In tegenstelling tot wat een artikel op de blog van De Standaard eerst scheen te suggereren (het artikel werd ondertussen aangepast), wordt de Nobelprijs voor de Vrede niet door de Zweedse Nobelstichting in Stockholm maar door het Noorse Nobelinstituut in Oslo uitgereikt.
Alfred Nobel schreef expliciet in zijn testament dat de Nobelprijs voor de Vrede niet in Zweden, maar door een comité bestaande uit vijf personen gekozen door het Noorse parlement (Stortinget) uitgereikt moest worden. Dit jaar wordt de winnaar bekendgemaakt op vrijdag 8 oktober om 11:00, maar de beslissing werd reeds op 21 september geleden genomen. Zoals dat de gewoonte is wou de secretaris van het comité, Geir Lundestad, geen commentaar geven nadat de beslissing genomen was, ook niet óf er wel een winnaar zou zijn dit jaar. Het comité kan inderdaad ook beslissen dat er geen winnaar is, al valt dat uiterst zelden voor.
Dit jaar werd er een nieuw record gezet met maar liefst 194 kandidaten. Onder de kandidaten bevinden zich inderdaad ElBaradei, die getipt wordt als de kandidaat met de grootste kansen, naast o.a. Lugar en Nunn, Bush, Blair, Blix, EU, Milosevic en Vanunu. Bush en Blair werden voorgedragen door Jan Simonsen, parlementslid voor Demokratene, omwille van hun bijdrage voor de wereldvrede door Saddam Hussein van de macht te verdrijven in Irak.
Voormalig Eerste Minister en Minister van Buitenlandse Zaken Thorbjørn Jagland van de sociaal-democratische Arbeiderpartiet heeft de EU voorgedragen omdat de Unie volgens hem een vredesbouwer in Europa is geweest sinds de Tweede Wereldoorlog. Volgens hem zou het een mooi symbool zijn indien de Europese Unie juist in 2004, het jaar waarin een aantal voormalige Oostbloklanden toegetreden zijn, de Nobelprijs voor de Vrede zou krijgen. Wat echter tegen de Unie pleit is het feit dat Noorwegen geen lid is, en dat EU-lidmaatschap na twee referenda die telkens op een Nei uitdraaiden nog steeds een splijtzwam is in de Noorse politiek. De huidige centrum-rechtse minderheidsregering van Bondevik heeft zelfs, onder druk van de centrumspartijen Krf (christen-democraten) en Venstre («links»), in de regeringsverklaring een zogenaamde zelfmoordclausule opgenomen, waardoor de regering automatisch ten val komt indien er een nieuw officieel EU-debat op gang zou komen. De andere partij in de regering, het rechts-liberale Høyre («rechts»), is een uitgesproken voorstander van EU-lidmaatschap, maar moet dus op de tanden blijven bijten wil het de regering aan de macht houden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten