zondag, februari 22, 2009

De Lijn en media verzuimen aan informatieplicht

161 «Moeilijke» buurten ontdekte de vervoersmaatschappij De Lijn via haar zogenaamde veiligheidsmonitor. Over welke buurten het precies gaat wil De Lijn echter niet kwijt, en ook de Vlaamse media dringen niet te hard aan om toch maar een kaartje of een overzicht vrij te geven. Zou het kunnen dat het eigenlijk ook niet nodig is, en De Lijn niet wil bevestigen wat iedereen al lang weet maar het regime niet graag zwart wit op papier ziet staan?

Oorspronkelijk was het wel de bedoeling een overzicht van de risicobuurten te geven, maar na de samenstelling van het veiligheidsrapport komt De Lijn op dat voornemen terug. Reden? Ingrid Lieten, directeur-generaal van de maatschappij, zegt in een gesprek met de krant De Standaard dat veiligheid een «delicate evenwichtsoefening» is, en dat men geen buurten wil «stigmatiseren». Voor wie het zich moest afvragen: Ingrid Lieten heeft een duidelijk rode achtergrond, en dat het publiek misschien ook het recht heeft om te weten uit welke buurten men beter weg blijft als men heelhuids thuis wil aankomen zal haar dus, zoals het een socialiste betaamt, worst wezen. Hier dienen immers andere belangen gediend te worden.

Zo past het misschien eens na te gaan wat het woordje «stigmatiseren» eigenlijk wil zeggen. Volgens Van Dale is het een synoniem voor brandmerken, wat op zijn beurt verklaard wordt als te schande maken. Ik heb er problemen mee om te begrijpen in welke mate of op welke manier een buurt te schande gemaakt wordt als de veiligheidsmonitor van De Lijn aangeeft dat in die buurt niet alleen een permanente verhoogde inzet nodig is, maar op sommige momenten bovendien ook bijstand van de lokale overheid en politie. En zeker als die veiligheidsmonitor dan nog een «wetenschappelijk onderbouwd instrument» is, ja zelfs «internationaal zonder voorgaande». Ik zie dan ook echt niet in waarom een kat geen kat genoemd zou mogen worden, want de kans dat een buurt verkeerdelijk te kijk gezet zou worden als een moeilijke buurt zou toch wel heel miniem moeten zijn, nochtans zowat de enige goede reden die ik zou kunnen bedenken om de resultaten niet zomaar te grabbel te gooien.

Waar het dan wel om gaat? Ingrid Lieten laat lelijk in haar kaarten kijken wanneer zij verklaart dat De Lijn «het subjectieve onveiligheidsgevoel niet nog wil aanwakkeren» (mijn accentuering). Subjectief onveiligheidsgevoel, of objectief onveiligheidsgevoel? Nogmaals: het gaat over buurten waar niet alleen een permanente verhoogde inzet nodig is, maar op sommige momenten ook bijstand van de lokale overheid en politie, en mevrouw de directeur-generaal van De Lijn vreest dan dat de passagiers in die buurten met een subjectief onveiligheidsgevoel op de bus zouden zitten. Als dat onveiligheidsgevoel dan toch louter subjectief zou zijn, waarom zouden in die buurten dan bijstand van de lokale overheid en politie nodig zijn? Toch niet om de overvloed aan te knippen kaartjes of te controleren abonnementen de baas te kunnen, vermoed ik zo. Ingrid Lieten zal er wel haar uitleg voor hebben.

Wie echter denkt dat alleen het publiek het recht ontzegd wordt te weten in welke buurten het wel en niet veilig is om met De Lijn te reizen, heeft buiten de directeur-generaal gerekend, want ook het personeel krijgt de resultaten niet te zien. Alleen de vakbonden in zogeheten comités sociale veiligheid van de provinciale entiteiten zullen te horen krijgen over welke buurten het precies gaat, en wel alleen te horen, want om de verspreiding tegen te gaan wil men niets op papier zetten. Zullen de vakbondsverantwoordelijken pen en potlood moeten afgeven wanneer zij de vergadering binnen gaan, en GSM afzetten om geen heimelijke opnames te maken? Je zou warempel denken dat het om een groot staatsgeheim gaat! En misschien is het dat ook wel, in de aanloop naar alweer een nieuwe verkiezing die wel eens catastrofaal zou kunnen zijn voor de rode kameraden. Ingrid Lieten houden er daarom rekening mee dat de informatie vroeg of laat toch verspreid zal worden, maar roept iedereen op zijn verantwoordelijkheid te nemen. Misschien een tip voor Ingrid Lieten: denk eraan op elke vergadering telkens een andere veilige buurt tussen de onveilige te zetten, zodat achteraf gemakkelijk achterhaald kan worden op welke vergadering de rotte appel aanwezig was. Voor meer tips verwijs ik naar het CGKR, waar ze ongetwijfeld nog een aantal DDR-technieken klaar hebben om gevoelige informatie te controleren en onderdanen in de ganzenpas te laten lopen.

En dan hebben we het nog niet over de houding van de pers gehad. In ieder ander land zou men toch op z'n minst even aangedrongen hebben om de informatie toch maar vrij te geven, en vraagtekens geplaatst hebben bij de draconische maatregelen die De Lijn aanwendt om de informatie binnenskamers te houden. Wanneer ik echter de betreffende artikels lees, kan ik me echt niet van de indruk ontdoen dat er op de redacties een zucht van verlichting geslaakt werd toen De Lijn besliste het kaartje toch maar niet vrij te geven. Daarmee was men op de redacties van een zwaar dilemma verlost, en kon men zich concentreren op het duiden van de vooral non-informatie, met tussen de lijnen zelfs enige bewondering voor zoveel verantwoordelijkheidszin van ons aller vervoersmaatschappij. Het zijn per slot van rekening de journalisten niet die 's avonds met de bus door die 161 moeilijke buurten moeten.

Geen opmerkingen: