zaterdag, januari 14, 2012

Eén tegen allen, maar wie tegen wie?

Zolang Groen (toen nog Groen!) deelnam aan de federale onderhandelingen, zag de VRT zich genoodzaakt het beruchte cordon médiatique even in de kast te stoppen. Alleen de N-VA als Vlaamse oppositiepartij uitnodigen tegenover maar liefst vier regeringspartijen was zelfs voor de openbare zender een brug te ver. Maar het veto van Alexander de Croo tegen de groenen zorgde ervoor dat het cordon opnieuw uit de kast gehaald kon worden, en sindsdien is van het Vlaams Belang bijna geen spoor meer te merken in politieke programma's.

Mogen we de cijfers over de politieke genodigden van De Zevende Dag als graadmeter gebruiken voor de vertegenwoordiging van de politieke partijen in de media? Hoewel de basis, slechts 122 politici, ettelijke grootteordes kleiner is dan dat van het bredere onderzoek dat onlangs gepubliceerd werd, zijn de conclusies toch opvallend gelijklopend. Het meest in het oog springend: de sterke ondervertegenwoordiging van de zogenaamde V-partijen, namelijk N-VA en Vlaams Belang. Hoewel de twee partijen samen meer dan veertig procent van de stemmen haalden bij de laatste federale verkiezingen, mochten ze amper een vijfde van de gasten leveren. Wie echter wat meer in detail gaat, en de cijfers per partij vergelijkt, kom al snel tot contrasten waaruit men niet anders kan dan concluderen dat de Vlaamse openbare omroep allesbehalve partijpolitiek neutraal is.

Vergelijk bijvoorbeeld N-VA en Open Vld: hoewel N-VA in 2010 dubbel zoveel stemmen haalde als Open Vld (28,2% tegenover 14,0%), mocht de Open Vld de helft meer genodigden voor De Zevende Dag leveren dan de N-VA (30 tegenover 19). Het argument dat de ene partij in de regering zou zitten, en daarom vaker aan bod zou mogen komen dan de andere, houdt voor deze partijen natuurlijk geen steek. N-VA zit immers federaal in de oppositie, terwijl Open Vld in het Vlaams Parlement op het oppositiebankje moet zitten. Zelfs het argument dat men toch geen twee N-VA'ers tegelijk kan uitnodigen voor eenzelfde debat gaat niet op, want het verklaart nog niet waarom een partij die maar half zo groot is de helft meer keren naar De Zevende Dag mocht komen. Ook CD&V en sp.a, twee andere partijen die een pak minder stemmen haalden dan de N-VA, waren vaker te gast dan de N-VA (respectievelijk 27 en 22 keer). Als we bovendien wat strenger zouden zijn, en het triple-interview vanop de betoging in Linkebeek van 18 september met drie N-VA-kopstukken niet als drie gasten, maar slechts één zouden rekenen, dan komt zelfs Groen, met amper een kwart van de stemmen, in de buurt van de N-VA (14 tegen 17).

Grosso modo kan men zeggen dat de N-VA het afgelopen seizoen slechts de helft van de gasten mocht leveren waar het eigenlijk recht op had, als we tenminste de verkiezingsuitslag van 13 juni 2010 als uitgangspunt zouden nemen. Dit is een sterke ondervertegenwoordiging, maar er was een partij die het met nog minder moest doen. Vlaams Belang werd slechts zes keer uitgenodigd, terwijl het met 12,6% van de stemmen recht had gehad op ongeveer 15 uitnodigingen. Groen, een derde kleiner dan het Vlaams Belang, mocht bijna drie keer meer (14) naar de studio's van De Zevende Dag komen, terwijl LDD, met minder dan een derde van de stemmen van het Vlaams Belang toch nog vier keer uitgenodigd werd.

Het valt bovendien op dat het Vlaams Belang in het begin van het seizoen nog regelmatig te gast was, maar eens Groen de federale onderhandelingstafel verlaten had, was de partij amper nog welkom in de studio's. Misschien ligt het aan mijn slecht karakter, maar zou het kunnen dat men het vóór het veto van Alexander de Croo zelfs bij de VRT toch iets te bar vond om de N-VA als enige federale oppositiepartij tegenover de vier onderhandelende partijen te plaatsen? Eens Groen de federale onderhandelingstafel verlaten had was de situatie natuurlijk radicaal anders: plots kon men twee oppositiepartijen tegenover drie regeringspartijen plaatsen, en dus hoefde men het Vlaams Belang niet meer zo vaak uit te nodigen. Dat één van die twee oppositiepartijen door haar steun aan de staatshervorming toch niet helemaal in de oppositie zat was daarbij natuurlijk een detail waar men de kijker liever niet lastig mee wou vallen.

Het is daarmee duidelijk dat de V-partijen sterk ondervertegenwoordigd zijn, maar bovendien dat die ondervertegenwoordiging het Vlaams Belang veel harder treft dan de N-VA. (Het valt bovendien op dat de Open Vld wel heel erg gunstig behandeld wordt. De lezer die zag hoe Ivan de Vadder bijna letterlijk aan de lippen van Guy Verhofstadt hing zal waarschijnlijk wel begrijpen dat ondergetekende zo zijn vermoedens heeft over waarom dat zo zou zijn.) Maar de recente «klacht» van de N-VA dat de gemeenteraadsverkiezingen een strijd van één-tegen-allen wordt, daaronder te verstaan de traditionele partijen én het Vlaams Belang tegenover de N-VA, strookt dan ook niet helemaal met de waarheid. Als er in de media al een één-tegen-allen-strijd gevoerd wordt, dan nog steeds diezelfde, oude één-tegen-allen-strijd tegen het Vlaams Belang. En twee voorvallen bewijzen dat de N-VA daarbij niet helemaal vrijuit gaat.

Het eerste voorval vond tijdens de reeds vermelde uitzending van de De Zevende Dag van 18 september plaats. De VRT maakte er toen met de N-VA de afspraak dat drie kopstukken van de partij rechtstreeks vanop de betoging in Linkebeek geïnterviewd zouden worden, op voorwaarde dat het Vlaams Belang niet aan het woord zou komen. Dit is een hoogst merkwaardige afspraak, een beetje alsof ik met mijn linkerbuur zou afspreken dat mijn rechterbuur met zijn auto de straat niet meer in zou mogen. Of misschien correcter: alsof de VRT tijdens een milieubetoging drie mindere goden van de sp.a zou interviewen omdat de sp.a-voorzitter zijn kat stuurde, terwijl Groen mét partijvoorzitter en met een grotere delegatie parlementairen in de achtergrond dan maar braaf zou moeten staan koekeloeren. Misschien had de N-VA niet zo heel veel keuzevrijheid omdat het inderdaad ontegensprekelijk in een mini-cordon médiatique zit, maar anderzijds hoefde ze zich achteraf ook niet bij het huilkoor te voegen dat vond dat het Vlaams Belang een afspraak gebroken had waarvan het uiteindelijk toch alleen maar het lijdend voorwerp was. Galant kon men de houding van de N-VA al helemaal niet noemen.

Maar misschien nog meer voor de borst stuitend is de oneerlijkheid rond de recente mediarel over het optrekken van de koninklijke dotatie. Zoals Marc Hooghe opmerkte in De Morgen, maar dan vooral om ervoor te pleiten dat ook de N-VA doodgezwegen had moeten worden, was het wel degelijk het Vlaams Belang dat reeds vóór Kerstmis aan het licht bracht dat die dotatie omhoog ging, en helemaal niet omlaag. De mediarel ontstond echter pas toen Theo Francken van de N-VA deze budgettaire «rekenfout» van de regering–Di Rupo I enkele weken later recycleerde. En opnieuw kan men niet verwachten dat de N-VA een politieke concurrent zou verdedigen of zelfs in de bloemetjes zou zetten, maar, ook opnieuw, erg galant was dit toch weer niet. Je zal maar Barbara Pas heten, en Theo Francken een heel week-end lang in alle mogelijk media zien blinken terwijl je zelf twee weken eerder volkomen doodgezwegen werd. Van de stelling dat in de media een één-tegen-allen-strijd tegen de N-VA gevoerd zou worden blijft, voor wie nog een beetje intellectueel eerlijk wil blijven, niets meer over.

Maar de cijfers vertellen ook dat in Vlaanderen geen mediawetten nodig zijn om te bereiken waar Viktor Orbán in Hongarije waarschijnlijk zelfs nog niet van durft te dromen. Of precies van gruwelt. Het ziet er trouwens niet naar uit dat er in het nieuwe seizoen van De Zevende Dag veel verbetering op komst is. Zo mocht in de eerste aflevering PVDA-voorzitter Peter Mertens opdraven om er zijn boek «Hoe durven ze?» voor te stellen, samen met Dimitri Verhulst die het voorwoord schreef. Het werd een gezellig onder-onsje van een dik kwartier, samen met Indra Dewitte, dochter van een andere PVDA'er en die in een ver verleden trouwens zelf nog op een PVDA-lijst gestaan heeft. En dat allemaal voor een boek waarvan er tegenwoordig uiteindelijk toch dertien in een dozijn verschijnen. Er kan gerust gesteld worden dat de PVDA, nog te klein om haar aanhang in een peiling te kunnen meten, hiermee voor minstens tien jaar oververtegenwoordigd is bij De Zevende Dag. We kunnen ons bovendien niet herinneren dat bijvoorbeeld Gerolf Annemans van hetzelfde voorrecht mocht genieten met zijn boek «De Ordelijke Opdeling van België», maar misschien vond de redactie van De Zevende Dag het onderwerp van dat boek niet actueel genoeg op een ogenblik dat federaal België totaal geblokkeerd zat. Of zou het aan iets anders gelegen hebben?

zaterdag, januari 07, 2012

Zijn niet alle Republikeinen achterlijk en achterbaks?

Met de voorverkiezingen in Iowa is het vierjaarlijkse circus van de Amerikaanse voorverkiezingen opnieuw losgebarsten, en dus is het tijd voor onze Vlaamse kwaliteitsjournalisten om zich nog eens voluit te laten gaan in hun anti-amerikanisme. En dat ze daarbij opnieuw op overtuigende wijze illustreren dat zij noch van Amerikaanse politiek, voorverkiezingen of statistiek veel kaas gegeten hebben zal hen zeker niet tegenhouden om die voorverkiezingen met veel stelligheid te duiden zoals alleen zij dat kunnen.

Voor wie zich mocht afvragen wat Caroline Gennez vandaag in De Standaard bezielde om zich plots op te werpen als dé specialiste van de Republikeinse voorverkiezingen: om meer was het haar eigenlijk niet te doen dan eerst de baarlijke duivel –en zijn de Republikeinen dat niet?– te mogen afschilderen, om aan het einde van haar stukje to the point te komen en een flinke sneer richting N-VA neer te pennen. Alsof de sp.a zich nooit bezondigd zou hebben aan «emo». Of «off the record-gespin». N-VA was er trouwens eerder deze week zelf nog het slachtoffer van, of hoe Caroline Gennez hiermee eigenlijk vooral heel hard «houd de dief!» roept. Als er bovendien in Vlaanderen één partij aan bloedarmoede lijdt, dan toch de sp.a. Inhoudelijk stelt de partij al jarenlang niets meer voor, en in Limburg is men er zelfs niet vies van het afval van andere partijen (ook N-VA-afval) op te scheppen om toch maar de lijsten vol te krijgen. Over in zijn eigen staart bijten gesproken!

Maar wie de nationale media volgt, vraagt zich soms toch af of de journalisten die er de dienst uitmaken misschien wel denken dat Vlaanderen niet alleen een Amerikaanse swing state is, maar zonder meer dé allerbelangrijkste swing state waar alles van afhangt. En dat het dus zaak is de kijkers en lezers goed in te prenten wat voor achterlijk en achterbaks ongedierte die Republikeinen wel niet zijn, en hoe sympathiek, intelligent en vooral ook totaal onbaatzuchtig die Democraten zijn. Van enige nuance hierrond kan in onze kwaliteitsmedia geen sprake zijn, laat staan dat al eens een Republikeinse kiezer opgevoerd zou worden waar de gemiddelde Vlamingen zich misschien toch van ver een heel klein beetje mee zou kunnen identificeren. Republikeinen, en dan bij uitstek de aanhangers van de Tea Party-beweging, moeten immers afgeschilderd worden als lokale dorpsgekken en randdebielen.

Laten we het echter maar zeggen zoals het is: als de Republikeinse partij deze herfst een hond met een hoed op zou voordragen voor de presidentsverkiezingen, dan zal een derde van de Amerikaanse kiezers daar zonder meer ook op stemmen. Caroline Gennez en Bruno Tuybens, die andere specialist in Amerikaanse verkiezingen, zullen dat met veel gretigheid willen bevestigen, en zelfs aangrijpen als bewijs voor hoe dom die Republikeinse kiezers toch wel niet zijn. Maar dat er net zo goed een ander derde Amerikaanse kiezers bestaat dat hoe dan ook voor de Democratische kandidaat stemt, ook al is die dan een hond met een muts op, daar hebben onze nationale duiders en specialisten het al iets moeilijker meer. Intellectueel eerlijk kan men dat echter niet noemen.

Maar het kan natuurlijk nog straffer, zoals voormalig sp.a-specialist in bankbonussen Bruno Tuybens deze week aantoonde. Wie beweert dat de verkiezingen in Congo beter en eerlijker verlopen dan de verkiezingen in de VS, heeft ze ofwel niet allemaal op een rij, of lijdt aan een ernstige vorm van anti-amerikanisme. Of moeten we nu echt denken dat er in Congo niet meer dan een stuk of twintig stemmen verkeerd geteld werden, of dat we in Iowa over verkiezingsfraude in de grootteorde van tientallen procenten moeten spreken? Dit gaat dus al lang niet meer over intellectuele eerlijkheid, maar over eerlijkheid tout court.

Dat Bruno Tuybens het bovendien nodig vindt die ponskaarten er nog eens bij te betrekken, is ronduit pathetisch. Na meer dan elf jaar zou je toch mogen verwachten dat Europees links stilaan over het verlies van Al Gore heen zou geraakt zijn, maar blijkbaar is niets minder waar. Bovendien zijn de feiten wat ze zijn: meerdere malen werden de stemmen in Florida geteld, en telkens was er een meerderheid voor George W. Bush. Het kamp van Al Gore had graag nog een extra telling gezien, maar niet een volledige voor hele Florida, enkel één in die districten waar hij sterk stond. Het Federaal Hooggerechtshof stak daar uiteindelijk een stokje voor, omdat men nu eenmaal niet tot in het oneindige kan blijven tellen, of tot er «eindelijk» een meerderheid voor Al Gore geteld zou worden. Terecht, want alleen hertellen in districten waar Al Gore sterk stond zou fundamenteel oneerlijk geweest zijn. Zo'n gerichte hertelling zou immers vooral meer stemmen voor Al Gore opleveren, om de eenvoudige reden dat eerder verworpen stemmen in zo'n district vooral in het voordeel van Al Gore gerecupereerd zouden kunnen worden. Maar dit zijn natuurlijk nuances waar een sp.a-politicus zich niet mee kan bezighouden. Onze nationale kwaliteitsjournalisten doen trouwens niet veel beter.

Overigens, nu we toch in de statistische afdeling beland zijn: de foutenmarge voor een menselijke stemmentelling zit ergens tussen een halve en een hele procent. Je moet dus al van heel goeden huize zijn om duizend stemmen helemaal correct te tellen, zeker als het zoals in Iowa ook toegelaten is gewoon de naam van de kandidaat op het stembiljet te kriebelen. Dit betekent dan ook dat Mitt Romney niet 30.015 stemmen haalde, of Rick Santorum 30.007, maar dat ze allebei pakweg 30.000 ± 200 stemmen haalden. Een discussie, ja zelfs een kleine mediastorm over een twintigtal stemmen die ergens verkeerdelijk in het voordeel van Mitt Romney geteld werden toont dus geen boze samenzwering van het establishment in de Republikeinse partij aan, wel de totale onkunde van journalisten over stemmentellingen en statistiek. Echt nieuws is dat natuurlijk niet, zoals we al langer weten aan de hand van de ondermaatse berichtgeving over politieke peilingen, maar de statistische puntjes mogen toch nog eens op de wiskundige i gezet worden. Voeg daar bovendien nog eens aan toe dat de resultaten van de voorverkiezingen in Iowa niet bindend zijn, en dat de stemmen dan nog eens proportioneel verdeeld worden, en je vraagt je af waar men het eigenlijk nog over heeft. Of moeten we het gewoon niet verder zoeken dan dat zo'n artikeltje over hoe erg het wel niet gesteld is met die domme Amerikanen toch zo lekker zit?

dinsdag, januari 03, 2012

Terugblik op 2011

Wat zal mij bijblijven uit 2011? Het jaar is nog maar pas om, maar enkele gebeurtenissen zullen alvast niet snel uit mijn geheugen verdwijnen. Een kort en uiterst persoonlijk overzicht.

Man van het jaar: Roger van Houtte

Eerst word je op achterbakse wijze aan de deur gezet omdat je dacht dat de eerste opdracht van een journalist eruit bestond je lezers correct te informeren, en dan pas te duiden. En als je dan jaren later plots overlijdt, vindt de krant waar je het grootste deel van je leven voor gewerkt hebt het nog eens nodig na te trappen («verliet» in plaats van in het beste geval alleen maar «buitengewerkt»). En zeggen dat als je geen socialist bent, je geen hart hebt.

O ja, als toetje vond minus habens Tom Cochez het nodig zijn steentje bij te dragen bij de veroordeling van Gazet van Antwerpen. Mag hij natuurlijk altijd, maar dan liefst wel correct, zonder de desinformatie. Want wat schrijft Tom Cochez? «Het Vlaams Belang als een partij zoals alle andere te beschouwen – dat deden in die periode alle Vlaamse kranten, met uitzondering van De Morgen»! Dat was nu net niet het geval, en dat was meteen ook de essentie van het hele verhaal rond het ontslag van Roger van Houtte. Of hoe iemand schijnbaar iemands verdediging kan opnemen om uiteindelijk toch weer vooral zichzelf in de bloemetjes te zetten. Wansmakelijk!

Plaats van het jaar: Ciergnon

Een goed jaar geleden zou 99,99% van de Belgen om de lieve dood nog niet geweten hebben wie of wat Ciergnon was. Maar zijne doorluchtigheid koning Albert II vond het begin september nodig precies daar –in zijn bescheiden chaletje in de bossen, zullen we maar zeggen– te gaan herstellen van een operatie van een uit de hand gelopen puist op zijn neus. Ik wil niet denigrerend doen over de operatie zelf, maar de vaudeville die de koning daarrond zelf in het leven riep tart toch elke verbeelding. Kan die man nu werkelijk niet eens drie dagen na mekaar in Brussel verblijven? Moeten we nu werkelijk geloven dat je in Ciergnon beter tot rust kan komen en herstellen van een operatie dan in een immens paleis in Brussel waar iedereen toch precies doet wat je wil als je maar eens met je vingers knipt? Inclusief stil zijn? Ik hoop dan ook vanuit de grond van mijn hart dat iedere Vlaming goed heeft gezien in wat voor minimaal stulpje koning Albert II daar in de verre wouden zat te herstellen – zo minimaal zelfs dat de cameraploegen hun sterkste telelenzen moesten bovenhalen om er vanop straat nog een beeld van te kunnen schieten. Om maar te zeggen dat ook de koning duidelijk last heeft van de financiële crisis.

Ogenblik van het jaar: 22 juli 2011, 15h26

Ik woon letterlijk ongeveer halverwege tussen het regeringskwartaal in Oslo en het eiland Utøya, en heb op meer dan twintig kilometer afstand de explosie kunnen horen. Later in de avond vlogen de helikopters voorbij, op weg naar Utøya, en de volgende dagen werd ik, net als de meeste Noren, meegezogen in de nieuwsstroom rond de aanslagen. Ik ken geen van de slachtoffers of overlevenden persoonlijk, maar zit net als de meeste Noren niet verder van hen verwijderd dan één enkele schakel. Of van de dader, want bijvoorbeeld een collega van mij zat in dezelfde klas als Anders Behring Breivik. Als er me dus, buiten de geboorte van mijn tweede zoontje, iets zal bijblijven van 2011, dan wel 22 juli en de dagen die erop volgenden.

En o ja, dan was er nog die paljas die het nodig vond de gelegenheid te gebruiken om een poging te wagen me persoonlijk te broodroven of de mond te snoeren. Uiteraard volledig anoniem, of wat dacht je. Hoe laag kan een mens eigenlijk vallen?

Tijdsperiode van het jaar: twintig uur onderhandelen

Over wat voor supermensen beschikken wij toch die 20 –twintig– uren lang kunnen onderhandelen, het nachtje door en dan nog eens de hele voormiddag, om vervolgens dan nog eens de pers te woord te staan zonder omver te vallen van de slaap? Persoonlijk zou ik het al lastig beginnen krijgen na een uur of acht onderhandelen op het scherp van de snee, maar ik ben dan ook geen politicus. Strafst van al: de marathonzitting ging over… de postjes, nochtans zowat het minst belangrijke aspect aan een regeringsvorming. Of dat is het toch wat ze ons bij herhaling proberen te doen geloven.

Haalde het overigens net niet: de meer dan 18 uur een week eerder, om te onderhandelen over de begrotingen voor 2012, 2013 en 2014. Twee uur minder dus, maar zonder verdere commentaar, want we willen niet populistisch overkomen, laat staan cynisch of verzuurd.

Video van het jaar: Bunga bunga aan het Noordstation

Of toch ergens in de omgeving van Brussel. Vermoeden we. Want hoewel er veel over te doen was, lijkt het wel of niemand ooit die beruchte video met in de hoofdrol Steve Stevaert echt gezien te hebben. Er bestaat nochtans geen twijfel over dat de video ook echt bestaat, want de voormalige «GOD» heeft ze zeer doeltreffend bevestigd door algeheel ontslag te nemen. Of het zou moeten zijn dat hij als socialist vond dat hij al voldoende binnen was. Niet iedereen is ACW'er.

Haalde het overigens net niet: die andere video, van een burgemeester die hoopt later dit jaar een torenhoog resultaat neer te zetten, en daarvoor alvast eens duchtig oefende in een Zuiders land.

Uitspraak van het jaar: «Je bent de schaam van België»

Kon nog doeltreffender bewezen worden dat «les wallons c’est du caca»? En vooral, dat het onderwijs van het Nederlands in Wallonië, voor zover het natuurlijk al onderwezen wordt, ondermaats is? Zelfs in groep slagen ze er blijkbaar nog niet in een correcte Nederlandse zin van zes woorden op een spandoek te kliederen! «We drinken de staatsuitgaven terug» hoort trouwens in dezelfde categorie thuis.

Haalde het net niet, wat we de tweet van het jaar zouden kunnen noemen: «Gebruik vh woord ‘denktank’ moet gereglementeerd. Spontane gedachte na lezen domme onzin van VdCl». En dan zou Ghislain Londers niet mogen zeggen dat het vleesgeworden stuk chagrijn en rancune Yves Leterme geen groot staatsman is?

Wie we niet zullen missen in 2012, of waarvan we tenminste hopen niet veel meer van te moeten horen:
  • De regeringsonderhandelingen. Zonder twijfel.
  • Caroline Gennez. Omdat in de politiek de poppetjes en de postjes helemaal niet belangrijk zijn.
  • Yves Leterme. Ik heb echter zo'n vermoeden dat die topjob bij de OESO niet echt veel tijd van hem vergt (omdat hij zo'n buitengewone intellectuele capaciteiten bezit natuurlijk, en niet omdat het niet meer om het lijf zou hebben dan een bureautje en een appartement in Parijs, plus een secretaresse naar keuze die op tijd en stond eens gedekt dient te worden). Hij zal dan ook met de regelmaat van een irriterende klok in de Belgische media blijven opduiken met interviews en uitspraken waar de misplaatste zelfgenoegzaamheid van zal afdruipen.
  • Inge Vervotte. Kan me eigenlijk nu al amper herinneren wie of wat zij eigenlijk was.
  • Frank Vanhecke. Je kan ook een keer of vier–vijf te veel natrappen naar je voormalige partij. De N-VA verdient trouwens betere medestanders dan hem.
  • Guy Verhofstadt. Wordt het Europees Parlement niet stilaan wat te klein voor hem? Aan zijn ego te meten zou één of andere intergalactische raad, waar hij kan pleiten voor kosmo-obligaties en waar hij galactionalisme als bekrompen en crimineel kan bestempelen, al een heel stuk beter passen bij hem. Of anders de Gentse gemeenteraad natuurlijk.
  • Meyrem Almaci. Van fractieleider in de Kamer naar kandidaat-burgemeester in Antwerpen, maar waar ze met wat hulp van de media volgend jaar misschien wel de vierde viool in de gemeenteraad zal mogen spelen, ook al is dat nog steeds iets boven haar niveau, het is een promotie waartegen alleen Yves Leterme nog u zou zeggen. Maar hopelijk hoeven we haar plat links-populisme met nog minder inhoud dan de verzamelde toespraken van Caroline Gennez de eerste maanden niet meer te aanhoren.