dinsdag, maart 14, 2006

Aantal slachtoffers in Irak «stijgt»

Het aantal slachtoffers in Irak stijgt. We horen het al maandenlang, en «onze» «kritische» kwaliteitsmedia hameren graag op die nagel. Klopt het ook? Als we de cijfers van Iraq Body Count mogen geloven wel.

Verscheidene media, waaronder ook De Standaard, brachten verleden week het verhaal dat net het bloedigste jaar sedert de val van Saddam Hoessein afgesloten was. Als referentie voor die bewering werden de gegevens van Iraq Body Count (IBC) gebruikt, en die geven inderdaad een stijgende trend weer.

De figuur hiernaast bijvoorbeeld toont de gegevens van IBC, uitgezet dag voor dag. De aantallen schommelen in het begin tussen de 200 en 400 slachtoffers per dag, om dan terug te vallen naar ongeveer een tiende van die waarde. Eén piek valt echter op: die van 31 augustus, toen ongeveer duizend doden vielen nadat er paniek was uitgebroken op de Aimma-brug in Bagdad. Ik kom op dit feit nog terug.

Een iets beter overzicht wordt bekomen wanneer de gegevens op een logaritmische schaal uitgezet worden. Uit deze figuur blijkt duidelijk dat het aantal slachtoffers per dag schommelt tussen de 10 en de 100, met hier en daar uitschieters naar boven. Er lijken bovendien meer uitschieters te zijn naarmate de tijd vordert, en ook het basisniveau lijkt toe te nemen.

Hier wil ik al een eerste punt maken: de gegevens van IBC zijn vermoedelijk wel correct, geval per geval, maar hebben geen context. Het is immers niet zo dat het alternatief voor de Amerikaanse interventie in Irak er één was waarbij 0 doden per dag opgetekend zouden worden. Een eerste alternatief zou een verderzetting van het régime van Saddam Hoessein geweest zijn. Rudolph J. Rummel plaatst in zijn uitgebreid werk Saddam Hoessein bij de zogenaamde centi-kilo-moordenaars, met een gemiddelde van 12/22/47doden per dag voor de periode van maart 1963 tot 1987. Deze waarden werden als referentie opgenomen in alle figuren, en de figuur op logaritmische schaal toont aan dat het huidige aantal slachtoffers van dezelfde grootteorde is als ten tijde van Saddam. Een relativering die zowel de voorstanders als de tegenstanders van de interventie in Irak toch maar beter in hun oren knopen.

De volgende figuur toont het glijdende gemiddelde van de gegevens van IBC per 31 dagen –zeg maar een maand dus– en die toont duidelijk aan dat de trend de verkeerde kant opgaat. In 2003 zat het gemiddelde onder de 25 doden per dag, terwijl het in het 2005 duidelijk boven die waarde zat. Aan het einde lijkt er een dalende trend te ontstaan, maar dit kan ook een gevolg zijn van nog ontbrekende gegevens. Het is dus niet zeker dat we op dit ogenblik werkelijk in een dalende trend zitten. Wel is duidelijk dat de curve de laatste tijd dichter bij de hoogste waarde van Rummel zit, en niet meer bij de laagste.

Tot slot nog een figuur met de glijdende gemiddelden voor een heel jaar. De stijging is duidelijk, maar de figuur geeft toch ook aan dat het aantal slachtoffers de laatste maanden een plateau bereikt lijkt te hebben. Wel valt op dat wanneer uitgemiddeld wordt over een heel jaar, de hoogste waarde van Rummel nog lang niet bereikt is, maar dat het gemiddelde wel een stuk boven de middelste waarde van Rummel zit. De laagste waarde van Rummel werd over de hele periode nog niet benaderd.

De vraag stelt zich echter in hoeverre alle slachtoffers die door IBC geregistreerd worden toegeschreven kunnen worden aan de Amerikaanse interventie in Irak. Het is immers zo dat een tweede alternatief voor de Amerikaanse interventie, naast een verderzetting van het régime van Saddam Hoessein, er geen is waarin Irak een land van peis en vree wordt, waar de panter zich naast de geit neervlijt en het kalf en het leeuwenjong samen in de wei liggen. Waarschijnlijker is dat er dan een burgeroorlog zou uitbreken tussen soennieten en sjiieten, indien ook de Koerden niet in de strijd betrokken zouden raken. De vraag moet dan gesteld worden of de slachtoffers die IBC vandaag optekent niet gedeeltelijk aan dat scenario toegeschreven moeten worden, ja, of de Amerikaanse interventie globaal gesproken niet precies het aantal slachtoffers vermindert. Concreet: passen de gebeurtenissen van 31 augustus op de Aimma-brug werkelijk onder de noemer «burgers gedood door een militaire interventie» («Civilians reported killed by military intervention in Iraq») waarmee op de openingsbladzijde uitgepakt wordt? Noteer dat deze gebeurtenis alleen al het gemiddelde genomen over een jaar met drie doden per dag omhoog trekt. Hoeveel andere slachtoffers hofren trouwen in dezelfde categorie thuis en worden op die manier door IBC sluiks in de schoenen van de Verenigde Staten geschoven?

Wat ergerlijker is, is dat IBC in de media voorgesteld wordt als een objectieve organisatie die alleen maar slachtoffers telt («een initiatief van een groep wetenschappers die het aantal doden onder burgers probeert bij te houden»), terwijl zij er zelf op hun webstek absoluut geen geheim van maken dat zij een politiek doel hebben. Dit, gecombineerd met het achterwege laten van een correcte context voor de cijfers en een kritische blik op de inhoud ervan, doet me besluiten dat het artikel gezien moet worden als ofwel een staaltje politiek propaganda, gewillige medewerking aan politieke propaganda, of gewoonweg complete onkunde van de kant van de journalist. Ik sluit niet uit dat het een combinatie van de drie is.

Geen opmerkingen: