«Kent u ook van die mensen die de krant vooral lijken te kopen om zich eens lekker te ergeren?» Zo opent vandaag het artikel «Groot gelijk bij de koffie» in de wetenschapskatern van De Standaard over een onderzoek in de VS dat peilde naar de partijdigheid van de kranten en hun lezers, en concludeerde dat de meeste lezers eigenlijk vooral hun eigen mening bevestigd willen zien in hun krant. Dat De Standaard zich zou wagen aan zulke laag-bij-de-grondse tactieken, en niet de naakte waarheid, en alleen maar die naakte waarheid zou brengen, dat kunnen we natuurlijk uitsluiten. Of zou het?Onderzoek na onderzoek levert steevast op dat in Vlaanderen ongeveer drie kwart van de journalisten «links» genoemd kan worden, waarbij «links» voor de eenvoud gelijkgesteld wordt met stemmen voor sp.a, Groen! of aanverwanten. Een vluchtige blik op de laatste peilingen leert dan weer dat minder dan een kwart van de bevolking vandaag even «links» zou stemmen, en de ultieme opiniepeilingen, de verkiezingsuitslagen van de laatste jaren, kunnen dit alleen maar bevestigen. Dat er in Vlaanderen minstens een lichte discrepantie bestaat tussen de politieke overtuiging van de gemiddelde journalist en de gemiddelde kiezer, en dus vermoedelijk ook de gemiddelde lezer, hoeft daarom geen verder betoog. Er kan daarom ook aangenomen worden dat zelfs indien de meeste Vlamingen met plezier een krant zouden vastpakken om hun eigen mening bevestigd te zien, een groot deel van hen dag na dag moet vaststellen dat dat gewoonweg niet mogelijk is, en dus geen andere keuze heeft dan zich maar in alle kleuren van de regenboog te ergeren aan de «berichtgeving» zoals die voorgeschoteld wordt in de dagelijkse portie bedrukt papier bij de ochtendkoffie. Het is alvast één opmerking die bij het artikel gemaakt kan worden.
Een andere gaat echter over de eerlijkheid van de journalisten, en dus de kranten. Steven Stroeykens stelt het namelijk in de inleiding van zijn artikel voor alsof journalisten allemaal eerlijke mensen zijn, die hard hun best doen om de waarheid boven te spitten, en er niet van zouden dromen hun lezers onzin wijs te maken, ja zelfs opzettelijk fout te informeren om hun groot gelijk bij de lezer in te gieten, samen met die ochtendkoffie. Het idee alleen al! Het is alleen jammer dat uitgerekend De Standaard zich gisteren nog op een platte leugen van héél laag niveau liet betrappen.
Zo analyseerde Peter de Lobel gisteren er een beetje op los over hoe lang de kersverse regering-Van Rompuy I het zou uithouden, en haalde daarbij volgende «feit» aan: In de peilingen komen er in Vlaanderen vier partijen uit tussen de 22 en de 15 procent: CD&V, Open Vld, LDD en sp.a.
Vier partijen? Ontbreekt daar niet één bepaalde partij? Of zijn er eigenlijk maar drie zo'n partijen? Als we er de resultaten van de laatste peiling van De Standaard even bij nemen, blijkt namelijk dat sp.a (overigens mét aanhangsel dat toen nog de naam Vl.Pro droeg) niet verder raakte dan 14,3%. Ach, misschien wou Peter de Lobel wel gewoon een beetje mild zijn voor die partij? Maar waarom dan niet ook voor het Vlaams Belang, dat in diezelfde peiling nog 14,0% haalde? Al even merkwaardig is dat Lijst Dedecker wél in het goede gezelschap van die vier «grote» partijen opgenomen wordt, terwijl het toch lang nog niet zeker is dat het huidige niveau van de partij in de peilingen substantieel is. Een half jaar geleden was die partij trouwens al heel erg blij (en sceptisch) als ze eindelijk eens boven de tien procent kon scoren.
Neen, het is duidelijk dat Peter de Lobel zijn lezers een platte leugen verkocht. Ik kan me echt niet van de indruk ontdoen dat hier van kwaad opzet sprake is: eerst de lat op 15% leggen om het Vlaams Belang niet te hoeven vermelden, maar vervolgens wel de favoriete partij meetellen hoewel ook die de grens niet haalt, en tot slot de hardste concurrent van het Vlaams Belang zonder kanttekening meetellen. Peter de Lobel had zich ook een eerlijk journalist kunnen tonen, en kunnen schrijven dat in de peilingen vijf partijen tussen de 22 en de 14 procent uitkomen. Blijkbaar is de man daar te klein voor, en moet zelfs in een artikel dat over een heel andere zaak gaat de strijd tegen het Vlaams Belang nog maar eens gestreden worden. Pijnlijk dan dat sommige lezers zich de laatste peiling uit de eigen krant van amper twee maanden geleden nog weten te herinneren…
«Koning verleidt Van Rompuy,» kopte de krant De Standaard deze morgen op de voorpagina nadat koning Albert II er zondagnamiddag dan toch in geslaagd was Herman van Rompuy over te halen de formateursopdracht te aanvaarden. Zusterkrant Het Nieuwsblad schrijft «Koning wringt ‘ja’ uit Van Rompuy». Maar past het wel in een democratie dat een niet-verkozen staatshoofd politici «verleidt» of «‘ja’ uit hen wringt» om formateur of Eerste Minister te worden? We hold these truths to be self-evident – that all monarchs are usurpers and descendants of usurpers; for the reason that no throne was ever set up in this world by the will, freely exercised, of the only body possessing the legitimate right to set it up – the numerical mass of the nation.
Mark Twain in een brief aan Sylvester Baxter van de Boston Herald, 1889
Het kan toch niet anders dan bijzonder merkwaardig genoemd worden dat amper een week nadat een Eerste Minister en een Minister van Justitie zich genoodzaakt zagen af te treden omdat zij ervan verdacht werden de scheiding der machten geschonden te hebben, een niet-verkozen staatshoofd druk kan zetten op een politicus om toch maar een politieke opdracht te aanvaarden, zonder dat ook maar één enkele krantencommentator daarover een opmerking maakt. Meer zelfs, de meeste commentatoren schijnen eerder opgelucht te reageren op het welslagen van deze zo fundamentele schending van alle mogelijk democratische principes, omdat het belang van het land op het spel stond.
Laten we de gebeurtenissen van gisteren in Laken even rustig op een rijtje zetten. Rond 15.00 kwam verkenner Wilfried Martens, het witte konijn dat koning Albert II voor Kerstmis uit zijn hoge hoed getoverd had, zijn eindverslag voorleggen, maar zelfs bij het naar buiten gaan van de verkenner mocht de bevolking niet weten wat er precies in dat eindrapport stond, en zeker niet welke aanbeveling Wilfried Martens gemaakt had wat betreft de persoon van de volgende formateur, en dus hoogstwaarschijnlijk ook Eerste Minister. Hij wou zelfs niet kwijt óf hij daarover een aanbeveling gemaakt had of niet – de pers en de bevolking had er volledig het raden naar. Een tijdje later duikt Kamervoorzitter Herman van Rompuy in Laken op, om enkele uren later weer naar buiten te komen als… formateur. Nog goed dat de bevolking dat dan ten minste nog mocht vernemen, maar wat er zich ondertussen afspeelde op het koninklijk paleis valt natuurlijk onder het beruchte colloque singulier, ook al kunnen daar toch wel enkele prangende vragen bij gesteld worden.
Een eerste vraag is immers of Wilfried Martens Herman van Rompuy aanduidde als nieuwe formateur, dan wel of de koning die beslissing op eigen houtje nam. Is het laatste het geval, dan is de koning duidelijk zijn boekje te buiten gegaan. De tweede vraag is vervolgens of Herman van Rompuy door de koning onder druk gezet werd, en of hij uiteindelijk gezwicht is omwille van persoonlijk belangen, die van zijn partij of de bevolking, dan wel omwille van ontzag voor de koning en het respect dat een Minister van Staat meent te moeten opbrengen voor de wil van die koning. In dat laatste geval is het duidelijk dat Herman van Rompuy onder valse premissen aan zijn opdracht begonnen is, en dus nooit had mogen aanvaarden.
Denken we immers even na hoe zoiets in een échte democratie zou verlopen zijn. Met een al dan niet rechtstreeks verkozen president zou er immers geen enkel probleem geweest zijn: hij mag immers zoveel konkelen met of druk zetten op andere politici als hij wil, vroeg of laat zal hij toch verantwoording moeten afleggen aan de bevolking, eventueel via een omweg, en indien de bevolking zijn gekonkel of theater niet op prijs weet te stellen, riskeert hij de laan uitgestuurd te worden. Kijk naar Frankrijk, waar een Nicolas Sarkozy dit jaar zijn koers fel heeft moeten bijsturen omdat hij in het begin het al te bont maakte. Is er geen president voorhanden, zou de normale democratische weg geweest zijn dat bijvoorbeeld CD&V-partijvoorzitster Marianne Thyssen of een boegbeeld uit die partij eens een diep gesprek zou gehad hebben met Herman van Rompuy om hem over de streep te trekken, of desnoods de hele partijraad samen, maar een opvoering waarbij een koning het vuile werk moet opknappen van een partijvoorzitster die blijkbaar haar taak niet aan kan strookt alvast niet met mijn beeld van hoe een democratie in mekaar zou moeten zitten en werken.
Let wel, dat Wilfried niet aan de pers kwijt wou of hij nu Herman van Rompuy dan wel Jean-Luc Dehaene voorstelde als de nieuwe formateur is op zich geen probleem. Enige discretie kan nooit kwaad om een moeilijk politiek probleem op te lossen, maar het probleem blijft wel dat in de ketting om Herman van Rompuy te overtuigen de formateursopdracht op zich te nemen één dikke ondemocratische schakel zat. En dat de pers, die zich anders graag opwerpt als de beschermer van de democratie, zeker wanneer het erom gaat te waarschuwen tegen een bepaalde oppositiepartij die zelfs nog niet over één enkele schepen in de minste gemeenteraad beschikt, laat staan een ministersportefeuille, dit zomaar laat voorbij gaan, zonder ook maar één enkele kik te geven, en dat dan amper een week nadat de kolommen nog bol stonden van de ronkende verklaringen over hoe erg het wel was dat twee ministers de principes van de rechtsstaat geschonden hadden. Alsof dat iets nieuws zou geweest zijn in België. En het ergste van al: de pers hoefde waarschijnlijk, in tegenstelling tot Herman van Rompuy dan, niet eens onder druk gezet te worden om medeplichtig te zwijgen.
Deze ochtend publiceerde de krant La Libre Belgique de resultaten van wat waarschijnlijk de laatste politieke peiling van 2008 zal zijn. Aan Vlaamse zijde vielen er geen grote verschuivingen te noteren; aan Franstalige zijde alleen dat de PS nu voor het eerst weer meer dan een foutenmarge groter is dan de MR in een peiling van La Libre Belgique.Deze peiling werd afgenomen vóór de huidige politieke crisis losbrak, en meteen kan dus de vraag gesteld worden in hoeverre de resultaten vandaag nog relevant zijn. Dat neemt niet weg dat wanneer we uitzoomen in de tijd, deze peiling de trends in de peilingen van de afgelopen maanden bevestigt, en dit aan beide zijden van de taalgrens.
Beginnen we zoals naar gewoonte met de grootste partijen aan Vlaamse zijde. De CD&V blijft afgetekend de grootste partij, en blijft stabiel boven de grens van de twintig procent noteren. Voor Open Vld is er een licht verlies, dat significant is vergeleken met de laatste verkiezingen. Voor de partij is het de slechtste score sedert het voorjaar van verleden jaar – een gevolg van de schandalen rond de ministers Patrick Dewael en Karel de Gucht? Vlaams Belang blijf het ellendig doen, en zit ongeveer vijf procent onder haar score van bij de laatste federale verkiezingen, en maar liefst tien procent van bij de laatste regionale verkiezingen. Ook bij sp.a-Vl.Pro valt er weinig positief nieuws te rapen, met een lichtjes negatieve trend.
Lijst Dedecker blijft vooruit gaan, en wordt nu zelfs de derde partij bij La Libre Belgique. Het verschil met de tweede partij, Open Vld, bedraagt slechts een halve procent, maar ook het verschil met de vierde partij, sp.a-Vl.Pro, is niet-significant. Statistisch kan dus niet uitgemaakt worden of de partij nu de tweede partij van Vlaanderen is, of slechts op de vierde plaats staat. De partij staat in ieder geval op een winst van tien procent tegenover de laatste verkiezingen, een fenomenale score.
Bij de kleinere partijen gaat het minder goed. Groen! maakt verlies noch winst, en kan zich misschien al tevreden achten dat het op een veilige afstand boven de kiesdrempel zit. Dat laatste kan niet gezegd worden van N-VA, dat in deze peiling net onder de kiesdrempel duikt. Het is dus best mogelijk dat de partij na de volgende verkiezingen terugvalt op slechts één of twee zetels in het Vlaams Parlement, en opnieuw af te rekenen zal hebben met existentiële vragen.
Een prognose voor de zetelverdeling in het Vlaams Parlement levert trouwens enkele interessante vaststellingen op. Uit de drie prognoses die opgesteld werden bleek dat CD&V zou kunnen rekenen op 30 of 31 zetels, en dus zelfs een zetel of twee zou kunnen bijwinnen. Vlaams Belang zakt tot slechts 20 of 19 zetels, en verliest daarmee meer dan een derde van haar mandatarissen in het Vlaams Parlement. Open Vld komt op 22 tot 24 zetels uit, een verlies van een paar zetels, terwijl Groen! met 6 tot 8 zetels status quo blijft of een zetel of twee bijwint. N-VA worstelt met de kiesdrempel, en een klein verschil in aantal stemmen kan beslissen of de partij tot 4 zetels kan behouden, dan wel terugvalt tot misschien zelfs maar 1 zetel uit West-Vlaanderen. Nieuwkomer Lijst Dedecker ten slotte zou uitkomen op 20 tot 23 zetels, en heeft hopelijk voldoende politici met de juist capaciteiten in huis om al die zetels te kunnen opvullen.
Wat betekent dit voor de coalities? Om te beginnen is het duidelijk dat in alle gevallen minstens drie partijen nodig zijn om een meerderheid te vormen in het Vlaams Parlement. Het behoud van de huidige coalitie CD&V, Open Vld en sp.a-Vl.Pro is een mogelijkheid, met een stevige meerderheid in elk van de drie prognoses. De krant La Libre Belgique slaat wat dit betreft in haar analyse de plank ferm mis, omdat ze zich alleen maar baseert op procenten. Die vertellen natuurlijk niet het hele verhaal, met onder meer alle stemmen die naar «anderen» gaan, plus een eventuele duik van de N-VA onder de kiesdrempel in meerdere kieskringen. Concreet: een percentage van 54,3% kan een stevige meerderheid van 73 zetels opleveren als slechts 90% van de stemmen zetels kunnen opleveren.
Een alternatief voor de huidige coalitie is CD&V, Open Vld en Lijst Dedecker, een coalitie waarvan Jean-Marie Dedecker zelf al liet weten dat hij die wel zou zien zitten. Ook CD&V samen met sp.a-Vl.Pro en LDD is een theoretische mogelijkheid, maar een zogenaamde regenboogcoalitie van CD&V, sp.a-Vl.Pro en Groen! beschikt in geen enkele prognose over een meerderheid. Opvallend: CD&V is zo goed als incontournable dankzij het cordon sanitaire rond het Vlaams Belang.
Werpen we tot slot nog een blik op de resultaten voor de Franstalige partijen. Zoals reeds vermeld wordt de PS voor de eerste keer opnieuw de grootste partij bij La Libre Belgique met een voorsprong op de MR die groter is dan de foutenmarge. Verderop wordt de afstand tussen cdH en Ecolo weer iets groter. Een coalitie van MR en Ecolo waar Didier Reynders ooit van droomde lijkt weer veraf. Het Front National komt deze keer opnieuw boven de kiesdrempel uit, maar met de perikelen waarin die partij verwikkeld zit –of moeten we zeggen: zichzelf steeds weer inwikkelt– hoeft het niet te verbazen dat die partij het niet beter doet.
Minister van Binnenlandse Zaken Patrick Dewael liet zich deze avond ontvallen dat nieuwe federale verkiezingen wel degelijk mogelijk zijn, en zelfs juridisch verdedigd kunnen worden. Hij somt daarvoor drie argumenten op, maar die argumenten kunnen net zo goed gebruikt worden om een cijnskiesrecht of een meervoudige stemplicht enkel voor mannen goed te praten.Patrick Dewael is in een ver verleden ooit nog Vlaams Minister-President geweest, maar dat betekent niet dat de man, en bij uitbreiding heel zijn partij, zich ook maar iets gelegen zou laten aan de Vlaamse belangen. Vanavond debiteerde hij in ieder geval klinkklare onzin over het probleem Brussel-Halle-Vilvoorde als een gewillige handpop in dienst van de Franstaligen. Brussel-Halle-Vilvoorde niet gesplitst? Dan maar verkiezingen met een unitair Brussel-Halle-Vilvoorde, want als de Open Vld zin heeft om in juni 2009 al naar de kiezer te trekken omdat zij vermoedt daar electoraal voordeel uit te kunnen halen, zal een vodje papier als de Grondwet haar niet tegenhouden. In juni 2007 werd die houding trouwens al eens duidelijk geïllustreerd door de verkiezingen met veertien dagen te vervroegen van 24 juni naar 10 juni.
Laten we beginnen met het eerste argument: de Raad van State en het Grondwettelijke Hof hebben zich altijd onbevoegd verklaard over vragen over de grondwettelijkheid van de samenstelling van het parlement. Dit is waarschijnlijk maar best ook, want de chaos die zou ontstaan indien de Raad van State of het Grondwettelijke Hof het ooit in hun hoofd zouden halen zich wel bevoegd te verklaren en vervolgens de samenstelling ongrondwettelijk bevinden, zou ongetwijfeld niet te overzien zijn. Daar komt nog bij dat die onbevoegdverklaring geen grondwettelijkheid van de samenstelling van het parlement impliceert, verre van, alleen dat die twee instanties een oordeel daarover overlaten aan het parlement zelf. Met vermoedelijk de aanname dat geen enkel parlement het ooit in zijn hoofd zou halen moedwillig ongrondwettelijke verkiezingen te organiseren of achteraf goed te keuren, tenzij daar een breed maatschappelijk draagvlak voor zou bestaan. Of dat laatste het geval was in 1919, bij de invoering van het algemeen stemrecht voor mannen, laat ik in het midden, maar het is duidelijk dat de wetgever geen rekening heeft gehouden met politici van het morele «kaliber» van een Patrick Dewael.
Ook het tweede argument van Patrick Dewael slaat eigenlijk nergens op. Het is niet omdat Kamer en Senaat ontbonden worden, op welke wijze dan ook, dat de daarop volgende verkiezingen automatisch grondwettelijk worden. Stel dat Kamer en Senaat het stemrecht voor vrouwen zouden afschaffen, en vervolgens in het Staatsblad een lijst met voor herziening vatbaar verklaarde grondwetsartikelen publiceren, zou Patrick Dewael ook in dat geval durven stellen dat die verkiezingen dan wel grondwettelijk zullen zijn? Ook het derde argument kan op dezelfde manier afgewezen worden: het is niet omdat Kamer en Senaat er niet in slagen de kieswetgeving op tijd in overeenstemming te brengen met de Grondwet, het probleem automatisch verdwijnt.
Laten we tot slot zijn conclusie eens even tegen het licht houden: De stelling dat er zonder BHV-oplossing geen verkiezingen meer zouden kunnen georganiseerd worden houdt geen steek, daar dit in abstracto zou inhouden dat de huidige Kamers onbeperkt zouden kunnen blijven voortzetelen.
Zou ik daar het volgende mogen tegenover stellen? De stelling dat er zonder BHV-oplossing verkiezingen zouden kunnen georganiseerd worden zonder juridische problemen houdt geen steek, daar dit in abstracto zou inhouden dat Brussel-Halle-Vilvoorde nooit gesplitst hoeft te worden.
Je kan je meteen afvragen waarom de Open Vld zich eigenlijk überhaupt ooit met het probleem-Brussel-Halle-Vilvoorde beziggehouden heeft…
Niet dat we ons de laatste tijd nog veel illusies over de Open Vld gemaakt hebben, maar de manier waarop de top van die partij tegenwoordig liever zelfs nog wat extra energie gebruikt om desnoods op achterbakse en leugenachtige wijze de CD&V stokken in de wielen te steken in plaats van voor één keer eens samen met de CD&V het belang van Vlaanderen of de bevolking te verdedigen is werkelijk om te kokhalzen. Gerolf Annemans verklaarde naar aanleiding van het ontslag van Yves Leterme dat de laatste blijkbaar dan toch niet genoeg «rat» was. Er is inderdaad een andere partij waar het zelfs puilt van de ratten.
Merkwaardig hoe druk alle commentatoren en politici het hebben over de financiële crisis en de problemen van Fortis, maar niemand –met uitzondering van het Vlaams Belang– durft het aan te praten over de Belgische «olifant in de kamer». Yves Leterme en zijn regering wankelden, en zijn uiteindelijk gevallen, maar ook België wankelt.De Engelse uitdrukking «the elephant in the room» verwijst gewoonlijk naar een probleem of een zaak die zo groot is dat niemand ze kan negeren, maar waar iedereen toch zedig over zwijgt. Vaak gaat het daarbij over een sociaal taboe, en doen de betrokkenen hard hun best om over allerlei andere zaken te praten, zodat ze het heikele onderwerp niet hoeven aan te raken. De ijver waarmee vandaag gepraat wordt over de nood aan een federale regering die zo snel mogelijk moet «doorstarten» (zou ik de enige zijn die ondertussen al een grondige hekel aan dat woord heeft opgebouwd?) omwille van de financiële crisis heeft daar veel van weg, want het feit dat ook België zelf wankelt door deze crisis kan niet ontkend worden.
Zo deed Johan vande Lanotte er deze morgen zijn beklag over dat de oppositie nog niet gehoord was door koning Albert II, maar tegelijkertijd verkondigt de sp.a aan iedereen die het horen wil dat ze niet in een regering wil stappen zonder voorafgaande verkiezingen. Tenzij het de bedoeling is van Johan vande Lanotte om zich op een audiëntie bij de koning te laten overtuigen om toch maar in de federale regering te stappen –in 's lands belang, of wat dacht u?– heeft zo'n gesprek tussen koning Albert II en iemand van de sp.a weinig zin, anders dan dat het misschien van enige beleefdheid en traditie zou getuigen. In tijden van nood, wanneer het land en de troon wankelt, zijn beleefdheid en traditie echter luxegoederen, en kan koning Albert II zijn tijd ongetwijfeld veel beter gebruiken dan een uur of twee te verdoen met een Oostendse hoogleraar of een Truiense Mechelse om hun ijdelheid wat te strelen. Het is in ieder geval een duidelijk teken dat men er in Laken absoluut niet gerust in is.
En men zit in Laken duidelijk met een ei. Open Vld wil in juni 2009 samenvallende verkiezingen, en dus niet weten van een nieuwe federale regering die tot in 2011 aan de macht blijft. Dit heeft natuurlijk veel te maken met het feit dat men hoopt bij de komende verkiezingen te kunnen profiteren van een Verhofstadt-effect niet alleen op Vlaams maar ook op federaal niveau, waardoor de partij misschien wel een procent of twee boven haar stand zou kunnen leven. Dat zulke samenvallende verkiezingen tegelijkertijd catastrofaal zouden zijn voor de CD&V omwille van een negatief Leterme-effect, ziet men niet bepaald als een nadeel bij de Open Vld.
Bij de CD&V wil men een scenario met samenvallende verkiezingen in juni absoluut vermijden. Er is natuurlijk het reeds vermelde Leterme-effect, waardoor de partij ook op Vlaams niveau stemmen zou verliezen omwille van een federaal probleem. Verder heeft de partij niemand om federaal mee uit te pakken: Yves Leterme is van het toneel verdwenen, voor Kris Peeters is elke andere campagne dan een Vlaamse totaal ongeloofwaardig, en verder zijn er op dit ogenblik gewoonweg geen topfiguren meer voorhanden bij de CD&V. Herman van Rompuy heeft het profiel niet om een federale campagne te trekken, Marianne Thyssen is er nog niet klaar voor, als ze überhaupt al geschikt zou zijn, over Inge Vervotte zullen we beleefd zwijgen, en verder rest alleen nog een Jean-Luc Dehaene tenzij men Wilfried Martens of Mark Eyskens uit de mottenballen zou willen halen. De partij geeft daarom de voorkeur aan ofwel snelle federale verkiezingen, zodat tenminste de Vlaamse en Europese verkiezingen gered kunnen worden, of pas nieuwe federale verkiezingen zo ver in de toekomst dat Kris Peeters «Letermegewijs» kan overstappen naar het federale niveau, en/of ondertussen een nieuwe topkandidaat naar voren geschoven kan worden.
Daar komt voor de CD&V nog bij dat als Kris Peeters volgend jaar op een geloofwaardige manier naar de kiezer wil stappen, het communautaire luik uit het federale regeringsprogramma niet zomaar weggestopt kan worden. Dat verklaart meteen ook waarom Kris Peeters die communautaire agenda naar boven haalde, en Karel de Gucht van de weeromstuit dat idee meteen van de hand wees. Als het al één ding duidelijk illustreerde, dan toch dat beide partijen (en politici) veel meer hun eigen belangen nastreven dan die van de bevolking of het land. En dat laatste zal men misschien ook in Laken ondertussen al wel beseft hebben.
En dan zijn er nog de Franstalige partijen, die eigenlijk het liefst van al gewoon verder hadden willen regeren. Eén van de Franstalige politici liet zich ontvallen dat de Vlamingen minder schrik hadden van een val van de regering omdat ze niet weten wat een echte sociaal-economische crisis precies inhoudt. Men zou daar kunnen tegenover stellen dat Franstaligen dan weer minder gevoelig zijn aan politici die over de schreef gaan, en daarom minder zwaar tillen aan de beschuldigingen die geuit werden aan het adres van Yves Leterme en Jo Vandeurzen. Anderzijds kan niet ontkend worden dat zij zich bijzonder goed voelden in deze regering, die het communautaire de facto al in de koelkast gestopt had –alleen Kris Peeters weigert dat in te zien– en verder de Franstaligen op haar wenken bedient wanneer zij met de vingers knippen. Een Eerste Minister met een schandaal aan zijn broek kan de Franstalige zelfbediening alleen maar vergemakkelijken, en voor hen hoefde er dus absoluut niets te veranderen. Als een «doorstart» kan gebruikt worden om de communautaire onderhandelingen definitief af te voeren tot minstens na juni 2009, is deze crisis natuurlijk niet helemaal onnuttig geweest, maar noodzakelijk was ze voor hen alvast niet.
Daarmee kan men de situatie als volgt samenvatten: - Geen enkele regeringspartij wil onmiddellijk nieuwe verkiezingen,
- de Franstaligen kijken met plezier toe hoe Open Vld en CD&V vechtend over straat rollen, maar missen tegelijkertijd toch ook de kans niet om zelf nog eens ruzie te kunnen maken,
- de Open Vld wil niet weten van een federale regering die 2011 als expliciet doel heeft, en wil ten alle koste sp.a buiten de regering houden,
- de CD&V wil de electorale schade zoveel mogelijk beperken door samenvallende verkiezingen in 2009 te vermijden,
- en de sp.a voelt zich verongelijkt omdat ze nog niet uitgenodigd werd in Laken, en weigert mee te werken aan een noodregering «van nationale unie».
Wil koning Albert II federale verkiezingen in februari 2009 vermijden, zal hij ervoor moeten zorgen dat minstens één van de partijen haar woorden van de voorbije dagen inslikt. Traditioneel is de CD&V altijd de gemakkelijkste partij geweest om te voldoen aan de roep van het Belgische staatsbelang, maar de vraag is zeer of de koning vandaag nog voldoende autoriteit heeft bij de topfiguren van die partij. Herman van Rompuy is een figuur die altijd met graagte België gediend heeft en de partij in september van verleden jaar al eens een fameuze pad in de korf gezet heeft, maar hij is te veel een man van de achterkamertjes en heeft daarom een stroman nodig om de rest van de partij naar zijn pijpen te doen dansen. En laat nu net één van de beste stromannen voor dat werkje van het toneel verdwenen zijn, op een smadelijke manier dan nog. De enige andere die ik in staat zie om zich de rol van een Belgische cincinnatus aan te meten, is Jean-Luc Dehaene, die bovendien ook de capaciteiten heeft om met zijn geblaf de partijraad van de CD&V harakiri te doen plegen, als dat nodig moest zijn. Het is waarschijnlijk één van de weinige kansen van koning Albert II.
De Open Vld ervan overtuigen om in een nieuwe federale regering te stappen tot 2011 lijkt een moeilijkere opgave. De partij denkt daarvoor veel te electoraal, in het bijzonder anti-CD&V, en tenzij de partijtop ervan overtuigd zou kunnen worden dat een bocht van 180° de CD&V nog meer zou kunnen beschadigen dan vasthouden aan het ingenomen standpunt, hoeft koning Albert II er eigenlijk zelfs niet aan te denken de Open Vld in het gareel te doen lopen.
Daarmee zou uiteindelijk wel eens kunnen gebeuren wat geen enkele van de federale regeringspartijen wenst, namelijk vervroegde federale verkiezingen in februari 2009. Hoe langer de crisis aansleept, hoe groter de kans dat het daar uiteindelijk zal op uit draaien. Merk trouwens op dat een zekerheidsnet dat de koning nog tot voor kort had, volledig weggevallen is: een zakenkabinet met daarin figuren als een Étienne Davignon en Maurice Lippens dat met een sociaal-economisch noodprogramma tot aan de verkiezingen van juni 2009 zou kunnen regeren, en gedoogd zou worden door de acht kleurpartijen, in het belang van het land. Zes maanden geleden zou men ongetwijfeld nog met die gedachte gespeeld hebben – vandaag zou het gelijkstaan met het ondertekenen van de troonsafstand van koning Albert II.
Wankelt België dan echt? Ik blijf erbij dat België niet gesplitst is zolang het bestaat. Zeker, verkiezingen in februari met een kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde die nog steeds niet gesplitst is zou aanleiding kunnen geven tot een zeer communautaire getinte campagne, en de kans is reëel dat de crisis zou blijven aanslepen tot een stuk in de zomer, maar ik zie België nog niet onmiddellijk uit mekaar vallen. Eén van de redenen daarvoor is dat de CD&V, met al haar burgemeesters over het hele land een ongrondwettelijke verkiezingen grondig in de war zou kunnen sturen, of in het Vlaams Parlement eenzijdig allerlei bevoegdheden naar de Vlaamse Regering zou kunnen trekken, maar daarvoor heeft die partij ook het Vlaamse lef nodig, maar zelfs nog maar het begin van een indicatie daarvan heb ik voorlopig nog niet opgemerkt. Was dat lef er wel, was het waarschijnlijk ook nooit tot de rampzalige regering-Leterme I gekomen.
De toestand van België is daarom zonder meer ernstig te noemen, en in Laken heeft men ongetwijfeld gelijk wanneer men zijn tijd niet verdoet met allerlei beleefdheidsinvitaties aan oppositiepartijen die toch niets nieuws of constructiefs te vertellen hebben, maar het zou ongepast zijn om aan Vlaamse zijde het jaar 2009 in te stappen met al te grote separatistische verwachtingen. Dat neemt niet weg dat er hoop is: vroeg of laat zal het regnum van koning Albert II aflopen, en ik heb het er moeilijk mee me voor te stellen dat een koning Filip zich heelhuids uit een crisis als de deze zou kunnen manœuvreren. Dat het bijvoorbeeld het voorrecht van de koning zou zijn de Eerste Minister te benoemen, en de politici zich daarom niet aan een spelletje namen noemen durven te wagen –uit respect, weet u wel– is een stelling die onder koning Albert II misschien nog vol te houden is, maar niet meer onder een koning Filip. Toch niet als men nog serieus genomen wil worden.
Wat doet een politicus die in de loop van minder dan een jaar alle, maar dan ook letterlijk alle verkiezingsbeloftes verbroken heeft? Eenvoudig: hij maakt er nieuwe. Alleen zijn die beloftes niet voor de volgende verkiezingen, maar die erna.Gisteren liet Yves Leterme in een interview met De Tijd weten dat hij aan de komende regionale en Europese verkiezingen niet zal deelnemen. Op een manier is dat natuurlijk helemaal geen nieuws, want in 2007 werd hij in de Senaat verkozen, en nieuwe senaatsverkiezingen staan er (nog) niet op het programma. Dat neemt niet weg dat het in België niet ongewoon is dat politici deelnemen aan verkiezingen voor andere parlementen dan dewelke waarin ze zitting hebben, en blijkbaar is het nu al zover gekomen dat het in de lijn der verwachtingen zou liggen dat alle politici aan alle verkiezingen zouden deelnemen.
Het andere «niet-nieuws» in het interview was dat Yves Leterme vervroegde federale verkiezingen van de hand wees. Waarom zou hij de federale verkiezingen ook willen vervroegen? Hij heeft alle verkiezingsbeloftes en duurgezworen eden, en zelf zijn eigen kartel moeten verbreken om toch maar het POSTJE van Eerste Minister te pakken te krijgen (zelf noemt hij dat «zijn verantwoordelijkheid nemen»), rijdt voor elke dag extra dat hij zich vastklampt aan zijn POSTJE zijn partij verder de vernieling in, en zou dan al na een goed jaar zijn POSTJE terug te grabbel gooien voor zijn concurrenten? Ik kan me met de beste wil van de wereld echt niet voorstellen waarom hij dat zou doen. Ik kan me ook niet voorstellen wat zijn motivatie zou kunnen zijn om in 2009 op een regionale of Europese lijst te gaan staan, want de kans dat hij zijn score van 2007 nog maar bij benadering zou kunnen evenaren is vrijwel nihil, laat staan om ze te overtreffen, en dus kan hij alleen maar verzwakt uit zo'n verkiezingsstrijd komen. Neen, dan is het beter andere het gelag te laten betalen, met name Vlaams Minister-President Kris Peeters en de voltallige CD&V-fractie in het Vlaams Parlement. In 2011 kan hij zelf dan misschien wel profiteren van een opwaartse correctie na de komende nederlaag, en zodoende zijn POSTJE voor nog eens vier jaar extra bezetten.
Dat neemt niet weg dat hij zich er niet voor terugdeinst om zich nu al aan nieuw verkiezingsbedrog schuldig te maken. Wat moeten we anders denken van zijn verhaal van vandaag dat een nieuw begrotingsoverschot realistisch is in… 2012? Hij voegt er nog net niet aan toe dat er in 2013 ook gratis geschoren zal worden, en dat we tegen 2014 alleen nog maar onze mond open hoeven te doen om de gebraden kippen er zo in te laten vliegen. Eén ding is evenwel zeker: van goed bestuur zal er gedurende deze federale bestuursperiode niet veel meer in huis komen. Dat kan ook niet, want daarvoor is hij al te zeer schatplichtig aan de Franstaligen, en dan in het bijzonder de PS, zoals deze week nog zo overduidelijk bleek. Zelfs commentatoren in de anders zo aartsbelgische pers vinden het beleid en de «akkoorden» die de federale regering sluit –Franstaligen Dictaten zou vaak een correctere omschrijving zijn– zo stuitend dat ze zich genoodzaakt zien woorden te gebruiken als bijvoorbeeld dat «de Vlaamse belangen worden geschaad». Het is lang geleden dat we dat nog hebben mogen lezen in een Noord-Belgische «kwaliteitskrant».
Yves Leterme is daarmee goed op weg Guy Verhofstadt te overklassen wat betreft woordbreuk en uitverkoop aan de Franstaligen. Als één of andere «populistische» partij bij één van de volgende verkiezingen uitpakt met de slogan «Wie gelooft die mensen nog?», zal Yves Leterme dat vooral aan zichzelf te danken hebben.
Europees Commissaris voor Uitbreiding Olli Rehn verklaarde donderdag tijdens een videoconferentie met Reykjavik vanuit Oslo dat de Europese Commissie zich mentaal al aan het voorbereiden is op een aanvraag tot lidmaatschap vanuit IJsland, en dat een snelle behandeling van die aanvraag niet uit te sluiten valt. Concreet spiegelde hij IJsland voor dat het eiland al in de loop van 2009 lid zou kunnen worden van de Europese Unie, en daarmee Kroatië vooraf zou kunnen gaan.IJsland zit financieel zwaar in de problemen als gevolg van de wereldwijde bankcrisis die de banksector op het eiland volledig in mekaar deed storten. Eén van de neveneffecten van de ineenstorting van de banksector is dat de IJslandse kroon in waarde als een baksteen naar beneden is gevallen, waardoor een groot deel van de bevolking, ook zij die niet mee in het bankavontuur gestapt waren, rechtstreeks getroffen werd. Het was op het eiland immers niet ongewoon de lening voor het huis of de wagen in vreemde valuta aan te gaan, voornamelijk de euro dan, en sommige eilandbewoners moeten vandaag per maand meer interesten op hun leningen betalen dan ze via het loonbriefje binnenkrijgen. En wie geen lening in vreemde valuta aanging zit geplaagd met een torenhoge IJslandse rente, want vaste rente op een lening is een vrijwel onbekend begrip. De laatste weken vonden daarom ook meerdere demonstraties plaats in de hoofdstad Reykjavik, en sommigen eindigden zelfs in de rellen – een zeldzaamheid op het eiland, ook al gaat het absoluut niet over Grieks-anarchistische toestanden. Sommige betogingen brachten overigens duizenden mensen op de been, naar IJslandse verhoudingen een aanzienlijk aantal, want het land telt slechts een goede 300.000 inwoners.
Het eiland is lid van de NAVO, de EVA, de EER en de Schengenruimte, maar heeft zich buiten de Europese Unie gehouden. Opiniepeilingen hebben immers steeds een grote tegenstand tegen een lidmaatschap aangetoond, en IJsland is daarom ook het enige Scandinavische land dat tot nog toe zelfs nog geen referendum over EU-lidmaatschap heeft georganiseerd. Eén van de redenen waarom IJsland zich steeds liever buiten de EU heeft gehouden zijn de rijke visgronden rond het eiland, maar recent kwam daar ook de sterke en zeer expansieve banksector als argument bij. Nu dit laatste op een zo catastrofale wijze weggevallen is, is de wind op het eiland radicaal naar een andere richting gedraaid, en volgens de laatste opiniepeilingen zou er nu een grote meerderheid bestaan die zich uitspreekt vóór een toetreding tot de EU.
Deze verandering is de reden waarom de voormalige IJslandse Minister van Buitenlandse Zaken Jón Baldvin Hannibalsson tijdens de videoconferentie zonder omwegen aan Europees Commissaris Olli Rehn vroeg hoe snel IJsland lid zou kunnen worden van de Europese Unie. Het eiland bevindt zich immers in een noodsituatie, en heeft daarom een noodoplossing nodig. Het antwoord van Olli Rehn was ook opmerkelijk direct: IJsland zou kunnen rekenen op een expressbehandeling, waardoor het land al in de loop van 2009 lid zou kunnen worden – en hetzelfde geldt trouwens ook voor Noorwegen, voegde hij er in één adem aan toe. Andere landen, zoals Kroatië dat zelf geduld moet oefenen om lid van de EU te mogen worden en nu IJsland misschien wel zal zien voorschieten, hebben nooit op zo'n expressbehandeling kunnen rekenen. Omdat zowel IJsland als Noorwegen lid zijn van de EER is ongeveer drie vierde van de Europese wetgeving op z'n plaats in de twee Noordse landen, en daarom zou een lidmaatschap en integratie zo vlot kunnen verlopen, is de officiële verklaring.
Maar wat zou de echte verklaring zijn? Zeker, dat het grootste deel van de wetgeving al ingevoerd is speelt natuurlijk een grote rol, maar wat een nog grotere rol speelt is dat de twee landen een aantal troeven hebben waar de EU reeds lang likkebaardend naar loenst. Zelfs al ligt de banksector op IJsland vandaag in duigen en is het eiland virtueel bankroet, fundamenteel bestaat er weinig twijfel over dat IJsland nog niet onmiddellijk tot onderontwikkeld land uitgeroepen hoeft te worden, en dat het op relatief korte termijn een netto betaler aan de EU zal worden. Of toch alleszins sneller dan pakweg Bulgarije, Kroatië, of, tja, Spanje of Portugal. En over die twee laatste landen gesproken, de regeringen in beide landen hebben waarschijnlijk al eens opnieuw uitgerekend hoeveel kabeljauw en andere vis hun vissers in de IJslandse wateren zullen kunnen gaan vangen als IJsland lid van de EU zou worden. Voor hen mag IJsland waarschijnlijk volgende week al lid worden van de EU als het deze week niet meer zou lukken. Dat een eventuele expressbehandeling van de IJslandse kandidatuur tot lidmaatschap van de EU een teken van barmhartigheid tegenover en medeleven met de zwaar geplaagde IJslandse bevolking zou zijn, is een sprookje dat de Europese Commissie misschien wel zal proberen op te hangen, maar waar verder beter niet al te veel geloof aan gehecht wordt.
Ik betwijfel daarom of het wel zo wijs is van de IJslandse bevolking en regering om nu in zeven haasten lid te willen worden van de Europese Unie om een probleem op korte termijn op te lossen. De onderhandelingen over een eventuele toetreding zullen uitwijzen of IJsland ook zal mogen toetreden tot de eurozone op dezelfde dag dat het toetreedt tot de Europese Unie. Ik vrees echter dat IJslanders in het «beste» geval de euro zullen kunnen afkopen met hun visgronden, in het slechtste geval echter geconfronteerd zullen worden met een armada aan Spaanse en Portugese vissers die de kabeljauw in hun eigen wateren van voor hun netten komen wegvissen, zonder daar zelfs tegen te mogen protesteren, en bovendien zonder te mogen toetreden tot de eurozone vóór het land er financieel weer bovenop is. In dat laatste geval zou het over enkele maanden of jaren wel eens een heel onprettig ontwaken kunnen worden uit de huidige IJslandse nachtmerrie.
Congo staat opnieuw in het midden van de belangstelling van de Belgische politiek. Minister van Buitenlandse Zaken Karel de Gucht loopt nu al weken door te drammen over de noodzaak om Belgische troepen naar Afrika te sturen, waarbij hij –naar zijn gewoonte– ondertussen al zo ongeveer elke partij heeft kunnen schofferen, met uitzondering van de Secretaris-Generaal van de VN Ban Ki-moon dan (maar dat is misschien maar een kwestie van tijd?). En ook Yves Leterme wil natuurlijk zijn kans niet laten liggen om op Europees niveau de grote jan te kunnen uithangen.Marc Reynebeau schreef dit week-end in De Standaard een korte lezenswaardige analyse over de vraag waarom België steeds weer wil terugkeren naar Congo: de eerzucht, de nostalgie naar de verloren grandeur, maar, laten we dat ook niet vergeten, de mogelijkheid om eventjes te kunnen ontsnappen uit de Belgische zandbank en al de «pietluttige» problemen die daar opgelost moeten worden te overstijgen. Het is inderdaad ironisch te noemen dat een federale regering, die er niet eens in slaagt een kieskring in het midden van het eigen land aan te passen aan de Grondwet, denkt dat ze duizenden kilometers verderop wél een positieve bijdrage zou kunnen leveren tot een oplossing van een militair conflict dat verweven is met de belangen van zowel enkele grootmachten als industriële acteurs, overgoten met een saus van etnische problemen, persoonlijke ambities van rebellenleiders, diepe armoede en overlevingsdrang, en zeg maar barbarij in de regel in de regimenten van de troepen aan beide zijden. Dat het dan nog uitgerekend de ministers Karel de Gucht, Pieter de Crem en Yves Leterme zouden moeten zijn die daarbij een constructief steentje zouden moeten bijdragen, is eerder een quasi-garantie op een catastrofe te noemen dan een kans op beterschap in de regenwouden van Congo.
Want het valt op, Karel de Gucht vindt duidelijk weer eens van zichzelf dat hij groot gelijk heeft, wat schrijf ik, reuzegroot gelijk, zo groot gelijk zelfs dat als dat nodig moest zijn, pi of de constante van Planck, of desnoods zelfs allebei, zich maar zullen moeten aanpassen aan Karel de Guchts persoonlijke mening. De gevolgen zijn er natuurlijk naar, en je moet het tenslotte toch maar kunnen om als hoofd van de Belgische diplomatie met zowel Joseph Kabila als Laurent Nkunda in een incident verwikkeld te raken, en de Michels Louis en Charles er nog eens bovenop. Een nog duidelijker brevet van absolute incompetentie om Minister van Buitenlandse Zaken te kunnen zijn kan men zich amper voorstellen, maar zoals ik al aanhaalde, het zou me niets verbazen als Karel de Gucht vroeg of laat ook Ban Ki-moon eens zou kielhalen. Of beter: het zou me verbazen moest hij erin te slagen dat te vermijden.
Yves Leterme dan weer geniet er duidelijk van dat hij, na de financiële crisis, opnieuw een dossier in handen gespeeld krijgt dat hij kan gebruiken om in Europa te schitteren als één van de «groten». Waar zou de EU moreel staan als daar niet Yves Leterme was die de eer van de Unie in Afrika wil redden met een Europese troepenmacht. «Wat in Congo aan het gebeuren is, mag niet genegeerd worden,» aldus de Eerste Minister. Je zou warempel gaan denken dat hij het deze keer ook écht meent, dat het geen verkiezingsbelofte is die niets meer waard is van zodra hij er ook persoonlijk iets voor zou moeten opofferen. Ik hoop voor hem dat het hem deze keer toch iets beter zal vergaan dan tijdens de financiële crisis, toen Neelie Kroes hem een leugenaar noemde omdat hij het al te bont maakte. Dat hij echter persoonlijk al een brief heeft mogen ontvangen van de Secretaris-Generaal van de VN, dat kan niemand hem meer afpakken.
De vraag die ik me echter stel is wat een Europese (of Belgische) troepenmacht daar in Congo eigenlijk kan gaan doen. Is er enige garantie, of zelfs nog maar intentie, dat ervoor gezorgd zal worden dat er in Congo ook aan het fundamentele probleem gewerkt zal worden, of gaat het er ook deze keer om enkel en alleen de hoogste nood te lenigen, daar zoveel mogelijk de eer voor te kunnen opstrijken, en dan bij de eerste de beste gelegenheid of tegenslag zich terug te trekken en de bevolking er maar weer aan zijn lot over te laten? Met als gevolg dat binnen enkele jaren de hele Congo-carrousel opnieuw een rondje zal mogen draaien, inclusief pleidooien van een Minister van Buitenlandse Zaken om een troepenmacht te sturen en persoonlijke brieven van de Secretaris-Generaal van de VN aan de Eerste Minister. Ik heb er zo mijn gedacht over, maar dat Yves Leterme het deze keer ook echtig en techtig zou menen kan natuurlijk niet helemaal uitgesloten worden.
Kan er trouwens iemand mij precies vertellen wat nu eigenlijk het verschil is tussen die Joseph Kabila en Laurent Nkunda, anders dan dat Joseph Kabila de zoon is van de vorige rebellenleider die uit het regenwoud opdook en Kinshasa wist in te nemen, en Laurent Nkunda de nieuwste rebellenleider is die uit het regenwoud opdook en de ambitie heeft vroeg of laat Kinshasa in te nemen? Slechts twee vragen staan werkelijk open in Congo: ten eerste of Laurent Nkunda er uiteindelijk ooit in zal slagen Kinshasa in te nemen, en wat de naam is van de volgende rebellenleider uit het regenwoud. Wat absoluut geen open vragen zijn is dat de lokale bevolking hoe dan ook het gelag zal moeten betalen, en dat politici in Europa opnieuw verveeld zullen zitten met de hele situatie, schijnbaar omwille van al de menselijke ellende, maar vooral omdat de ontginningscontracten die afgesloten werden met Kinshasa opnieuw op de helling zullen gezet worden van zodra een nieuwe chef er de dienst zal uitmaken. Het is meteen ook de enige reden waarom het stelletje ongeregeld dat in Oost-Congo voor regeringsleger moet doorgaan in de pers occasioneel wel eens «legitiem» genoemd wordt.
Dat is natuurlijk de essentie van het Congolese probleem, en het is waarschijnlijk daar ook dat een oplossing gevonden zal moeten worden. Zolang echter de Michels aan Franstalige zijde ongestraft mogen blijven optreden als gewillige handpoppen voor enkele Belgische industriegroepen met grote commerciële belangen in Congo, en zelfs een Karel de Gucht die anders toch niet op zijn mondje gevallen is er zelfs voor past daar iets over te zeggen, bestaat er voor de bevolking in Oost-Congo, ja zelfs heel Congo, weinig hoop op verbetering. Of nog: zelfs in Oost-Congo heeft men belang bij een zo spoedig mogelijk einde van België, want het zou alvast één van de schuldigen aan de huidige problemen kunnen doen verkleinen, indien niet verdwijnen. Marc Reynebeau mag het altijd laten weten als hij het daar niet mee eens zou zijn.