Peilingen naar de kiesintenties geven gewoonlijk alleen maar resultaten in percentages over de totale bevolking weer. Winst en verlies bepalen wie een verliezers- of winnaarsimago krijgt opgespeld, maar het enige wat uiteindelijk werkelijk van tel is in een representatieve democratie is het aantal zitjes dat een partij in de Kamer weet te behalen. Perceptie en realiteit dus.
Om een correcte prognose van de zetelverdeling in de Kamer te kunnen maken zou men per kieskring een peiling moeten organiseren die telkens representatief genoeg is om binnen die kieskring een betrouwbare prognose voor de zetelverdeling te kunnen leveren. Dat betekent al snel dat men voor elk van de elf kieskringen ongeveer duizend personen moet ondervragen, en samen levert dat dus 11.000 interviews op. En dat is een grootteorde meer dan voor een gewone opiniepeiling.
Bij gebrek aan beters kan men echter de trends in de totale bevolking projecteren op elk van de kieskringen, en dan de zetelverdeling uitrekenen. Daarmee verwaarloost men wel lokale trends en situaties, en de resultaten moeten dus met een grote korrel zout genomen worden. Om te weten hoe groot die korrel zout moet zijn, kan men dan weer meerdere simulaties uitvoeren op basis van de verschillende peilingen, zodat men toch te weten kan komen welke richting het allemaal werkelijk uitgaat. Daarom volgen hieronder de resultaten van drie simulaties voor de Vlaamse partijen, en één voor de Franstaligen, en enkele conclusies.
Beginnen we met de zetelverdeling voor de Vlaamse partijen zoals die nu is. Zoals bekend hebben de paarse partijen een kleine meerderheid, is Groen! niet vertegenwoordigd in de Kamer, en heeft N-VA slechts één zetel. De VLD is aan Vlaamse zijde de grootste partij, overigens met precies evenveel zetels als de grootste partij aan Franstalige zijde, de PS.
De eerste simulatie is gebaseerd op de gemiddelden van de drie klassieke peilers. Enkele opvallende feiten: paars heeft aan Vlaamse zijde geen meerderheid meer, Groen! komt terug in de Kamer, en het Vlaams Belang wordt de grootste partij. In Brussel-Halle-Vilvoorde mist Groen! overigens een zetel omwille van de kiesdrempel.
Misschien toch enkele woordjes over de aannames die in de simulatie gebruikt werden. Ten eerste heb ik aangenomen dat CD&V en N-VA ongeveer dezelfde strategie als voor de Vlaamse verkiezingen zullen aanhouden wat de interne zetelverdeling betreft, namelijk 4:1 in het voordeel van de CD&V. De N-VA haalt dan in iedere provincie één verkozene. Ten tweede zoals gezegd de aanname dat alle partijen overal relatief evenveel vooruit of achteruit gaan. Zowel voor het Vlaams Belang als voor Groen! is dat echter problematisch, omdat beide partijen provincies hebben waar zij nog een inhaalbeweging tegenover de andere provincies tegoed hebben, en andere provincies waar zij hun plafond in 2003 mogelijk reeds benaderden. Anderzijds wordt de fout in de ene kieskring waarschijnlijk in een andere kieskring wel deels gecompenseerd. Ten derde neem ik aan dat Brussel-Halle-Vilvoorde nog niet gesplitst zal zijn, wat het niet gemakkelijk maakt om voor die kieskring een prognose op te stellen. Voor deze simulatie levert dat een winst van één Vlaamse zetel op, wat volgens mij onrealistisch is. In een gesplitste kieskring zou het trouwens voor Groen! veel gemakkelijker zijn een zetel te halen in Vlaams-Brabant dan nu in de gemengde kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde.
De volgende simulatie is gebaseerd op de laatste resultaten van De Stemmenkampioen. In die simulatie heeft Groen! grotere problemen om in de kieskringen zetels te behalen, maar alleen in Brusse-Halle-Vilvoorde is de kiesdrempel daarvan de oorzaak. Het aandeel van de paarse partijen verschrompelt verder, terwijl zowel CD&V-N-VA als Vlaams Belang meer zetels halen. Ook hier is het Vlaams Belang de grootste partij aan Vlaamse zijde.
Tot slot nog een simulatie gebaseerd op «bijgestelde gemiddelden», die aantoont hoe de zetelverdeling eruit zou zien indien de drie klassieke peilers er vandaag evenveel en in dezelde graad naast zouden zitten als vlak voor de verkiezingen van 2004. In deze simulatie haalt vooral Groen! een veel beter resultaat, waarbij de partij nog steeds één zetel in Brussel-Halle-Vilvoorde mist door de kiesdrempel. Toch denk ik dat deze simulatie het resultaat van Groen! overschat. Verder treden er echter weinig wijzigingen op. Het Vlaams Belang is nog altijd de grootste partij, maar anders is dat CD&V en N-VA samen nu niet meer groter dan het Vlaams Belang zijn.
Kijken we even over de taalgrens naar de resultaten voor de Franstalige partijen. Na de verkiezingen van 2003 was zoals reeds gezegd de PS de grootste partij. Samen met de MR bezetten zij meer dan drie kwart van de Kamerzetels aan Franstalige kant. Het Front National behaalde slechts één zetel, met name in de kieskring Henegouwen.
Een simulatie op basis van de laatste peiling van La Libre Belgique toont aan dat de zaken er in 2007 beduidend anders zullen uitzien. De aanhang van de paarse partijen slinkt, maar de PS blijft de grootste Franstalige partij. Merk echter op dat het Vlaams Belang in elk van de simulaties aan Vlaamse kant één of meer zetels meer haalt dan de PS, en het Vlaams Belang maakt dus kans de grootste partij van België zonder meer te worden. In Brittannië zou het hiervoor de titel His Majesty's Loyal Opposition krijgen – tenzij de partij tot de federale regering zou toetreden natuurlijk. Ook belangrijk: bij De Stemmenkampioen wordt CD&V (zonder N-VA) groter dan de PS bij La Libre Belgique. Ecolo blijft ter plaatse trappelen, maar cdH maakt stevige winst, en het Front National haalt drie zetels: een tweede in Henegouwen en één in Luik. Front National en Ecolo worden daarmee even groot in de Kamer. Deze partij mist echter, net zoals Groen! aan Vlaamse zijde, één zetel in Brussel-Halle-Vilvoorde omwille van de kiesdrempel. Indien de aangroei van de partij relatief groter is in Brussel, Henegouwen en Luik dan in de kieskringen Namen en Luxemburg, wat mij ook realistisch lijkt, kan de partij er in de Kamer dus nog veel sterker op vooruitgaan.
Jammer genoeg beschik ik niet over de resultaten van andere opiniepeilingen aan Franstalige kant, en kan ik dus maar één simulatie uitvoeren. De drie simulaties aan Vlaamse zijde tonen echter aan dat indien men zich niet blindstaart op de kleine details,de richting toch al goed aangegeven wordt door één simulatie. Dat de MR pluimen zal laten staat vrijwel vast, net zoals de sterke vooruitgang van cdH en vooral FN. Het is echter de vraag hoe groot de winst van het FN werkelijk zal zijn, en in het bijzonder hoe zich dat zal vertalen in kamerzetels. Slaagt de partij er bijvoorbeeld in in Brussel-Halle-Vilvoorde door de kiesdrempel te breken, kan ze waarschijnlijk rekenen op vier zitjes in de Kamer, en wordt die partij zelfs groter dan Ecolo.
Wanneer de zetels per partij verdeeld zijn, kan men ook nakijken welke coalities zoal mogelijk zijn. Om een meerderheid te vormen heeft een coalitie 76 van de 151 zetels nodig, terwijl een bijzondere meerderheid (om de Grondwet te wijzigen) 100 zetels vergt. Beide drempels werden uitgezet op de figuur hiernaast. In de veronderstelling dat de volgende regering een bijzondere meerderheid nodig heeft, was de stelling van Patrik van Krunkelsven dat alleen een tripartite mogelijk is na de volgende federale verkiezingen toch correct. Geen enkele van de andere coalities in welke simulatie dan ook komt zelfs nog maar in de buurt van een bijzondere meerderheid. Is er geen bijzondere meerderheid nodig, bestaat er een andere optie: rooms-rood-groen met een comfortabele gewone meerderheid. Ook rooms-rood zonder groen is mogelijk, al kan die meerderheid krap uitvallen. Paars en rooms-blauw zijn eerder onzeker, en ook paars-groen is niet helemaal zeker van een meerderheid, als die coalitie politiek mogelijk zou zijn. Let wel dat CD&V en N-VA de laatste dagen herhaaldelijk hebben verklaard dat zij niet willen toetreden tot een federale regering zonder een nieuwe communautaire ronden met beduidende bevoegdheidsoverdrachten, al zal dat bij sommigen een zeker déjà entendu oproepen.
