. Het staat daarmee in scherp contrast met wat Jean-Claude van Cauwenberghe nog niet zo lang geleden in een gesprek met Le Soir liet optekenen. Zoals het een goed politicus en strateeg betaamt sluit hij geen enkele optie uit, en dus ook niet het einde van België.

De uitspraak van Van Cauwenberghe heeft natuurlijk wel veel weg van een schot voor de boeg van zowel de Vlamingen als de Franstaligen, maar het zou goed zijn indien ook Vlaamse politici buiten het Vlaams Belang en de N-VA eens de oefening zouden maken het einde van België te overwegen. De denkgroep In de Warande heeft alvast de verdienste aan te tonen dat men bij de Vlaamse ondernemers niet bang is van zo een oefening, of van ze consequent tot het uiterste af te maken. En ook bij de Vlaamse bevolking in het algemeen lijkt men niet bang te zijn van het einde van België. Het probleem is dus absoluut niet dat in 2006 de Vlaamse bevolking duidelijk moet gemaakt worden dat een New Deal voor België onvermijdelijk is, wel dat álle Vlaamse politici duidelijk gemaakt moet worden dat de bevolking verwacht dat zij eindelijk eens ernstig en eerlijk een Final Deal overwegen.

dinsdag, januari 17, 2006

Taalhoffelijkheid en Vlaams schouderklopje Franstalige doodzonden

Elio di Rupo schiet op een PS-congres in Gembloux met scherp op enkele politici van de MR. Jacques Simonet moet het ontgelden omdat hij vindt dat een burgemeester van Brussel toch een beetje Nederlands zou moeten kunnen spreken, en Alain Destexhe mag van Vlamingen geen schouderklopjes ontvangen.

Het verwijt van Elio di Rupo aan het adres van Jacques Simonet is eigenlijk heel eenvoudig: wanneer een Franstalig politicus vindt dat ondanks alles een burgemeester van Brussel, tot nader order de hoofstad van België, toch een beetje Nederlands zou moeten kunnen spreken, dan is dat voor hem een brug te ver. Want zo een politicus sluit zich aan bij de Vlamingen («se joindre aux voix flamandes»), om niet te zeggen dat hij een volksverrader is. Hoe kan men dat immers anders noemen wanneer iemand zo vermetel is de schijnheiligheid en onhoffelijkheid van een stamgenoot aan te klagen, samen met de vijand?

Eigenlijk is het geval-Hariche bijzonder ontluisterend voor al wie nog geloofde dat de PS geen fundamenteel Vlaams-vijandige partij is en blijft, ook al heeft Di Rupo een paar cursussen Nederlands gevolgd. Zo maakte Philippe Moureaux van zijn hart niet bepaald geen moordkuil toen hij de reactie van de Vlamingen op de benoeming van Hariche kristalhelder wist te analyseren: niet dat zij amper een woord Nederlands kan aflezen van een blaadje papier is het échte probleem van de Vlamingen, maar wel dat zij autllochtoon is, en dus zijn de Vlamingen racisten. Of waren de Vlamingen per definitie racisten en moest het dus wel haar autllochtone achtergrond zijn, en niet haar gebrek aan talenkennis, ik wil er vanaf zijn. Hoe dan ook, autllochtonen hoeven zich in Brussel niets van de taalwetten aan te trekken, en het is niet de eerste keer dat een PS-politicus uit dat vaatje probeert te tappen.

Verder heeft Elio di Rupo dus zijn twijfels wanneer hij ziet dat een Franstalige liberaal in Vlaanderen schouderklopjes krijgt («le donneur de leçons libéral le plus médiatisé recevoir un prix de ceux qui ont rédigé un manifeste pour une Flandre indépendante»). Om alvast één ding recht te zetten: Alain Destexhe krijgt de Prijs van de vrijheid voor 2006 van Nova Civitas, niet van de denkgroep In de Warande zoals zowel Le Soir als La Libre Belgique netjes overschrijven van het persbericht van Belga. Maar de kritiek van Elio di Rupo op de publicatie van de studie van Alain Destexhe is dus niet inhoudelijk, en blijkbaar hoeft dat ook niet, want hij krijgt een prijs van Vlamingen. En daarmee is voor hem waarschijnlijk de kous al af. Dat hij ondanks zijn voortreffelijke kennis van het Nederlands de ene denkgroep niet uit de andere weet te houden is daarbij waarschijnlijk een détail, zeker als hij daarmee zijn speech wat extra kracht kan geven. En laten we eerlijk zijn, zijn al die Vlaamse denkgroepen, en Vlamingen tout court, niet één pot nat? Als Nova Civitas dat manifest dan inderdaad niet geschreven heeft — wie zegt dat ze het niet hadden kúnnen of durven doen? (Tja…) Waarom Nova Civitas die prijs aan Alain Destexhe heeft toegekend is dan zelfs nog maar een détail van tweede orde.

