Didier Reynders bevestigde gisteren impliciet de stelling die ik een maand geleden reeds poneerde: de Franstaligen hebben alle hens aan dek geroepen omdat volgens hen het eindspel van België in gang gezet is. Dat verklaart meteen ook waarom de Franstalige onderhandelaars elkaar «enorm veel» zien en inhoudelijk op één lijn blijven. Reken maar dat er bij de Franstaligen achter de schermen inderdaad veel overleg gepleegd wordt.
Kan er tegen 15 juli nog een communautair akkoord gevonden? De tegenstellingen tussen Vlamingen en Franstaligen zijn fundamenteel, en na meer dan een jaar onderhandelingen lijkt het alsof er nog steeds geen vooruitgang geboekt is. Of toch: een bericht zegt deze avond dat Yves Leterme, de man van de vijf minuten politiek moed, de benoeming van de drie Fransdolle burgemeesters in de Vlaamse aangeboden zou hebben. Is het een kwakkel? De Vlaamse bron die geciteerd wordt ontkent het niet, maar stelt dat het slechts één van de vele elementen is die op tafel liggen. Zou dat willen zeggen dat er nog meer Vlaamse toegevingen zouden kunnen volgen als Olivier Maingain nogmaals de Franstalige olifant in de porseleinwinkel wil spelen?
De vraag is echter of de Franstaligen zullen willen bijten. Het is duidelijk dat er voor hen veel op het spel staat bij de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde: hoe die splitsing er ook zal uitzien, zullen zij er willen voor zorgen dat hun aanspraken op delen van Vlaams-Brabant behouden zullen kunnen blijven. Vandaar ook één van hun eisen om de bevoegdheid over de faciliteitengemeenten over te dragen van het Vlaamse Gewest naar de federale regering of één of ander gemengd college van wat dan ook. Een splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde waarbij het Vlaamse Gewest de exclusieve voogdij over de faciliteitengemeenten kan behouden is daarom wat hen betreft totaal onaanvaardbaar. Elke oplossing die erop neerkomt dat zij hun aanspraken op de faciliteitengemeenten verzwakken of zelfs helemaal verliezen is slechter dan een onmiddellijke splitsing van België.
Wat dat laatste betreft, wat dan met het vele Vlaamse geld dat onder het mom van de «solidariteit» elk jaar naar het Zuiden betreft? In dat verband is de studie van het FDF die onlangs gepubliceerd werd een interessant gegeven. De stelling lijkt wel te zijn dat wat de financiën van de Franstalige Gemeenschap en het Brusselse Gewest betreft, een splitsing van België zichzelf misschien wel niet helemaal terugbetaalt, maar dat er anderzijds toch hoop is. Bovendien is het niet zeker dat de geldstromen eeuwig zullen blijven bestaan: wie zegt dat ook over twintig of vijftig jaar Vlaanderen nog steeds de kracht zal hebben een substantieel deel van zijn BNP af te staan aan Brussel en Wallonië? Dat laatste dan nog onder de voorwaarde dat Vlaanderen in tussentijd niet alsnog de onafhankelijkheid uitroept, ook al staat men nu langs Franstalige zijde een volledige splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde toe. Opgave van de faciliteitengemeenten daarentegen is definitief en zal nooit meer gerecupereerd kunnen worden. En de benoeming van drie Franstalige burgemeesters in de Rand weegt daar niet tegen op.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten