donderdag, juli 21, 2011

Nabeschouwingen over de eerste écht cruciale week sedert 13 juni 2010

Als we partijvoorzitter Bart de Wever mogen geloven, had zelfs hij zelf het op voorhand eigenlijk ook niet verwacht: de N-VA antwoordde uiteindelijk «Neen» op de formateursnota van Elio Di Rupo. Voor sommigen kwam het werkelijk als een donderslag bij heldere hemel, zoals pijnlijk duidelijk werd op de stoepen voor het hoofdkwartier van de CD&V. Anderen, waaronder sp.a-voorzitster Caroline Gennez, konden dan weer nauwelijks een brede grijns onderdrukken bij het uitdrukken van hun diepste bezorgdheid over zoveel nationalistische roekeloosheid.

Een aanrader voor eenieder die eens de dingen op een rijtje wil zetten: een week vakantie op een Deens eiland, met zeer beperkte toegang tot het internet, en verder alleen maar lokale TV aangevuld met af en toe eens een exemplaar van Die Welt. (Dat laatste dankzij de vele Duitse toeristen in de buurt die ervoor zorgen dat de buurtwinkel het de moeite vindt om die krant aan te bieden.) Het is de reden waarom de onderstaande beschouwingen over wat waarschijnlijk de eerste écht cruciale week was in de federale regeringingsonderhandelinen met enige vertraging komen, bovendien met het risico dat ze gedeeltelijk al achterhaald zijn door gebeurtenissen waar ik nog geen weet van heb. Een overzicht per partij.

Groen!. Partijvoorzitter Wouter van Besien was er als de kippen bij om zich uit te drukken in termen van een kans die nu aangegrepen moest worden om met de resterende partijen verder te onderhandelen. En het ging daarbij duidelijk niet over een verspreking of een slecht gekozen formulering, want de uitdrukking werd zelfs een aantal keer herhaald. Ik heb er weinig commentaren over gelezen in de zogenaamde kwaliteitspers, maar hiermee liet Wouter van Besien natuurlijk wel finaal zijn masker vallen: voor Groen! is N-VA alleen maar een storende factor, die zo snel mogelijk van de onderhandelingstafel moest verdwijnen.

Helemaal onbegrijpelijk is de houding van Wouter van Besien natuurlijk niet, want alleen zonder de N-VA maakt de partij een reële kans om terug in de federale regering te geraken. En vergeten we ook niet: ook de N-VA was niet zo tuk op de aanwezigheid van Groen! aan de federale onderhandelingstafel. Het verschil tussen Groen! en N-VA was wel dat N-VA dat ook openlijk durfde te verkondigen, terwijl Groen! er liever een dubbele agenda op na hield. De lezer die kan raden naar welke van de twee handelswijzen mijn sympathie het meeste uitgaat hoeft echter niet te rekenen op een hoofdprijs.

Sp.a. Nog een partij waar men het hypocriete masker liet vallen, was de sp.a – of schrijven we beter ps.a, met de a van aanhangsel? Inderdaad, je moest al blind zijn om de brede glimlach op het gezicht van sp.a-voorzitster Caroline Gennez niet op te merken toen ze vanuit de Kamer voor de camera's haar commentaar mocht komen leveren op de «Neen» van de N-VA. Ook deze partij houdt er reeds lang een dubbele agenda op na wat de aanwezigheid van de N-VA aan de federale onderhandelingstafel betreft.

Erger is dat deze partij, in tegenstelling tot Groen! dat daar numeriek gewoon te klein voor is, voor Vlaanderen het afgelopen een bijzonder nefaste rol heeft gespeeld, zonder dat de media haar daarop aanspreken. Het wordt met de dag duidelijker dat de sp.a moedwillig aanstuurt op een staatshervorming die zo nadelig mogelijk is voor Vlaanderen, en dit louter uit eigenbelang. Van Caroline Gennez kan immers nog aangenomen worden dat ze, door haar totale interesse voor het communautaire vraagstuk, ook totaal incompetent is om daarover welke uitspraak dan ook te doen. (Een eigenschap die ze overigens deelt met Wouter van Besien.) Maar dat bijvoorbeeld Johan vande Lanotte niet zou begrijpen wat de precieze gevolgen voor Vlaanderen zouden zijn indien België inderdaad omgevormd zou worden tot een unie met vier deelstaten, met daar nog een «grootstedelijke gemeenschap» bovenop, daar geloof ik werkelijk geen snars van. Zulke constructie zou de prijs voor de Vlaamse onafhankelijkheid immers beduidend de hoogte invoeren, met niet alleen het zekere verlies van wat nog rest aan Vlaamse invloed in Brussel maar potentieel ook grote delen van Vlaams-Brabant en een zwakke onderhandelingspositie (drie tegen één) wat betreft de federale overheidsschuld. En dat alleen maar in de hoop blijvend de plak te kunnen zwaaien in Vlaanderen, want zonder België, geen PS, en zonder PS, geen sp.a die federale postjes mag bezetten.

Open Vld. Als iemand nog snapt wat voor koers men bij de Open Vld echt nog wil varen, mag hij of zij het me dat altijd laten weten. En Alexander de Croo ook, want ik twijfel eraan dat de voorzitter eigenlijk zelf nog goed weet waar ie mee bezig is. Wie gedacht had dat we met Caroline Gennez op een absoluut dieptepunt aanbeland waren wat betreft het voorzitterschap van een politieke partij, houdt die knaap toch nog maar best even in het oog. Je moet het immers maar presteren om eerst de ondertussen al tot vervelens toe geciteerde en tegelijkertijd beruchte stekker uit de federale regering te trekken op een communautair onderwerp, om een jaar na de verkiezingen te vinden dat het nog veel en veel te vroeg is om een einde te maken aan de non-onderhandelingen over precies datzelfde onderwerp. Met daarbovenop nog eens een pak socio-economische toegevingen aan Franstalig links, om het de N-VA nog een beetje extra gemakkelijk te maken om bij een volgende stembusgang een dikke knauw te maken in wat nog rest aan eigen achterban. Heeft immers morgen iemand die zelf niet op een Open Vld-lijst staat, of al een mandaat voor die partij uitoefent, ook maar één reden om opnieuw voor die partij te stemmen?

Natuurlijk was het strategisch correct om relatief snel «Ja, maar» te antwoorden op de nota van Elio di Rupo, maar daar hoorde minstens de voorwaarde bij dat ook de N-VA nog verder zou deelnemen aan de federale regeringsonderhandelingen. Het heeft immers geen zin rond de tafel te gaan zitten met PS, cdH, Ecolo, Groen! en sp.a, en dan te hopen dat men samen met de MR een regeringsakkoord met een centrum-rechts akkoord op papier kan zetten. Zelfs niet als ook CD&V nog zou blijven deelnemen aan die gesprekken. En als Alexander de Croo het echt meent als hij zegt dat je met deze gesprekspartners aan de onderhandelingstafel moet en kan gaan zitten om communautaire doelpunten te kunnen scoren, dan kan dat alleen betekenen dat hij de afgelopen jaren geen kranten gelezen heeft of geen TV-journaals bekeken. Iemand als Joëlle Milquet legt 's morgens drie–vier van het kaliber van Alexander de Croo tussen haar boterham, en begint pas daarna echt aan haar ontbijt. Het wordt daarom uitkijken of de Open Vld in de volgende peiling de kiesdrempel nog haalt, voor zover de partij nog een meetbaar resultaat zal halen.

CD&V. Een andere partij die goed op weg is binnenkort onder de kiesdrempel te duiken, is de CD&V. Wat een kakofonie! Eerst wil de partij «Ja, maar» antwoorden, maar wanneer het duidelijk wordt dat de N-VA het op een «Neen» zal houden, is de chaos compleet. Eerst gingen de kiezen stevig op mekaar, wat Elio di Rupo toeliet te noteren dat de partij geen antwoord had gegeven, en dus ook geen «Neen». Vervolgens werd het dan toch maar een «Neen, tenzij» –waarbij van de N-VA zelfs geen sprake meer was–, wat Elio di Rupo opnieuw toeliet daar na enkele dagen toch opnieuw een «Ja» in te zien. En dat laatste misschien vooral ook omdat Yves Leterme op aangeven van de koning zich ondertussen al met dol enthousiasme op de opmaak van de begroting van 2012 gestort had. De CD&V blijft dus de CD&V: terwijl de rechterhand weigert toe te geven aan de Franstaligen, is de linkerhand al druk in de weer diezelfde Franstaligen op hun wenken te bedienen. En dat in de overtreffende trap en tot in de puntjes.

Want het moet gezegd, als er naar iemand gewezen dient te worden als schuldige voor de vaudeville die ondertussen al meer dan een jaar duurt, dan wel naar Yves Leterme. Natuurlijk zou de PS liever al een jaar geleden een centrum-linkse regering op de been gebracht hebben, als het even kon met Elio di Rupo aan het roer, maar met een lakei als Yves Leterme was het ook al lang goed geweest. Derde keus, waar de PS zich nog altijd goed in kan terugvinden, is de voortzetting van het huidige kwakkelbeleid van de regering–Leterme II½, al was het maar omdat het aan de huidige toestand niets verandert. Vergeet niet: elke week gewonnen is zo'n 200 miljoen euro los in het handje van de Franstaligen dankzij de vele mechanismen die voor solidariteit moeten doorgaan. Wat zou de PS zich dus haasten om met de N-VA over een staatshervorming te onderhandelen, of Wouter Beke van de CD&V, als Yves Leterme van diezelfde CD&V ervoor zorgt dat het geld ondertussen toch maar blijft binnenstromen?

Hét probleem van die land is immers niet de onwil van de Franstaligen om het land te hervormen, of de koppigheid van de N-VA om niet te willen toegeven aan de Franstalige eisen, maar wel de rancune van één man – de huidige bewoner van de Wetstraat 16. Rancune tegenover Bart de Wever uiteraard, maar ook Kris Peeters en Wouter Beke. Droomscenario voor hem is onetwijfeld dat hij verder ontslag zou mogen nemen, helemaal tot in 2014, met dan zo'n pandoering voor zijn partij dat Kris Peeters de portefeuille van Vlaams minister-president voorgoed vaarwel kan zeggen, terwijl hijzelf misschien zelfs wel nog een tijdje verder federaal ontslag zal mogen nemen. Dat daarvoor in 2012 een pak CD&V-burgemeesters zullen moeten sneuvelen, en dat hij de welvaart van de bevolking op de grofste manier op het spel zet, zal hem allemaal worst wezen.

Vlaams Belang. Voor het Vlaams Belang had dit eigenlijk een triomf moeten zijn. Inderdaad: de grootste en meest directe concurrent zag zich immers genoodzaakt om na een jaar toe te geven dat het Vlaams Belang ondertussen al meer dan twintig jaar gelijk heeft: met de Franstaligen valt geen land meer te bezeilen, en een voor de Vlamingen eerbaar communautair akkoord behoort niet meer tot de mogelijkheden. In de plaats daarvan vond een ex-voorzitter het nodig de partij te verlaten, uitgerekend op Vlaanderens nationale feestdag. Zou hij ooit al van het Gebed voor het Vaderland gehoord hebben? En als het dan nog om een ideologisch conflict ging: neen, beide zijden onderstrepen immers eensgezindheid dat dat absoluut niet het geval is.

N-VA. De partij die deze week ongetwijfeld op punten won, was de N-VA. Men kan aanvoeren dat de partij er al veel vroeger had moeten uitstappen, en dat we moeten vaststellen dat de nota–Beke blijkbaar wel aanvaardbaar was voor de partij, ook al bevatte ze enkele volstrekt onaanvaardbare punten, maar na een meesterlijk uitgevoerde persconferentie zal het bredere publiek zich daar over enkele weken amper nog iets van herinneren. Tegen die tijd zullen Open Vld en CD&V trouwens volledig vastzitten in Franstalig drijfzand, en zal het niet moeilijk zijn om zich verder te profileren als de enige Vlaamse standvastige partij van betekenis.

Dat neemt niet weg dat de partij op termijn met een zwaar probleem zit. De volgende verkiezingen zal ze nog kunnen winnen – en waarschijnlijk nog winnen ook – precies op basis van de getoonde Vlaamse standvastigheid. Maar wat daarna? De basisthese van de N-VA is immers dat er met de Franstaligen onderhandeld moet worden om iets te bereiken, het «participationisme». Die these blijkt echter op een valse premisse te berusten, namelijk dat de Franstaligen überhaupt geïnteresseerd zijn in eerlijke onderhandelingen. Wanneer de persoonlijke populariteit van Bart de Wever verdwenen zal zijn, zal dan ook bij een deel van de aanhang de vraag rijzen waarom ze ook al weer voor de N-VA stemden in plaats van voor het Vlaams Belang.

Laurette Onkelinx. Tot slot nog een opmerking over de uitspraak van Laurette Onkelinx, die liet weten dat Elio di Rypo «onrustig» was. Volgens de specialisten bedoelde ze «ongerust», maar ik blijf erbij dat «onrustig» wel degelijk de correcte omschrijving was van de gemoedstoestand van Elio di Rupo. Onrustig, omdat hij zag dat na meer dan een jaar wroeten, plan A eindelijk begon te werken. En we weten vandaag dat het inderdaad gewerkt heeft, want dankzij een ultiem goedgemikt kluitje in het riet wil CD&V verder onderhandelen, terwijl N-VA definitief aan de kant staat. Laat daar nog een week of twee overgaan, en de afstand tussen CD&V en N-VA zal zo groot geworden zijn, dat de kritiek van de N-VA op de CD&V zo scherp zal zijn dat die laatste nog liever een slecht akkoord aanvaardt, dan dit jaar nog opnieuw naar nieuwe federale verkiezingen te gaan. Concreet: ik denk niet dat CD&V er niet toe zal in staat zijn om op haar stappen terug te keren, en dat we nog voor het einde van de zomer naar een regering–Di Rupo I (of toch Leterme III, in ruil voor nog wat extra Vlaamse toegevingen?) afstevenen. Benieuwd wat het wordt, maar een goed oog hebben we er niet in.