Nu goed, in dit alles zit ongetwijfeld ook enige verkiezingsretoriek, plus dat Alain Destexhe in zijn studie natuurlijk wel de kern van de Waalse PS-staat aanviel, maar dat neemt niet weg dat de uitlatingen van Elio di Rupo perfect passen in het rijtje van uitlatingen die bij PS-politici ook in tempore non suspecto op te tekenen vallen. Belangrijker is dat Elio di Rupo zélf even goed op de anti-Vlaamse trom durft te roffelen als hem dat electoraal goed uitkomt, maar of dit de ogen zal openen van de Vlamingen die zich liever laten verleiden door de paar zoete woordjes Nederlands die Elio di Rupo af en toe voor de mikrofoon fezelt, is een andere vraag. Van enige «N'ayez pas peur» is alvast geen sprake aan de andere kant van de taalgrens.

zondag, januari 15, 2006

Een paarse baby

Didier Reynders (MR) is duidelijk de plezantste thuis: hij wil van de spruit van Rik Daems en Sophie Pécriaux een echte «paarse baby» maken.

Misschien bedoelde hij het wel goed, want hij wou voor het kind een MR-peter en een sp.a-meter. Jammer dat twee peters misschien niet zal mogen, want anders lijken Steve Stevaert en Louis Michel wel de uitgelezen kandidaten om het kind levenslang gratis vakanties op Cuba te verzekeren. Tenminste, zolang Fidel en zijn getrouwen daar de dienst blijven uitmaken. En waarom eigenlijk zo kleinburgerlijk zijn, en het niet bij de kartelpartners zoeken? Els van Weert van SPIRIT en Olivier Maingain van het FDF bijvoorbeeld, als we dan toch water en vuur aan het verzoenen zijn.

Maar zou Reynders ook willen dat het kind meer paars zou zijn dan enkel maar wat de meter en de peter betreft? Ik hoop van niet. Laten we immers eens nagaan wat dat nu werkelijk betekent, een paarse baby. Wensen we dat kind bijvoorbeeld een holebi-relatie toe met een geregulariseerde illegaal, snel en efficiënt getrouwd, met adoptiekind? Ik denk het niet. En zijn dagelijkse portie cannabis, als het maar niet in het openbaar gebeurt en «problematisch» wordt? Ik kan me trouwens absoluut niet voorstellen dat pa of ma Daems-Pécriaux er problemen van zouden maken indien hun oogappel thuis betrapt zou worden met maximaal 3 gram op zak, neen toch? En misschien mag het wel mee de beslissing over euthanasie op pa nemen, wanneer ie wat dement begint te worden? Ik teken daar toch maar liever niet voor.

Ik vind in ieder geval dat het stilaan genoeg begint te worden met al die overspeltoestanden in het parlement. Dat Verhofstadt al eens een deurwaarder tegen het lijf loopt voor hij naar zijn werk kan vertrekken is één zaak, maar hij houdt het tenminste discreet. Dat Patrick Dewael tegenwoordig privé-lessen «diepte-interviews» krijgt op het thuisfront is al een andere, maar een VLD-fractievoorzitter die het met een PS-poes doet, dat is erover. Wat gaat men nog uitvinden om dit te overtreffen? Mieke Vogels die eens goed tong draait met Filip Dewinter? Ik moet er niet aan denken. Elio di Rupo die een hete nacht doormaakt met Geert Bourgeois, met exclusieve beelden voor het VRT-journaal? Laat die kelk alstublieft aan ons voorbij gaan. Of een geit van Yves Leterme die staat te «grazen» op één van de weides van José Happart… in Francorchamps, op z'n Engels? Niet moeilijk dat Brussel-Halle-Vilvoorde nooit gesplitst is geraakt.

(Oorspronkelijk verschenen bij Diogenes)

woensdag, januari 11, 2006

Wel spotten met Jezus, maar niet met Mohammed

Finn Graff, die in de jaren '60 en '70 nog satirische tekeningen maakte over Jezus Christus, durft vandaag geen cartoons te tekenen die de spot drijven met Mohammed. Uit angst en «uit respect».

Naar aanleiding van de overname van de beruchte Deense cartoons door Magazinet, (overigens ook overgenomen door Dagbladet, en op 22 november verleden jaar ook al gedrukt door Aftenposten) interviewt de christelijke krant twee Noorse cartoonisten: Morten M. Kristiansen van de tabloid VG, en Finn Graff van Dagbladet. In het interview vertelt Kristiansen dat hij jarenlang massa's lezersbrieven heeft gekregen telkens hij een spotprent maakte met Jezus, en dat dat lange tijd ook zo geweest is voor cartoons over Mohammed, maar de laatste jaren is dat overgegaan in regelrechte bedreigingen. In 2004 kreeg hij zelfs een doodsbedreiging in een e-mail uit Iran, en sindsdien heeft hij er nog gekregen. Hij vindt echter dat de vrijheid van meningsuiting verdedigd moet worden, omdat ze waardevol is, en laat zich dan ook niet afschrikken.

Anders is het met Finn Graff. Hij verwijst naar de tekeningen in Jyllands-Posten, en vindt dat er een grens bereikt is wanneer ermee gedreigd wordt de keel over te snijden. Maar hij beweert dat zijn besluit evenzeer gebaseerd is op «respect». Hij heeft immers de indruk dat er bij de moslims geen plaats is voor een satirische voorstelling van hun geloof, en zeker niet van hun profeet Mohammed. Cartoons van islamitische politici zijn echter geen probleem.

De redacteur van Magazinet, Vebjørn K. Selbekk, lijkt het deeltje over respect in het antwoord van Finn Graff niet gelezen te hebben. Hij onderstreept dat er iets fundamenteels fout is in de maatschappij wanneer iemand als Finn Graff, die jarenlang met alles en iedereen de spot gedreven heeft, en niet in het minst christenen, Mohammed niet durft te tekenen.

Mij lijkt het vooral dat sommige grote helden van weleer vandaag heel kleine bange jongetjes geworden zijn op een ogenblik dat het er werkelijk op staat, en ze nog iets riskeren ook. En dat zij dan naar het schaamlapje «respect voor moslims» durven grijpen, zij die nooit enig respect hebben willen opbrengen voor christenen, is daarbij wel bijzonder ironisch te noemen. Bij zoiets past geen homerisch gelach, maar alleen maar diep medelijden, want het kan geen pretje zijn op je oude dag op zo een manier volledig je gezicht te verliezen. Immers, wie zal nog respect voor hem opbrengen?

maandag, januari 09, 2006

Gry Larsen boycot Israël «niet meer»

Gry Larsen, naaste medewerker van Minister van Buitenlandse Zaken Jonas Gahr Støre en voorzitster van de jongerenorganisatie AUF van de Noorse Arbeiderspartij (Ap) is vandaag tegen een boycot van Israël. AUF is echter nog steeds voor, maar steunt toch haar voorzitter.

Naar aanleiding van het incident rond Kristin Halvorsen (SV) en haar «persoonlijke» boycot van Israël, kwam de naaste medewerker van Jonas Gahr Støre in het zoeklicht. Enerzijds is zij immers voorzitster van AUF, de jongerenorganisatie van de Arbeiderspartij, die pleit voor een boycot van alle producten uit Israël. Anderzijds is het standpunt van de Arbeiderspartij zelf, en het officiële regeringsstandpunt dat Jonas Gahr Støre ook verdedigt, dat een boycot van Israël ongewenst is, enerzijds omdat Noorwegen wil blijven bemiddelen in het Midden-Oosten, anderzijds omwille van de historische vriendschappelijke banden tussen Noorwegen en Israël. Gevraagd naar een commentaar over het standpunt van Gry Larsen verklaarde de Minister van Buitenlandse Zaken daar niet op te willen ingaan. Gry Larsen was zelf onbereikbaar omdat ze… in Antarctica zat, voor een bezoek aan de Noorse poolbasis Troll.

De Noorse tabloid VG kon haar echter toch bereiken voor een interview, en wat blijkt nu? Gry Larsen is tijdens een reis naar Ramallah en Jeruzalem samen met Gahr Støre tot andere inzichten gekomen, en meent dat er nog steeds mogelijkheden tot dialoog zijn. Daarom is een boycot van Israël op dit ogenblik niet opportuun, en stelt ze zich dus volledig achter het standpunt van de regering. Anderzijds vertrouwt ze erop dat AUF als organisatie voor zichzelf wel kan uitmaken welke standpunten ze moet innemen, en ziet ze er dus geen graten in dat de vereniging waarvan ze voorzitster is er een totaal ander standpunt op na houdt. De vice-voorzitter van AUF, Martin Henriksen, laat er overigens geen twijfel over bestaan dat AUF nog steeds voorstander is van een boycot van Israël. De zaken zijn natuurlijk wel niet meer zo eenvoudig als ze eens waren, en wat een boycot van Israël betreft is hij tegenwoordig de woordvoerder van AUF, niet Gry Larsen. Dat betekent niet dat Gry Larsen niet meer op het vertrouwen van AUF zou kunnen rekenen — dat probleem is zelfs niet aan de orde van de dag, aldus Henriksen. Twee regionale AUF-voorzitters menen overigens hetzelfde.

Ondertussen heeft het partijbureau van de Socialistische Partij van Links (SV) vandaag in een vergadering de solidariteitscampagne voor de Palestijnen zoals eerder gepland eenstemmig goedgekeurd. Maar ook bij SV zit men met een voorzittersprobleem, en daarom besloot het partijbureau dat niet Kristin Halvorsen maar partijsecretaris Edle Daasvand Skjæveland de campagne zal leiden. De redacteur van het lokale blad Helgelands Blad maakte er zich in een commentaar alvast behoorlijk vrolijk over dat zowel Kristin Halvorsen als Gry Larsen blijkbaar bijzonder snel van mening kunnen veranderen als dat nodig is om in de regering te kunnen blijven, en vraagt zich retorisch af of «politici van mening veranderen om op de carrièreladder te kunnen klimmen». Voor Vlamingen die zich de helden Wilfried «Geef ons wapens!» Martens, Guy «Burgermanifesten» Verhofstadt, en Hugo «Leve België!» Schiltz herinneren uiteraard een totaal overbodige vraag.

Misschien is het wel op zijn plaats om de indruk te corrigeren als zou «heel Noorwegen» voorstander zijn van een boycot tegen Israël. Kijken we immers naar de politieke partijen, dan zijn alleen de linkser-dan-linkse Socialistische Partij van Links en de extreem-linkse Rode Verkiezingsalliantie (RV) voorstander van een boycot. De twee partijen waren bij de parlementsverkiezingen van 2005 goed voor respectievelijk 8,8% en 1,2% van de stemmen, een zeer kleine minderheid dus. De andere partijen zijn van voorstander van een dialoog, waarbij ze de historische vriendschappelijke banden met Israël onderstrepen, tot ronduit Israël-vriendelijk zoals de Vooruitgangspartij (Frp). Die laatste partij alleen al haalt met 22,1% meer dan het dubbele van de stemmen van de twee Israël-vijandige partijen samen. Het verschil tussen Frp en SV is echter dat SV voor het eerst in de regering zit, en blijkbaar denkt iets te kunnen bereiken door nu op het anti-Israëlische standpunt te hameren. De partij slaat daarbij, en trouwens ook in menig ander dossier, meer dan eens op de eigen duimen, met pijnlijke retraites als die van Kristin Halvorsen tot gevolg. Het levert vaak déjà-vu-gevoelens op uit de tijd van Agalev en de paars-groene regeringen. Met misschien een ultiem déjà-vu-gevoel in 2009 bij de volgende Noorse parlementsverkiezingen? Het zou mij alvast niets verbazen, want ik denk niet dat Kristin Halvorsen en SV de laatste dagen veel punten gescoord hebben bij de kiezers.

zondag, januari 08, 2006

Kristin Halvorsen boycot Israël «persoonlijk»

Naar aanleiding van de boycot van Israël door Zuid-Trøndelag, verklaarde Minister van Financiën Kristin Halvorsen (SV) verleden donderdag in een interview met Dagbladet dat zij die boycot steunt. Gevolg: een diplomatiek incident met Israël en de Verenigde Staten.

In het interview verklaarde Kristin Halvorsen dat ze al lang geen Israëlische producten meer gekocht heeft, en dat ze gemeenten en provincies die Israël boycotten steunt. Hiermee volgt zij een motie van de Socialistische Partij van Links (SV), die eenstemmig achter een boycot staat. In het interview zei ze ook dat het binnen een regering mogelijk moet zijn dat een partij er afwijkende meningen op na houdt, en voor die meningen ook uit komt en daar actie voor voert.

Blijkbaar hebben Kristin Halvorsen en SV na een paar maanden regeringsdeelname nog steeds niet gesnapt dat ook hier, zoals bij zoveel in het leven, «alles met mate» geldt. Zo kwam het blijkbaar als een totale verrassing voor haar dat noch Israël noch de Verenigde Staten onderscheid wisten te maken tussen het officiële standpunt van een Noorse regering, en wat de Minister van Financiën in één van de grootste kranten van Noorwegen uitkraamt, en dat zij dus dachten dat een boycot van Israël wel degelijk een Noors regeringsstandpunt was geworden. Gevolg was dat de Minister van Buitenlandse Zaken Jonas Gahr Støre (Ap) zich genoodzaakt zag een officiële brief te schrijven naar Israël en de VS om de puntjes op de i te zetten wat het officiële regeringsstandpunt betreft, en dat Eerste Minister Jens Stoltenberg (Ap) binnen de regering Kristin Halvorsen eens grondig de levieten moest lezen. Ook Åslaug Haga van de Centrumspartij (Sp), de derde regeringspartij en de enige met coalitie-ervaring, leverde in een reactie sterke kritiek op Kristin Halvorsen omdat zij volgens haar de Noorse bemiddelaarsrol in het Midden-Oosten om zeep geholpen had. Uiteindelijk restte Kristin Halvorsen geen andere keus dan op vrijdag al haar verontschuldigingen aan te bieden voor haar uitspraken. Ze erkende daarbij dat zij als Minister van Financiën en lid van de regering inderdaad moeilijk andere standpunten kan ventileren dan wat in overeenstemming is met het officiële regeringsstandpunt.

Ondanks dit incident is de Socialistische Partij van Links (SV) nog steeds van plan om later deze maand een «solidariteitscampagne» voor de Palestijnen te starten. Onderdeel van deze campagne is nog steeds, inderdaad, een boycot van Israëlische producten, maar wanneer die actie van start zou gaan is nu onzeker. Dat betekent echter niet dat de boycot afgelast is. Verder is ook de jongerenorganisatie AUF van de Arbeiderspartij (de partij van zowel Jens Stoltenberg als Jonas Gahr Støre dus) gewonnen voor een boycot. Pikant détail: de voorzitter van AUF, Gry Larsen, werkt in het kabinet van Jonas Gahr Støre als zijn naaste raadgever. Hiernaar gevraagd wou Jonas Gahr Støre daarover geen commentaar geven.

Wat in ieder geval duidelijk is, is dat Eerste Minister Jens Stoltenberg het niet bepaald onder de markt heeft met coalitiepartner SV. De partij denkt blijkbaar nog altijd in de oppositie te zitten, waar men met de ene uitlating na de andere actie kan komen, zonder veel rekening te moeten houden met andere politieke partijen, laat staan regeringspartners. Sommigen beloven zelfs plechtig dat dit incident niet het laatste zal zijn. Op termijn zou dit wel eens dodelijk kunnen zijn voor de samenwerking binnen regering. Of tot een scheuring binnen SV, want er bestaat nu reeds veel onvrede bij de linkervleugel van de partij over het feit dat Kristin Halvorsen en de andere SV-ministers zich «niet links genoeg» gedragen.

Overigens hebben reeds meerdere leden van de provincieraad van Zuid-Trøndelag te kennen gegeven dat zij spijt hebben van hun steun voor de motie van 15 december. Het zit er dus dik in dat de motie terug ingetrokken zal worden op de eerstvolgende bijeenkomst van de provincieraad.

vrijdag, januari 06, 2006

Zuid-Trøndelag boycot Israël

De provincie Zuid-Trøndelag nam verleden maand, op initiatief van de extreem-linkse Rode Verkiezingsalliantie (RV), een motie aan die oproept tot een boycot van Israël.

De provincie Zuid-Trøndelag, met als hoofdstad Trondheim, nam verleden maand een motie aan waardoor het in de toekomst geen producten uit Israël meer zal kunnen aankopen. Bovendien roept de motie de bevolking van de provincie op hetzelfde te doen. Achter de motie schaarden zich naast de indieners de fracties van de sociaal-democratische Arbeiderspartij (Ap), de linkser-dan-linkse Socialistische Partij van Links (SV), en enkele vertegenwoordigers van de Centrumspartij (Sp) en de Vooruitgangspartij (Frp). De goedkeuring van de motie is een grote overwinning voor de Rode Verkiezingsalliantie, die vertaald naar Vlaamse toestanden het best te vergelijken valt met de PvdA.

Dat het linkser-dan-linkse SV, een partij met hetzelfde soort kaders en aanhang als Groen! in Vlaanderen, de motie steunde hoeft niet te verbazen: de partij heeft al langer grote plannen om Israël te boycotten, en is van plan deze maand met een grote actie daarrond van start te gaan op nationaal vlak. Dat ook de Arbeiderspartij zich heeft laten meesleuren is al merkwaardiger. De partij levert immers de Noorse Minister van Buitenlandse Zaken Jonas Gahr Støre, en als Noorwegen op internationaal vlak nog serieus wil genomen worden als bemiddelaar in het Israëlisch-Palestijnse conflict, zou zij als verantwoordelijke regeringspartij beter niet meedoen aan zulke spelletjes joodje-pesten. SV is ook een regeringspartij, maar, zoals gezegd, die partij heeft hetzelfde soort kaders en aanhang als Groen! in Vlaanderen.

Meer verbazing wekte het dat één van de vertegenwoordigers van de Vooruitgangspartij voor de motie stemde. De Vooruitgangspartij staat in Noorwegen bekend als één van de meest Israël-vriendelijke partijen, en maakt daar ook een punt van. Toch stemde Per Risvik tegen zijn eigen fractie, en hielp daarmee de motie aan een meerderheid. Binnen de Vooruitgangspartij viel dit niet bepaald in goede aarde, te meer daar Risvik zijn fractie daarover niet op voorhand had ingelicht. Dit krijgt ongetwijfeld intern in de partij nog een staartje.

In de tekst van de motie zelf wordt als voorbeeld voor deze actie verwezen naar de ekonomische boycot die het apartheidsrégime in Zuid-Afrika trof. Historisch was Zuid-Trøndelag ook de eerste provincie die Zuid-Afrika boycotte, en de huidige provincieraad wil die «goede traditie» verderzetten. Als concrete punten die Israël ten laste worden gelegd vermeldt de tekst de veroordeling door de VN van de bezetting van de Westelijke Jordaanoever, de Gazastrook en de Golanhoogten. Verder merkt de tekst op dat de kolonies in bezet gebied een schending van het internationaal recht zijn, dat de bouw van de muur (sic) veroordeeld werd door het Internationaal Gerechtshof in Den Haag, en dat de Palestijnse vluchtelingen nog steeds niet kunnen terugkeren.

Of de motie een lang leven beschoren is, is een andere zaak. Het Europese kantoor van het Simon Wiesentahl Centrum heeft alvast laten weten dat het een klacht zal indienen bij de Wereldhandelsorganisatie (WTO) om de motie nietig te laten verklaren. De internationale afspraken zeggen immers dat leveranciers niet gediscrimineerd mogen worden door openbare instellingen. Maar ook in Noorwegen is er al scherpe kritiek gekomen. In een commentaar merkt de krant Adresseavisen, gevestigd in Trondheim, op dat de boycot vooralsnog niet gesteund wordt door de VN, en dat Zuid-Trøndelag zich daarom in het gezelschap van de VS van George W. Bush bevindt, dat ook een land boycot zonder de steun van de VN. Een opmerking die ze bij SV en RV waarschijnlijk niet zagen aankomen. Aftenposten dan weer, dat de Noorse hoofdstad Oslo als basis heeft, ziet het meer historisch en vindt daarmee ander «goed gezelschap» voor Zuid-Trøndelag: Irak, Libanon, Lybië, Syrië en Iran. Het zijn de laatste van de meer dan twintig leden van de Arabische Liga die de boycot van 1951 nog consequent opvolgen, waarbij de krant nog opmerkt dat die boycot eigenlijk zijn wortels heeft in een besluit van het vijfde Arabische Congres, genomen in 1922, om alle handelsactiviteit van joden in Palestina tegen te werken. Besluit van de krant is dat Zuid-Trøndelag met deze motie dus islamietischer dan de Arabische Liga probeert te zijn. Men kan zich afvragen waar dat goed voor is, en wat hen eigenlijk bezielt.

donderdag, januari 05, 2006

Winst Vlaams Belang bij Stemmenkampioen

Eerder deze week maakte De Stemmenkampioen de resultaten van de opiniepeiling van december bekend. Het Vlaams Belang gaat bijna één procent vooruit vergeleken met de maand ervoor, en de vervolging van de partij zou daar de voornaamste oorzaak van zijn.

De opiniepeiling is de zesde maandelijkse peiling naar de kiesintenties van De Stemmenkampioen sedert de laatste verkiezingen. Samen met de andere peilers zijn er reeds twintig opiniepeilingen verschenen sedert juni 2004.

Terwijl het Vlaams Kartel van CD&Ven N-VA nagenoeg hetzelfde resultaat haalde als de maand ervoor, gaat het Vlaams Belang er dus stevig op vooruit, en dit was ook het nieuwsfeit dat de meeste aandacht kreeg. (Dat de VLD bijna evenveel achteruitging had blijkbaar minder nieuwswaarde, zie verder.) Het blijft echter wel opvallend dat het Vlaams Belang bij De Stemmenkampioen een score blijft halen die consequent boven die in de andere opiniepeilingen ligt. Het resultaat van december is overigens niet het hoogste tot nu toe: in juni zat de partij nog een halve procent hoger, en toen maakte de partij zelfs een nog grotere sprong vergeleken met de maand voordien.

Minder aandacht was er dus voor de nieuwe achteruitgang van de VLD. Daarmee komt de partij bij De Stemmenkampioen weer meer dan vier procent onder het gemiddelde van de andere peilers, een meer dan significant verschil. Ook voor de sp.a/SPIRIT valt er weinig goed nieuws te rapen, want de partij blijft stabiel net onder de 18% hangen, en het kartel heeft tot nu toe alleen nog maar achteruitgang gekend bij De Stemmenkampioen. Het geaccumuleerd verlies bedraagt nu op de kop twee procent.

Ook Groen! heeft alleen nog maar verlies gekend bij De Stemmenkampioen, al bedraagt het geaccumuleerd verlies voor die partij slechts 0,8%, helemaal niet significant dus. Anderzijds moet opgemerkt worden dat zelfs zo een klein percentage voor een partij als Groen! al dramatisch is, want als het verlies reëel zou zijn, betekent het dat de partij de laatste maanden een tiende van haar kiezers heeft zien vertrekken.

Komen we nog even terug op de winst van het Vlaams Belang. De Stemmenkampioen vraagt namelijk aan haar panelleden die van partijvoorkeur veranderen wat hun reden daarvoor is, en daaruit blijkt dat meer dan een derde van de nieuwe kiezers van het Vlaams Belang de vervolging van de partij, in het bijzonder door Geert Lambert van SPIRIT, als voornaamste reden aangeeft. Op het eerste zicht lijken de inspanningen van Geert Lambert dus contraproductief te zijn, omdat ze geen verlies maar winst voor het Vlaams Belang genereren, maar vanuit een ander perspectief bekeken is dit niet zo zeker. Immers, zolang het cordon sanitaire standhoudt, is een grotere aanhang voor het Vlaams Belang de beste garantie voor sp.a en dus ook SPIRIT om aan de macht te kunnen blijven. Tel immers de uitslag van Vlaams Belang en Groen! samen, en je komt meteen een eind boven de dertig procent uit, en dan blijkt sp.a/SPIRIT onmisbaar om nog een meerderheid te vormen. VLD en CD&V zullen immers altijd eerst bij sp.a/SPIRIT aankloppen voor ze bij Groen! te rade zullen gaan.

Wat ik echter jammer genoeg mis in de analyse van De Stemmenkampioen is waar die nieuwe kiezers van het Vlaams Belang vandaan komen. Komen die kiezers bijvoorbeeld vooral van de VLD, dan heeft Geert Lambert immers absoluut geen reden om zijn activiteiten stop te zetten. Een zwakkere VLD betekent immers ofwel een zuivere centrum-linkse coalitie (rooms-rood of rooms-rood-groen) met sp.a/SPIRIT in een comfortabele zetel, ofwel een paars-roomse coalitie met nog minder blauw dan vandaag. Geert Lambert werkt dus niet alleen voor het Vlaams Belang, hij werkt ook en vooral voor zichzelf en grote kartelbroer sp.a.