vrijdag, december 04, 2009

Turkije slecht geplaatst om Zwitsers de les te lezen

De afgelopen dagen werd er nogal wat afgeschreven over de uitslag van het minarettenreferendum in Zwitserland. Ook het officiële Turkije mengde zich in het debat, met onder meer uitlatingen van de Turkse Eerste Minister Recep Tayyip Erdoğan en de Minister van Buitenlands Zaken Ahmet Davutoğlu. Maar is Turkije eigenlijk wel zo goed geplaatst om Zwitserland de les te lezen over godsdienstvrijheid? En waarom kiezen zoveel Westerse «intellectuelen» er liever voor om mee te huilen met de islamitische wolven in het bos, in plaats van EU-kandidaat Turkije op zijn plaats te zetten?

De Europese intelligentsia zijn het in hun oordeel over de uitslag van het Zwitserse referendum over het minarettenverbod redelijk eens met mekaar: de Zwitsers hebben voor het verbod gestemd uit angst voor de islam. Zou het? Het zijn immers vooral die intelligentsia die zo scherp oordelen over de Zwitsers die vandaag met knikkende knieën rondlopen uit schrik voor eventuele islamitisch aanslagen. De Zwitserse Minister van Buitenlandse Zaken Micheline Calmy-Rey zelf wond er trouwens geen doekjes om, en noemde de uitslag van het referendum «een bedreiging voor de veiligheid van het land». Een duidelijkere illustratie van de bittere noodzaak van zo'n verbod kan men zich amper voorstellen.

Een ander punt waarover die Europese intelligentsia het ronkend eens zijn, is dat het wederkerigheidsbeginsel in deze kwestie niet van toepassing kan zijn. Nu is het inderdaad niet zo dat omdat in Saoedi-Arabië zelfs nog maar het gebruik van een eenvoudig lokaal voor een christelijke eucharistieviering, om over de bouw van een kerk nog maar te zwijgen, verboden is, meteen ook alle moskeeën in Europa maar verboden moeten worden. Zelfs niet als de bouw ervan gefinancierd wordt door Saoedi-Arabië. Maar de stelling dat het wederkerigheidsbeginsel alleen maar een populistische kneep is houdt geen steek meer wanneer islamitische landen zich officieel uitlaten over wat wel of niet toegelaten kan worden in Zwitserse stedenbouwkundige voorschriften. En meent het gros van de Europese intelligentsia niet dat het eigenlijk over niet meer dan dat gaat (maar dan wel enkel en alleen om ervoor te kunnen pleiten minaretten toe te laten)?

Maar zo was er bijvoorbeeld de Egyptische grootmoefti Ali Gomaa, de vertegenwoordiger van de Dar al-Ifta die namens de Egyptische overheid de officiële uitleg geeft over de islamitische wetgeving, die het nodig vond zijn mening te ventileren over het resultaat van het referendum. «Dit voorstel […] moet niet alleen worden gezien als een aanval op de godsdienstvrijheid, maar ook als een poging om de gevoelens te beledigen van de moslimgemeenschap binnen en buiten Zwitserland,» zo liet hij zich uit. Daar zijn de beledigingen natuurlijk weer, maar hoe zat het eigenlijk ook al weer met de godsdienstvrijheid in zijn eigen land? Voor wie het zich niet meer herinnert: in Egypte staat het iedereen vrij zich te bekeren tot de islam, en dus is er vermoedelijk volgens de grootmoefti geen vuiltje aan de lucht. En wie ben ik om daar dan iets anders over de menen, en misschien wel de gevoelens te beledigen van de moslimgemeenschap binnen en buiten Egypte?

Ook vanuit Turkije kwamen er hevige reacties op de uitslag van het Zwitserse referendum. De Turkse Minister van Buitenlandse Zaken Ahmet Davutoğlu zei in de marge van een OVSE-vergadering in Brussel «zeer bezorgd» te zijn en waarschuwde voor een «globaal conflict». (Hij riep er niet toe op.) Zijn ministerie had in ieder geval eerder al de hoop uitgedrukt dat de situatie snel «gecorrigeerd» zou worden, terwijl Eerste Minister Recep Tayyip Erdoğan een referendum over zo'n gevoelige zaak een «vergissing» vond. Volgens hem bestaan er «inherente rechten waarover een referendum niet kan beslissen». De Turkse President Abdullah Gül noemde het referendum dan weer een «schande voor de Zwitsers». Maar hoe zou het zitten met de godsdienstvrijheid in Turkije, en in het bijzonder met de christelijke gemeenschap in dat land?

Laten we beginnen bij het begin. Formeel mogen kerken er niet bestaan als stichting of wat dan ook, en kunnen dus gebouwen of scholen bezitten, ja zelfs nog maar een bankrekening openen. De enige twee uitzonderingen zijn de rooms-katholieke en de Armeens kerk die als een religieus genootschap erkend zijn. Turkije ziet het christendom echter vooral als een zaak van buitenlanders – Turken zijn immers per definitie moslim. Verleden jaar werd na een inval nog een complete kerk gearresteerd in het dorpje Cevizli, terwijl in Noord-Cyprus de afgelopen dertig jaar meer dan 530 christelijke kerken en kloosters verwoest werden. Waar de kerken al niet verwoest werden, worden ze aan enorme beperkingen onderworpen. Klassiek is daarbij de smoes dat de Turkse staat de kerken cultureel zo hoog inschat, dat ze ze klasseert als «musea». Vaak betekent dit dat er slechts nog één keer per jaar een misviering mag opgedragen worden –om het gebouw te beschermen, waarom anders?– en de gelovigen mogen er dus kiezen tussen Pasen of Kerstmis. Van godsdienstvrijheid gesproken! Ze kunnen er in Zwitserland alvast een minaretpuntje aan zuigen.

Wanneer echter een land als Turkije zich zo hypocriet gedraagt als de laatste dagen het geval is geweest, zou je toch verwachten dat het enige weerwind zou krijgen op het internationale toneel. Misschien een kleine suggestie dat er ook in Turkije nog wat werk aan de winkel is wat de godsdienstvrijheid betreft? Welke gelegenheid zou daar trouwens beter voor geweest zijn dan, inderdaad, de reeds hierboven vermelde OVSE-vergadering van de afgelopen week in Brussel, als de Turkse Minister van Buitenlandse Zaken het dan toch zo nodig vond om in de marge ervan Zwitserland even de les te spellen. Voor zover het voor 97% Aziatische Turkije al iets te zoeken zou hebben op een vergadering van, laten we het even eens voluit spellen, de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in… Europa.

Geen opmerkingen: