maandag, oktober 17, 2005

Meer open en «meer open» Internet

De Europese Unie laat zich gebruiken door een merkwaardige coalitie van landen die ijvert voor een «meer open Internet», waarbij «meer open» begrepen moet worden als «met meer mogelijkheden om de informatiestroom te kunnen controleren en te sluiten».

IT-commissaris Viviane Reding van de Europese Commissie vreest dat het Internet uit mekaar zal vallen als er niet snel een overeenkomst wordt gevonden voor het beheer van de DNS-servers. Tot nu toe werden die beheerd in de Verenigde Staten door een organisatie die slechts indirect onder politieke controle stond. Eigenlijk is er geen concrete klacht over het praktische beheer zoals het de laatste jaren uitgevoerd werd, en is er ook geen reden om aan te nemen dat er de komende jaren problemen zouden opduiken, maar het feit dat de organisatie in de praktijk ontsnapt aan de politieke controle van politici is iets waar men duidelijk niet mee overweg kan op het Oude Continent. En dus is er nog eens gelegenheid om een rondje Amerika-bashen uit te voeren.

Hierbij schuwt Reding niet bepaald de grote uitspraken, zoals de vrees dat het Internet in delen uiteen zou vallen. Ze waarschuwt ervoor dat onder meer Rusland, China, Brazilië, Iran en Saoedi-Arabië wel eens eigen DNS-servers zouden kunnen opzetten. Ik moet toegeven dat het hierbij stuk voor stuk om landen gaat die een democratische pedigree hebben waar de Verenigde Staten absoluut niet aan kunnen tippen. In het bijzonder het opduiken van China in dit rijtje van voorvechters van een meer open Internet is toch wel opmerkelijk, daar het land erom bekend staat enorme middelen te steken in de censuur van de elektronische informatiestroom. Ook Saoedi-Arabië en Iran staan er niet bepaald voor bekend de vrijheid van meningsuiting hoog in het vaandel te voeren. Reding kiest blijkbaar liever de kant van het rijtje halve en hele boevenstaten dan die van de verfoeilijke Verenigde Staten: uit het rijtje kan alleen Brazilië een democratie genoemd worden, maar dan wel één met een rotte kop, behalve, misschien, het uiterste puntje van de neus. Wie echter de recente avonturen van Jurgen Verstrepen op de korte golf heeft gevolgd, zal waarschijnlijk begrijpen dat het alvast voor België niet moeilijk kan geweest zijn in deze kwestie kant te kiezen.

Geen opmerkingen: