dinsdag, juli 31, 2007

De zaak-Angelica, bekeken door de ogen van een legale emigrant

Angelica LojaLaat ik maar meteen met de deur in huis vallen: als legale emigrant die volledig in orde is met alle papieren voel ik me behoorlijk voor schut gezet door het stuk onbenul van een rechter in Eerste Aanleg in Brussel. Vijfhonderd euro per uur vertraging voor hun vrijlating – mag ik even van mijn stoel vallen?

De tijd die ik heb moeten gebruiken om in mei en juni ll. mijn papieren in te vullen waren niet betaald, en zeker niet aan vijfhonderd euro per uur. Meer zelfs: om mijn nieuwe verblijfsvergunning te gaan halen moest ik twee uren onbetaald verlof opnemen, want de vreemdelingendienst is –uiteraard– alleen tijdens de kantooruren open, en daar mocht ik dus een uur staan aanschuiven voor iets dat uiteindelijk nog geen vijf minuten duurde. Misschien mogen ik en mijn werkgever nu bij die rechter wel een onkostennota indienen, of moet ik soms gestraft worden omdat ik zo dom ben gewoon de wet te volgen? Alle legale immigranten in België zouden hier misschien toch eens over moeten nadenken.

Ondertussen vroeg –verslik je niet– de PS om «redelijkheid» in deze zaak. Is het redelijk om vier jaar compleet illegaal in een land te verblijven, en vervolgens wanneer je gesnapt wordt het hele land op stelten te zetten via je «pro deo»-advocaat (want zo heet dat dan zo mooi) en zelfs de bewakers waarvan je er één tijdens de repatriëringspoging gebeten hebt een gerechtelijk klacht aan te doen? Eerlijk gezegd, voor mijn part mogen ze Ana Cajamarca en Angelica Loja liever vanavond nog dan morgenvroeg opnieuw het land uitzetten.

Iemand merkte trouwens op dat het toch wel al te gek zou zijn Ana Cajamarca en Angelica Loja vandaag uit te wijzen als ze binnen een paar weken toch opnieuw in België zouden staan, legaal deze keer, via de familiehereniging. Dat zou inderdaad al te gek zijn! Daarom dat serieus overwogen zou moeten worden ze allebei als extraatje ook een persona non grata-verklaring mee te geven, want dit is echt niet het soort van immigranten waar we in België nood of gebrek aan hebben. En als de vader van Angelica het er dan moeilijk mee heeft zo ver van zijn dochter te moeten wonen, mag hij mij altijd om raad komen vragen.

Advocate van Angelica trok Brusselse PvdA-lijst

Selma BenkhelifaHet land staat al enkele dagen in rep en roer door de «zaak-Angelica». Of beter gezegd: wordt in rep en roer gehouden met een perfecte timing en gekruid met een flinke dosis extreem-linkse emo-politiek en populisme. Joëlle Milquet van de cdH vond het zelfs nodig het schema van de regeringsonderhandelingen overhoop te halen omdat deze zaak volgens haar toch wel een stuk belangrijker zou zijn dan een staatshervorming. Maar wie stuurt eigenlijk dit hele circus?

Eerst kort iets over Joëlle Milquet. Wanneer zij zegt dat deze zaak belangrijker is dan een staatshervorming, bedoelt zij natuurlijk precies het omgekeerde: het tegenhouden van een staatshervorming is voor haar zo belangrijk dat eender welke zaak die de aandacht daar even van kan afleiden gretig gebruikt zal worden. Wat zij opvoert is niets meer dan een stukje misselijkmakend theater dat niet veel goeds voorspelt voor de rest van de onderhandelingen.

Maar terug naar waar het eigenlijk over gaat: de «zaak-Angelica». Wie de feiten even op een rijtje gezet wil zien, kan daarvoor bij Luc van Balberghe terecht. Op één punt ben ik het echter niet met hem eens: hij schrijft dat de pro deo-advocaten van Ana Cajamarca en Angelica Loja de Franstalige partij Ecolo inschakelden. De zaak draagt echter duidelijk niet de stempel van een Ecolo-actie: de over-emotionele media-aandacht, gefocusseerd op het kind, beschuldigingen van racisme, gebruik van geweld door de illegalen tijdens de repatriëring (Ana Cajamarca beet één van de bewakers), opgevolgd door beschuldigingen aan het adres van de bewakers en zelfs een klacht tegen onbekenden (men moet dat dus maar durven), en een jonge advocate die het goed kan uitleggen. Dat ruikt uren in de wind naar een PvdA-actie, en dat is het ook.

Want wie is die sympathieke jonge advocate die zich zo belangeloos uitslooft voor haar twee cliënten? Selma Benkhelifa heet ze, dochter van een Tunesische vader en een Belgische moeder, met een pleegbroer en -zus uit Kameroen, aangesloten bij het Progress Lawyers Network (PLN), in 2004 nog lijsttrekker voor de PvdA in Brussel en eerder dit jaar eerste opvolger voor dezelfde partij in dezelfde kieskring met 337 voorkeurstemmen. Het zijn maar kleine details natuurlijk, maar als kwaliteitskranten wel meerdere kolommen kunnen besteden aan alle mogelijke achtergronden van en beschouwingen over de zaak-Angelica, zou je denken dat ze ook een paar lijntjes zouden kunnen wijden aan de achtergrond van de pro deo-advocate van dienst. Die overigens niet aan haar proefstuk toe is, want voor de verkiezingen steunde ze ook al de Afghanen die in de protestantse kerk in Brussel in hongerstaking ging: zeging namelijk zelf mee in hongerstaking.

Wat een paar minuutjes googlen al niet kan opleveren dus, maar dat is natuurlijk wel ver beneden de waardigheid van de vele raspaarden die de Vlaamse journalistiek rijk is. Had echter één van de begeleiders van de repatriëringspoging ooit nog als kleine snotaap aan een IJzerbedevaart deelgenomen, er zou moord en brand geschreeuwd worden. Maar een PvdA-advocate die zoveel mediaruimte toegemeten krijgt om haar ding te doen, dat moet dan maar kunnen zonder enige randbemerking of controle van haar achtergrond. Merkwaardig. Als je het mij vraagt denk ik dat ze de publieke opinie gewoon opnieuw een ferme loer proberen te draaien, net zoals toen met Abdel Ani Sarrokh.

maandag, juli 30, 2007

Excuses Franstaligen voor eis Franse excuses Leterme?

Le lion brabançonAls nog aangetoond moest worden dat de Vlamingen en de Franstaligen niet alleen in twee verschillende landen maar blijkbaar ook op twee verschillende planeten wonen, dan werd dat bewijs toch wel bijzonder overtuigend geleverd door de RTBf en de hele hetze rond de Marseillaise van Yves Leterme. Zouden we in Vlaanderen bijvoorbeeld evenveel kabaal gemaakt hebben had Didier Reynders het Wilhelmus gezongen? Gelukkig de Franstaligen dus die blijkbaar werkelijk niets belangrijkers hebben om zich druk over te maken dan de zangkunsten van een Eerste Minister in spe.

Probeer het je even voor te stellen: Ivan de Vadder die op de trappen van Sint-Michiel en Sint-Goedele een aantal politici aanklampt met de vraag of ze de Brabançonne wel kunnen zingen, en die tot zijn stomme verbazing meemaakt dat Didier Reynders het Wilhelmus begint aan te heffen. Uiteraard verwacht je dan dat het avondjournaal met dat wereldschokkende item opent, er minstens vijf minuten over dooremmert, en de volgende dagen de Vlaamse kranten bol staan van de eisen om verontschuldigingen –in het Nederlands!– en de analyses dat nu toch wel eens en voorgoed bewezen werd dat Didier Reynders de Vlamingen minacht tot het uiterste.

Ik heb het daar dus erg moeilijk mee. Om te beginnen: zou Didier Reynders weten dat het Wilhelmus het Nederlandse volkslied is? Zou hij het kunnen zingen, of iets gemakkelijker: de melodie herkennen? Het zou mij verbazen. Het zou mij zelfs al aangenaam verrassen moest Ivan de Vadder de melodie kunnen herkennen – niet dat ik hem een kwaad hart toedraag, maar hij werkt tenslotte toch bij de VRT, niet bepaald een orangistische burcht in de Zuidelijke Nederlanden, zeker niet nu Siegfried Bracke zijn microfoon aan de wilgen heeft gehangen.

Maar goed, laten we toch even meegaan en stellen dat dat dus wel degelijk zou gebeuren, zou de nieuwsdienst van de VRT het dan werkelijk gebruiken als openingsitem in het avondjournaal en hierrond schandaal proberen te schoppen? Ik vermoed van niet, al was het maar omdat ze aan de Reyerslaan ook wel beseffen dat de kijker als de bliksem op zoek naar echt nieuws zou wegzappen naar de concurrentie. Zelfs de trouwste VRT-kijker. Heel Vlaanderen zou zich in ieder geval afvragen wat de VRT in 's hemelsnaam bezielde om met zo'n onnozelheid uit te pakken als er toch wel iets belangrijkere zaken op de agenda staan, zoals een regeringsonderhandeling en een staatshervorming. En een grote meerderheid, ondergetekende incluis, zou serieus met de vinger naar het voorhoofd beginnen wijzen moest één of andere geschifte commentator het in zijn hoofd halen de volgende dag excuses te eisen van Didier Reynders voor die vuile Walenstreek. En in het Nederlands dan nog wel, en een beetje rap!

Maar zo ging het verhaal dus wel aan de Franstalige zijde van de taalgrens. Merkwaardig eigenlijk, want ze hebben daar toch wel andere katten te geselen, zou ik denken. De Vlamingen maken zich druk over de werkgelegenheid, de vergrijzing en de toepassing van de Grondwet, maar de Franstaligen, met een werkloosheidsgraad die het dubbele van die in Vlaanderen bedraagt, een sociale zekerheid die totaal afhankelijk is van een stevige sponsoring uit het Noorden en die ondertussen al aan een derde of vierde Marshallplan toe zijn –ik, en ik alleen niet ben de tel al kwijtgeraakt– die Franstaligen eisen dus dat Yves Leterme zijn excuses in het Frans zou aanbieden omdat hij het volkslied van een buurland aanhief. Wie echter durft te beweren dat het erop lijkt dat de Franstalige journalisten hem zoeken en er daarbij niet voor terugschrikken de spreekwoordelijke spijkers desnoods op het droge te gaan zoeken na ze er zelf gelegd te hebben is natuurlijk wel van bijzondere kwade (Vlaamse) wil – enfin, volgens die Franstalige journalisten dan toch.

Eerlijk gezegd, zou het niet passender zijn als de Franstaligen eens hún excuses zouden aanbieden voor al die onzin? Het hoeft zelfs niet in het Nederlands, want daar krijgen we gewoonlijk toch alleen maar oorpijn van. En dat ze daarna eens de meststallen in en rond Charleroi uitkuisen, iets aan hun economie doen, en ons verder gewoon met rust laten. Zo een beetje zoals een volwassen volk misschien, dat zich niet met de regelmaat van de klok hoeft op te peppen door op het buurvolk te schimpen. Misschien dat er dan zelfs nog een toekomst zou kunnen bestaan voor de Belgische federatie…

zondag, juli 29, 2007

Het grote misverstand

Oranje-blauwDit week-end antwoordden de twee Belgische kranten De Standaard en Le Soir op dezelfde zes vragen over de huidige regeringsonderhandelingen. Als de antwoorden al iets aantoonden, dan wel dat de Vlamingen en de Franstaligen al lang niet meer in hetzelfde land leven en een totaal verschillende kijk op de dingen hebben (en opnieuw dringt de vraag zich op: wanneer zou het in Groot-Bijgaarden eindelijk eens beginnen dagen?). Hieronder mijn antwoorden en commentaren op dezelfde zes vragen.

1. Is een nieuwe ronde in de staatshervorming noodzakelijk? En zo ja, welke onderwerpen zijn onbespreekbaar?

Op langere termijn zou het voor beide partijen ontegensprekelijk een voordeel zijn als men de besprekingen over een staatshervorming zou stoppen, en in de plaats daarvan zou overgaan tot staatsvorming. De vraag die vandaag gesteld moet worden is of dat misschien ook op kortere termijn een voordeel zou zijn voor beide partijen, en de duur van de regeringsonderhandelingen suggereert een positief antwoord op deze vraag.

Blijft men echter binnen het Belgische staatsverband, dan is afzien van een staatshervorming politieke zelfmoord voor N-VA en CD&V, zeker met het oog op de regionale verkiezingen van 2009. Anderzijds is een staatshervorming zonder steun van de socialistische partijen PS en sp.a praktisch onmogelijk, en een gevaarlijk spel voor cdH en MR. Conclusie is dat er waarschijnlijk wel enkele hervormingen zullen doorgevoerd worden waarvoor slechts een eenvoudige meerderheid vereist is. Die hervormingen zullen in Vlaanderen door CD&V en zeker N-VA verkocht worden als een ware staatshervorming (of toch zo goed als), en aan Franstalige zijde uitdrukkelijk als precies het tegenovergestelde.

Ergerlijk aan het antwoord van Guy Tegenbos in De Standaard is wel dat hij weer met de recente mythe komt opzetten als zouden de scheeftrekkingen in de gezondheidszorg verminderen.

2. Betekent de groei van 'communautaire partijen' een gevaar voor België?

Wat de separatistische partijen betreft uiteraard wel aangezien dat ook in hun aard en definitie ligt, tenzij ze hun kiezers bedotten, maar communautaire partijen op zich hoeven geen gevaar voor België te betekenen. Regeringen waarin zowel de Volksunie als het FDF vertegenwoordigd waren hebben dat bewezen.

Opvallend in de antwoorden van de twee kranten is hoe zij twee totaal verschillende schattingen maken van het aantal separatisten in Vlaanderen. Bart Brinckman schat het aantal af op maximaal dertig procent (jawel, maximaal dus), terwijl Dirk Vanoverbeke van Le Soir denkt dat meer dan de helft van de Vlamingen geen traan zou laten om het einde van België. Merk echter op: Dirk Vanoverbeke onderbouwt zijn stelling, Bart Brinckman niet. En geen van de twee vermeldt de peilingen van De Stemmenkampioen die tweemaal op iets meer dan de helft van de Vlamingen uitkwamen, en resultaten toonden die nochtans zeer parallel liepen met de redenering die Dirk Vanoverbeke opzet om tot zijn afschatting te komen.

3. Hoe lang zal het duren voor we een nieuwe regering hebben? Is oranje-blauw de enige optie?

Yves Leterme heeft alle bruggen achter zich verbrand, en zal er dus alles aan doen om in zijn opdracht te slagen. Waarschijnlijk heeft hij nog de hele maand augustus de tijd, maar eens september aanbreekt zal de druk op hem groot worden.

