dinsdag, juli 01, 2008

Zullen CD&V- en N-VA-congressen «15 juli» mogen afkeuren?

Bert de Brabandere, voorzitter van Jong CD&V, eist een partijcongres dat ook de reële mogelijkheid zou krijgen een eventueel communautair akkoord tegen 15 juli af te keuren. Volgens hem kan het niet de bedoeling zijn dat alleen diegenen die persoonlijk belang hebben bij het voortbestaan van de regering-Leterme I zullen mogen oordelen over een eventueel bereikt akkoord.

Bert de Brabandere legt natuurlijk de vinger op de wonde wanneer hij zegt te vrezen dat alleen wie er persoonlijk belang bij heeft dat de federale regering verder regeert zal mogen beslissen of… die regering inderdaad overeind zal blijven na 15 juli. De vraag is echter of de partijleiding iets anders dan een goedkeuring zal willen aanvaarden indien er tegen 15 juli alsnog een akkoord bereikt zou worden. En dan hebben we het nog niet eens over de N-VA gehad.

Partijvoorzitter Bart de Wever zit immers mee aan de onderhandelingstafel voor het luik over Brussel-Halle-Vilvoorde, en als er tegen 15 juli dus toch een akkoord uit de bus komt, betekent dit dat dat een akkoord zal zijn waar ook Bart de Wever achter staat en dat hij denkt verkocht te kunnen krijgen aan een N-VA-congres. Dat heeft meteen ook twee belangrijke gevolgen:

Ten eerste verhoogt dit de druk op Bart de Wever en de andere Vlaamse onderhandelaars. Welke toegevingen zij ook persoonlijk zouden willen doen –en sommigen kunnen er met reden van verdacht worden bereid te zijn een volledige uitverkoop van Vlaams-Brabant te organiseren als hen dat een ministerportefeuille voor een jaartje extra kan opleveren– op één of andere manier zal een akkoord ook door een N-VA-congres moeten gejaagd worden. Dat laat weinig ruimte voor al te zware Vlaamse toegevingen – tenzij men natuurlijk de aan de gang zijnde onderhandelingen vooral wil gebruiken om het Vlaams Kartel te breken.

Maar ten tweede betekent dit ook dat àls er een akkoord komt, Bart de Wever genoodzaakt zal zijn dat akkoord voor een N-VA-congres te verdedigen. Iets anders zou immers bijzonder merkwaardig zijn: een akkoord dat hij mee onderhandelt heeft raadt hij dan een N-VA-congres aan af te keuren! Maar dat betekent meteen ook dat een stemming over een communautair akkoord gelijkgesteld zal kunnen worden aan een vertrouwensstemming over de partijvoorzitter zelf, in dat opzicht trouwens niet erg veel verschillend van die beruchte stemming over het partijlidmaatschap van Jean-Marie Dedecker. En om het helemaal af te maken zou zo'n stemming ongetwijfeld ook gelijkgesteld worden met een vertrouwensstemming over het Vlaams Kartel.

Het is immers weinig waarschijnlijk dat de partijleiding van de CD&V zal dulden dat een N-VA-congres eerst zou mogen stemmen over een akkoord. Het risico is dan groot dat een afkeuring door de N-VA bijna automatisch zou leiden tot een afkeuring door de CD&V, én dat het N-VA-congres in dat geval zich veel vrijer zou voelen om het akkoord inderdaad ook weg te stemmen. Komt het N-VA-congres eerst, betekent dit in de praktijk trouwens ook dat het N-VA-congres zou stemmen voor zowel N-VA als CD&V tegelijkertijd, politiek een onaanvaardbare situatie voor de CD&V-leiding. Als echter het CD&V-congres eerst komt, en het communautaire akkoord ook goedkeurt, betekent een afkeuring door de N-VA meteen ook een zware crisis binnen het Vlaams Kartel, deze keer misschien zelfs met een definitieve breuk tot gevolg. Hoe dan ook zou de positie van Bart de Wever bijzonder moeilijk worden in zo'n scenario: een akkoord waarover hij mee onderhandeld heeft en dat door de kartelpartner reeds goedgekeurd werd, wordt door zijn eigen partij afgeschoten, en dat op minder dan een jaar van de volgende verkiezingen.

Ik vrees dan ook dat er deze maand geen enkel CD&V- of N-VA-congres zal gehouden worden met een reële beslissingsmacht. Ofwel worden de onderhandelingen voortijdig afgebroken, en dan zijn er ook geen congressen nodig, ofwel leiden de onderhandelingen tot een akkoord dat door de respectievelijke partijleidingen met hand en tand verdedigd zal worden. «Truken» als persoonlijke vertrouwensstemmingen en emotionele toespraken zullen daarbij uiteraard geschuwd worden, voor zover ze al truken genoemd zullen kunnen worden, want ze zullen wel degelijk reëel zijn. Of de partijen dan het woord democratie hoog in het vaandel voeren of niet is trouwens totaal naast de kwestie.

Geen opmerkingen: