Johan vande Lanotte zegt op het sp.a-congres dat sommige burgemeesters liever met het Vlaams Belang samenwerken om hun sjerp te behouden, niet omdat hun gemeente anders onbestuurbaar wordt.
De analyse van Johan vande Lanotte is grotendeels correct, ook al zal het in sommige gemeenten ongetwijfeld praktisch onmogelijk zijn om te regeren met een coalitie van één-tegen-allen, maar ze heeft ook een keerzijde. Immers, zoals de zaken er nu voorstaan, ziet het ernaar uit dat mét het cordon sanitaire intact de sp.a zowat in elke gemeente in Vlaanderen mee in de coalitie betrokken moet worden om aan een meerderheid te raken. Het cordon sanitaire als levensverzekering van de socialisten, het wordt minder en minder een stelling, en meer en meer een eenvoudige wiskundige vaststelling. Immers, daar waar een CD&V- of VLD-burgemeester besluit toch maar samen te werken met het Vlaams Belang, zijn het vrijwel zeker socialistische schepenzetels die verloren gaan. Als voorzitter van de sp.a is het daarom ook de taak van Johan vande Lanotte om dat te proberen verhinderen.
Of het ook de taak van Yves Leterme is om burgemeesters die hun CD&V-sjerp willen behouden uit de partij te zetten, dat is een andere vraag. Bovendien stel ik me vragen bij de taktische waarde van zijn uitspraken. CD&V-burgemeesters die de mogelijkheid hebben om eventueel ook met het Vlaams Belang in zee te gaan, staan in een veel sterkere positie om onderhandelingen aan te gaan met andere partijen. Wordt het Vlaams Belang a priori al uitgesloten, ja, hoe kan men dan nog de meest gekke eisen van een lokale sp.a-afdeling afwijzen, de burgemeesterssjerp incluis?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten