woensdag, december 25, 2013

Politiek kerstboomoverzicht

Hoe zien de kerstbomen eruit bij onze politici? Hadden we voor een kwaliteitskrant geschreven hadden we natuurlijk eender wat uit onze duim kunnen zuigen, maar blogger zijnde trokken we op onderzoek uit. Een overzicht.

Bij Elio di Rupo hangt de kerstboom volle dikke slingers en enorme ballen. Veel glinster, rood en roze. En verder, alles versierd volgens de laatste Parijse voorschriften. Even was er sprake van enkele Afghanen onder de kerstboom, maar die werden snel afgevoerd zonder al te veel aandacht in de media. Bergen is immers Antwerpen niet. Maar belangrijkst van al: de sfeer rond de kerstboom is koed.

De kerstboom van Bart de Wever is een tikkeltje magerder dan verleden jaar, maar er hangen wel enkele opvallende blauwe ballen in. De kerstboom staat ook lichtjes scheef, naar het schijnt wegens ontbrekend draagvlak. De boom is een Belgisch merk, omdat de rest van de familie De Wever dit jaar nog niet rijp was voor een onafhankelijke Vlaamse kerstboom. Misschien beter over 25 jaar.

Bij Wouter Beke is de kerstboom voor slechts 20% versierd, maar de partijvoorzitter van de CD&V vindt dat al ruim voldoende. Geen slingers of ballen, alleen maar oranje handschoenen dit jaar. Komt een beetje krampachtig over, maar dat was het enthousiasme over de zesde staatshervorming ook, en nergens in de media werd daar ook maar één probleem rond gemaakt.

De kerstboom van Gwendolyn Rutten is inwendig verdord en bestaat uitsluitend uit gehakketak, daarom ook dat hij vol opzichtige slingers en ballen hangt. Inhoud is nooit haar sterkste kant geweest, oppervlakkigheid en schone schijn daarentegen wel. Om één of andere reden ontbreken er wel enkele blauwe ballen, maar ze wil niet geweten hebben waar die naartoe zijn. Bovenop de kerstboom geen ster, maar wel het punt dat ze wilde maken toen ze de benoeming van Jan Briers wekenlang blokkeerde.

Bij Gerolf Annemans is de kerstboom dit jaar wat kleiner uitgevallen dan de laatste jaren. Het is wel een authentieke Vlaamse kerstboom, misschien niet de mooiste, maar hij staat wel zelfstandig. Aangezien dat laatste volgens de media volkomen onmogelijk is, en al zeker niet wenselijk, werd zijn kerstboom zoals elk jaar volkomen doodgezwegen.

Ook bij Bruno Tobback is de kerstboom kleiner dan de laatste jaren, maar dat deert hem niet. Zoveel plaats is er nu ook weer niet op zijn zeilbootje. De versiering komt vooral uit Bergen, want zelf weet hij niet wat hij er anders zou moeten inhangen. Er hingen wel enkele windmolentjes in de kerstboom, maar daar wil de partijvoorzitter het even niet over hebben. Dan heeft hij het liever over de strikte scheiding van slingers en ballen die hij de anderen wil opleggen.

Wouter van Besien koos dit jaar voor een bonsai-kerstboom. Die heeft een kleinere ecologische voetafdruk, en staat ook beter in verhouding tot de werkelijke grootte van zijn partij. Ter compensatie staat er een bevriende medialens naast de kerstboom, zodat die van hem bijna even groot lijkt als die van Bart de Wever, zonder ooit op lastige vragen te hoeven antwoorden.

De kerstboom van Jean-Marie Dedecker ziet er wat verwaaid uit, alsof hij door een windmolen werd meegepakt. Geen slingers of ballen als versiering, maar naar lokale traditie opgeknoopte jogannetjes, hier en daar afgewisseld met een crombeetje en een guchtje.

Bij Peter Mertens komt er geen kapitalistische kerstboom in huis. Kerst viert men immers niet in Noord-Korea, temeer daar de uitgehongerde bevolking al jaren geleden al de naalden van de bomen heeft gegeten. Nou ja, dat laatste is maar een imperialistisch fabeltje, en het gaat hier trouwens niet over het verleden, maar over de toekomst. Hoe durven ze ook!

De kerstboom van Herman van Rompuy hangt vol foto's van zichzelf, met op de achterkant de vlag van de EU en het onderschrift «L'UE, c'est moi». Verder ook haiku's waar niemand ooit een touw aan kon vastknopen, hier en daar afgewisseld met dreigementen aan Catalonië en Schotland. Bovenop de kerstboom geen ster, maar de Turkse wassende maan en ster, kwestie van hen al welkom te heten. Als ze daar enig bezwaar tegen zouden hebben, wil hij als christen-democraat volgend jaar zelfs de kerstboom eronder weglaten.

Bij Guy Verhofstadt hangt de kerstboom overvol Europese vlaggetjes, in die mate zelfs dat het ding dreigt in te storten. Geen nood echter, want hij weet de oplossing: een dubbele lading Europese vlaggetjes. Bovenop de kerstboom geen ster bij hem, maar zijn eigen intellect. Zeg nu zelf, is er iets in de hele Europese Unie dat harder schittert dan het intellect van Guy Verhofstadt?

Karel de Gucht ontkent ten stelligste dat hij in Toscane een kerstboom zou hebben, en noemt het een grove inbreuk op zijn privacy dat we zelfs nog maar vragen hoe die eruit ziet. Pas als we een perfecte beschrijving van zijn kerstboom kunnen geven is hij bereid te vertellen hoe die eruitziet.

Bij zoon Jean-Jacques de Gucht geen kerstboom. Degene die hij kocht zag eruit alsof hij last had van een ondraaglijk leed, en kreeg dan ook meteen een spuitje toegediend. Laat nooit een goede kans om euthanasie toe te passen zomaar voorbij gaan!

zondag, december 15, 2013

Op de foto met Barack Obama

Verleden week ontstond er nogal wat heisa in de internationale media naar aanleiding van een «selfie» van de Deense eerste minister Helle Thorning-Schmidt. Die selfie werd tijdens de herdenkingsceremonie voor Nelson Mandela vereeuwigd door een fotograaf van AFP, en liet duidelijk zien hoe Helle Thorning-Schmidt als een overjaarse bakvis zat te flirten met de Amerikaanse president Barack Obama. First Lady Michele Obama leek ondertussen iets minder opgezet met wat zich aan haar rechterzijde voltrok.

Het voorval deed zich voor tijdens de urenlange herdenkingsplechtigheid van de pas overleden Nelson Mandela. In een onbewaakt ogenblik kwam bij de Deense eerste minister Helle Thorning-Schmidt plots het idee op om een selfie te nemen van haarzelf en haar buur Barack Obama. De Britse eerste minister David Cameron beweert dat ook hij mee op de foto mocht, maar wie de beelden bekijkt blijft toch eerder met de indruk achter dat hij zichzelf mee op de selfie opdrong dan dat Helle Thorning-Schmidt hem er mee op wou.

Mandela 2.0

De foto's van het kwartet –een duidelijk kirrende Helle Thorning-Schmidt, een lachende Barack Obama, een zich opdringende David Cameron en een nogal sip kijkende Michele Obama– gingen via Twitter in sneltempo de wereld rond. De media pikten het uiteraard op als een grappige gimmick in de marge van de plechtigheden in Zuid-Afrika, maar bij hen sloeg de toon nogal snel om. Zo flatterend was de scène immers niet, noch voor Barack Obama, noch voor Michele Obama, noch voor Helle Thorning-Schmidt. Voor David Cameron was de hele affaire reeds van in het begin ronduit gênant, maar om een conservatief die zich belachelijk maakt malen de media nu eenmaal niet. Of liever: daar zouden ze zelfs met veel plezier aan meewerken. Dat ligt natuurlijk iets anders voor Barack «Mandela 2.0» Obama, Michele Obama, en de sociaaldemocrate Helle Thorning-Schmidt.

Borgen

Wie is overigens Helle Thorning-Schmidt? De 47-jarige Deense politica is sedert 2005 leider van de Deense sociaaldemocratische partij, en sinds 2011 de eerste vrouwelijke premier van Denemarken. De Deense TV-serie Borgen, die het verhaal vertelt van een fictieve politica Birgitte Nyborg die eveneens de eerste vrouwelijke premier van Denemarken wordt, is minstens gedeeltelijk geïnspireerd op de figuur van Helle Thorning-Schmidt, maar er zijn ook duidelijke verschillen. Zo hoort Birgitte Nyborg bijvoorbeeld duidelijk tot het centrum, terwijl Helle Thorning-Schmidt wel degelijk volbloed links is.

Business Lounges

Met haar blitse verschijning was ze aan het begin van haar mandaat trouwens dé grote hoop van Europees links om de sociaaldemocratie eindelijk weer uit het slop te halen, samen met de Franse president François Hollande en onze eigenste nationale Elio di Rupo. Ondertussen weten we dat François Hollande één grote miskleun is die in de peilingen qua populariteit het ene nieuwe laagterecord na het andere voor een zittend Frans president neerzet. Elio di Rupo werd en wordt alleen door onze nationale pers ernstig genomen. En Helle Thorning-Schmidt heeft al evenveel met een gewone arbeider gemeen als pakweg een Freya van den Bossche: afkomstig uit een beschermd milieu, vaker in de business lounges op de luchthavens te vinden dan de lokale supermarkt, en nooit een andere job gehad dan de politiek. Bouw daar maar eens een socialistische campagne mee op.

Klein detail: Helle Thorning-Schmidt is getrouwd met Stephen Kinnock, zoon van de beruchte oud-leider van het Britse Labour Neil Kinnock. Dat is ook de reden waarom David Cameron in het Britse Lagerhuis het grapje kon vertellen dat Nelson Mandela zelfs na zijn dood nog mensen bij mekaar brengt. Want inderdaad, dat een leider van de Britse Conservatieven zomaar op de foto gaat met een (aangetrouwd) lid van de Kinnock-familie is niet bepaald een dagdagelijkse gebeurtenis. Een jaar of twintig–dertig geleden zou niemand het durven vermoeden hebben.

Selfie

Maar terug naar de gebeurtenissen in Zuid-Afrika. Volgens de media heette het dat we achter de selfie van Helle Thorning-Schmidt vooral niet teveel mochten zoeken. De ceremonie bleef uren duren, en dan is het niet verwonderlijk dat zelfs wereldleiders al eens hun maskers laten zakken en zich even als gewone mensen gedragen. Tijdens een rouwceremonie even flirten met je buur en een selfie maken hoort daar volgens ons kwaliteitspersdom blijkbaar bij.

Dat het precies zulke ogenblikken zijn die veel zeggen over de werkelijke politieke meningen en voorkeuren van de betrokkenen, dat wil men in de «serieuze» media natuurlijk niet geweten hebben. Maar het is echt geen toeval dat Helle Thorning-Schmidt van zichzelf vond dat ze werkelijk met haar achterste in de boter gevallen was aan de zijde van Barack Obama. Probeer gewoon even dezelfde scène in te beelden met George W. Bush in plaats van Barack Obama, en het is duidelijk dat dit geen neutraal tafereel was. Helle Thorning-Schmidt zou het in geen honderd jaar in haar hoofd gehaald hebben om zich met George W. Bush op een selfie te vereeuwigen. Meer zelfs, we vermoeden dat als ze naast hem had moeten zitten, ze daar urenlang met een zuur gezicht zou gezeten hebben omwille van zoveel onrecht aangedaan aan haar progressief persoontje.

Hip

De Deense premier is overigens niet de enige die in het Obama-idolatriebedje ziek is. De manier waarop bijvoorbeeld de VRT-journaliste Greet de Keyser vanuit de VS over Barack Obama rapporteerde was vaak ronduit gênant. En ook Gwendolyn Rutten liet zich tijdens de presidentsverkiezingen van 2008 opmerken als onvoorwaardelijke aanbidster van Zijne Hippe en Goddelijke Gekleurdheid Barack Obama, ook al leunt de Open Vld traditioneel dichter bij de Republikeinen aan dan de Democraten. Toen reeds was voor Gwendolyn Rutten schijn en show oneindig veel belangrijker dan inhoud en sérieux. De manier waarop ze zich kandidaat stelde voor het voorzitterschap van de Open Vld, of waarop de Toekomstverklaring onlangs nog aan de pers voorgesteld werd, ligt in dezelfde lijn.

Nobelprijs

Maar ook politici waarvan men zou verwachten dat ze zich wat bedaarder en serieuzer zouden gedragen laten zich graag vangen door de show van Barack Obama. Voor de sociaaldemocraat en voorzitter van het Noorse Nobelcomité Thorbjørn Jagland was het in 2009 al ruim voldoende dat Barack Obama verkozen was geraakt en beloofd had dat hij de wereld zou verbeteren om hem meteen al de Nobelprijs voor de Vrede toe te kennen. Aan zijn uiterst afgemeten reactie viel duidelijk te merken dat Barack Obama de hele zaak maar een pijnlijke miskleun vond. Zijn desinteresse voor die Nobelprijs (en Europa in het algemeen) kon trouwens niet passender geïllustreerd worden dan door het bliksembezoek in december om de prijs te komen afhalen. Geen minuut langer dan het absolute minimum bleef hij in Noorwegen. Dan gebruikt hij liever zijn tijd in het Midden-Oosten om er zoete broodjes met moslims te gaan bakken. Thorbjørn Jagland kon het echter niet deren, want hij had op de foto met Barack Obama gestaan, en hem zelfs de hand mogen schudden. Het zou ons niet verwonderen moest hij die sindsdien niet meer gewassen hebben.

zaterdag, oktober 12, 2013

Te vroeg gepiekt?

Vrijdagavond publiceerden De Standaard en de VRT de resultaten van een nieuwe opiniepeiling. In de bijhorende analyses werd vooral ingezoomd op het resultaat van de N-VA, dat voor het eerst sedert de federale verkiezingen van 2010 netto op verlies staat. Dat verlies is weliswaar uiterst miniem, maar tegelijkertijd wel de ultieme bevestiging dat de piek voor de Vlaams-nationalistische partij met scores tot veertig procent voorbij is.

Voor de N-VA voltrekt zich stilaan een waar horrorscenario. Amper enkele maanden geleden was het niet geheel onrealistisch om nog te dromen van scores tegen de veertig procent aan. De partij was virtueel incontournable op Vlaams niveau, en daarmee leek een heruitgave van de regering–Di Rupo na 25 mei 2014 een moeilijke klus te worden.

Vandaag staan de zaken er anders voor. Voor het eerst sedert de federale verkiezingen van 2010 haalt de partij in een peiling een score lager dan haar uitslag van toen voor de Kamer. Toch zou het verkeerd zijn de partij nu al bij de verliezers te plaatsen. Een maand geleden haalde de partij in een peiling van La Libre Belgique nog 35,5%, terwijl Le Soir de partij 30,7% gaf. Dat is een belangrijke nuance bij de vele kranten- en andere commentaren die dit week-end het minieme verlies van de N-VA dik in de verf wilden zetten. Meer zelfs, als we alleen maar naar de wiskunde van de drie laatste peilingen kijken, is de N-VA vandaag de enige partij in Vlaanderen die statistisch gezien 99,9% zeker is van winst tegenover de laatste verkiezingen. Maar psychologisch ziet het plaatje er natuurlijk helemaal anders uit.

Ook over de oorzaken van de «achteruitgang» van de N-VA –voor zover die er dus zou zijn– werd dit week-end wat afgeanalyseerd. Dat een partij tussen twee verkiezingen door fenomenaal piekt is zeker geen unicum in de Vlaamse geschiedenis. Vraag het maar aan Jean-Marie Dedecker, die het vijf jaar geleden aan den lijve mocht ondervinden. Maar voor wat het waard is: persoonlijk denk ik dat het probleem in de eerste plaats aan de overvolle agenda van Bart de Wever ligt. De partijvoorzitter/burgemeester van Antwerpen geeft de laatste maanden een nogal afgematte indruk. Zijn afstandelijke houding bij de Blijde Intrede van koning Filip in Antwerpen leek wel deels geïnspireerd door slaapgebrek, en dus niet alleen republikeinse gevoelens. Maar ook: als hij nog eens met een woordje Latijn uitpakt, dan voelt het flets, krampachtig en vooral ook erg vergane–glorie aan. Misschien zou een beetje meer vrije tijd voor de partijvoorzitter om wat te herbronnen al meteen een positief effect kunnen hebben op de uitslag van de N-VA in de volgende peilingen, om over de verkiezingen nog maar te zwijgen?

Een partij die het alvast in de analyses van de opiniepeilingen goed doet, is de CD&V. In de peilingen zelf blijft de partij immers kwakkelen rond haar verkiezingsuitslag van 2010, en is ze op dit ogenblik helemaal niet zeker van enige winst. Meer zelfs, partijvoorzitter Wouter Beke legde verleden week de lat voor de partij op 20 procent, en daar blijft de partij voorlopig nog een eindje onder.

Eenzelfde fenomeen doet zich voor bij de Open Vld. De partij klimt in de peilingen inderdaad uit een diep dal, maar staat tegenover de laatste verkiezingen nog steeds op licht verlies. De populariteit van Maggie de Block kan daar voorlopig nog maar weinig aan verhelpen. De populariteit van die laatste contrasteert overigens fel met de mediasteun die Navid Sharifi kreeg. Sommige commentatoren gebruiken in dat verband dan ook het woordje «ondanks», maar het zou best wel eens kunnen dat Maggie de Blocks populariteit er net gekomen is dánkzij haar consequente houding bij de uitwijzing van deze charlatan. Vraag is alleen maar hoe lang zij dat beleid verder zal mogen zetten.

Want inderdaad, waar er psychologische winnaars zijn, zijn er ook psychologische verliezers. Meer zelfs: op dit ogenblik is de sp.a de enige Vlaamse partij die volgens de peilingen zelfs nog geen schijn van kans maakt om haar laatste verkiezingsresultaat te benaderen. Combineer dat met de slechte peilingsresultaten van de PS in het zuiden van het land, en het laat zich raden dat de komende maanden best nog wel eens «interessant» zouden kunnen worden in de federale regering. Het valt in ieder geval wel op dat het populisme van Johan vande Lanotte –in sommige media aan de lopende band net niet uitgeroepen tot Redder des Vaderlands, of toch zeker de Behoeder van de Portemonnee van «de Mensen»– niet aanslaat. Men kan dan wel analyseren dat het «recept B» van Elio di Rupo begint te werken, het «recept S» van Johan vande Lanotte doet dat voorlopig toch nog niet.

Vlaams Belang blijft worstelen met de psychologische drempel van de 10 procent. De laatste peilingen plaatsen die partij net boven die grens, en vrijwel zeker boven haar abominabel resultaat van de provincieraadsverkiezingen van een jaar geleden. Een evenaring van de verkiezingsresultaten van 2010 zit er echter voorlopig toch nog niet in.

Opmerkelijk is het resultaat van Groen: die partij haalt in deze peiling immers haar beste resultaat van de laatste tien jaar. Daar hoort echter de nuance bij dat de partij in de peiling van Le Soir verleden maand zo slecht scoorde dat zelfs de kiesdrempel weer in zicht kwam. Statistisch gezien staat de partij vrijwel zeker op winst tegenover de laatste federale verkiezingen, maar anderzijds niet bepaald veel hoger dan wat ze verleden jaar reeds voor de provincieraden behaalde.

Bij LDD blijft de ellende aanhouden: de partij blijft ver onder de kiesdrempel. Vermoedelijk zal alleen een eventueel persoonlijk sterk resultaat van Jean-Marie Dedecker in West-Vlaanderen de partij in de verscheidene parlementen kunnen houden.

Dan staat de PVDA er veel beter voor. De partij haalt in deze peiling haar beste resultaat van de laatste twee jaar, maar de kiesdrempel is alvast op Vlaams niveau nog steeds veraf. Lokaal ziet de situatie er echter heel anders uit. Volgens een simulatie op basis van de peiling van dit week-end haalt de partij in de kieskring Antwerpen niet één, maar zelfs twee zetels in het Vlaams Parlement. En wat meer is: zonder kiesdrempel zou daar zelfs nog een derde zetel bijkomen uit de kieskring Oost-Vlaanderen.

Wat die zetelverdeling betreft kan opgemerkt worden dat de twee grootste partijen, N-VA en CD&V, deze keer samen net niet meer aan een meerderheid geraken. Dat betekent dat er na 25 mei 2014 vermoedelijk opnieuw minstens drie partijen in de Vlaamse regering zullen moeten zitten. Eén voorbeeld van zo'n drie-partijencoalitie is de huidige, die nog steeds over een ruime meerderheid zou beschikken. Maar ook de «Antwerpse coalitie» van N-VA, CD&V en Open Vld kan rekenen op een stevige meerderheid. De federale regeringspartijen CD&V, Open Vld en sp.a komen samen nog steeds niet aan een meerderheid in het Vlaams Parlement, maar de afstand tot het benodigde aantal zitjes is vandaag opmerkelijk kleiner dan enkele maanden geleden. Van een V-meerderheid is ondertussen geen sprake meer.

Bijlage: Overzicht van alle peilingen in Vlaanderen sedert 2004

zondag, oktober 06, 2013

Wouter Beke legt de lat op 20 procent

Naar aanleiding van zijn herverkiezing als partijvoorzitter was Wouter Beke zo boud om de lat voor de CD&V in 2014 op 20 procent te leggen. Als je kijkt naar de historische trend van de laatste zestig jaar, de peilingen van de laatste jaren, of de uitslag van de laatste federale verkiezingen, dan is het duidelijk dat dit een bijzonder ambitieus doel is voor de CD&V. Wouter Beke zelf trekt zich echter op aan het resultaat van de provincieraadsverkiezingen in 2012. Of legt hij gewoon de lat zo hoog dat het ongevaarlijk wordt eronderdoor te gaan?

Beginnen we met de historische trend. In 1946 startte de partij met een score van 56,2% in Vlaanderen, en steeg in 1960 met 60,4% zelfs even boven de kaap van de zestig procent uit. Sindsdien gaat het gestaag bergaf met de christen-democratie in Vlaanderen, met als voorlopig dieptepunt de verkiezingen van 2010. De partij haalde toen voor de Kamer 17,6% van de stemmen, en zakte voor de Senaat zelfs verder door tot 16,1%. Al naargelang je op de verkiezingsresultaten van de CVP/CD&V een lineaire of een logaritmische regressie toepast kom je uit op een achteruitgang van gemiddeld 0,63% per jaar of een halvering eens om de veertig jaar.

Wat betekent dit, in mensentaal, voor de verkiezingen van 2014? Dat, tenzij er zich een trendbreuk zou voordoen, de CD&V op 25 mei 2014 ergens tussen de 10 en de 22 procent zal scoren, met als meest waarschijnlijke uitslag 15–16 procent. Een score van 20 procent of meer is dus zeker niet uitgesloten, maar niet erg waarschijnlijk. En een trend die al meer dan zestig jaar stand houdt ombuigen is geen sinecure, zeker niet als men ze in positieve zin wil ombuigen. De laatste jaren hebben slechts twee politici een historische trend weten om te buigen: Guy Verhofstadt in negatieve zin voor het liberalisme, en Bart de Wever in positieve zin voor het Vlaams-nationalisme.

Over naar de peilingen. Daar moeten we al terug naar de peiling van De Standaard en VRT van 2 april 2010 voor een score van 20 procent of meer. Sindsdien kwam de partij zelfs niet meer boven de 19 procent uit, behalve dan in die ene peiling van 7 oktober 2011 bij diezelfde peiler. De laatste maanden zien we echter een lichtjes positieve trend voor de CD&V in de peilingen. In de twee peilingen van verleden maand scoorde de CD&V bij Le Soir 17,2%, en bij La Libre Belgique 17,3%. Zonder rekening te houden met eventuele systematische scheeftrekkingen of andere methodologische problemen levert dat een kans op van ongeveer 0,2% om boven de 20 procent uit te komen. Of nog, op basis van deze twee peilingen is het een veiligere gok om op 25 mei 2014 met drie dobbelstenen in één keer drie zessen te smijten dan erop te wedden dat de CD&V boven de lat van Wouter Beke springt.

Wat dan met die provincieraadsverkiezingen? De CD&V haalde op 14 oktober 2012 inderdaad 21,4% van de stemmen voor de provincieraden. Sommigen menen dat dit in verband staat met de gemeenteraadsverkiezingen: lokaal populaire CD&V-burgemeesters zouden voor CD&V-stemmen in de provincieraden zorgen. Ik betwijfel echter of kiezers die in 2010 nog voor de N-VA stemden in 2012 «per ongeluk» opnieuw voor de CD&V zouden stemmen. Mijn vermoeden is dat enkele N-VA-kiezers uit 2010 teruggevloeid zijn naar de CD&V, omdat zij niet helemaal tevreden waren met de gang van zaken rond de regeringsvorming. Maar meer nog, dat voor een aantal kiezers de provincieraden zo onbekend en zo onbelangrijk zijn, dat zij vinden dat daar geen «kracht van verandering» nodig was. Het is dan maar de vraag of Wouter Beke volgend jaar opnieuw op die groep kiezers zal kunnen rekenen, wanneer het over de federale en de regionale verkiezingen gaat – met bijhorende verkiezingscampagne.

Op dit punt moeten we toch zeggen dat 20 procent al bij al een beetje een merkwaardig doel is. Als Wouter Beke echt de provincieraadsverkiezingen als referentiepunt wil gebruiken, waarom legt hij de lat dan niet op die uitslag – 21,4%? Zo zeker is hij blijkbaar dan toch niet van zijn stuk, want hij stelt zich in 2014 al tevreden als de achteruitgang voor zijn partij niet meer dan 1,4% bedraagt. Ter vergelijking: zoals het er nu naar uitziet zal de N-VA de verkiezingen van 2014 in de media verliezen als ze er niet minstens een procent of drie–vier bij doet.

Zoals altijd, en dan zeker bij de CD&V, geldt ook hier dat er een «voor» en een «na» de verkiezingen is. De 20 procent zijn immers niet meer dan een pose vóór de verkiezingen, die moeten dienen om de partij te onderscheiden van de sp.a en de Open Vld. Van zodra echter op 25 mei 2014 de eerste resultaten zullen binnenkomen, zullen de provincieraadsverkiezingen van 2012 geruisloos uit de CD&V-communicatie verdwijnen. Haalt de partij bijvoorbeeld 19,8% van de stemmen, dan zal er alle nadruk op gelegd worden dat de partij erop vooruitgaat tegenover 2010, niet dat ze erop achteruitgaat tegenover 2012. Of hoe «christen»-democraat Wouter Beke vandaag al de leugen van 25 mei 2014 voorbereidt…

donderdag, oktober 03, 2013

Aan wie de 16?

Rik van Cauwelaert noemde het in De Tijd «politieke gezelschapsspelletjes»: met nog meer dan negen maanden te gaan tot de verkiezingen schrijven de journalisten zich krom over wie kandidaat is om Elio di Rupo op te volgen. Waarna hij zelf het gerucht lanceert dat zowel Elio di Rupo als Paul Magnette zouden azen op… een Europees commissariaat!

Regering–De Wever-Reynders

Het scenario duikt af en toe op, en het klinkt goed, zo'n herstelregering–De Wever-Reynders als tegenbeeld van een regering–Di Rupo II. Maar welke partijen zouden aan zo'n regering kunnen deelnemen? N-VA en MR om te beginnen natuurlijk, en in het zog van de MR ook de Open Vld. Maar wie regeert er dan nog mee? De CD&V en cdH? Dat wordt aan Vlaamse zijde dan een zogenaamde Antwerpse coalitie, maar aan Franstalige zijde vooral een minderheidscoalitie. Benieuwd of de Franstaligen volgend jaar al even principeloos zullen willen zijn als de Vlamingen in 2011. Met een centrum-rechtse overwegend Vlaamse federale regering, en als reactie daarop misschien wel een links-linkse Waalse regering van PS en Ecolo staan we dan misschien wel voor zeer interessante tijden in het zuiden van het land.

Persoonlijk houden we het dus op een voortzetting van de huidige regering. Grootste argument voor zo'n scenario is dat alle ervaring leert dat Vlaamse politici veel gemakkelijker buigen dan Franstalige. Enige mogelijke spelbreker voor dit scenario: de Vlaamse kiezer, als die de N-VA en het Vlaams Belang in het Vlaams Parlement zo groot maakt dat een Vlaamse afspiegelingsregering zonder N-VA niet meer mogelijk is.

V-meerderheid

Maar wat dan nog? Ons vermoeden: dan verandert er op federaal vlak niets, en krijgen we op Vlaams niveau een Antwerpse coalitie. Als je ziet hoe de federale begroting vandaag mismeesterd wordt, zou je gaan vermoeden dat men zelfs doelbewust aanstuurt op een economisch rampenscenario, waarbij er na 26 mei 2014 in alle haast een federale regering gevormd zal móeten worden omwille van de «financiële markten». Met andere woorden, een voortzetting van de huidige regering–Di Rupo, omdat er geen tijd zal zijn om te neuten over confederalisme. En al zeker niet als de Rode Duivels op hetzelfde ogenblik wereldkampioen spelen in Brazilië.

Wouter Beke zal de N-VA dan met plezier voor de keuze plaatsen: Vlaanderen maandenlang in een bestuurlijke chaos storten terwijl de CD&V in de federale regering haar «verantwoordelijkheid opneemt», of braafjes met hen (eventueel aangevuld met de Open Vld) een Vlaamse regering vormen en de kracht van verandering uitstellen tot 2019. Zolang de N-VA bij voorbaat revolutionaire toestanden afzweert heeft Wouter Beke geen reden om met de N-VA veel rekening te houden bij de vorming van een federale regering.

IJdeltuit Di Rupo

In ons lijstje staat Elio di Rupo dan ook nog steeds met stip op nummer één om zichzelf op te volgen na 25 mei 2014. En zoals de zaken er op dit ogenblik voorstaan –rebus sic stantibus, zou Bart de Wever zeggen– zal dat zelfs nadrukkelijk zonder de N-VA moeten zijn. Sedert 13 mei 2010 is er, buiten de provincieraadsverkiezingen, nog geen enkele peiling verschenen die de N-VA onder de dertig procent plaatst. Zelfs die dertig procent zou nog een winst van 1,8% zijn tegenover de laatste federale verkiezingen, en dus mogen we er gerust van uitgaan dat de N-VA na de volgende verkiezingen in de federale Kamer nog groter zal zijn dan ze nu al is. Bij de PS is het dan weer van eind 2011 geleden dat de partij nog gepeild werd op een niveau dat vergelijkbaar is met de laatste federale verkiezingsuitslag, want sindsdien staat de partij op verlies. Conclusie: in de volgende federale Kamer zal de N-VA niet alleen groter dan de PS zijn, ze zal afgetekend groter dan de PS zijn.

Je ziet dan ook van hier dat Elio di Rupo premier zal willen spelen in een regering waarin de N-VA een kop groter is dan zijn eigen PS. Wie denkt dat dit betekent dat de N-VA dan de premier zal moeten leveren is echter van een goed jaar. Koning Philippe die de eed afneemt van eerste minister Bart de Wever? Neen, de enige mogelijke oplossing is dat de N-VA opnieuw uit de federale regering gehouden wordt. Onze kakelverse koning-met-een-missie zal over zo'n hyperdemocratisch manœuvre zeker geen problemen maken.

Drama queen zkt camara's

Dat Elio di Rupo zou azen op een Europees commissariaat lijkt ons dan ook een lachertje. Hoe vaak komt zo'n Europees Commissaris in de pers? Alleen als hij blundert, of als hij als zwarte piet kan dienen in één of ander nationaal debat. Zelfs de «hoge vertegenwoordiger» voor buitenlandse zaken en veiligheid Catherine Ashton –wie kent haar?– komt amper in het nieuws. Karel de Gucht zou zich trouwens met geen Menense pictogrammen bezighouden als hij daar in de Europese Commissie niet totaal zat te verwelken (of de vloer aangeveegd werd door Chinezen).

Nog eentje: als de uitslag van de PS tegenvalt, en Waals klein-links enkele zetels haalt, zou Elio di Rupo liever naar de oppositie trekken om zijn partij te laten herbronnen. Alsof dat enige garantie zou geven dat hij er in 2019 dan wel bij zal zijn. Detail: in 2019 wordt hij trouwens 68 jaar.

Neen, ze gaan een heel straf postje moeten uitvinden om Elio di Rupo vrijwillig uit «de 16» weg te krijgen. En na de passage van Herman van Rompuy als Europees «president» is het eerder twijfelachtig of er in 2014 veel vette postjes voor Belgen beschikbaar zullen zijn.

Bart de Wever

Hij mag zeggen wat hij wil, maar Bart de Wever is op dit ogenblik de enige natuurlijke kandidaat-premier van de N-VA. Elke andere N-VA-kopman of -vrouw is slechts tweede keus. En we zijn het niet persoonlijk gaan rondvragen onder de N-VA-leden, maar we hebben een sterk vermoeden dat ze er zo ongeveer allemaal hetzelfde over denken, op twee na. De ene zit in Antwerpen, en zegt dat hij niet beschikbaar is. De andere zit in Gent, en dacht dat hij eind augustus zijn federaal regeringsakkoord al uit de doeken mocht doen in een interview met De Standaard. Dat laatste was, zoals ondertussen bekend, «voor zijn beurt gesproken».

Bart de Wever zit natuurlijk wel met hetzelfde probleem waar Jannie Haek mee geplaagd zat: zoals die laatste zijn opzegpremie thuis niet uitgelegd kreeg, zo krijgt Bart de Wever een federaal premierschap thuis niet uitgelegd. Net zoals het ook niet snor zit met het confederalisme van de N-VA. Ironisch, dat op dit ogenblik net het communautaire het zwakke punt is van wat ooit als een communautaire one-issue-partij vertrokken is…

Didier Reynders

Didier Reynders zou natuurlijk maar wat graag eerste minister van België worden. Maar iets zegt ons dat de man intelligent genoeg is om te weten dat dat weinig waarschijnlijk is, tenzij zich één of andere bijzonder opportuniteit zou voordoen. Enerzijds maakt hij geen kans mét de PS in de federale regering, en anderzijds maakt een federale regering zonder PS geen of weinig kans. Maar je weet natuurlijk nooit. In 2010 zag het er immers lang naar uit dat de MR en de Open Vld zelfs de regeringsbanken niet zouden halen.

Kris Peeters of Wouter Beke

Kris Peeters die liever niet premier zou willen worden, het klinkt een beetje als een Yves Leterme die de huwelijkstrouw predikt. Weinig geloofwaardig dus. Al was het maar omwille van de dure eden die ook die laatste zwoer toen híj Vlaamse minister-president was. Het scenario, waarbij Kris Peeters Wouter Beke federaal zou laten voorgaan, is zo mogelijk nog gekker. Welke paddenstoelen moet je al gegeten hebben om in alle ernst te kunnen beweren dat een CD&V'er geen Belgisch postje zou ambiëren, of woord zal houden?

Er zijn echter twee dingen die ervoor zorgen dat CD&V vandaag geen openlijke kandidaat naar voren schuift. Ten eerste: het is een gemakkelijke manier om het zwakke punt van de N-VA in de schijnwerpers te plaatsen. En ten tweede: het pijnlijke besef dat Kris Peeters niet alleen geen kandidaat van rang 1 is, maar ook niet van rang 2 (Didier Reynders of Bart de Wever), doch slechts rang 3. Zeg maar de categorie waar ook Johan vande Lanotte en Alexander de Croo spelen dus. Pijnlijk, voor een partij die ooit volstrekte meerderheden haalde in Vlaanderen.

Dit artikel verscheen op 18 september 2013 in 't Pallieterke.

donderdag, september 19, 2013

Diplomatiek brokkenparcours van Obama

«Now let me be clear: I suffer no illusions about Saddam Hussein. He is a brutal man. A ruthless man. A man who butchers his own people to secure his own power… The world, and the Iraqi people, would be better off without him.» Deze woorden werden in oktober 2002 uitgesproken in een hevige anti-oorlogstoespraak op het Federal Plaza in Chicago. Redenaar van dienst: een jonge, beloftevolle Democratische senator uit Illinois, die luisterde naar de naam… Barack Obama. Vandaag, elf jaar later, zou hij dezelfde woorden kunnen gebruiken om deze keer wél ten oorlog te trekken, tegen Bashar al-Assad.

Laat er geen twijfel over bestaan: we gaan geen traan laten voor Bashar al-Assad moest hij morgen omkomen door een goedgemikte raket op één van zijn paleizen. Maar we hebben toch ook enkele vragen over wat het post-Assad-tijdperk voor Syrië en het Midden-Oosten zal brengen. In tegenstelling tot de psychiatrische patiënt Guy V. en konsoorten geloven we namelijk niet dat de Syrische oppositie vrijwel uitsluitend uit goedmenende democraten bestaat, en daarom onze onvoorwaardelijke steun verdient.

Twee van de redenen waarom Barack Obama in 2002 de interventie in Irak verwierp, was precies dat er geen strategie voor het post-Hoessein-tijdperk voorhanden was, en dat er geen sterke internationale steun voor de interventie bestond. Op die twee punten doet Barack Obama het vandaag zeker niet beter dan George W. Bush toen. Rusland en China zijn tegen een interventie in Syrië, en zelfs het Britse Lagerhuis houdt de boot liever af. Vandaag zijn het de Fransen die nog het meest zin in een oorlog in Syrië lijken te hebben. De tijd van de zogenaamde Freedom Fries ligt dan ook al een paar jaar achter ons.

Coalition of the Willing

Maar met Rusland en China zo duidelijk gekant tegen een interventie in Syrië, en Groot-Brittannië aan de kant, zal het nog afwachten worden of Obama's Coalition of the Willing zoveel groter zal zijn dan die van George W. Bush. In april 2003 stond voor die laatste de teller op 48 landen, weliswaar met enkele militaire «grootmachten» als de Marshalleilanden, Micronesië, Palau en de Solomoneilanden, maar toch. Ondanks de steun van die 48 landen lieten de westerse media niet na herhaaldelijk te benadrukken hoe geïsoleerd George W. Bush wel niet stond. Benieuwd of ze dat met Barack Obama ook zullen doen.

En het is zelfs niet zeker of Barack Obama wel over voldoende nationale steun beschikt om tussen te komen in Syrië. Aan Republikeinse zijde is men er bepaald niet happig op om na Libië nu al voor de tweede keer op korte tijd door de Fransen in een oorlog betrokken te worden. Als stank voor dank voor de hulp om Moammar al-Qadhafi omver te werpen werd trouwens een paar maanden later de Amerikaanse ambassadeur J. Christoffer Stevens in Benghazi vermoord. Het voorstel van Sarah Palin om heel het zaakje aan Allah over te laten komt dan ook niet bepaald uit de lucht gevallen. Trouwens, iemand vrijwilliger om over enkele maanden Amerikaans ambassadeur in Aleppo te worden?

Binnenlands politiek spelletje

Het is dus lang niet zeker dat Barack Obama in het Huis van Afgevaardigden, waar de Republikeinen over een meerderheid beschikken, wel voldoende steun zal krijgen voor een interventie in Syrië. Daarom ook dat Barack Obama een achterpoortje openliet in zijn toespraak van afgelopen zaterdag. Hij vroeg immers niet de toestemming van het Congres, maar vond alleen maar dat met de steun van het Congres de Verenigde Staten sterker zouden staan.

In het geval van een herhaling van het Britse scenario in Washington D.C. meent Barack Obama toch over de bevoegdheid te beschikken om op eigen houtje een interventie te bevelen. Bij de top van de administratie klinkt het dan ook dat er wel degelijk een aanval in Syrië zal komen, ongeacht de uitslag van de stemming in het Congres. Barack Obama's vraag om steun van het Congres is dan ook niet meer dan een politiek spelletje om de Republikeinse oppositie mee in het bad te trekken.

Aangekondigde verrassingsaanval?

Nogal wat waarnemers stellen dan ook vragen bij het tactische inzicht van president Barack Obama wat betreft militaire vraagstukken. Een jaar geleden trok hij immers al een rode lijn, waardoor hij nu gevangen zit in zijn eigen logica om tussen te komen na de aanval met gifgas in Ghouta. Een blunder van formaat, want als er toch geen tussenkomst in Syrië volgt, ligt zijn geloofwaardigheid volledig aan diggelen.

Vervolgens gaf Barack Obama enkele oorlogsschepen het bevel op te rukken naar het oostelijk gedeelte van de Middellandse Zee. Daardoor ontstond de indruk dat een raketaanval elk ogenblik kon beginnen. Veel meer dan een voorbereiding bleek dat ondertussen niet te zijn, want in zijn toespraak stelde hij een tussenkomst immers uit tot minstens na 9 september, de datum voor het debat in het Congres. Daardoor geeft hij Bashar al-Assad en zijn kliek uitgebreid de kans om zich goed voor te bereiden op een nakende aanval. Inclusief het in veiligheid brengen van familie, geld en alles van waarde dat versleept kan worden naar buurland Libanon. Van een verrassingsaanval is dus al lang geen sprake meer. Vooral de arme drommels die niet over de juiste connecties en de middelen beschikken om op tijd naar het buitenland te vluchten riskeren dus onder Amerikaanse raketten terecht te komen.

Wie heeft het gedaan?

Blijft nog de vraag wie achter de aanval met gifgas zat, want die is nog steeds niet afdoende beantwoord. Volgens de Amerikanen bestaat er vrijwel –vrijwel– geen twijfel over dat het de troepen van Bashar al-Assad waren. De Russen beweren ondertussen stellig het tegendeel, terwijl de Chinezen lijken voor te doen van niets te weten en de resultaten van een onafhankelijk onderzoek willen afwachten.

Nu willen we intuïtief wel meer geloof hechten aan wat een Amerikaanse inlichtingendienst ons komt te vertellen dan een Russische, en al zeker een Chinese, maar het blijft woord tegen woord. En een inlichtingendienst dient toch in de eerste plaats de belangen van haar land, en dus niet noodzakelijk de waarheid. Onze stelling van vorige week dat vooral de Syrische oppositie belang had bij een aanval met gifgas blijft overeind, maar Bashar al-Assad zou de eerste dictator niet zijn die zijn ondergang bezegelde met net die ene arrogante provocatie te veel.

Dit artikel verscheen op 4 september 2013 in 't Pallieterke.

vrijdag, september 13, 2013

Gifgas in Damascus: in wiens belang?

Op 21 augustus werden er ten oosten van Damascus enkele aanvallen met gifgas uitgevoerd. Er zouden honderden tot misschien wel tweeduizend doden gevallen zijn, en wel negenduizend gewonden. De aanval zorgde voor een golf van verontwaardiging over de hele wereld. Wie de aanval precies uitvoerde is op het ogenblik dat dit stukje geschreven wordt verre van duidelijk, maar hoofdverdachte is Bashar al-Assad en het officiële Syrische leger. Maar welk belang had hij bij zo'n aanval, op een steenworp van het hotel van enkele net neergestreken VN-inspecteurs?

De aanvallen met gifgas zouden rond drie uur in de ochtend plaatsgevonden hebben in Ghouta, een agrarische streek ten oosten van Damascus. Een achttal plaatsen werden getroffen, plus een voorstad van Damascus zelf, allemaal onder controle van de Syrische rebellen en traditioneel soennitisch van strekking. De schattingen van het aantal doden gaan van 322 volgens lokale ziekenhuizen, oplopend tot 1.729 volgens het Vrije Syrische Leger (FSA). Op het internet en elders in de media zijn er genoeg foto's en video's van de slachtoffers te vinden, maar hun authenticiteit valt zoals gewoonlijk moeilijk te controleren.

Uit het beeldmateriaal valt trouwens moeilijk op te maken wat er precies gebeurd is. Zo zijn er wel beelden van tijdens de aanvallen zelf, maar daaruit valt niet af te leiden welk gas er precies gebruikt werd. Sommige analisten menen zelfs dat er misschien geen sprake was van een aanval met gifgas, maar dat conventionele wapens een voorraad gifgas –van de regering of de rebellen– geraakt zou hebben. De meeste analisten houden het echter op een aanval met sarin, zich baserend op de symptomen van de slachtoffers op het beeldmateriaal. De samenstelling van de slachtoffers klopt alvast met een typische aanval met zenuwgas: een doorsnede van hoe de bevolking er in de getroffen gebieden uitziet, en dus niet alleen mannen maar ook vrouwen en kinderen in alle leeftijden.

Hoofdverdachte #1: Bashar al-Assad

Na de aanval werd meteen met de vinger richting Bashar al-Assad gewezen. Daar zijn ook goede redenen voor. Ten eerste bestaat er weinig twijfel over dat het Syrische leger beschikt over chemische wapens. Ten tweede twijfelt niemand eraan dat Bashar al-Assad er niet voor zou terugschrikken zijn chemische wapens ook daadwerkelijk te gebruiken, ook tegen zijn eigen bevolking. Maar verder dan dat hij het zou kunnen doen, dat hij het zou durven doen en dat rebellen de slachtoffers waren reikt de bewijsvoering op dit ogenblik niet. In een gemiddelde detectiveroman zou hij als hoofdverdachte nummer 1 door de lokale politie opgesloten worden, waarna de detectiveheld stapje voor stapje de échte boef begint te ontmaskeren.

Argumenten à décharge

Want inderdaad, er pleiten ook argumenten tegen hem als dader van deze gifgasaanval. Het Syrische leger was de laatste tijd eerder aan de winnende hand, onder meer dankzij de steun van de Hezbollah uit Libanon. Er waren geruchten over een nakende aanval van de rebellen op Damascus, maar het lijkt er niet op dat Bashar al-Assad op dit ogenblik behoefte aan gifgas had om vooruitgang te boeken op het terrein. Gifgas is iets wat je gebruikt als je in het nauw zit, niet wanneer je aan de winnende hand bent.

Maar ook de tijd en de plaats kloppen niet. President Bashar al-Assad zou wel gek zijn als hij uitgerekend een paar dagen nadat enkele VN-inspecteurs in Damascus neerstreken een grootschalige gifgasaanval in gang zou zetten, bovendien op amper een paar kilometer van hun hotel. De nacht van de aanval stond er trouwens redelijk veel wind in de streek rond Damascus. Het risico was daarom reëel dat het gifgas niet alleen de hoofdstad in zou vliegen, maar zelfs de VN-inspecteurs had kunnen treffen.

VN-inspecteurs

Anderzijds is het dan weer merkwaardig dat Bashar al-Assad de VN-inspecteurs niet onmiddellijk toeliet tot het getroffen gebied. Is hij niet helemaal zeker van de controle over zijn eigen leger, en vreest hij dat één van zijn generaals op eigen houtje gifgas gebruikt heeft? Of, vertrouwt hij de VN-inspecteurs niet, en verdenkt hij hen er zelfs van enkel maar bewijsmateriaal tégen hem te zullen verzamelen, zelfs al werd de aanval door rebellen uitgevoerd en zouden daarvoor op het terrein voldoende bewijsstukken te vinden zijn?

Hoofdverdachte #2: de rebellen

En daarmee zijn we beland bij de tweede hoofdverdachte: de rebellen. Zij hebben groot belang bij een gifgasaanval die in de schoenen van Bashar al-Assad geschoven kan worden. Ondanks enkele lokale succesjes in de buurt van Damascus delven zij op dit ogenblik het onderspit. In de westerse media kunnen zij op veel sympathie rekenen, maar ondanks de pleidooien van bijvoorbeeld een Guy Verhofstadt schrikt men er in het Westen voorlopig nog van terug om hen rechtstreeks van wapens te voorzien.

We weten ook dat zij er niet bepaald voor terugschrikken de eigen bevolking en eigen soldaten op te offeren, zoals al bleek bij eerdere gifgasincidenten. Bepaalde delen van het Syrische verzet lijken er zelfs een beetje tuk op om ook aan de eigen zijde een paar martelaren extra bij te maken, kinderen en vrouwen inbegrepen.

Toevallige toevalligheden

Bovendien zijn er een pak toevalligheden die wel heel gunstig uitspelen voor de rebellen. De aanval gebeurde enkele dagen nadat enkele VN-inspecteurs in Damascus aangekomen waren, en dan nog wel recht onder hun neus. Bovendien valt de aanval bijna dag op dag een jaar na de befaamde «red line»-toespraak van Barack Obama. In die toespraak zei hij dat het gebruik van gifgas voor hem een rode lijn is. Begrijp: een daad die een Amerikaans militair ingrijpen om de Syrische burgerbevolking te beschermen zou rechtvaardigen. Of die rode lijn ook voor de rebellen geldt, en wat een eventueel overschrijden voor hen zou betekenen, blijft onduidelijk. Ook Guy Verhofstadt is nogal vaag op dat vlak.

Speak loudly and carry no stick

Die toespraak van Barack Obama was trouwens een tactische blunder van formaat. Sindsdien zitten bepaalde westerse media immers op vinkenslag voor elk berichtje over een mogelijk gebruik van gifgas in Syrië. Barack Obama blinkt voorlopig echter vooral uit in immobilisme, en zijn buitenlands beleid kan op dit ogenblik nog het best samengevat worden als «speak loudly and carry no stick».

Overigens al opgevallen dat dezelfde media die tien jaar geleden nog alle registers opentrokken tegen George W. Bush en de ingreep in Irak, nu bijna dagelijks aan de mouw van Barack Obama trekken om in Syrië toch maar in gang te schieten? Het kan verkeren…

Wie heeft het gedaan?

Hebben de rebellen het gedaan? Ook daarvoor zijn er op dit ogenblik weinig directe bewijzen. Net zoals de VS beweren dat ze bewijzen van activiteit rond de depots met chemische wapens van het Syrische leger hebben vlak voor de aanval, beweert Rusland beelden te hebben van twee raketten afgeschoten vanuit gebied onder controle van de rebellen.

Volgens sommigen is de schaal van de aanval te groot om uitgevoerd te kunnen zijn door de rebellen. Anderen werpen op dat de aanval lang op voorhand gepland kan geweest zijn, en dat ze gewoon hun kruit opgespaard hebben tot het «juiste» ogenblik. Nog anderen verdenken de rebellen dan weer van opgezet spel, en The Voice of Russia meent zelfs dat sommige foto's van de slachtoffers al een dag op voorhand klaar waren en verspreid werden.

Een filmpje op YouTube van een stervend kind draagt de datum 20 augustus 2013, maar de verkeerde datum kan ook verklaard worden door het tijdsverschil tussen Syrië en de servers van YouTube in de VS. Sommigen vinden de overvloed aan beeldmateriaal op zich al verdacht, en ook de professionaliteit ervan. Anderzijds blijven de beelden te wazig om vast te kunnen stellen wat er nu precies gebeurd is. En zo heeft iedereen wel zijn waarheid over deze gasaanval.

Oplossing voor Syrië

Waar niemand het ondertussen over heeft: wat zou nu eigenlijk de beste oplossing voor Syrië zijn? Persoonlijk vertrouwen we noch Bashar al-Assad, noch de rebellen, en al zeker de islamisten van Al-Nusra niet.

Je zal het niet lezen in de kwaliteitspers, maar de waarheid is dat Syrië geen land is, en nooit geweest is. Syrië is een staat, met grenzen die nooit meer waren dan lijnen op een kaart. Dat laatste overigens met dank aan de ex-koloniale machten Frankrijk en Groot-Brittannië, die een verpletterende verantwoordelijkheid dragen.

Wat we vandaag meemaken is de desintegratie van de kunstmatige staat Syrië. De frontlijnen waar de vechtende partijen zich vastgereden hebben vallen niet zomaar toevallig min of meer samen met de grenzen van de historische componenten van Syrië. In het noorden zijn dat, naast enkele Koerdische gebieden, de historische Ottomaanse provincies Zor en Aleppo, met een overwegend soennitische bevolking. In het zuiden is dat de provincie van Damascus, die trouwens meer samenhangt met de oude provincies Berg Libanon en Beiroet.

Er zit dus meer dan alleen maar religie achter dat precies de Hezbollah uit Libanon het Syrische leger ter hulp snelde, net zoals het geen toeval is dat Aleppo tegenwoordig zo een beetje als hoofdstad voor de rebellen fungeert. Een vergelijking met de probleemstaat Libië (Tripoli/Benghazi zoals Damascus/Aleppo) valt trouwens moeilijk te onderdrukken.

De situatie zou al een pak gemakkelijker worden als Bashar al-Assad zich tevreden zou kunnen stellen met een staat Damascus, de rebellen met een staat Aleppo-Zor, en de internationale gemeenschap met een tweedeling van Syrië. Dat laatste zal echter een taboe te ver zijn, zeker voor Frankrijk dat zich nochtans graag op de borst klopt dat het zich zorgen maakt over de Syrische burgerbevolking. We laten het aan de fantasie van de lezer over wat Guy Verhofstadt of Elio di Rupo van zo'n oplossing zouden denken.

Dit artikel verscheen op 28 augustus 2013 in 't Pallieterke.

donderdag, september 12, 2013

Een gure Koptische herfst

De afgelopen week gingen er in Egypte enkele tientallen Koptische kerken in vlammen op. Niet veel over gelezen in onze kwaliteitsmedia? Dat klopt, want die hadden het te druk om het politiegeweld tegen de demonstranten van de Moslimbroeders in beeld te brengen, en scherp te veroordelen. Maar wat ooit omschreven werd als een Arabische lente lijkt meer en meer uit te draaien op een hete islamistische zomer. Voor de Koptische christenen, en bij uitbreiding eigenlijk alle christenen in het Midden-Oosten, wordt het vooral een gure herfst..

In 2005 bestond de Deense krant Jyllands-Posten het twaalf Mohammed-cartoons te publiceren. Binnen de kortste keren stond heel het Midden-Oosten in rep en roer, door moslims die zich tot in het diepst van hun ziel gekrenkt voelden door die cartoons. Hoogstwaarschijnlijk zou het merendeel van hen nog niet bij benadering Denemarken op de wereldbol hebben kunnen situeren, zelfs al hing hun leven ervan af. Het aandeel Jyllands-Posten-lezers onder de betogers hoeft dus niet al te hoog ingeschat te worden. In Damascus werd niet alleen de Deense ambassade (en de Zweedse en de Chileense in hetzelfde gebouw) in de as gelegd, maar voor alle zekerheid ook de Noorse in een ander deel van de stad. Of met andere woorden, wanneer moslims boos worden steekt het zo nauw niet met de vergeldingsacties: proportionaliteit is geen voorwaarde, en al evenmin of het doelwit betrokken partij is of niet.

Spoelen we even door naar 2013. Bij de afzetting van de Egyptische president Mohamed Morsi was de Koptische paus Theodorus II zo vermetel geweest zich aan de kant van generaal Abdul Fatah al-Sisi te scharen. Gevolg: niet alleen belagen de aanhangers van de Moslimbroeders het Egyptische leger en de politie, maar laten ze zich ook voluit gaan tegenover al wat van ver of dichtbij naar Kopten of christenen ruikt in Egypte. Op 5 juli al, amper twee dagen na de machtswissel, hielden de Moslimbroeders al lelijk huis in het christelijke dorpje Nagaa Hassan. Tientallen huizen werd platgebrand, winkels geplunderd, en minstens vier mensen werden afgemaakt. Sindsdien is het alleen maar van kwaad naar erger gegaan, en gingen niet alleen kerken maar ook christelijke scholen en weeshuizen in vlammen op. In sommige steden krijgen winkels van christenen zelfs af te rekenen met speciale graffiti, zodat bij de eerstvolgende betoging vooral de «juiste» winkels geplunderd kunnen worden.

Wat een verschil in reactie op de twee gebeurtenissen. Twaalf spotprenten in een lokale krant van een klein Europees landje volstaan blijkbaar al om heel het Midden-Oosten in rep en roer te zetten, en enkele ambassades af te branden. Europese politici én journalisten konden zich niet snel genoeg distantiëren van de cartoons, en bij de weinigen die toch de verdediging van Jyllands-Posten op zich namen lag het er vingerdik op dat het toch niet helemaal van harte was. Want ja, was dat nu echt zo nodig geweest om die brave aanhangers van de godsdienst van de vrede zo doelbewust en kwaadaardig op hun gevoelige tenen te trappen?

Wanneer echter kerken met tientallen tegelijk in brand gestoken worden, winkels van christenen systematisch gemarkeerd en er niet bepaald op een christelijk lijk meer of minder gekeken wordt, dan liggen de zaken natuurlijk helemaal anders. Dan verneem je er in de Westerse media amper iets over, of je moet al uitwijken naar «subversieve» media zoals dit blaadje, of bijvoorbeeld de Nederlandse internetsites Geen Stijl of Dagelijkse Standaard. De vierde macht als vijfde colonne van de islam, echt nieuws zal het voor de lezer natuurlijk niet zijn.

Maar ook de Europese politici gaven nadrukkelijk niet thuis. De christen-democraten, waaronder «onze» Europese «president» Herman van Rompuy al zeker niet. Ja, in januari zat hij nog in Caïro naast opper-Moslimbroeder president Mohamed Morsi mooi te blinken om er een vette cheque van vijf miljard euro te gaan afleveren. Dat van het miljard euro dat Egypte tussen 2007 en 2013 aan Europees belastinggeld mocht ontvangen eigenlijk weinig of geen spoor meer terug te vinden is, daar doet alleen een kniesoor moeilijk over. Misschien is het wel van dat geld dat dezer dagen de jerrycans volgetankt worden om Koptische kerken in brand te steken?

Over paljassen als een Koert Debeuf willen we het dan nog niet eens gehad hebben. Die praatjesmaker zou nog geen moslimgeweld tegen christenen herkennen al brandde hij zelf mee op in een Koptische kerk.

Waar die Europese politici dan wel wakker van liggen? Dat de politie teveel geweld zou gebruiken tegen protesterende Moslimbroeders. Ook premier Elio di Rupo, die op 15 augustus op Twitter «Egypte: ik veroordeel met klem de repressie en het geweld. Mijn oprechte deelneming aan de families van alle slachtoffers» afscheidde. Een Belgische premier die de repressie veroordeelt, dat we dat nog mochten meemaken! Maar je moet wel al heel welwillend zijn om in zijn tweet ook een veroordeling van het geweld tegenover de Kopten te willen zien.

Zo ook Herman van Rompuy, wanneer hij dan toch een persmededeling schrijft: «Het geweld van de voorbije dagen kan niet gerechtvaardigd of genegeerd worden. De mensenrechten moeten worden gerespecteerd, en politieke gevangen moeten worden vrijgelaten.» Dat de Moslimbroeders ook mogen ophouden Kopten over de kling te jagen kreeg hij echter niet uit zijn toetsenbord gewrongen. Of spaart hij die vermaning misschien voor zijn volgende haiku?

De Amerikaanse president Barack Obama is trouwens in hetzelfde bedje ziek, en ziet in Egypte alleen maar geweld tegen moslims. Hoe verklaart hij de tientallen dode politieagenten? Slachtoffers van de hitte? Acute opstoot van West-Nijlziekte? De schotwonden vertellen een ander verhaal, de YouTube-video die toont hoe een gepantserde politiebus van een brug gesmeten wordt ook.

Bij het liberaal-democratische segment van de Egyptische bevolking heeft Barack Obama het trouwens meer dan waarschijnlijk voorgoed verkorven. Een mens zou nochtans denken dat een land als de Verenigde Staten vooral de belangen van dat gedeelte van de bevolking zou willen ondersteunen. Maar neen hoor, niet met deze Amerikaanse president. Barck Obama steunde maar al te graag president Mohamed Morsi, en bleef hem ook steunen toen al lang duidelijk was wat voor een ramp die man voor Egypte was.

Helemaal inconsistent was dat natuurlijk niet van Barack Obama. Tijdens zijn verkiezingscampagne had hij immers beloofd dat hij in de loop van de eerste maanden van zijn presidentschap de moslims vanuit een grote moslimhoofdstad zou toespreken. Op 4 juni 2009 stond hij dan ook in, inderdaad, Caïro, om er met zijn toespraak «A New Beginning» zoete broodjes te bakken voor de moslims. Het praatje dat het Westen toch zoveel te danken heeft aan de islam, inclusief de algebra natuurlijk, ontbrak uiteraard niet. Over democratie zei hij dat «de VS niet aannemen te weten wat het beste is voor iedereen». Anderzijds erkende hij wel dat mensen verlangen naar de vrijheid van meningsuiting, eerlijke rechtspraak en een transparante overheid. Over de onderdrukking van minderheden, laat staan christelijke minderheden, had hij het zeer «diplomatisch» niet. Maar je vraagt je natuurlijk wel af hoe het toch komt dat hardnekkige geruchten als zou hij heimelijk een moslim zijn de ronde blijven doen.

Tot slot nog een waarschuwing voor de lezer. Hebt u dit artikel instemmend zitten gelezen, dan zit u in de gevarenzone. Als het van Senator Bert Anciaux –«al-Bert» voor de vrienden– afhangt wordt het binnenkort immers strafbaar om erop te wijzen of het ermee eens te zijn dat er aan de islam ook enkele donkere kantjes zitten. Dan lijdt u immers aan islamofobie, en zoals gekend is die ziekte het allergrootste probleem waar de wereld op dit ogenblik mee te maken heeft. De lezer weet dan meteen ook waarom Bert Anciaux nog geen tijd heeft gehad zich het lot van de christenen in het Midden-Oosten aan te trekken, en voor hen een traan te plengen. Hij heeft het immers veel te druk met de uitwerking van zijn wetsvoorstel, en is bovendien ook naarstig aan het schrijven aan zijn doctoraat. In het leven moet men nu eenmaal prioriteiten kunnen stellen…

Dit artikel verscheen op 21 augustus 2013 in 't Pallieterke.

dinsdag, augustus 27, 2013

BHV: De Vlaming betaalt

Verleden week bracht de krant De Tijd de resultaten van de werklastmeting in het gerechtelijk arrondissement Halle-Vilvoorde. Niet echt een primeur, want de resultaten waren eind juni ook al eens uitgelekt. Uit het KPMG-rapport blijkt echter wat iedereen eigenlijk al lang wist, namelijk dat de gehanteerde 80F/20N-verdeling voor de benoeming van de rechters langs geen kanten klopt. Iedereen, behalve de institutionele partijen natuurlijk. Die gaven deze keer eerst niet thuis, om vervolgens doodleuk te verklaren dat er eigenlijk geen probleem is. Wel een beetje merkwaardig dat diezelfde institutionele partijen de Franstaligen echter niet met de cijfers van het bewuste rapport willen confronteren, om hen niet te «bruuskeren». Als er echter één ding zeker is, dan wel dat de Vlaming alweer zal mogen betalen. Bij het kabinet van staatssecretaris Servais Verherstraeten was men er in ieder geval als de kippen bij om onmiddellijk al tegemoetkomingen… voor de Franstaligen klaar te stomen.

Bij de «splitsing» (eigenlijk een ontdubbeling zoals de Franstaligen eisten, en geen splitsing zoals de Vlamingen vroegen) van het gerechtelijke arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde werd overeengekomen dat de rechters in Brussel voortaan in een verhouding 80F/20N benoemd zouden worden. Het zou de voormalige minister van Justitie Stefaan de Clerck geweest zijn die verantwoordelijk is voor de foute verdeelsleutel, maar het feit alleen al dat aan Vlaamse zijde niemand openlijk verantwoordelijk wil tekenen voor die verdeelsleutel zegt genoeg. Veel verder dan «dit is nu eenmaal het resultaat» en «meer zat er niet in» geraakt men daar niet, en dus berust men maar in de feiten. Voldongen feiten kan men zelfs stilaan zeggen, want de Nederlandstalige uitloop bij de Brusselse rechtbanken kwam onmiddellijk na het akkoord al meteen op gang.

In het akkoord werd wel een klein veiligheidsventieltje ingebouwd: de cijfers zouden later aangepast worden aan de resultaten van een werklastmeting, en dus was er voor de Vlaamse partijen geen vuiltje aan de lucht. De Franstalige partijen noteerden vooral dat de verdeelsleutel 80F/20N binnen was, en dat het daar dan ook wel zou bij blijven.

Methode van de schuif

Het zal de lezer wel niet verwondering dat de bestelling van de werklastmeting nogal wat voeten in de aarde had. Maar wonder boven wonder, ze kwam er uiteindelijk toch, en wat misschien wel een unicum in de Belgische geschiedenis moet zijn: de Vlamingen hoefden er niet eens extra voor te betalen. Meer zelfs, eens de studie bij KPMG besteld, werd ze nog uitgevoerd ook, en de resultaten samengevat in een rapport. Om vervolgens in de schuif van staatssecretaris Servais Verherstraeten te belanden, en daar ook te blijven liggen.

Waarom bleef dat beruchte KPMG-rapport zo lang in de schuif van Servais Verherstraeten liggen? Volgens de geruchten omdat men de Franstalige partijen dus niet wou «bruuskeren» met de resultaten. En dat is op z'n minst toch een merkwaardige gang van zaken. Als er immers één zijde is die zich door de cijfers in dat rapport gebruuskeerd zou moeten voelen, dan toch wel de Vlaamse. Het is nu immers voor iedereen duidelijk dat de oorspronkelijke 80F/20N-verdeelsleutel niets anders dan een geval van platte oplichterij was. In een normale wereld zouden het dan de Vlamingen moeten zijn die verontwaardigd reageren, en de Franstaligen vervolgens met tegemoetkomingen op de proppen moeten komen. Morele schadevergoeding heet zoiets in juridisch jargon.

Belgische meerwaarde

Niet zo in België anno 2013, dat volgens de institutionele partijen nog steeds een meerwaarde betekent voor Vlaanderen. Daar zijn het immers de Franstaligen die verontwaardigd reageren op de resultaten van het rapport, en de Vlamingen die al onmiddellijk de portefeuille bovenhalen om nog eens te mogen betalen. Vooral straf is dat de Franstaligen niet alleen de resultaten van het rapport van de hand wijzen, maar ook de gebruikte methode, en bovendien uitschreeuwen dat de vertaling van het rapport een belediging voor de Franse taal zou zijn. Nog goed dat de Belgische staat nooit een rapport, wettekst of mededeling heeft afgeleverd die als een belediging aan het adres van de Nederlandse taal opgevat kon worden!

Ik vraag mij trouwens af wat dat precies wil zeggen: een te Vlaamse methode om de werklast te meten. Is het soms zo dat Vlaamse dossiers in Franstalige ogen fundamenteel minder wegen? Of hebben Franstalige rechters voor hetzelfde werk een beetje meer denkwerk nodig, kwestie van hun nobele Franstalige hersenen niet te zeer te pijnigen? Dat geen enkele Vlaamse krant bij die Franstalige politici wilde informeren hoe dat precies in mekaar zat!

«Trotse» Wouter Beke niet thuis

De reactie van de Vlaamse institutionele partijen was bijzonder treffend: men gaf gewoonweg niet thuis. Ik kan de lezer overigens aanraden eens in het archief van DeRedactie.be te duiken en er de zoekterm «BHV» in te tikken. De lijst met hoera-interviews, en dan in het bijzonder van de «trotse» Wouter Beke, zijn om van te smullen. En ook de titel van de 11 juli-boodschap van Wouter Beke in 2012, vlak voor de goedkeuring van het akkoord, kon tellen: «Voortaan moeten de speeches niet meer gaan over BHV».

Mij viel vooral op hoe de media op hun beurt reageerden op de afwezigheid van enige reactie bij de institutionele partijen: niet. Het illustreerde nog maar eens het probleem met de «Vlaamse» media: op cruciale momenten, wanneer blijkt dat een communautair akkoord op een ronduit criminele manier nadelig is voor de Vlamingen en de institutionele partijen met de broek op hun enkels gesnapt worden, pleegt wat de vierde macht zou moeten zijn weer eens schuldig verzuim. Geen enkel medium met een beetje plichtsbesef tegenover de eigen gemeenschap zou toelaten dat één van die vier institutionele partijen de ene dag niet thuis zou kunnen geven, om vervolgens een dag later al doodleuk over een ander thema geïnterviewd te worden zonder ook maar één lastige vraag. Zo láát men die vier institutionele partijen met hun crimineel bedrog wegkomen, en die institutionele partijen weten dat maar al te goed.

Franstalig geheugenverlies

Ook het opmerkelijke feit dat men de eerste dag niet wou te reageren, om zich vervolgens de tweede dag dan toch plots te herinneren dat er helemaal niet opnieuw onderhandeld dient te worden, werd nergens in de media wat meer belicht. Zou de stelling dat de resultaten van de werklastmeting automatisch de 80F/20N-verdeelsleutel teniet doen werkelijk kloppen? Merkwaardig dat de Franstaligen zich zoiets uitdrukkelijk niet kunnen herinneren. De lezer zal wel weten wat dat betekent: de Vlamingen zal betalen. Het is immers best mogelijk dat zowel de letter als de geest van de wet de Vlaamse partijen gelijk geeft, het zal uiteindelijk toch de Franstalige interpretatie zijn die uitgevoerd wordt. Vraag het maar eens na in de faciliteitengemeenten…

Maar ook minister van Justitie Annemie Turtelboom schijnt zich geen automatisch mechanisme in het akkoord te kunnen herinneren. Zoals we ['t Pallieterke] op 10 juli al schreven, stelde Vlaams Belanger Bart Laeremans haar immers op 4 juli al een kritische vraag over de eerste lekken van het KPMG-rapport. Haar antwoord, en let op de voorwaardelijke wijs wat de beslissing betreft, luidde als volgt: «Het monitoringcomité, dat is samengesteld uit de premier, de twee staatssecretarissen bevoegd voor institutionele hervormingen en de acht partijvoorzitters, zal op basis van die definitieve en gevalideerde resultaten beslissen of de kaders moeten worden aangepast.» Eén Franstalige partijvoorzitter die dwars ligt, en de kaders worden dus helemaal niet aangepast.

Zijn Vlamingen mensen?

Maar ten gronde: wat voor onzinnig akkoord was dat eigenlijk? Hoe is het mogelijk dat het aantal benoemingen van rechters afhankelijk is van één of andere onderhandelde verdeelsleutel, en niet van de reële werklast zonder meer? Dat daarvoor een werklastmeting in het akkoord ingeschreven diende te worden is op zich al een straf verhaal, maar het strafst van al is toch wel dat de Franstaligen dit blijkbaar als een punt zagen waarop zij zoveel mogelijk buit moesten binnenhalen. Dat zegt veel over hun fundamenteel gebrek aan respect voor de Vlamingen, die zij nog steeds niet voor volle mensen aanzien.

Want het is toch van twee dingen één: ofwel ziet men België als een soort betalingswerktuig waarmee men Franstaligen aan een goedbetaalde baan als rechter kan helpen, behoefte of geen behoefte. Het enige wat dan telt is dat men in Brussel vier keer meer Franstalige dan Nederlandstalige rechters heeft, desnoods om tijdens de uren maar een potje te kaarten als alle dossiers afgehandeld zijn. Ofwel vindt men gewoon niet dat de Vlamingen in Brussel recht hebben op voldoende rechtsbedeling, en is het enige wat telt dat men in Brussel vier keer minder Nederlandstalige dan Franstalige rechters heeft. De Vlamingen moeten, zo een beetje als koeien en ander huisvee, voldoende opbrengen, en voor de rest niet te veel last verkopen. Een paar rechtertjes kunnen er dus wel af, maar niet zoveel dat ze zouden beginnen denken gelijkwaardig aan de Franstaligen te zijn. En laten we eerlijk zijn: met 20% Nederlandstalige rechters waren de Franstaligen dan al zeer breeddenkend, of moeten we soms ook koeienrechters gaan benoemen, quoi?

Franstalige eisen – Vlaamse beden

Zou er trouwens ook maar ergens één enkele Vlaamse politicus gevonden kunnen worden die in Brussel iets anders zou durven eisen dan dat de rechters er benoemd zouden worden in verhouding tot de reële werklast? Was daar verleden week bijvoorbeeld Karel de Gucht niet die bij de N-VA allerlei vreselijk bloedlijnen wist te ontwaren, die nog net niet rechtstreeks naar Auschwitz leidden? Het moet voor hem toch een koud kunstje zijn om met zijn arendsblik ergens een N-VA'er (of, horresco referens, een Vlaams Belanger!) op te dissen die in Brussel een verdeelsleutel zou willen eisen om er zelfs nog maar een half procentje teveel Vlaamse rechters te benoemen? Ter vergelijking: zelfs de meest welwillende Belgischgezinde Franstalige politicus zou het nog niet invallen de Vlamingen in Brussel toe te staan wat eigenlijk de normaalste zaak van de wereld zou moeten zijn: een eerlijke verdeling. Misschien moet mensenrechtenspecialiste Eva Brems zich daar maar eens op toeleggen, in plaats van zich te gedragen als een moslima- en holebirechtenactiviste.

Dit artikel verscheen op 14 augustus 2013 in 't Pallieterke.

donderdag, augustus 15, 2013

Een Texaans cowboyverhaal

In een openhartig interview met Knack deed topeconoom Ivan van de Cloot van de denktank Itinera er verleden week zijn beklag over dat hij bedreigd zou worden. Hij diste daarbij een nogal plastisch verhaal op van hoe een «topminister» tijdens de recentelijke exportmissie naar Houston zou gezegd hebben dat iedereen die kritiek op het ACW had gegeven aangepakt zou worden. In bepaalde kringen werd onmiddellijk moord en brand geschreeuwd, maar is het in de Belgisch/Vlaamse modelstaat wel zo uitzonderlijk dat iemand bedreigd of zelfs gebroodroofd wordt omwille van zijn mening?

Voor de lezers die het interview niet gelezen hebben citeren we even de passage in het Knack-interview waarin Ivan van de Cloot beschrijft wat er zich in Houston zou hebben afgespeeld:
Onlangs reisde er een belangrijke Vlaamse handelsmissie naar de Verenigde Staten. Ik was er niet bij, maar achteraf kreeg ik volgend bericht van wat er gezegd is. (neemt een papier en schraapt de keel): “Op de exportmissie in Houston vertelde een topminister aan de journalisten dat iedereen die kritiek had gegeven op het ACW, één voor één zouden worden aangepakt. En terwijl hij dat vertelde, maakte hij van zijn hand een revolver en schoot hij.”
De George Clooney uit Puurs

Zoals Knack zelf opmerkt namen Vlaams minister-president Kris Peeters en minister Hilde Crevits deel aan die handelsmissie. Wij zouden verder willen opmerken dat Ivan van de Cloot toch het mannelijk persoonlijk voornaamwoord «hij» gebruikt, en niet het vrouwelijke «zij», al kan «hij» in deze context natuurlijk ook geslachtsneutraal gebruikt zijn. Maar zelfs los daarvan hoeven we in tegenstelling tot Doorbraak.be geen vijf journalisten off the record op te bellen om ons net iets levendigers een Kris Peeters voor te stellen die met zijn wijsvinger pief-poef-paf doet dan een Hilde Crevits. Dat Kris Peeters net iets beter op George Clooney lijkt dan Hilde Crevits speelt daarbij natuurlijk niet in zijn voordeel. Anderzijds weet je natuurlijk nooit waartoe Hilde Crevits in staat is na het nuttigen van een sherry of twee–drie in een lokale saloon…

Eén voor één aanpakken

Maar laten we eerlijk zijn: een politicus die dissidente stemmen het zwijgen wil opleggen, sinds wanneer is dat nieuws in België? Laat staan een «politieke bom»? Was het soms niet precies met dat doel voor ogen dat eind vorige eeuw een bepaald centrum werd opgericht, en zelfs de wetgeving werd aangepast? «Eén voor één aangepakt», het had zelfs in de oprichtingsakte kunnen staan.

Waar was trouwens de verontwaardiging van Ivan van de Cloot toen enkele weken geleden de vakbonden nog eens de kieslijsten van het Vlaams Belang tegen hun ledenbestanden hielden, kwestie van ze te kunnen zuiveren van onreinen?

We kunnen Ivan van de Cloot trouwens aanraden nog eens na te lezen hoe het Roger van Houtte bij Gazet van Antwerpen verging toen de socialisten daar eindelijk de macht volledig in handen hadden. Of eens af te spreken voor een goed gesprek met Frank Thevissen. Die is immers ervaringsdeskundige over hoe «vrij» die Vrije Universiteit van Brussel wel was toen de Open Vld niet langer voldoende hoog scoorde in De Stemmenkampioen.

En sommige lezers zullen zich misschien nog Herman de Bode herinneren, al iets dichter bij het werkveld van Ivan van de Cloot. In 2005 werd Herman de Bode bij McKinsey Benelux zachtjes naar de uitgang begeleid wegens zijn ondertekening van het zogenaamde Warandemanifest Manifest voor een zelfstandig Vlaanderen in Europa. Ja, McKinsey Benelux had ook Franstalige klanten, en dus lag enig Vlaams cijferwerk nogal gevoelig. O ja, Herman de Bode zit vandaag in de Raad van Advies van Itinera. Dat kan dus niet moeilijk zijn om één en ander eens intern door te praten…

Belastinginspecties

Overigens kan een eventuele Kaltstellung op meer dan één manier uitgevoerd worden. Iemand als een Barack Obama, winnaar van de Nobelprijs voor de Vrede in 2009 en als een ware Mandela 2.0 reeds lang vóór zijn nominatie uitgeroepen tot een levendige heilige, weet het subtieler aan te pakken. Een paar gerichte belastinginspecties bijvoorbeeld, zoals een aantal denktanks en andere organisaties gelieerd aan de Republikeinse partij mochten ondervinden, kan ook al wonderen doen. Maar we willen minister van Fraudebestrijding John Crombez niet op gedachten brengen…

«Potentiële politieke bom»

Het Texaanse cowboyverhaal dat Ivan van de Cloot in Knack liet optekenen is dus niet zo heel bijzonder, maar het spreekt natuurlijk wel enigszins tot de verbeelding. Interessanter zijn echter de reacties erop.

Zo verwonderen we ons toch wel een beetje over de verbazing die bij de redactie van Doorbraak.be heerste. Zij vonden het immers merkwaardig dat «deze potentiële politieke bom» om half negen 's ochtends nog steeds niet opgepikt was door de nieuwssites van de VRT, De Standaard of De Morgen. De volgende dag was men er nog eens verbaasd, omdat het verhaal in de «grote media» uiteindelijk niet meer aandacht gekregen had dan hier en daar een klein stukje, en een bijzonder smalend cursiefje in De Standaard. Tja.

Ivan van de Cloot fungeert in het Dexia-dossier zo een beetje als een luis in de pels van het establishment. In het bijzonder het ACW wil dit potje zoveel mogelijk gedekt houden, en is dus niet gediend met een topeconoom die steeds weer de puntjes op de i komt zetten. Daar probeert men hem dan ook weg te zetten als een moderne Cassandra, maar net zoals bij Cassandra hebben de onheilsvoorspellingen van Ivan van de Cloot nogal eens de neiging uiteindelijk toch uit te komen.

Di Rupo II

Zoomen we nu even uit. Met zijn onheilsvoorspellingen doorprikt Ivan van de Cloot de geruststellende praatjes van onder meer minister van Financiën Koen Geens over Dexia. Daarmee ondergraaft hij de geloofwaardigheid van de CD&V, en we hoeven er geen tekening bij te maken welke partij daarvan het meest zal kunnen profiteren: de N-VA. De huidige federale regering zal Ivan van de Cloot wel nooit echt in gevaar kunnen brengen, maar een gedestabiliseerde CD&V is geen goed nieuws voor wie na de verkiezingen van 2014 liefst van al Elio di Rupo en zijn «institutionele» coalitie een bisnummer wil zien opvoeren.

We hebben zo een vermoeden dat het gros van de journalisten bij De Morgen, De Standaard en de VRT vooral in dat laatste kamp te vinden is, en Ivan van de Cloot ook maar een beetje vervelend vindt. En dat dus niet alleen omdat hij telkens weer met allerlei moeilijk begrippen en rode cijfertje komt zwaaien. Niet dat men bij De Morgen, De Standaard of de VRT ooit veel sympathie heeft gekoesterd voor de CD&V, maar toch maar liever die partij om Elio di Rupo ook na 25 mei 2014 in het zadel te houden dan, stel je voor, de N-VA.

B/V-breuklijn

En dus hoeft het ook niet verwonderen dat geen enkele journalist zich de episode uit Houston kan herinneren. De opwinding over de hele zaak–Van de Cloot volgt gewoon netjes de V/B-breuklijn, zowel in de traditionele media (kranten, TV, radio) als op sociale media zoals Twitter en Facebook.

Bij de traditionele B-journalisten is de kwestie vermoedelijk niet eens dat men zich de Texaanse episode niet dúrft te herinneren, uit vrees voor de toorn van Kris Peeters, Hilde Crevits of de rest van de CD&V of ACW. Daar lacht men gewoon in zijn vuistje, ongeacht of het verhaal nu waar is of niet. Dat bleek ook duidelijk uit het venijnige stukje in De Standaard, waar men het maar net goed vindt dat Ivan van de Cloot niet alleen de boodschap heeft ontvangen, maar zich ook op een belachelijk gemakkelijke manier te kijk heeft gezet als een hopeloos paranoïde man. En dus ook erg geloofwaardig als hij nog eens de ondergang van heel België voorspelt omwille van Dexia.

Dit artikel verscheen op 7 augustus 2013 in 't Pallieterke.

Aanvulling: Terzake nodigde deze maandag dan toch Ivan van de Cloot uit voor een gesprek, met als tegenpartij Yves Leterme. Zoals Doorbraak.be terecht opmerkt zorgde die laatste er voor de perfecte bliksemafleider, door er zich te laten ontvallen dat hij «geen goesting» had om mee te doen aan de verkiezingen van 2014. Over de inhoud van het debat werd sindsdien maar bitter weinig meer vernomen in de traditionele media. Wat de «goesting» van Yves Leterme betreft laten we het aan de lezer over om te oordelen of dat iets is waar hij zelf is opgekomen, dan wel dat Wouter Beke of iemand anders uit de CD&V-top hem dat eindelijk dan toch in zijn hoofd heeft kunnen prenten. We merken wel op dat, voor iemand die alleen nog maar internationale «verantwoordelijkheden» nastreeft en liever niets meer te maken heeft met lokale, Belgische politiek, hij amper enkele weken geleden nog toch wel bijzonder snel vanuit Parijs naar diezelfde Terzake-studio's wist te sporen de dag dat koning Albert II zijn abdicatie afkondigde. Maar misschien had Yves Leterme die dag toevallig vrij en was hij daarom eens voor een enkele keer in de buurt van Brussel?