Indien Yves Leterme faalt, is het van belang waarom hij faalde: ligt het finale breekpunt op het sociaal-economische vlak, dan kan een andere coalitie zoals rooms-rood-groen of een tripartite misschien een uitweg bieden, maar als het breekpunt een communautair probleem is, zouden de zaken wel eens interessant kunnen worden. De staatsbehoudende krachten in dit land zullen proberen ervoor te zorgen dat het nooit zover zal komen, ofwel door op de CD&V in te werken om de eis voor een staatshervorming te laten vallen (en met de staatshervorming misschien desnoods ook de N-VA!), ofwel door aan Franstalige zijde het verzet tegen zo'n staatshervorming af te zwakken. Aan de lezer om de waarschijnlijkheden hieromtrent zelf af te wegen…

4. Hoe belangrijk is de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde?

Zonder een splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde kunnen CD&V en N-VA de verkiezingen van 2009 wel vergeten. Mét een splitsing en zonder zware Vlaamse toegevingen geldt hetzelfde voor MR en cdH aan Franstalige zijde. Anderzijds volstaat voor een splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde een gewone meerderheid in de Kamer, en die is er ook, maar vergt de beruchte «vijf minuten politieke moed» die in de loop van de laatste veertig jaar niet te bespeuren waren. Een statisticus van slechte wil zou hieruit kunnen besluiten dat de kans dat een Vlaams politicus uiterlijke tekenen van politieke moed zou vertonen minder dan één op vier miljoen bedraagt, wat vergelijkbaar is met de kans om bij de Lotto in rang 1 uit te komen.

Objectief gezien situeert het probleem zich echter duidelijk aan Franstalige zijde. De volgende uitspraak van Pierre Bouillon van Le Soir illustreert dit perfect:
De Franstalige partijen zitten op één lijn: de splitsing mag nooit de Franstalige inwoners raken in hun huidige rechten, zowel politiek (electoraal) als juridisch. Maar een compromis dat zoiets compleet garandeert, lijkt een illusie.
Wie over enige werkende hersencellen beschikt zal onmiddellijk snappen dat zo'n compromis geen compromis maar fundamenteel de negatie van een splitsing van de kieskring zou zijn. Erger is dat Pierre Bouillon duidelijk aantoont dat hij de grenzen van het Vlaamse Gewest weigert te erkennen. Of zou hij ervoor pleiten –wederkerigheid, nietwaar– dat ook Vlamingen die naar het Waalse Gewest verhuizen morgen allerlei speciale politieke of juridische rechten zouden kunnen krijgen?

5. Kan Yves Leterme uitgroeien tot een eerste minister die voor alle Belgen aanvaardbaar is?

Eigenlijk merkwaardig dat deze vraag überhaupt aan de orde zou zijn. Zou Elio di Rupo dan werkelijk een Eerste Minister geweest zijn die voor alle Belgen aanvaardbaar was? Was Laurette Onkelinx een Minister van Justitie die voor alle Belgen aanvaardbaar was? Om over André Flahaut nog maar te zwijgen.

Bart Brinckman van De Standaard merkt in zijn antwoord op dat Guy Verhofstadt nog steeds populair is in Wallonië. Dit hoeft niet te verbazen: hij was tenslotte in verband met de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde tot zeer zware toegevingen in de Vlaamse Rand bereid als hij daarmee maar op zijn zetel van Eerste Minister mocht blijven zitten, en bezorgde daarvoor de Franstaligen al het geld dat ze nodig hadden, zodat ze vandaag gewoonweg Non kunnen zeggen tegen een nieuwe staatshervorming. De Franstaligen zouden wel gek zijn als ze hem daarvoor niet op handen zouden dragen.

6. Als Leterme faalt, is het dan de beurt aan Didier Reynders?

Dat hangt af van de reden waarom Yves Leterme faalt, maar als Didier Reynders in juni één ding bewees, dan wel dat hij met zijn nogal clowneske optreden totaal ongeschikt is om serieus werk te verrichten, laat staan onderhandelingen te leiden. Voor zover dat dan nog bewezen moest worden na zijn wanprestaties als Minister van Financiën.

Indien Yves Leterme faalt, zijn waarschijnlijk de scholen al weer een tijdje open, onder meer dankzij het circus dat Didier Reynders als informateur opvoerde. Men moet het in Laken en Brussel natuurlijk zelf maar weten, maar indien er na drie maanden onderhandelen nog steeds geen uitzicht is op een nieuwe federale regering, dan lijkt het me geen goed idee om Didier Reynders nog maar eens in het veld te sturen. Een beter idee zou zijn Jean-Luc Dehaene te vragen een tweede onderhandelingsronde uit te voeren – met dit verschil dat zijn onderhandelingsronde deze keer niet doorkruist zal kunnen worden door een Yves Leterme die niet op zijn beurt kan wachten en hij dus zijn werk af zal kunnen maken.

donderdag, juli 26, 2007

Wanneer zou het eindelijk beginnen dagen?

Peter VandermeerschHoofdredacteur Peter Vandemeersch schreef deze morgen in De Standaard een open brief aan de onderhandelaars, waarin hij eigenlijk zijn wanhoop over de stand van zaken uitdrukt. In de brief legt hij meerdere malen de vinger op de wonde, daar niet van, maar rationele conclusies trekken is er voorlopig nog niet bij. En daarmee draagt hij zelf bij tot de hopeloze toestand waarin Vlaanderen en Wallonië vandaag vastzitten.

Het fundamentele probleem van de huidige regeringsonderhandelingen is dat de «natuurlijke» meerderheden ten Noorden en ten Zuiden van de taalgrens niet met mekaar compatibel zijn, en daardoor slepen de regeringsonderhandelingen aan. Waren er op 10 juni verkiezingen geweest in een onafhankelijk Vlaanderen en een onafhankelijk Wallonië, dan zouden een nieuwe Vlaamse en Waalse regering al een paar weken geleden reeds op de benen gebracht zijn: een rooms-blauwe in Vlaanderen en een rooms-rood-groene olijfboomcoalitie in Wallonië. Het enige echte obstakel voor de regeringsvorming in België van vandaag is dus niets anders dan… inderdaad, België. Wat dat betreft geeft Peters naamgenoot Peter de Roover hem vandaag in dezelfde krant trouwens de pap in de mond onder de titel «België of democratie».

Of Peter Vandermeersch de pap van Peter de Roover lust, laat staan zal willen slikken, is natuurlijk een andere zaak. Als een Zeus op de Olympos dreigt hij immers met bliksems als de onderhandelaars op Hertoginnedal er niet uitraken: «Maar de democratie heeft dit nu eenmaal gewild. Aan jullie om je daarnaar te schikken. En er wel degelijk samen uit te geraken.» Dat hij er de zaken daarmee helemaal niet op vooruit helpt schijnt hij niet te beseffen: hij is immers weer eens druk in de weer zich te bevestigen als één van de behoeders van de Belgische eenheid. Misschien hoopt hij zelfs volgend jaar van de koning geen schouderklopje te krijgen maar een lintje? Zijn kinderlijke vreugde, waar schaamte beter op z'n plaats ware geweest, sprak in elk geval boekdelen.

Peter Vandermeersch is immers uiteindelijk zelf mee verantwoordelijk voor de uitzichtloze toestand van vandaag. Stel je voor hoe de zaken er zouden uitzien als de hoofdredacteur van Vlaanderens grootste «kwaliteitskrant» zich niet voortdurend op zulke pathetische wijze zou aanschurken tegen de Belgische machthebbers, maar al eens een échte kritische bedenking zou durven plaatsen bij niet alleen de gebeurtenissen van de afgelopen zes weken maar straks al bijna twee eeuwen? Het zou dan bijvoorbeeld kunnen dat die «kwaliteitskrant» zich zou onthouden van propagandanummertjes zoals het opvoerde samen met Le Soir: de koning bevestigde in zijn toespraak immers impliciet dat het initiatief wel degelijk een propagandanummertje was, want anders had hij niet eens een reden gehad om het te loven. In de plaats daarvan zou de krant Yves Leterme, en met hem zowel CD&V als N-VA, van hun koudwatervrees kunnen verlossen om op korte termijn de Vlaamse onafhankelijkheid uit te roepen, en daarmee een einde te maken aan het onzinnige en onzindelijke spelletje dat de Belgische staat is.

Ga het immers in het buitenland maar eens uitleggen dat er straks geen wettelijke federale verkiezingen meer kunnen georganiseerd worden, en dat de Franstalige zelfs weigeren de Grondwet toe te passen en er ook maar iets aan te doen? Dat noch Yves Leterme noch Guy Verhofstadt, respectievelijk de waarschijnlijk volgende en de straks vorige Eerste Minister, niet zouden geweten hebben wie of wat er op 21 juli eigenlijk herdacht werd al hing hun leven ervan af, is geen lachertje, en ook geen huilertje, maar een duidelijk teken aan de wand. Ik ben het met Hugo de Ridder eens dat een onafhankelijk Vlaanderen niet zonder slag of stoot tot stand zal komen, maar hij vergist zich duidelijk als hij denkt dat Vlaanderen, of Wallonië, er op langere termijn slechter bij zouden varen. Hij moet trouwens zo ongeveer de laatste zijn die die stelling nog openlijk durft te poneren.

De échte vraag die vandaag beantwoord moet worden is immers de volgende: zijn we niet op een punt aangekomen waar zelfs op relatief korte termijn Vlaanderen, en misschien zelfs ook Wallonië, gebaat zijn bij een splitsing van België? Of is de extra energie die de laatste weken al verbruikt werd en de komende weken nog verbruikt zal worden werkelijk kleiner dan die om een volledige boedelscheiding door te voeren tegen, ik schrijf maar wat, Nieuwjaar? Een zakelijk antwoord op die vraag is meer dan ooit aan de orde, en zeker meer dan een vermanende open brief om de Belgische schuit asjeblieft toch maar bij mekaar en drijvende te houden. Was Peter Vandermeersch zijn titel van hoofdredacteur van een kwaliteitskrant waard geweest had hij zijn redactie al lang opgedragen daar eens een dossier over samen te stellen in plaats bêtises op te voeren samen met Le Soir.

woensdag, juli 25, 2007

Deens kandidaat-parlementslid: «Aanval op Deense troepen in Irak geen probleem»

Asmaa Abdol-HamidDe Deens-Palestijnse politica Asmaa Abdol-Hamid zorgde maandag voor een relletje in de Deense media toen zij in een interview met het dagblad B.T. zei dat zij het «verzet» in Irak steunt en er geen problemen mee heeft dat ook Deense troepen aangevallen worden. Asmaa Abdol-Hamid komt bij de volgende parlementsverkiezingen in Denemarken op op de lijst van de extreem-linkse Rood-Groene Alliantie (Enhedslisten).

Asmaa Abdol-Hamid vertelde in het interview dat «zij het Iraakse verzet tegen de buitenlandse bezettingstroepen steunt» en dat «zij het recht hebben in een land te leven waar zij zelf beslissingen kunnen nemen». Zij wil daarom geen afstand nemen van wapengebruik tegen de Deense troepen in Irak. In een reactie op de controverse die na haar eerste interview ontstond bleef zij bij haar steun voor het verzet in Irak, en ging zelfs zover het verzet in Irak te vergelijken met het Deense verzet tijdens de Duitse bezetting onder de Tweede Wereldoorlog. Zij vindt verzet tegen een buitenlandse bezetting niet alleen gerechtvaardigd maar zelfs een mensenrecht.

Naser Khader, stichter van de nieuwe centrum-rechtse partij Nieuwe Alliantie (Ny Alliance) zei in een reactie dat Asmaa Abdol-Hamid een verwarde jonge vrouw is die reeds zoveel dingen gezegd heeft en zichzelf al zo vaak tegengesproken heeft dat hij er de tel al bij kwijt geraakt is. Hij wijst erop dat zij in dit geval de plank volledig misslaat aangezien de Iraakse regering wettig samengesteld is en door de Verenigde Naties erkend wordt, en daarom verdient de Iraakse regering meer steun dan het verzet. Andere politici van andere partijen reageerden in dezelfde zin.

Asmaa Abdol-Hamid wordt wel gesteund door haar eigen partij, de Rood-Groene Alliantie, en Frank Aaen, parlementslid voor die partij, bevestigde dat de strijd tegen onder meer de Deense troepen in Irak ook wat hem betreft wel degelijk legitiem is. Hij voegde er wel aan toe dat hij in het algemeen tegen terreur is, en nam aan dat ook Asmaa Abdol-Hamid terreur niet steunt. De Deense imam Abdul Wahid Pedersen, die de kandidatuur van Asmaa Abdol-Hamid voor het Deense Parlement op de rood-groene lijst steunt, steunt haar ook in deze, en meent nog steeds dat zij een uitstekend parlementslid zou zijn. Volgens hem waren haar uitspraken trouwens helemaal niet controversieel.

Asmaa Abdol-Hamid kwam als een Palestijnse vluchteling in Denemarken terecht in 1986 samen met haar familie. Zij is maatschappelijk werkster en haalde voor het eerste de nationale krantenkoppen toen zij in 2005 verkozen werd in de gemeenteraad van Odense voor de Rood-Groene Alliantie en er weigerde de hand van een mannelijke collega te schudden. Later was zij de woordvoerster van elf moslim-organisaties tijdens de controverse rond de cartoons in de krant Jyllands-Posten, en presenteerde in 2006 samen met journalist (en atheïst) Adam Holm het programma Adam en Asmaa op de openbare omroep. Dat optreden zorgde ook al voor een debat, want tijdens dat programma droeg zij, als eerste presentatrice op de Deense televisie ooit, de hijab. Zij heeft overigens reeds aangekondigd dat als zij verkozen zou raken in het Deense Parlement, zij ook daar de hijab zal dragen.

In het interview met B.T. zei zij ook nog nooit een liefje gehad te hebben, maar wel aan veel mannen al neen heeft gezegd. Hoe de perfecte man voor haar eruitziet weet zij niet, maar voor haar is de vraag hoe zij hem zal ontmoeten veel belangrijker – bijvoorbeeld op de «traditionele manier, waarbij een familie haar familie kent, en zij de zoon van de andere familie kan leren kennen».

woensdag, juli 04, 2007

Tweefamilieregering

cdH (Centre Démocrate Humaniste)Didier Reynders is tijdens zijn informatieronde tot de conclusie gekomen dat het land het best gediend is met wat hij een tweepartijenregering noemt, maar in feite een tweefamilieregering is, tenminste als men de N-VA tot de christen-democratische familie wil rekenen (en het FDF tot de liberale). Maar wat zijn de obstakels op weg naar zo'n tweefamilieregering?

Starten we met de liberale familie, en dan eerst met de Vlaamse liberalen van de Open Vld. Herman de Croo vergeleek de toestand van de Open Vld met die van een bord hete soep, waarbij je de keuze hebt tussen blazen, je mond verbranden of eventjes wachten voor je begint te eten. Ik vrees dat de toestand binnen de partij beter te vergelijken valt met een fles onderkoeld water: voorlopig ziet alles er nog normaal uit, maar de minste verkeerde beweging kan de fles in een fractie van een seconde uit mekaar doen barsten. De enige andere uitweg uit de situatie is een langzame opwarming, en een rustige verderkabbelende regeringsvorming is voor die partij dus alleen maar een voordeel. Loopt het rooms-blauwe project toch op de klippen, en wordt een rooms-rood-groene coalitie gevormd, zou het wel eens snel gedaan kunnen zijn met de oppervlakkige rust bij de Open Vld.

Bij de MR verkeerde men de laatste weken nog in een overwinningsroes, en dat was duidelijk te zien aan informateur Didier Reynders. Dit hoeft de komende dagen niet noodzakelijk uit te monden in een kater, maar opdat de regeringsvorming zou slagen zal de partij de komende weken toch stilaan terug met de voeten op de grond moeten komen. Een eerste stap in die richting zal ongetwijfeld de benoeming van een christen-democraat tot formateur of onderhandelaar zijn.

Wat Open Vld en MR gemeenschappelijk hebben, is dat ze allebei belang hebben bij een rooms-blauwe regering. Het alternatief is immers dat ze allebei aan de kant blijven staan, of in een tripartite terechtkomen waar niemand zin in heeft. Zolang het rooms-blauwe project niet afgeschoten wordt of door één of andere gebeurtenis onmogelijk, hebben beide partijen voorlopig geen reden om zich zorgen te maken en komt het wat hen betreft op een dag meer of minder niet aan. Didier Reynders liet dat overigens goed blijken ook tijdens de laatste dagen van zijn informatieronde.

Een partij die niet zoveel tijd heeft is de CD&V. Die heeft immers, onder druk van de andere Vlaamse partijen en dan in het bijzonder de partners in de Vlaamse Regering, de rivier moeten oversteken en de post van Minister-President van de Vlaamse Regering moeten doorgeven van Yves Leterme naar Kris Peeters. In de VS noemt men dit betting the farm: voor Yves Leterme is er nu immers geen weg meer terug, en daarom is het voor hem zaak zo snel mogelijk een federale regering te kunnen landen met hem aan het hoofd. Dit is meteen ook de verklaring voor de irritatie bij die partij over het «tijdverlies» van Didier Reynders verleden week.

Een partij die dan weer helemaal geen haast lijkt te hebben is de cdH. Meer zelfs, door haar steile opstelling in verband met Brussel-Halle-Vilvoorde en een staatshervorming, en de vraag de groenen bij de besprekingen te betrekken en zelfs een voorkeur voor rooms-rood-groen te kennen te geven, blokkeert de partij voorlopig een rooms-blauwe regeringsvorming. De partij heeft op dit moment trouwens geen enkele reden om erg toegeeflijk te zijn op welk vlak dan ook, want rooms-blauw zoals het zich op dit ogenblik aandient is niet zo'n aantrekkelijke optie voor haar.

Een eerste vaststelling is immers dat als rooms-blauw mislukt, er nog minstens twee andere alternatieven zijn vóór de partij eventueel uit de boot zou kunnen vallen: rooms-rood-groen of een tripartite. Of rooms-blauw lukt of niet lukt is voor cdH dus niet zo'n grote zaak, en daarom zullen de drie andere partijen toegevingen aan de cdH moeten doen om haar aan boord te kunnen krijgen van de rooms-blauwe boot. Tweede vaststelling is dat de partij zich vóór de verkiezingen redelijk sterk verbonden heeft met de PS en Ecolo, en daarom tijd nodig heeft om de bocht te maken. Probleem is echter dat de partij op dit ogenblik die bocht niet lijkt te maken, en nog steeds voordoet een voorkeur te hebben voor een rooms-rood-groene regering. Die voorkeur vloeit dan weer voort uit een derde vaststelling, namelijk dat de Waalse Regering een rooms-rood-groene is, en de cdH niet veel zin heeft tussen een federale blauwe hamer en een regionaal rood-groen aambeeld terecht te komen. Wat ook het verkiezingsthema in 2009 zal zijn, de partij dreigt in zo'n constellatie immers altijd minstens een deel van de zwarte piet toegeschoven te krijgen voor wat er op welk niveau dan ook fout zou lopen. Objectief gezien is rooms-rood-groen ook op federaal niveau dan ook wel degelijk een veel aantrekkelijkere coalitie voor de cdH dan rooms-blauw.

Tot slot was er de dreiging van Yves Leterme om desnoods zonder de cdH een coalitie te vormen als die partij er een punt van blijft maken dat ze niet in de regering wil stappen met de N-VA. Het is duidelijk dat de Franstalige partij begrepen heeft dat die eis iets te hoog gegrepen was, maar anderzijds is het toch zeer de vraag of de CD&V het werkelijk zou aandurven een asymmetrische federale coalitie aan te gaan, dat wil zeggen zonder de cdH, zeker als dat betekent dat cdH dan ingewisseld zou moeten worden voor de PS. Het lijdt trouwens geen twijfel dat het ACW zoiets absoluut niet zou toelaten (herinner wat er gebeurde toen Jean-Marie Dedecker even lid was van de N-VA), zelfs als CD&V (en N-VA!) al zou willen, en dus weet de cdH dat ze uiteindelijk redelijk veilig zit als de CD&V absoluut in een federale regering wil stappen.

De situatie is daarmee dat de cdH veel tijd heeft en niet staat te springen om in een rooms-blauwe coalitie te stappen, terwijl voor de CD&V dan weer de tijd wel degelijk dringt. Didier Reynders heeft bovendien het perspectief voor de regeringsvorming verplaatst van 21 juli naar 15 augustus, over ongeveer zes weken dus. Niet dat dit niet realistisch zou zijn, en misschien zelfs nog eerder aan de krappe kant als er in die periode niet alleen een splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde maar ook een echte staatshervorming uitgewerkt zou moeten worden bovenop een normaal regeringsprogramma, maar voor Yves Leterme en CD&V zou dit wel eens iets langer kunnen zijn dan wat voor hen nog comfortabel is. De vraag is dan maar of Yves Leterme het hoofd koel zal weten te houden, of bepaalde toegevingen zal doen aan de cdH om inderdaad een nieuwe regering te kunnen voorstellen vóór «halfoogst».

zondag, juli 01, 2007

Brussel-Halle-Vilvoorde: Quousque tandem? (46)

Brussel-Halle-VilvoordeHet is al een tijdje relatief stil rond de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde: blijkbaar weigeren de media ook nà de verkiezingen meer aandacht aan het dossier te besteden dan het absolute minste van het minste. Nochtans zakten deze week CD&V en N-VA voor hun eerste examen in dit dossier, toch als we het Vlaams Belang mogen geloven, en dat zou toch een kleine vermelding in de pers waard moeten zijn. En verder duikt aan Franstalige zijde weer de eis voor een soort van inschrijvingsrecht op.

Voor zover ik weet werd het bericht nergens anders bevestigd of ontkend, en dus heb ik niet meer informatie dan wat het Vlaams Belang vrijdag in een persmededeling schreef: het Vlaams Belang wou in de Kamercommissie die zich boog over de geldigheid van de voorbije verkiezingen een amendement indienen over onder meer de ruim 600 bezwaarschriften die de laatste dagen verzameld werden, maar Didier Reynders, voorzitter van de commissie, wou hier niet van weten. Inge Vervotte en Jan Jambon, die in de commissie de CD&V respectievelijk de N-VA vertegenwoordigde, sloten zich aan bij het standpunt van deze laatste –ik ga me niet moe maken iets te schrijven over de houding van de Open Vld of de sp.a in deze zaak– hoewel die partijen nochtans goed vertegenwoordigd waren bij de indieners van de bezwaarschriften. Als het Vlaams Belang in de persmededeling met spek geschoten heeft mogen CD&V en N-VA het me altijd laten weten. Indien niet moeten ze anders op de volgende gemeenteraadszitting in Londerzeel maar eens gaan verklaren waarom ze op deze manier het voltallige schepencollege van die gemeente eens goed in hun hemd hebben gezet. Het is in ieder geval een slecht teken aan de wand voor een onverwijlde splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde zonder toegevingen of wat dan ook.

Wat dat laatste betreft stond er gisteren een tweede veeg teken te lezen in een commentaarstuk van Steven Samyn in De Standaard: volgens een –uiteraard anonieme– Franstalige kandidaat-minister is er een oplossing voor Brussel-Halle-Vilvoorde in de maak die verdacht veel doet denken aan een vorm van inschrijvingsrecht voor de Franstaligen in de Rand in ruil voor de splitsing van de kieskring. Dit kan natuurlijk een kwakkel zijn, of niet; hoe dan ook is het goed in deze dagen nog eens een persmededeling van N-VA en CD&V onder de aandacht te brengen, gedateerd op 10 mei 2005 en ondertekend door Jo Vandeurzen en Bart de Wever, geschreven naar aanleiding van het uitlekken van enkele details over een geheim akkoord waar de toenmalige paarse regering onzaliger nagedachtenis over aan het onderhandelen was. De laatste twee paragrafen vatten de teneur van de persmededeling goed samen:
Uit indiscreties vanuit de geheime onderhandelingsplaats, kunnen CD&V en N-VA alleen maar besluiten dat er sprake is van nieuwe, bijkomende rechten en compensaties voor Franstaligen in Vlaanderen. Dit is tegen de grondwet en dus onbespreekbaar.

Om al deze redenen wijzen CD&V en N-VA al deze denkpistes af.
Laat ons hopen dat CD&V en N-VA zulke denkpistes nog steeds even categoriek afwijzen, ook al zitten zij nu mee aan tafel op die geheime onderhandelingsplaats.