zondag, maart 26, 2006

Islamisten en «naivisten» in Denemarken

Donderdag ontstond opnieuw opschudding in Denemarken: in een TV-reportage van de Franse journalist Mohammed Sifaoui verklaart imam Abu Laban, voor een verborgen camera, dat hij iemand kent die bereid is een martelarenactie uit te voeren.

In dezelfde reportage lijkt een andere imam, Ahmed Akkari, een dreigement te uiten aan het adres van het sociaal-liberale parlementslid Naser Khader (B), maar de Deense vertaling van de uitspraken lijken niet helemaal in overeenstemming te zijn met de Franse. In de Deense vertaling zegt Ahmed Akkari gewoon dat het mogelijk is dat iemand het in zijn hoofd zou halen Naser Khader te vermoorden indien hij Minister van Integratie zou worden, zonder dat daar een bedreiging aan gekoppeld hoeft te worden.

Erger is het gesteld met de uitspraken van imam Abu Laban. De opnames dateren van 21 februari, het hoogtepunt van de cartoon-crisis, en in een auto zegt Abu Laban plots, terwijl de verborgen camera filmt, dat hij een man kent die contacten heeft met Amr Moussa, de secretaris-generaal van de Arabische Liga:
Hij doet er alles aan om contacten te leggen. Hij heeft contact opgenomen met Amr Moussa. Hij wil het doen en er een martelarenactie van maken, nu.
De politie neemt de uitspraken alvast ernstig, en zal de twee imams over de zaak ondervragen. De Deense Minister van Justitie Lene Espersen (K) verklaarde zaterdag dat de zaak topprioriteit gekregen heeft bij de politie van Kopenhagen en de Deense veiligheidsdienst PET.

De Deense politieke commentator Ralf Pittelkow, die vroeger nog politiek raadgever is geweest voor de sociaal-democratische Eerste Minister Poul Nyrup Rasmussen (A), komt vandaag naar aanleiding van de hele zaak in Jyllands-Posten met een opiniestuk dat best het lezen waard is. In het stuk heeft hij het in het bijzonder over de haat die heerst in sommige islamitische milieus enerzijds, en rol van wat hij «naivisten» noemt in de cartoon-crisis anderzijds. Zo constateert hij dat het eigenlijk geen rol speelt of Ahmed Akkari nu wel of niet een dreigement aan het adres van Naser Khader heeft geuit, want de laatste tijd heeft het parlementslid zoveel dreigementen ontvangen dat er eigenlijk sprake is van een «golf van psychisch-politieke terreur» tegenover hem. Verder richt de haat zich in meerdere richtingen, niet alleen de krant Jyllands-Posten, maar ook joden («Jyllands-Posten publiceerde de Mohammed-cartoons omdat het een joodse krant is,» kreeg Mohammed Sifaoui te horen), en tegen het Westen in het algemeen. In de TV-reportage worden de kijkers herinnerd aan de contacten die Abu Laban had met Omar Abdel-Rahman, die in 1993 in de gevangenis belandde na de eerste aanslag tegen het WTC. Pittelkow vervolgt met een striemende commentaar die zonder veel problemen zo overgeplant kan worden naar andere Europese landen:
Tegelijkertijd toont de TV-reportage aan hoe doelbewust de islamisten gewerkt hebben om, in verband met de Mohammed-cartoons, de spanning op te voeren om de positie van het islamisme in Europa in het algemeen en Denemarken in het bijzonder te versterken. De conclusie van de journalist luidt: «Deze groep imams heeft de cartoons gebruikt met het doel de Europese samenleving hun wetten, regels en doctrines op te leggen.»

Het TV-programma kan ook bekeken worden als een onrechtstreekse commentaar op de Deense milieus die een verbazingwekkend gebrek aan inzicht in de agenda van de islamisten aan de dag leggen. Men kan hen naivisten noemen.

De naivisten hebben lange tijd niet gereageerd op de haatstemming tegenover Naser Khader, met als gevolg de totaal ongehoorde situatie dat een Deens parlementslid en zijn familie onder politiebescherming moet leven.

De naivisten denken dat de aanval van de islamisten tegenover het gebruik van de vrijheid van meningsuiting door Jyllands-Posten alleen draait rond de nederige wens dat er respect getoond zou worden voor hun religieuze gevoelens. Maar zoals het TV-programma aantoonde, wensen de islamisten elke vorm van vrije meningsuiting die kritiek op hun versie van de islam inhoudt volledig het zwijgen op te leggen.

De naivisten accepteren zonder meer de poging van de islamisten om een moderate façade op te bouwen. Zo ging Dansk Industri in dialoog met Abu Laban. Het pas opgerichte forum Coexistence of Civilizations doet nu precies hetzelfde met Abu Labans kompaan imam Abdul Wahid Pedersen.

En tot slot, maar daarom niet minder belangrijk: de naivisten hebben zich kritiekloos door de islamisten laten misbruiken in de cartoon-crisis. Zoals het TV-programma aantoonde heeft de crisis twee fases doorlopen:

In de eerste maanden na de publicatie van de tekeningen was er alleen maar sprake van een Deens intern debat op eerder lage temperatuur. Het conflict kwam pas echt op gang toen de Egyptische regering, onder druk van zijn eigen islamisten, en de Deense islamisten samen besloten de situatie uit te buiten.

De Deense naivisten roerden omzeggens geen vin in het debat over de cartoons vóór de zaak reeds enorm opgeblazen was door de islamisten. De doelbewuste strijd van de islamisten zorgde ervoor dat de naivisten Jyllands-Posten sterk aankloegen geen respect te tonen voor de religieuze gevoelens van de moslims.

[…]

De cartoon-crisis laat meer en meer een beeld achter van een bijzonder soort samenspel tussen radicale islamisten en Deense naivisten.
Opvallend toch dat nogal wat mensen die er vandaag van beschuldigd worden zich te gedragen als nuttige idioten in dienst van het islamisme, die beschuldiging vaak vroeger nog al eens hebben moeten horen.

zaterdag, maart 25, 2006

Taaie kroonprins op zijn zieltje getrapt

Filip, Leopold, Louis, Marie van België, hertog van Brabant, erevoorzitter van de Raad van Bestuur van de Belgische Dienst voor Buitenlandse Handel, voel zich op zijn zieltje getrapt. Het blijkt namelijk dat de Vlaamse zakenlui die hem vergezelden op de handelsmissie naar Zuid-Afrika –of is het eigenlijk omgekeerd?– niet laaiend enthousiast waren over zijn optreden aan de Kaap.

In het «interview» –wat men tegenwoordig allemaal al een interview durft te noemen– schrijft de prins onder meer dat hij «ten dienste van de samenleving» staat. Sta me toe me daar toch even bij in een bulderlach te schieten. Iemand die «ten dienste» van de samenleving staat, krijgt daarvoor niet jaarlijks de habbekrats van 788.301,40 euro uitgekeerd. Gekoppeld aan de index van december 1999, wel te verstaan. Voor dat bedrag wil ik als Vlaming ook wel eens in Zuid-Afrika een toespraak komen houden over de diamant België. Ja, België, en desnoods zing ik achteraf ook nog de brabançonne, al raad ik dat persoonlijk af voor de arme toehoorders.

Daar hoort nog bij dat die Belgisch Dienst voor Buitenlandse Handel dus maar één bestaansreden heeft: ervoor zorgen dat prins Filip af en toe nog eens uit zijn kot kan komen, kwestie van niet altijd op het gezicht van zijn Mathilde te moeten kijken. De Vlaamse en Waalse export hebben immers met mekaar nog evenveel gemeen als mijn douchegordijn met de aardvarkens in Swaziland, niets dus, en daarom werden de twee al een tijdje geleden van mekaar gesplitst en overgedragen naar de Gewesten. Dat was echter niet naar de zin van Laken, en dus moest er maar een nieuwe dienst opgericht worden die reisbureau kon spelen voor de kroonprins. Die overigens, naar ik zo vermoed, zijn vliegtuigbiljetten en hotelonkosten wel niet «zelf» zal betalen, maar de belastingbetaler daar nog eens extra voor laat opdraaien bovenop zijn jaarlijkse dotatie.

Een andere zaak is of het wel de taak is van iemand die «ten dienste» van de samenleving staat om bijvoorbeeld in China allerlei omfloerste dreigementen te uiten aan het adres van ondertussen al meer dan een kwart van de Vlaamse bevolking (omgerekend goed voor 118.245,21 euro per jaar, of zou hij die terugstorten?). En de behandeling die Marie-Rose Morel te beurt viel in China was veelzeggend: Marie-Rose Morel, verkozen volksvertegenwoordiger voor het Vlaams Belang en meegereisd om de rolstoel van haar vader Chris Morel te duwen, moest vijftig meter uit zijn buurt blijven. Chris Morel is overigens ereburger van Shanghai, dat, in tegenstelling tot het erevoorzitterschap van prins Filip, niet speciaal voor hem opgericht werd om hem een bezigheid te geven. En wat hem betreft moest de prins dus absoluut niet mee naar China reizen om daar «deuren te openen».

Laten we overigens wel wezen, en even de enige twee prestaties van de kroonprins die werkelijk van belang zijn op een rijtje zetten: ten eerste dat hij er als eerste in geslaagd is levend uit de moederschoot van de wettige echtgenote van de toenmalige prins Albert te kruipen, en ten tweede dat hij zich sindsdien in leven heeft weten te houden. Moeten we daarvoor onze hoed afnemen? 788.301,40 euro per jaar, dat zijn er meer dan 2.000 per dag. Twee keer Win for life dus, maar dan aan dertigvoudig tempo. Om over leeflonen nog maar te zwijgen. Wat zou er trouwens van onze ouwe taaie geworden zijn als hij uit een andere bloemkool was gekropen? Ergens een rustig kantoorbaantje, waar liefst niet te veel denkwerk aan te pas komt, met als hoogtepunt van de dag de kleine verrassing in de boterhammendoos –de ene keer een doosje rozijnen, de andere keer weer een reep melkchocolade met nootjes, of een lekker koekje– die Mathilde er liefdevol elke keer weer bijsteekt.

Ondertussen is hij er door zijn gedrag van de laatste maanden in geslaagd ervoor te zorgen dat alleen nog overtuigde republikeinen uitkijken naar een snelle aanvang van zijn regnum. In Vlaanderen neemt niemand hem nog serieus, maar wie zijn vaderlandse geschiedenis kent weet dat dit toch van geen belang is. Maar ook de PS in Wallonië kijkt niet bepaald uit naar koning Filip I. Daar vreest men immers dat hij vroeg of laat brokken zal maken door zijn ondoordachte uitspraken, of misschien wel een weigering om één of andere wet te ondertekenen, met mogelijk de ultieme nachtmerrie als gevolg: het einde van België en dus de rijkelijke geldstromen vanuit het Noorden. Elio di Rupo meent het dus ongetwijfeld echt als hij bij gelegenheid koning Albert II een goede gezondheid toewenst. Ik zou het in zijn plaats ook doen.

(Oorspronkelijk verschenen bij Diogenes)

donderdag, maart 23, 2006

«Cartoons» kostten Freivalds ministerportefeuille

Laila Freivalds (S) kondigde eergisteren haar ontslag aan als Minister van Buitenlandse Zaken omdat haar positie onhoudbaar was geworden. In tegenstelling tot eerdere verklaringen bleek zij wél gecontacteerd te zijn over de sluiting van de webstek van de Zwedendemocraten, en haar gedrag was dus flagrant in overtreding met de Grondwet. Maar er is meer.

Het is niet de eerste keer dat sociaal-democratische Laila Freivalds ontslag moet nemen uit de Zweedse regering. In 2000 moest zij aftreden als Minister van Justitie nadat zij een gemeentelijk huurappartement had gekocht terwijl haar partij zich net sterk geprofileerd had tegen zulke praktijken. Eén van de gevolgen van de controverse was dat zij op gespannen voet leefde met de pers, wat haar vandaag niet bepaald geholpen heeft om haar post te behouden. Ook haar stijl, die nogal bureaucratisch en autoritair overkomt, maakte haar niet bepaald populair, ook al kwam die de sociaal-democraten goed van pas toen zij als Minister van Justitie een krachtdadig gezicht aan het beleid kon geven.

Ondanks haar eerste ontslag werd zij in 2003 weer in de regering opgenomen na de moord op de bijzonder populaire Minister van Buitenlandse Zaken Anna Lindh, de gedoodverfde opvolger van Eerste Minister Göran Persson. Zij kwam echter weer in de problemen na de tsoenami, onder meer omdat ze, nadat ze van de ramp op de hoogte was gebracht, ervoor koos naar het theater te gaan. Later verklaarde ze dat ze niet wist wie of wat Phuket was, en dat duizenden Zweden er jaarlijks op vakantie gaan. Meer dan 500 Zweedse toeristen kwamen uiteindelijk om in de ramp. De Zweedse bevolking vond haar houding zeer onsympathiek, en velen vonden dat ze toen al ontslag had moeten nemen. Göran Persson verbond echter zijn lot aan dat van Freivalds, waardoor haar positie tijdelijk gered was. Ondertussen was een parlementaire commissie in haar rapport tot een vernietigende conclusie gekomen over het functioneren van zowel het Ministerie van Buitenlandse Zaken, de minister zelf als de hele regering. In het licht van de parlementaire verkiezingen later dit jaar werd zij daarom meer en meer een ballast voor de sociaal-democratische regering.

Nu is het echter zo dat die parlementaire commissie later deze week opnieuw samen had moeten komen, waardoor de rol van Freivalds opnieuw in de spotlichten geplaatst zou worden. Een aftreden omwille van de bevindingen van de tsoenami-commissie zou een enorm gezichtsverlies betekend hebben voor Eerste Minister Göran Persson, maar wanneer in het begin van de week de gelegenheid zich aanbood om Freivalds ontslag te laten nemen omwille van een andere blunder, was dat ontslag plots wel haalbaar en een bijzonder welgekomen bliksemafleider voor de hele regering. Er bestaat dan ook weinig twijfel over dat Göran Persson het niet bepaald moeilijk had om Freivalds' ontslag te overwegen, als hij al niet zelf een wenk in die zin naar Freivalds gestuurd heeft..

Daarmee is Göran Persson echter nog niet helemaal uit de problemen. Ten eerste heeft hij zelf een imagoprobleem omdat zijn (vierde) vrouw Anitra Steen, directeur voor Systembolaget dat het monopolie bezit over de verkoop van alcohol in Zweden, zich een bijzonder interessante pensioenregeling heeft weten aan te schaffen die de Zweedse belastingbetalers de proletarische som van 55 miljoen Zweedse kroon (ca. 5,9 miljoen euro) per jaar zou kunnen kosten. Ten tweede kocht het paar een paar jaar geleden de boerderij Övre Torp aan voor de prijs van 12,5 miljoen kroon (ca.1,3 miljoen euro). Hoewel Zweden erom bekend staat een rijk land te zijn, kunnen toch niet alle sociaal-democratische kiezers zich zo'n woning veroorloven.

Ook de vervanger van Freivalds, Bosse Ringholm, heeft al voor meer dan één schandaal gezorgd. En verder is er dan nog het probleem van de opvolging. Na de moord op Anna Lindh is er binnen de sociaal-democratische partij nog geen andere persoon opgestaan die de fakkel van Persson kán en wíl overnemen. Tot overmaat van ramp voor de sociaal-democraten is de burgerlijke oppositie er eindelijk in geslaagd als één blok op te treden in de aanloop van de komende verkiezingen, en leidt voorlopig in de opiniepeilingen met een paar procentpunten. Dat laatste heeft er ongetwijfeld toe bijgedragen dat Persson vandaag liever de korte pijn met het ontslag van Freivalds kiest in de hoop dat het hem een paar procentpunten verlies minder zal kosten later dit jaar, misschien net genoeg om de oppositie van de macht af te houden. De sluiting van de webstek van de Zwedendemocraten is dus eerder het excuus dan de ware aanleiding van het ontslag van Freivalds. Nogal wat observateurs hebben al doen opmerken dat zij niet gemist zal worden, noch in de regering, bij de pers of in het Ministerie van Buitenlandse Zaken.

maandag, maart 20, 2006

Vlaams Belang wint 10%

Het cordon sanitaire stond vorige week in het centrum van de belangstelling, waarbij deze keer vooral bij de CD&V een tegenstelling tussen het centrale partijbestuur enerzijds en de burgemeesters en hun lokale partijafdelingen anderzijds aan het licht kwam. Het is daarbij nuttig even na te kijken met welke realiteit de burgemeesters op 8 okober geconfronteerd zullen worden.

Traditioneel doet de CD&V het in de gemeenteraadsverkiezingen veel beter dan in de nationale of regionale verkiezingen, en het is daarom moeilijk om aan de hand van regionale opiniepeilingen een voorspelling te doen over de gemeenteraadsverkiezingen. Het is echter wel redelijk aan te nemen dat de trend van de provincieraadsverkiezingen op de gemiddelde gemeente in Vlaanderen geprojecteerd kan worden voor de gemeenteraadsverkiezingen. Bovendien zijn er de regionale verkiezingen van 2004 die ongetwijfeld ook al aangeven welke richting het deze herfst zal uitgaan.

Onderstaande tabel en bovenstaande figuur vergelijken de uitslag van de provincieraadsverkiezingen van 2004 met de verkiezingsuitslag van 2004, de gemiddelde voorspelling van de drie krantenopiniepeilingen (2006[3]), een correctie van dat gemiddelde met de afwijkingen van 2004 (2006[3']), en de laatste resultaten van De Stemmenkampioen (2006[SK]). De waarden voor 2006[3'] werden berekend door de fout die de drie krantenopiniepeilingen gemiddeld in hun laatste peiling maakten toe te voegen aan de laatste gepubliceerde opiniepeilingen. Beschouw die kolom dus als een illustratie van hoe het ook zou kunnen gaan als de opiniepeilingen van vandaag evenveel waard zijn als in 2004. Tot slot moet nog opgemerkt worden dat de resultaten van VU-ID van 2000 gelijk verdeeld werden over N-VA en SPIRIT.

Partij 2000 2004 2006[3] 2006[3'] 2006[SK]
CD&V-N-VA 29,9% 26,1% (-3,8%) 29% (-1%) 25% (-5%) 32% (+2%)
VLD-Vivant 24,0% 19,8% (-4,2%) 19% (-5%) 19% (-5%) 15% (-9%)
sp.a-SPIRIT 19,6% 19,7% (+0,1%) 19% (0%) 16% (-4%) 17% (-2%)
Vlaams Belang 15,0% 24,1% (+9,1%) 24% (+9%) 27% (+12%) 28% (+12%)
Groen! 9,2% 7,6% (-1,6%) 7% (-2%) 9% (0%) 6% (-3%)

Wat onmiddellijk opvalt is de sterke vooruitgang van het Vlaams Belang. Indien de partij het deze herfst even goed doet als in 2004, gaat ze meer dan 9% vooruit. Een winst van 10% of meer is voor die partij dus absoluut niet ondenkbaar. Een ander opvallend feit is dat alle andere partijen alleen maar verliezen laten optekenen, behalve CD&V-N-VA die volgens De Stemmenkampioen 2% zou stijgen. Dit in de veronderstelling dus dat de uitslag van VU-ID van 2000 gelijk verdeeld mag worden over N-VA en SPIRIT, wat vrijwel zeker een onderschatting van de aanhang van de N-VA is. Grootste verliezer is de VLD-Vivant, met een verlies gaande van 5% tot 9%. Als we Guy Verhofstadt en zijn ploeg ook daarop mogen afrekenen, is zijn prestatie werkelijk fenomenaal: het Vlaams Belang is vandaag groter dan zijn partij was in 2000, en zijn partij riskeert morgen zo klein te worden als het Vlaams Belang in 2000 was.

Wanneer men deze cijfers bekijkt, kan de conclusie niets anders zijn dan dat het Vlaams Belang op een stevige winst afstevent, en CD&-V-N-VA als enige andere partij misschien geen verlies zal kennen. Het is dan niet verbazingwekkend dat 16 burgemeesters wél willen praten met het Vlaams Belang, wel dat 292 burgemeesters dat niét willen doen. Anderzijds denkt Walter Vandenbossche, fractievoorzitter van de CD&V in het Brusselse Hoofdstedelijk Parlement het correcte antwoord op de vooruitgang van het Vlaams Belang al gevonden te hebben: een dialoog met de allochtone gemeenschap. Het is nu wachten op een grote winst voor de AEL van Dyab Abou Jahjah, en dan kan hij misschien ook eens gaan luisteren naar wat die één miljoen kiezers van het Vlaams Belang op hun lever hebben.

zaterdag, maart 18, 2006

Johan vande Lanotte: «Houd de dief!»

Johan vande Lanotte zegt op het sp.a-congres dat sommige burgemeesters liever met het Vlaams Belang samenwerken om hun sjerp te behouden, niet omdat hun gemeente anders onbestuurbaar wordt.

De analyse van Johan vande Lanotte is grotendeels correct, ook al zal het in sommige gemeenten ongetwijfeld praktisch onmogelijk zijn om te regeren met een coalitie van één-tegen-allen, maar ze heeft ook een keerzijde. Immers, zoals de zaken er nu voorstaan, ziet het ernaar uit dat mét het cordon sanitaire intact de sp.a zowat in elke gemeente in Vlaanderen mee in de coalitie betrokken moet worden om aan een meerderheid te raken. Het cordon sanitaire als levensverzekering van de socialisten, het wordt minder en minder een stelling, en meer en meer een eenvoudige wiskundige vaststelling. Immers, daar waar een CD&V- of VLD-burgemeester besluit toch maar samen te werken met het Vlaams Belang, zijn het vrijwel zeker socialistische schepenzetels die verloren gaan. Als voorzitter van de sp.a is het daarom ook de taak van Johan vande Lanotte om dat te proberen verhinderen.

Of het ook de taak van Yves Leterme is om burgemeesters die hun CD&V-sjerp willen behouden uit de partij te zetten, dat is een andere vraag. Bovendien stel ik me vragen bij de taktische waarde van zijn uitspraken. CD&V-burgemeesters die de mogelijkheid hebben om eventueel ook met het Vlaams Belang in zee te gaan, staan in een veel sterkere positie om onderhandelingen aan te gaan met andere partijen. Wordt het Vlaams Belang a priori al uitgesloten, ja, hoe kan men dan nog de meest gekke eisen van een lokale sp.a-afdeling afwijzen, de burgemeesterssjerp incluis?

donderdag, maart 16, 2006

De moeilijke strijd tegen extreem-rechts

De laatste dagen stond het cordon sanitaire, en dan in het bijzonder een mogelijk doorbreken van dat cordon op gemeentelijk niveau later dit jaar, in het centrum van de belangstelling in de Vlaame media. Nogal wat strijders laten daarbij meer dan één losse steek achter, en halen daarmee hun eigen betoog grondig onderuit.

Zo waarschuwden eergisteren Dave Sinardet en Sarah de Langhe in een opiniestuk in De Standaard tegen het opgeven van het beruchte cordon sanitaire op gemeentelijk vlak. Volgens hen werkt een verbrandingsstrategie niet wanneer het over extreem-rechtse partijen gaat, en om hun stelling kracht bij te zetten verwijzen zij naar vier buitenlandse gevallen: LPF in Nederland, FN in Frankrijk, FPÖ in Oostenrijk en de Vooruitgangspartij in Noorwegen. Alle vier de partijen hebben reeds deelgenomen aan de macht, sommigen alleen op gemeentelijk niveau, anderen tot op nationaal niveau.

De analyse van de twee toont aan dat de vier partijen niet onverbiddelijk verdwenen na een eerste deelname aan de macht. Integendeel, daar waar de partijen een beleid voerden dat naar de zin van de kiezers was, kregen zij opnieuw het vertrouwen in latere verkiezingen, in sommige landen tot op nationaal niveau dus. In andere gevallen werden partijen afgestraft wanneer zij geen goed werk afleverden. Kort samengevat: de vier partijen functioneren binnen het democratische bestel zoals iedere andere partij. Of nog, de waarschuwing dat de extreem-rechtse partijen op zich een gevaar is voor de democratie blijkt loos te zijn.

Op het einde van hun opiniestuk stellen zij dat de deelname van extreem-rechts aan de nationale regeringen van Oostenrijk en Italië «de nodige beleidseffecten» tot gevolg had. Het is jammer dat de twee die verschrikkelijke beleidseffecten niet nader verklaard hebben, want net als in de drie andere landen waarvan sprake zie ik, om eerlijk te zijn, op dit ogenblik weinig problemen die op rekening van de extreem-rechtse partijen te schrijven valt. Geen enkel van de landen is bij mijn weten verworden tot een fascistische dictatuur of iets in die zin. Van gedachtenpolities en concentratiekampen is er ook al geen sprake, want anders zou onze «kritische kwaliteitspers» ons dat ongetwijfeld reeds uitvoerig gemeld hebben. Het is echter wel Tony Blair van Labour die in Groot-Brittannië wettenwil invoeren die de vrijheid van meningsuiting inperken. En dan hebben we het nog niet over staten waar de overheid politieke partijen probeert te verbieden. Jammer dus dat de twee politicologen ook dit punt niet wat verder uitgewerkt hebben in hun opiniestuk, want als wetenschappelijke mederwerkers aan een universiteit zouden zij toch moeten weten dat er alleen maar onheil van kan komen als men in zijn uitleg iets als «oefening voor de lezer» laat.

Theo Kelchtermans is vandaag echter wel zo eerlijk in een interview met dezelfde krant –ze lijkt de laatste dagen wel bezig aan een gratis verkiezingscampagne voor het Vlaams Belang– man en paard te noemen, en sluit een samenwerking met het Vlaams Belang omwille van twee redenen uit: «hun separatistisch discours en hun afwijzing van de multiculturele samenleving». Vooral dat eerste puntje is interessant om te vernemen uit de mond van iemand van de CD&V, want die partij zit toch in een kartel met die andere Vlaamse separatistische partij. Het is natuurlijk maar een speculatie van mijn zijde, en Theo Kelchtermans mag mij altijd komen corrigeren, maar misschien bedoelt hij wel dat het separatische discours van het Vlaams Belang een probleem is omdat het ook gevaarlijk is, tewijl dat van de N-VA op een Volksunie-achtige manier dat niet is. Zoals de onverwijlde splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde afdoende aangetoond heeft. Een kleine reactie hierop van de N-VA zou trouwens ook verhelderend kunnen zijn.

Ook Jan Renders, de voorzitter van het ACW, droeg vandaag zijn steentje bij in het debat over het cordon sanitaire, en stelde dat «wie met het Vlaams Belang praat, alle ACW-steun verliest». Volgens hem staat het Vlaams Belang een samenleving voor die radicaal het tegenovergestelde is van wat het ACW vooropstelt. Harde taal vanuit die hoek is, en de CD&V-burgemeesters die bij de gemeenteraadsverkiezingen op steun van het ACW rekenen zijn bij deze dus gewaarschuwd. De vraag waar ik nu mee zit is in hoeverre de samenleving die het FDF in Vlaams-Brabant nastreeft in overeenstemming te brengen is met de standpunten van het ACW, en of dat ook gevolgen heeft voor de ACW-steun voor eventuele CD&V-burgemeesters uit, ik zeg maar wat, Vilvoorde. En ik kan me ook niet herinneren dat het ACW ooit een verbod heeft uitgevaardigd op samenwerking met een partij wier (nu ex-)voorzitter op bedevaart ging bij de president van een socialistische dictatuur. Blijkbaar is de Cubaanse samenleving van vandaag beter in overeenstemming met wat het ACW (en CD&V) vooropstelt dan een onafhankelijk Vlaanderen?

dinsdag, maart 14, 2006

Wie wil met prinses Mathilde naar bed?

Verleden week ontstond er een klein schandaaltje in de Noorse pers: het opiniepeilingsbureau MMI had in opdracht van tabloid Dagbladet (zo wil concurrent VG het toch) aan een aantal Noren gevraagd of ze naar bed zouden willen gaan met kroonprinses Mette-Marit. De kans dat een Belgisch opiniepeilingsbureau het in zijn hoofd zou halen mannen de daver op het lijf te jagen door een nachtje met kroonprinses Mathilde voor te spiegelen lijkt eerder miniem.

Het onderzoek waarvan sprake was uiteraard iets uitgebreider, want er werd ook gevraagd of men kroonprinses Mette-Marit als de moeder van zijn kinderen zou willen, en Mette-Marit was de enige bekende Noorse niet waarnaar gepeild werd bij de mannelijke bevolking van Noorwegen. Ook vrouwen werden ondervraagd, en daarbij was kroonprins Haakon één van de mogelijke partners.

Men kan redetwisten over de vraag of zo'n onderzoek wel te rijmen valt met goede smaak, maar toch zegt het hele verhaal iets over de leden van het Noorse koningshuis. De vraag of men naar bed zou willen gaan met de kroonprins of de kroonprinses is in Noorwegen blijkbaar niet zo belachelijk dat een paar bollebozen van een tabloid of een opiniepeilingsbureau ze onverbiddelijk zouden schrappen. In België vermoed ik dat de zaken iets anders zouden liggen.

Nu spreekt dat laatste niet noodzakelijk in het nadeel van het Belgische koningshuis. Om eerlijk te zijn zou ik er niet bepaald gebrand op zijn om ooit de sponde te moeten delen met kroonprinses Mette-Marit of Mathilde, en onder geen van beide blonde kopjes lijkt me een groot licht schuil te gaan, maar als ik dan toch met één van de twee te doen zou moeten hebben om, zeg maar, een koffie te drinken, doe dan toch maar liever kroonprinses Mathilde. De reden daarvoor is eenvoudig, en wie de vakpers hierover volgt zal vermoedelijk wel snappen waarom: Mette-Marit sleept een verleden met zich mee dat veel verder gaat dan het koekoeksjong prins Marius (de toekomstige prins Laurent van Noorwegen, let op mijn woorden) waar het Noorse koningshuis mee opgezadeld zit. Niet alleen zou de vraag voor menig man in Kristiansand en omstreken lichtjes aangepast moet worden door het toevoegen van het woordje «opnieuw», bovendien bestaat er een videofilm waarin zij samen met een naar ik neem aan goede vriendin de wonderen der natuur uit de doeken doet. Dat met die doeken nogal letterlijk dan. Noem me gerust een seut, maar het is niet mijn gewoonte om met zulke mensen om te gaan. Zodus…

Toch zit er achter dit verhaal meer dan alleen maar het bovenstaande. Alle koningshuizen hebben hun eigen imago: het Noorse koningshuis is het Zweedse niet, het Belgische het Nederlandse niet, en het Spaanse het Britse niet. Het ene koningshuis is «volks», terwijl het andere het meer moet hebben van de glamour, maar op het Belgische koningshuis kan men alleen maar de etiketten «houterig», «taai» en vooral «kunstmatig» plakken. En dat heeft natuurlijk veel te maken met de staat waarin die koningshuizen moeten functioneren. Ik moet eerlijk toegeven dat mijn mond van verbazing tot op de grond openviel toen ik voor de eerste keer een lid van de Noorse koninklijke familie geïnterviewd zag op de Noorse TV. Die familie spreekt immers doodgewoon normaal Noors zoals de rest van Oslo. Geen verkeerde lidwoorden, gebrekkige tongval of ongelukkige woordkeuzen, stel je even voor. Het maakt een wereld van verschil, en zorgt voor een veel sterke binding tussen bevolking en koningshuis, een binding die Vlamingen zich gewoonweg niet kunnen voorstellen. De leden van het Huis van Oranje spreken immers ook doodgewoon normaal Nederlands, zoals de rest van Holland, en dat is nu eenmaal niet de dagelijkse omgangstaal in Vlaanderen. Maar dat men om de lokale taal goed te beheersen zelfs niet in hetzelfde werelddeel geboren hoeft te zijn heeft kroonprinses Máxima ondertussen al afdoende bewezen, en de Belgische Mathilde kan er maar een puntje aan zuigen. Daarom ook dat zij nooit koningin van Vlaanderen zal kunnen worden, hoe taai haar echtgenoot ook moge beweren te zijn.

(Oorspronkelijk verschenen bij Diogenes)

Aantal slachtoffers in Irak «stijgt»

Het aantal slachtoffers in Irak stijgt. We horen het al maandenlang, en «onze» «kritische» kwaliteitsmedia hameren graag op die nagel. Klopt het ook? Als we de cijfers van Iraq Body Count mogen geloven wel.

Verscheidene media, waaronder ook De Standaard, brachten verleden week het verhaal dat net het bloedigste jaar sedert de val van Saddam Hoessein afgesloten was. Als referentie voor die bewering werden de gegevens van Iraq Body Count (IBC) gebruikt, en die geven inderdaad een stijgende trend weer.

De figuur hiernaast bijvoorbeeld toont de gegevens van IBC, uitgezet dag voor dag. De aantallen schommelen in het begin tussen de 200 en 400 slachtoffers per dag, om dan terug te vallen naar ongeveer een tiende van die waarde. Eén piek valt echter op: die van 31 augustus, toen ongeveer duizend doden vielen nadat er paniek was uitgebroken op de Aimma-brug in Bagdad. Ik kom op dit feit nog terug.

Een iets beter overzicht wordt bekomen wanneer de gegevens op een logaritmische schaal uitgezet worden. Uit deze figuur blijkt duidelijk dat het aantal slachtoffers per dag schommelt tussen de 10 en de 100, met hier en daar uitschieters naar boven. Er lijken bovendien meer uitschieters te zijn naarmate de tijd vordert, en ook het basisniveau lijkt toe te nemen.

Hier wil ik al een eerste punt maken: de gegevens van IBC zijn vermoedelijk wel correct, geval per geval, maar hebben geen context. Het is immers niet zo dat het alternatief voor de Amerikaanse interventie in Irak er één was waarbij 0 doden per dag opgetekend zouden worden. Een eerste alternatief zou een verderzetting van het régime van Saddam Hoessein geweest zijn. Rudolph J. Rummel plaatst in zijn uitgebreid werk Saddam Hoessein bij de zogenaamde centi-kilo-moordenaars, met een gemiddelde van 12/22/47doden per dag voor de periode van maart 1963 tot 1987. Deze waarden werden als referentie opgenomen in alle figuren, en de figuur op logaritmische schaal toont aan dat het huidige aantal slachtoffers van dezelfde grootteorde is als ten tijde van Saddam. Een relativering die zowel de voorstanders als de tegenstanders van de interventie in Irak toch maar beter in hun oren knopen.

De volgende figuur toont het glijdende gemiddelde van de gegevens van IBC per 31 dagen –zeg maar een maand dus– en die toont duidelijk aan dat de trend de verkeerde kant opgaat. In 2003 zat het gemiddelde onder de 25 doden per dag, terwijl het in het 2005 duidelijk boven die waarde zat. Aan het einde lijkt er een dalende trend te ontstaan, maar dit kan ook een gevolg zijn van nog ontbrekende gegevens. Het is dus niet zeker dat we op dit ogenblik werkelijk in een dalende trend zitten. Wel is duidelijk dat de curve de laatste tijd dichter bij de hoogste waarde van Rummel zit, en niet meer bij de laagste.

Tot slot nog een figuur met de glijdende gemiddelden voor een heel jaar. De stijging is duidelijk, maar de figuur geeft toch ook aan dat het aantal slachtoffers de laatste maanden een plateau bereikt lijkt te hebben. Wel valt op dat wanneer uitgemiddeld wordt over een heel jaar, de hoogste waarde van Rummel nog lang niet bereikt is, maar dat het gemiddelde wel een stuk boven de middelste waarde van Rummel zit. De laagste waarde van Rummel werd over de hele periode nog niet benaderd.

De vraag stelt zich echter in hoeverre alle slachtoffers die door IBC geregistreerd worden toegeschreven kunnen worden aan de Amerikaanse interventie in Irak. Het is immers zo dat een tweede alternatief voor de Amerikaanse interventie, naast een verderzetting van het régime van Saddam Hoessein, er geen is waarin Irak een land van peis en vree wordt, waar de panter zich naast de geit neervlijt en het kalf en het leeuwenjong samen in de wei liggen. Waarschijnlijker is dat er dan een burgeroorlog zou uitbreken tussen soennieten en sjiieten, indien ook de Koerden niet in de strijd betrokken zouden raken. De vraag moet dan gesteld worden of de slachtoffers die IBC vandaag optekent niet gedeeltelijk aan dat scenario toegeschreven moeten worden, ja, of de Amerikaanse interventie globaal gesproken niet precies het aantal slachtoffers vermindert. Concreet: passen de gebeurtenissen van 31 augustus op de Aimma-brug werkelijk onder de noemer «burgers gedood door een militaire interventie» («Civilians reported killed by military intervention in Iraq») waarmee op de openingsbladzijde uitgepakt wordt? Noteer dat deze gebeurtenis alleen al het gemiddelde genomen over een jaar met drie doden per dag omhoog trekt. Hoeveel andere slachtoffers hofren trouwen in dezelfde categorie thuis en worden op die manier door IBC sluiks in de schoenen van de Verenigde Staten geschoven?

Wat ergerlijker is, is dat IBC in de media voorgesteld wordt als een objectieve organisatie die alleen maar slachtoffers telt («een initiatief van een groep wetenschappers die het aantal doden onder burgers probeert bij te houden»), terwijl zij er zelf op hun webstek absoluut geen geheim van maken dat zij een politiek doel hebben. Dit, gecombineerd met het achterwege laten van een correcte context voor de cijfers en een kritische blik op de inhoud ervan, doet me besluiten dat het artikel gezien moet worden als ofwel een staaltje politiek propaganda, gewillige medewerking aan politieke propaganda, of gewoonweg complete onkunde van de kant van de journalist. Ik sluit niet uit dat het een combinatie van de drie is.

zaterdag, maart 04, 2006

De ene peiling is de andere niet

Zoals verleden keer al opgemerkt, zijn de recente opiniepeilingen van De Stemmenkampioen en De Standaard/VRT niet helemaal in overeenstemming met mekaar. Dit geldt niet alleen voor de populariteit van Jean-Marie Dedecker, maar ook voor de resultaten van de partijen.

De opiniepeiling van De Stemmenkampioen voor februari is ondertussen al de achtste in de rij, en samen met de anderen levert dit in het overzicht al 23 opiniepeilingen op sedert juni 2004.

Bij het panel van De Stemmenkampioen blijven CD&V en N-VA hoge toppen scheren. Het Vlaams Kartel blijft er al sedert september consequent boven de drempel van 30%. Van een daling is er voorlopig alvast geen sprake. Ook bij het Vlaams Belang is er helemaal nog geen sprake van een daling, laat staan van een verlies tegenover de verkiezingsuitslag. De partij staat er nu op meer dan 27%, een vooruitgang van ruim 3%. Het resultaat is het beste voor de partij tot nu toe. Het is wel opvallend hoe De Stemmenkampioen steeds de grootste score voor het Vlaams Belang registreert, net zoals De Standaard/VRT consequent de laagste scores optekenen. Hoe dan ook, zowel voor het Vlaams Kartel als het Vlaams Belang meet De Stemmenkampioen een aanhang die meer dan drie procent groter is dan het gemiddelde voor de drie andere peilers.

Voor sp.a/SPIRIT en VLD is het verhaal net omgekeerd: beide formaties zitten bij De Stemmenkampioen ver onder het gemiddelde voor de andere peilers, en de laatste maanden lijken ze bij De Stemmenkampioen ook in een dalende trend te zitten, in tegenstelling tot de lichtjes stijgende trend bij de drie andere peilers. Voor de VLD bedraagt het verschil op dit ogenblik iets meer dan vier procent, terwijl dat voor sp.a/SPIRIT bijna twee procent is. De score voor de VLD is in ieder geval nog steeds dramatisch laag.

Ook voor Groen! zijn de trenden tegenovergesteld: bij De Stemmenkampioen vermindert de aanhang van de partij, terwijl ze bij de drie andere peilers de laatste maanden in een stijgende lijn zit. Het verschil in resultaat bedraagt echter slechts één procent, wat statistisch niet significant is.