dinsdag, juli 15, 2014

Naar een Schots No en een Catalaans Sí?

Deze herfst is het zover: op 18 september mogen de Schotten naar de stembus om te stemmen over onafhankelijkheid, en op 9 november doen de Catalanen hoogstwaarschijnlijk hetzelfde. Als we de peilingen mogen geloven zal er in Schotland geen meerderheid voor onafhankelijkheid uit de stembus komen, maar in Catalonië wel. Dat verklaart meteen voor een groot deel waarom Londen ervoor gekozen heeft het Schotse referendum te dulden, terwijl Madrid het Catalaanse referendum met alle mogelijke middelen probeert te verhinderen. Maar wat zou een Schots No en een Catalaans Sí voor Vlaanderen kunnen betekenen?

Als we de laatste peilingen mogen geloven, ziet het er niet goed uit voor de voorstanders van Schotse onafhankelijkheid. Voor wie het lijstje met peilingsresultaten op Wikipedia overloopt is het duidelijk dat we het zelfs niet over steekproefgrootte, foutenmarges of representativiteit hoeven te hebben. Dit jaar werd er niet één peiling gehouden die een meerderheid voor het Yes-kamp opleverde. De laatste peiling die een nipte voorsprong voor Yes opleverde dateert ondertussen al van augustus verleden jaar. Die peiling werd dan nog gehouden in opdracht van de SNP zelf, en kwam niet verder dan een 44%/43% verdeling tussen Yes en No. De enige andere peiling met een Yes-voorsprong in het Wikipedia-lijstje is er eentje van augustus 2011, ondertussen al drie jaar geleden. De 71(!) andere peilingen geven No een voorsprong, en op het ogenblik dat we dit schrijven geven de twee meest recente peilingen No zelfs een volstrekte meerderheid van 53% en 54%. Dat is een voorsprong van respectievelijk 17% en 19% op het Yes-kamp. Er zal de komende tien weken dus nog heel wat moeten bewegen in Schotland om uit te komen op een Yes-resultaat.

Dubbele vraag

Dan liggen de zaken in Catalonië anders. Zoals de lezer wellicht weet zullen de kiezers zich daar over een dubbele vraag mogen uitspreken: «Wilt u dat Catalonië een Staat wordt?» en «In geval van een bevestigend antwoord, wilt u dat die Staat onafhankelijk wordt?». Veel peilingen zijn er niet voorhanden die concreet deze twee vragen gebruikt hebben, maar van de vijf peilingen waarvan Wikipedia de resultaten weergeeft geven er vier een voorsprong voor het Sí/Sí-kamp aan. De laatste peiling, uitgevoerd in maart van dit jaar door El Periódico de Catalunya geeft Sí/Sí 46,1%, een voorsprong van bijna vijftien procent op het No-kamp. Andere peilingen en onderzoeken die in het algemeen naar steun voor Catalaanse onafhankelijkheid peilden geven al jaren een kleine absolute meerderheid voor onafhankelijkheid weer, terwijl het aantal tegenstanders beperkt blijft tot ongeveer een kwart van de Catalanen.

Londens flegma

Het lijdt weinig twijfel dat als de resultaten er omgekeerd zouden uitzien, Londen iets minder flegmatisch zou reageren op het Schotse referendum, en Madrid een heel pak welwillender zou staan tegenover het Catalaanse referendum. Dat neemt niet weg dat men in Londen allesbehalve zeker is van zijn stuk. Het is duidelijk dat eerste minister David Cameron liefst van al helemaal geen Schots referendum had gezien, en dat niet alleen omdat zo'n referendum aandacht en energie opslorpt. Niemand wil de geschiedenis ingaan als de Britse eerste minister die Schotland verloor. Anderzijds kan moeilijk beweerd worden dat Londen al alles uit de kast gehaald heeft om de Schotten ervan te overtuigen toch maar No te stemmen. Als het Yes-kamp in de peilingen voorop zou liggen, zou de Britse regering het zich waarschijnlijk niet veroorloven dat Schotse referendum in de eerste plaats als een Schotse aangelegenheid te beschouwen, en zich dus relatief afzijdig te houden. Dan zou David Cameron, en met hem de voltallige Britse regering, al lang geleden de boer opgegaan zijn in Schotland, en het ene horrorscenario na het andere uit zijn hoed getoverd hebben.

Het zou echter geen kwaad kunnen als de Vlaamse Beweging zich een beetje zou verdiepen in het Schotse debat, in plaats van zich te beperken tot enkele vrijblijvende sympathiebetuigingen voor Schotse onafhankelijkheid. Dat Londen Schotland ervoor waarschuwt dat het bij een eventuele onafhankelijkheid zal moeten heronderhandelen over EU-lidmaatschap maakt niet erg veel indruk in Edinburgh, al was het maar omdat Londen zelf ook wil heronderhandelen. Maar dat Schotland ofwel de toegang tot de interne markt van de EU zal verliezen tenzij het er duur voor betaalt, ofwel de euro zal moeten invoeren, dat steekt toch al een pak harder. Het helpt dan weinig dat de SNP van Alex Salmond theoretisch-juridisch gelijk heeft wanneer het stelt dat een onafhankelijk Schotland gewoon EU-lid zou blijven onder precies dezelfde voorwaarden als waaronder Groot-Brittannië op het ogenblik van de afscheiding lid is, als het uiteindelijk zal moeten onderhandelen met een EU-Brussel dat in zulke zaken een patent op intellectuele oneerlijkheid lijkt te willen claimen. Meer zelfs, volkenrechtelijk meent Edinburgh dat Londen verplicht is in Brussel zo gunstig mogelijke voorwaarden te onderhandelen voor Schotland zolang de afscheiding nog niet voltrokken is. Geef hen maar eens ongelijk. En projecteer zoiets maar eens op een Belgische situatie.

Madrileense woede

Lijkt Londen het Schotse referendum (voorlopig) nog goed aan te pakken, in die mate zelfs dat het Yes-kamp maar niet van de grond kan komen, dan kan hetzelfde niet gezegd worden van Madrid. Daar doet men zo ongeveer alles verkeerd om Catalonië binnen Spanje te houden. Want inderdaad, bestaat er een effectievere manier om een afscheidingsbeweging te doen verzamelen en radicaliseren dan een volkomen legitiem en democratische referendum botweg te weigeren? Een charme-offensief kan men dat alvast niet noemen. Was er op voorhand al geen meerderheid voor Catalaanse onafhankelijkheid geweest, dan zou het er nu zeker geweest zijn.

Bovendien snijdt Madrid zichzelf op die manier volledig van het debat in Catalonië af. De lokale afdelingen van de nationale partijen PP en PSOE stonden sowieso al niet bepaald sterk in Catalonië, maar als ze dan nog eens moederziel alleen tegen Catalaanse onafhankelijkheid moeten argumenteren, versmalt hun bandbreedte nog meer. Alles spitst zich toe op de onredelijkheid van Madrid, waardoor een debat ten gronde eigenlijk amper nog mogelijk is.

Vlaamse gelatenheid

De reactie van Vlaanderen op het Schotse en Catalaanse referendum kan niet anders dan bedroevend genoemd worden. Het radicalere gedeelte van de Vlaamse Beweging kijkt hoopvol uit naar beide referenda, terwijl de Noord-Belgische media nadrukkelijk niet present tekenen in Schotland of Catalonië. Of het zou moeten zijn om te onderstrepen dat er in Schotland geen meerderheid inzit, en Catalonië zich Spaans-ongrondwettelijk gedraagt en alleen maar problemen en chaos te wachten staat.

Iedereen vindt ondertussen vooral van zichzelf dat hij gelijk heeft. Voor het radicale gedeelte van de Vlaamse Beweging en kringen rond Vlaams Belang zou een Catalaans Sí bevestigen dat onafhankelijkheid wel degelijk kan, en een Schots No dat men zulke zaken beter niet overlaat aan een referendum waarvan de uitslag op voorhang hoogst onzeker is. Binnen N-VA-kringen en bij andere draagvlaknationalisten klinkt het dan weer dat de potentiële chaos als gevolg van een Catalaans Sí bewijst dat revolutionaire toestanden koste wat het kost vermeden dienen te worden, en een Schots No dat onafhankelijkheid democratische moeilijk te legitimeren valt. Daarmee zitten ze trouwens op één lijn met het Belgische kamp, met dit verschil dat het Belgische kamp haar best zal doen om de chaos in de nasleep van een Catalaans Sí zoveel mogelijk te vergroten. Om er daarna een vette quod erat demonstrandum aan toe te voegen.

Op de vooravond van alweer een 11 juli–viering zonder Vlaamse onafhankelijkheid kan dit alleen maar tot droefenis stemmen. Alleen een Yes–Sí-scenario zou een ferme streep door de rekening van België betekenen, en hopelijk de ogen kunnen (her)openen in N-VA-kringen zodat ze misschien zelfs op redelijk korte termijn die Belgische loyauteit durven af te zweren. Een No–No-scenario zou dan weer een ramp buiten formaat zijn voor alle nationalistische bewegingen in West-Europa. We hebben er echter goede hoop op dat Madrid, ook al is het onbedoeld, ons voor zo'n scenario zal weten te behoeden.

Dit artikel verscheen op 9 juli 2014 in 't Pallieterke.

zaterdag, juli 05, 2014

Sp.a op een historisch dieptepunt

Zondag 25 mei was voor de sp.a zonder meer een zwarte dag. Voor de Europese verkiezingen zakte de partij tot amper nog 13,2%, een absoluut dieptepunt. Voor de Kamer en het Vlaams Parlement deed de socialistische partij het al niet veel beter met 14,1% en 14,0%. Sindsdien rommelt het in de partij, ook al doet partijvoorzitter Bruno Tobback aan de oppervlakte zijn best om dat te verdoezelen.

Om even te schetsen hoe diep de partij eigenlijk gezakt is: tot 1987 behaalde de socialistische partij steevast een score van minstens twintig procent. Pas in 1991, op «Zwarte Zondag», zakte de partij voor het eerst onder die symbolische grens, met een score van «amper» 19,4%. Nog één keer zouden de socialisten in Vlaanderen nog eens boven de drempel van de twintig procent uitkomen, op 18 mei 2003, onder leiding van Steve Stevaert, met 24,3%. Sindsdien is het armoe troef bij de proletariërs, en durft men zelfs een ambitie om nog eens meer dan vijftien procent te halen niet eens meer uit te spreken. Groter blijven dan concurrent op links Groen, en PVDA onder de kiesdrempel houden, dat is zowat het beste waar men op dit ogenblik nog op durft te hopen.

Ideologisch vacuüm

Hét probleem van de sp.a is natuurlijk dat de partij geen ideologie meer heeft. Dat is niet nieuw: de partij kwam na de val van de Muur in Berlijn in ademnood, maar dat is ondertussen toch al vijfentwintig jaar geleden. Hoeveel decennia kan men zich politiek heroriënteren zonder dat de conclusie zich opdringt dat men eigenlijk toch niet veel meer te bieden heeft? Kan men echt een partij opbouwen enkel en alleen rond wat goedkoop anti-racisme (zie «Over de banaliteit van het anti-racisme» van Mark Grammens van verleden week), een extreem conservatisme in de Sociale Zekerheid, koste wat het kost, de algemene stelling dat al wat rechts en Vlaams is gevaarlijk is, en de boodschap dat de PS en Elio di Rupo het beste voorhebben met de Vlamingen? Wie er de verkiezingsuitslag eens bijneemt kan niet anders dan vaststellen dat de Vlamingen op 25 mei vonden van niet. Partijvoorzitter Bruno Tobback ziet dat echter anders.

Toekomstig ex-voorzitter

Wat op 21 mei in dit blad al te lezen stond in een briefje gewijd aan Bruno Tobback («Zo goed als ex-voorzitter»), heeft nog steeds niets aan waarde ingeboet. De partijvoorzitter kon weliswaar vermijden dat hij op de avond van 25 mei zelf al zijn conclusies diende te trekken dankzij zijn opgeklopte euforie over de «goede» uitslag van zijn partij. Stel je voor: de partij had zowel voor de Kamer als voor het Vlaams Parlement stand gehouden. Tot de partij een paar uur later in het Vlaams Parlement dan toch nog een zetel aan Christian van Eyken van de UF verloor natuurlijk.

Ondertussen stelden de twee mindere goden Hans Bonte en Peter Vanvelthoven de positie van Bruno Tobback al openlijk in vraag in een dubbelinterview in Knack. Johan vande Lanotte betreurde dat in het VRT-programma Villa Politica, maar voegde er wel aan toe dat er dringend nood was aan een interne analyse. Een voorbeeld van zo'n interne analyse kregen we verleden week in De Standaard geserveerd, waar de conclusies van de evaluatie van de verkiezingen in West-Vlaanderen te lezen stonden («Vande Lanotte geeft zijn partij campagnelessen»). De lezer leest het goed: die interne analyse was van de hand van diezelfde Johan vande Lanotte, en de conclusies lazen toch vooral als een positionering van Johan vande Lanotte zelf en zijn pion John Crombez om zodra de kans zich voordoet de macht te grijpen in de partij. Of is dat laatste alleen maar ons slecht karakter dat een beetje opspeelt?

West-Vlaamse winst

Zo zou Johan vande Lanotte er in zijn analyse op wijzen dat West-Vlaanderen de enige provincie is waar de sp.a erop vooruitgaat, voor alle verkiezingen, en dat zelfs kanton per kanton. Dat klopt, maar het neemt niet weg dat ook het West-Vlaamse resultaat met 17,6% voor de Kamer en 16,3% voor het Vlaams Parlement niet bepaald als een monsterscore voor de socialisten omschreven kan worden. Voor het Europees Parlement blijft de partij er zelfs steken op een schamele 15,2%. Onze conclusie: Johan vande Lanotte is een meester in het snoeven, ook daar waar er eigenlijk niet veel te snoeven valt.

Meer zelfs: Johan vande Lanotte wijst er in zijn analyse op dat de sp.a in zijn kieskring tegen de nationale trend in een zetel winst maakt voor het Vlaams Parlement, van drie naar vier. In procenten is de vooruitgang minder groot: van 14,1% naar 16,3%. Een correctere lezing van de cijfers is natuurlijk dat de sp.a in 2009 net naast een vierde zetel greep, en dit jaar die vierde zetel net wel binnenhaalde. Men moet daar natuurlijk nog altijd extra stemmen voor halen, maar de pluim die Johan vande Lanotte op zijn hoed probeert te steken is groter dan ze in werkelijkheid zou mogen zijn.

Huisbezoeken

Johan vande Lanotte heeft natuurlijk ook zijn verklaring voor die winst in West-Vlaanderen klaar. En dat is zíjn manier van campagne voeren natuurlijk, of wat dacht je? Essentieel onderdeel daarvan: de huisbezoekjes. Laten we echter eerlijk zijn: we wensen zelfs onze ergste vijanden geen huisbezoek door Johan vande Lanotte toe. Iets doet ons namelijk vermoeden dat die huisbezoeken vooral dienen om nietsvermoedende mensen danig de daver op het lijf te jagen. Dat ze hun pensioen gaan verliezen als ze voor de N-VA stemmen, bijvoorbeeld. Of dat door de afschaffing van de index hun loon op een paar jaar tijd niets meer waard zal zijn.

Johan vande Lanotte is immers niet bepaald het toonbeeld van het gezellige cafésocialisme waarmee Steve Stevaert ooit successen boekte. Successen die er, in de beste cafétraditie, vooral uit bestonden anderen de rekening te laten betalen voor de tournées generales die hij uitdeelde.

Neen, als we al een etiket zouden moeten plakken op het socialisme van Johan vande Lanotte, dan eerder een soort van rancuneus machtssocialisme. Sponsor zijn Oostendse basketbalclub, of je gaat eraan. En die volkomen lege Thalys-treinen vanuit Oostende blijven rijden, enkel en alleen omdat Johan vande Lanotte dat kan. Het is echt geen toeval dat Groen die geld- en milieuverspilling niet aan de kaak durft te stellen, want anders zouden ze het de komende tien jaar kunnen schudden overal waar Johan vande Lanotte ook maar iets te zeggen heeft.

Electrawinds

Wij zouden dan ook een alternatieve theorie voor het West-Vlaamse rode golfje willen voorstellen: Electrawinds. Zouden er in West-Vlaanderen niet genoeg kiezers wonen die puur uit economisch zelfbehoud voor de sp.a hebben gestemd? Geen Johan vande Lanotte die in Brussel zijn economische «zaakjes» kan regelen betekent al snel grote gevolgen voor het persoonlijke fortuin van een aanzienlijk aantal West-Vlamingen. Zou het trouwens datzelfde Electrawinds ook niet zijn dat in de rest van Vlaanderen linkse kiezers richting Groen en PVDA dreef?

In dat opzicht is de positionering van John Crombez interessant en belangrijk om te volgen. Niettegenstaande hij staatssecretaris voor fraudebestrijding is –en of dat geen meesterzet van Johan vande Lanotte was!–, zit hij tot over zijn oren mee in de Oostendse beerputten. De ideale man dus om ervoor te zorgen dat er nergens in West-Vlaanderen dekseltjes gelicht worden. Wees er maar zeker van dat Johan vande Lanotte hem op het juiste ogenblik op de juiste positie zal willen katapulteren.

In combinatie met het reeds hierboven vermelde ideologisch vacuüm is dat uiteraard geen goed nieuws voor de sp.a, maar dat raakt natuurlijk de koude kleren van Johan vande Lanotte niet. De onze eigenlijk ook niet. Maar we hebben wel te doen met de militanten van de partij. Neen, niet het soort hopscheutsocialisten zoals een Yves Desmet, maar wel de klein man die denkt dat het bij de sp.a nog zou gaan om zijn welvaart en welzijn. En voor zover die kleine man natuurlijk niet allang uitgeweken is naar een andere partij. Als daar in 2018 of 2019 maar geen nieuw laagterecord van komt…

Dit artikel verscheen op 25 juni 2014 in 't Pallieterke.