Wie echter verder denkt dan alleen maar de eerstvolgende federale verkiezingen, kan zich afvragen wat voor een lot een tripartite, of eventueel rooms-rood-groen, beschoren zal zijn. Kan zo een regering vier jaar lang stand houden, met in 2009 nieuwe regionale verkiezingen? De tijd van federale regeringen bestaande uit slechts twee politieke families lijkt hoe dan ook stilaan afgelopen te zijn, zeker indien het FN aan Franstalige zijde verder doorbreekt. Aanhangers van verrottingsstrategieën zullen het graag horen.
Opmerking: Zoals Hans Verreyt en Peter opmerkten, was er een foutje in de berekeningen geslopen. Door een vergissing had ik Brussel-Halle-Vilvoorde 34 zetels toegewezen in plaats van 22. Dat betekent dat enkele details gewijzigd werden (de PS was de grootste Franstalige partij in 2003, en FN wordt nu precies even groot als Ecolo in de prognoses), maar de conclusies blijven dezelfde omdat de grote lijnen niet gewijzigd werden.
Tot slot, voor de liefhebbers, enkele technische details van de simulatie. Om te beginnen werd in elke simulatie voor elke partij de multiplicator berekend die de relatieve voor- of achteruitgang aangeeft tegenover de uitslag van de federale verkiezingen van 2003. Deze multiplicator wordt dan in elk van de kieskringen toegepast op het aantal behaalde stemmen per partij in 2003. Ook voor «Anderen» werd op die manier een schatting gemaakt, omdat dat belangrijk is voor het berekenen van de kiesdrempel. Wanneer een prognose binnen een kieskring opgesteld is, worden voor elke partij die de kiesdrempel heeft gehaald de delers berekend, en vervolgens de zetels verdeeld volgens de methode-D'Hondt. Daarna worden de resultaten opgeteld over alle kieskringen, en komt men tot een prognose voor de hele Kamer.
In het PDF-bestand met de gedetailleerde resultaten wordt ook aangegeven welke partij de laatste zetel in een kieskring kreeg, en welke partij de volgende zetel zou gekregen hebben. De partij die de laatste zetel heeft behaald kan die gemakkelijk verliezen bij kleine verschuivingen, terwijl de partij die de volgende zetel zou behaald hebben, er eentje kan bijwinnen. Voor de prognose op basis van de gemiddelden zijn bijvoorbeeld CD&V-N-VA redelijk zeker van hun resultaat, omdat zij in geen enkele kieskring de laatste zetel behaalden, terwijl zij in vier kieskringen de volgende zetel zouden behaald hebben. Het Vlaams Belang is in dezelfde prognose onzekerder, want die partij haalt geen enkele volgende zetel, maar heeft wel twee laatste zetels.
Brussel-Halle-Vilvoorde is een groot probleem, omdat de kieskring gemengd is. Bovendien vallen er in die kieskring veel zetels te verdelen, meer dan een vijfde van het totaal, zodat de resultaten niet bepaald te verwaarlozen zijn. De resultaten voor Brussel-Halle-Vilvoorde werden op dezelfde manier als voor de andere kieskringen berekend, met zetelverschuivingen tussen Vlamingen en Franstaligen tot gevolg, hoewel die er theoretisch niet zouden mogen zijn. Men zou die zetelverschuivingen kunnen corrigeren in de multiplicatoren aan Vlaamse of Franstalige zijde, maar aangezien het slechts om één of twee zetels gaat heb ik die moeite niet genomen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten