zondag, oktober 31, 2004

Immigratie netto verlies voor Noorwegen

Aftenposten brengt vandaag een interview met de sociaal-ekonoom Kjetil Storesletten. Hieronder een vertaling. Zouden we het ooit mogen meemaken dat er zo een studie gemaakt zou worden over een niet nader genoemde actieve welvaartsstaat?

De Verenigde Staten hebben de laatste twintig jaar verdiend aan immigratie. Voor Europese welvaartsstaten zoals Zweden en Noorwegen is het omgekeerde het geval, stelt Kjetil Storesletten, professor in de sociaal-ekonomie.

De professor schat dat elke immigrant in Zweden netto ongeveer 170.000 kroon (zo'n 20.000 euro) kost over de totale periode die hij in het land doorbrengt. Volgens hem is het cijfer voor Noorwegen ongeveer even groot.

- Het soort immigratie dat Scandinavië de laatste twintig jaar heeft gekend, lost de problemen van de welvaartsstaten niet op, in tegenstelling tot wat nogal wat politici hebben verkondigd. In tegendeel zelfs, de immigratie versterkt de problemen. Anderzijds zijn de kosten van de immigratie niet zo groot als men soms de indruk zou krijgen gezien vanaf bepaalde standpunten, zegt professor Kjetil Storesletten van het Økonomisk Institutt aan de Universitet i Oslo.

Hij heeft meerdere studies uitgevoerd om het effect van de immigratie op de openbare ekonomie te onderzoeken in respectievelijk de Verenigde Staten en een typische Noord-Europese welvaartsstaat, namelijk Zweden, en komt tot de volgende conclusies:

- Voor de Verenigde Staten heeft de immigratie vooral gunstige ekonomische gevolgen gehad. In Zweden daarentegen vertegenwoordigt de immigratie een niet zo klein deel van de uitgavenpost van de begroting. De oorzaak van dit verschil kan samengevat worden in één punt, namelijk de deelname van de immigranten aan de arbeidsmarkt in respectievelijk de Verenigde Staten en Zweden.

- In de Verenigde Staten hebben de immigranten grotendeels veel succes op de arbeidsmarkt, doet Storesletten opmerken. - Zelfs al verdienen ze gemiddeld minder dan wie geboren is in de Verenigde Staten, toch is de deelname een goed deel hoger dan het gemiddelde. Maar in Zweden is precies het omgekeede het geval: De deelname van de immigranten in de arbeidsmarkt is er opmerkelijk lager dan die van de algemene bevolking.

- In een rapport dat ik uitgewerkt heb voor de universiteit van Stockholm kom ik tot een schating van het netto verlies in Zweden van zo'n 170.000 kroon (ongeveer 20.000 euro), geaccumuleerd over de totale periode dat een immigrant in het land verblijft. Dat is een voorzichtige schatting, en er is weinig reden om aan te nemen dat het cijfer voor Noorwegen erg verschillend zou zijn, stelt de professor vast.

Feitelijke cijfers

- Het doel van het werk dat ik gedaan heb is feitelijke cijfers te produceren in de wirwar van argumenten die de laatste jaren zijn opgedoken in een hevig immigratiedebat, zegt Storesletten. - Het belangrijkste is misschien dat mijn onderzoek komaf maakt met de stelling dat de problemen van de welvaartsstaat opgelost kunnen worden door immigratie.

- Over het algemeen is het zo dat immigranten vanuit Westelijke landen een hogere deelname aan de arbeidsmarkt vertonen dan de autochtone bevolking, wat ervoor zorgt dat immigratie vanuit het Westen een overschot oplevert.

- Ook de gastarbeiders uit de Derde Wereld die naar Scandinavië kwamen in de jaren '60 en '70 vertoonden een hoge deelname aan de arbeidsmarkt, in ieder geval in de beginperiode. Maar wanneer men kijkt naar de vluchtelingen die naar Noord-Europa kwamen in de jaren '80 en '90, en het gaat hierbij om een redelijk grote groep de laatste twintig jaar, zijn de ervaringen deprimerend. Er kunnen een hoop goede redenen zijn om vluchtelingen op te nemen in Noord-Europa, maar dat het een ekonomisch voordeel zou zijn is in ieder geval geen argument. Men zou er veel aan kunnen winnen indien men deze immigranten aan het werk zou kunnen krijgen, zegt Storesletten.

Weinig aan het werk
In 2003 had 69% van de Noorse bevolking een baan. De getallen voor de immigranten zijn als volgt:
Azië
49%
Afrika
40%
Latijns-Amerika
57%
Nieuwe EU-landen uit Oost-Europa
61%
Rest van Oost-Europa
54%
West-Europa zonder Noord-Europa
67%
Bij de immigranten is het aandeel van de personen dat in aanmerking komt voor werk groter dan bij de rest van de bevolking. De reële vergelijkbare cijfers zijn daarom waarschijnlijk lager dan in deze tabel. Bron: SSB


- Afgaande op wat je zegt, lijtk het erop dat een lage scholingsgraad, een achtergrond uit de Derde Wereld en een Scandinavische welvaartsstaat een kostelijke combinatie is?

- Hier zijn een aantal interessante aspecten aan verbonden. De welvaartsstaat met hoge belastingen, een hoog loonsniveau en een hoge standaard wat de sociale voorzieningen betreft draagt ertoe bij dat de immigranten uit de arbeidsmarkt gehouden worden, en dat leidt ertoe dat immigratie voor deze staten een verliespost is, zegt Storesletten.

Radicale maatregelen

- Als het de bedoeling is dat de Scandinavische landen verdienen aan het type immigratie van de laatste twintig jaar, moeten er radicale maatregelen genomen worden. Er kan bijvoorbeeld aan gedacht worden om werkgevers die immigranten aannemen vrij te stellen van de werkgeversbijdragen de eerste vijf jaar dat een immigrant naar Scandinavië komt. De immigrant van zijn kant moet gedurende die periode afzien van alle sociale voorzieningen. Maar ik zie in dat het vrijwel ondenkbaar is dat Noorse politici zulke maatregelen zouden nemen.

zaterdag, oktober 30, 2004

Na het zomeruur ook de zomereuro?

Deze nacht komt er weer een eind aan de jaarlijkse oefening opgelegd zelfbedrog: het zomeruur. Ooit, in een verre toekomst, zal men zich afvragen wat de mensheid toch bezielde om tot in de 21ste eeuw dit onding in stand te houden.

Of het zomeruur een positief of een negatief effect heeft, daar kan men, als men wil, urenlang en zelfs dagenlang over redetwisten. Fundamenteler is of het zomeruur wel de oplossing is, zelfs als het een positief effect zou hebben. Kort samengevat komt het zomeruur erop neer dat we allemaal doen alsof de klok een uur later is dan ze feitelijk is, dat we dus een uur vroeger opstaan dan we anders zouden doen, en er vervolgens plezier in scheppen dat de zon schijnbaar een uur later ondergaat.

Nochtans zijn er voldoende mensen te vinden die voorstander zijn van het zomeruur. Er waren er in ieder geval genoeg om het zomeruur in te voeren over heel Europa. Maar als het zomeruur de oplossing is, waarom dan ook niet de zomereuro invoeren? Elk jaar vermenigvuldigen we tijdens de zomer de euro met duizend. Op die manier kunnen we onszelf voorhouden dat we veel geld hebben, ja, iedereen kan zich gedurende een goed half jaar zelfs multi-euromiljonair wanen. Dat de prijzen even zo goed duizend keer hoger zijn, zal de pret niet kunnen verstoren, want wie veel geld heeft, kan ook veel geld uitgeven. En met een bevolking die voor 100% uit euromiljonairen bestaat hoeft er over armoede niet meer gezanikt worden, toch?

Alle gekheid op een stokje, het zomeruur is een onding. Als mijn buurman 's avonds een uur langer van de zon wil genieten, heb ik er geen enkel probleem mee dat hij 's morgens om zes uur opstaat en zichzelf wijsmaakt dat het eigenlijk al zeven uur is. Als de overheid dit ook wenst te stimuleren, dan mogen ze voor mijn part zelfs bij wet vastleggen dat werknemers in de zomer het recht (en dus niet de plicht, zoals nu) hebben een uur vroeger te beginnen en een uur vroeger te stoppen. Ze mogen zelfs de radio- en TV-programmatie een uur verschuiven. Maar waarom politici, die zich bij andere gelegenheden maar al te graag het etiket «rationeel» opplakken, het jaarlijkse verplichte rondje zelfbedrog nog niet hebben afgeschaft, is me volkomen een raadsel.

Overigens komt het winteruur in Oslo nagenoeg overeen met de zonnetijd (en je merkt dat ook), in tegenstelling tot Brussel waar men er ongeveer drie kwartier naast zit. Brussel zou dus beter aansluiten bij GMT, en in de zomer de klok maar liefst zeven kwartier laten voorlopen is al helemaal te gek voor woorden.

De ene persoonlijke mening is de andere niet...

Rocco Buttiglione heeft zich teruggetrokken voor de post van Europees commisionaris voor Justitie en Binnenlandse Zaken. Een verenigd front van roden, groenen en gelen vond dat zijn mening over homosexuelen en de rol van de vrouw hem voor die post ongeschikt maakten. Diezelfde roden en groenen hadden er echter absoluut geen problemen mee dat Wangari Maathai de grootste onzin verkondigde over de oorsprong van AIDS.

Rocco Buttiglione moest volgens progressief Europa hangen omdat hij vond dat homosexualiteit een zonde is. Hij voegde er echter aan toe dat dat zijn persoonlijke mening was, waar de eventuele strafbaarheid ervan een zaak van de staat was. Indien de Wetgever vindt dat homosexualiteit niet strafbaar is, legt hij zich daar uitdrukkelijk bij neer, ook al keurt hij die visie niet goed. Dit mocht echter niet baten, immers, homosexualiteit is volgens de linkse leer een normale zaak, en daar een andere mening op nahouden is behoorlijk verdacht, en zou men nog liefst van al strafbaar maken. De Holebifederatie meent in ieder geval dat op de post Justitie best iemand komt die er geen dissidente meningen op na houdt:
De Holebifederatie gaat er vanuit dat er nu op de post justitie een commissielid komt dat de uitgangspunten op vlak van gelijke rechten van de nieuwe grondwet en de richtlijnen van niet-discriminatie onvoorwaardelijk deelt.


Toen een maand geleden bekend werd dat Wangari Maathai de Nobelprijs voor de Vrede 2004 zou krijgen, was er echter meer ruimte voor afwijkende persoonlijke meningen. Groen! was toen alvast bijzonder verheugd, en maakte absoluut geen punt van de uitlatingen van Maathai over de oorsprong van AIDS. Wangari Maathai kreeg immers de Nobelprijs voor de Vrede omwille van haar groene inzet, en haar mening over AIDS was daarbij totaal irrelevant. Dat haar overtuiging baarlijke nonsens is, is daarbij geen enkel probleem. Meer zelfs, men zou kunnen opwerpen dat haar mening behoorlijk veel naar racisme ruikt, en dus niet bepaald bijdraagt tot de wereldvrede, maar dit mocht het groene feestje vooral niet verstoren.

Een vergelijking van de twee gevallen is bijzonder leerrijk. Kom je in conflict met één van de linkse dogma's, ook al gaat het over een persoonlijke mening die niet relevant is voor de post waarvoor je in aanmerking komt, dan moet en zal je hangen. Behoor je echter tot het goede gezelschap, mag je de grootste nonsens verkopen zonder dat dat problemen oplevert, ook al toon je hiermee aan dat je absoluut niet geschikt bent om de prijs die je toegekend werd te ontvangen.

vrijdag, oktober 29, 2004

Amerikaanse ambassade in Oslo heeft geen gevoel voor «humor»

Het Noorse rap-groepje Gatas parlement heeft moeten ondervinden dat de Amerikaanse ambassade in Oslo hun «humor» niet bepaald deelt. Gevolg: een proces verbaal door de politie, en de webstek van de campagne killhim.nu afgesloten.

Op de webstek is op dit ogenblik enkel een scan van het proces verbaal te zien, maar in de cache van Google kan de bladzijde (voorlopig) nog opgevraagd worden. Op deze bladzijde wordt verteld dat killhim.nu een breed-politieke, niet-religieuze actie is om geld in te zamelen voor een beloning voor wie George W. Bush neerschiet. In principe zijn ze wel tegen geweld en moord, maar volgens hen is het neerschieten van Bush te rekenen als zelfverdediging. Volgens Don Martin is de actie zowel een grap als serieus bedoeld.

Stel je voor dat iemand het in zijn hoofd zou halen om «voor de grap» een beloning uit te schrijven om Castro neer te schieten...

woensdag, oktober 27, 2004

Waarom Bert Anciaux België wil houden?

Bert Anciaux doet in zijn weblog van vandaag een bekentenis van formaat: hij vertrouwt op Wallonië om een rechts-conservatieve meerderheid in Vlaanderen onder de knoet te houden. Qua democratische ingesteldheid kan dit wel tellen.

Zo staat het er letterlijk:
Ik hoop dat we voldoende blijven inzien dat Wallonië ons kan helpen in het voorkomen van een onverdraagzame rechtse machtsgreep tegen de vrijheid van denken, tegen de seksuele vrijheid, tegen de godsdienstvrijheid en tegen culturele vrijheid in.
Hoe valt dit te rijmen met de democratie, nota bene volgens paragraaf 2 van de beginselverklaring de hoofdbron van het streven van SPIRIT? Ook de paragrafen in hoofdstuk III («Integrale democratie») van die beginselverklaring, onder de titels «Radicale democratie» en «Federalisme», krijgen toch maar een merkwaardige klank.

Van het «Waalse vrienden, laten we scheiden» van Lionel Vandeberghe, senator voor SPIRIT, naar een minister in functie in de Vlaamse regering die de hulp vanuit Wallonië inroept om onverdraagzame machtsgrepen in Vlaanderen te voorkomen: het zelfbeschikkingsrecht der volkeren geldt blijkbaar alleen maar voor volkeren die een links-liberale koers willen varen. De anderen hebben wat «hulp» uit buurlanden nodig. Hoe ver zou Bert Anciaux trouwens willen gaan in de «hulp» vanuit Wallonië om die «onverdraagzame rechtse machtsgreep» te voorkomen? Hebben we in dat verband misschien al een voorproefje gezien bij de stemming van het migrantenstemrecht?

dinsdag, oktober 26, 2004

IJzerbedevaartcomité slaat nagels met koppen

In een persmededeling die vandaag verstuurd werd slaat het IJzerbedevaartcomité nagels met koppen: de Vlaamse partijen mogen in het Vlaamse parlement zoveel stoere taal verkopen als ze willen, het is enkel in het federale parlement dat er iets gedaan kan worden aan de solidariteit-op-z'n-Belgisch in de Sociale Zekerheid.

Uit een persmededeling van de N-VA blijkt dat ook zij dit beseffen. Dit neemt echter niet weg dat CD&V en N-VA in het Vlaams parlement en in de Vlaamse regering alvast een prestatie hebben neergezet. Ze hebben de studie van ABAFIM uiteindelijk toch uit de schuif kunnen halen, en meer zelfs, uit het antwoord van Yves Leterme op een vraag van Bart de Wever blijkt dat de Vlaamse regering van plan is de situatie permanent in het oog te houden. Dit zal op termijn drie belangrijke gevolgen hebben voor het debat over de splitsing van de Sociale Zekerheid:
  1. De grootte van de overdrachten in de Sociale Zekerheid zullen nu door de Vlaamse overheid vastgesteld worden, en dus niet meer afgedaan kunnen worden als propaganda van het Vlaams Blok, ondanks KBC-studies;
  2. De grootte van de overdrachten zullen jaarlijks berekend worden, waardoor er een beter overzicht zal zijn, en het argument verdwijnt dat die overdrachten enkel iets uit het verleden zijn, of dat er geen recente cijfers beschikbaar zijn en er dus geen discussie kan gevoerd worden;
  3. De overdrachten zullen jaarlijks in de actualiteit terecht komen wanneer de cijfers bekendgemaakt worden.
Het globale gevolg van dit alles zal zijn dat de Vlaamse publieke opinie zich meer en meer bewust zal worden van de omvang van deze overdrachten, waardoor het consequente Waalse njet hoe langer hoe minder houdbaar zal blijven. Of Elio di Rupo zijn nummertje zal kunnen blijven opvoeren door te stellen dat alles bespreekbaar is behalve de splitsing van de Sociale Zekerheid, zoals hij dit week-end nog in een interview verklaarde, is dan zeer de vraag.

maandag, oktober 25, 2004

Brussel-Halle-Vilvoorde: Quousque tandem? (2)

Voor Bart de Wever, pas verkozen voorzitter van de N-VA, kan «onverwijld» blijkbaar ruim zes maanden overspannen.

Zoals reeds gemeld in de eerste aflevering van deze soap (die ongetwijfeld lang zal worden), bereidt de N-VA er haar aanhang stilaan op voor dat de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde niet voor Nieuwjaar rond zal zijn. Bart de Wever liet zich dit week-end niet vastpinnen op een datum,
al zou het einde van het jaar mooi zijn.
Verder verklaarde hij ook het volgend:
Geen spelletjes dus. Het is de verdomde plicht van de Vlaamse partijen om samen op resultaat te spelen.
Daar zijn die «resultaten» dus weer. Laten we toch maar hopen dat het uiteindelijke resultaat van dit alles niet zal zijn dat er veel met de voeten van de Vlamingen gespeeld werd, en verder niets.

Net vandaag werd er een nieuwe opiniepeiling gepubliceerd, deze keer eentje van Le Soir/RTBf. In deze peiling scoren CD&V en N-VA samen 25,5%, voor de tweede keer op rij onder de 26,1% van 13 juni. Het kartel zit daarmee wel binnen de foutenmarge, maar een tendens begint zich toch stilaan af te tekenen. Zouden de glijdende ultimata voor de splitsing Brussel-Halle-Vilvoorde er iets mee te maken kunnen hebben?

zondag, oktober 24, 2004

Willen we België houden?

Bij De Standaard zouden ze toch stilaan beter moeten weten dan polls (in het Nederlands: opiniepeilingen) te organizeren over het behoud van België.

Op dit ogenblik (1056 stemmen) is de stand 59/41 in het voordeel van de separatisten. 619 mensen hebben dus «Neen» gestemd, en dat zijn er 182 meer dan de 437 brave zielen die België toch nog willen behouden.

Ik kan me inbeelden dat ze in Groot-Bijgaarden niet bepaald een vreugdedans gaan doen wanneer ze maandagochtend de resultaten gaan nalezen. Zelfs als de BUB deze namiddag massaal zou mobiliseren, zal het moeilijk worden om aan een Belgische meerderheid te raken.

donderdag, oktober 21, 2004

Statistieken: wie is de grootste?

Volgens CARBlog snappen de journalisten niets van statistiek. In een artikel schreeuwt hij uit dat De Standaard blundert, maar zijn de journalisten de enige schuldigen?

Allereerst, geïsoleerd gezien, dat wil zeggen gezien door de bril van een statisticus, heeft Bartel Volckaert uiteraard volkomen gelijk. Op basis van de resultaten kan men niet besluiten dat het Vlaams Blok groter is dan het Vlaams Kartel CD&V-N-VA. Of toch niets anders dan dat de kans dat het Vlaams Blok groter is slechts marginaal hoger dan 50% is. Houdt men echter rekening met het feit dat het Vlaams Blok over het algemeen 2 à 3% te weinig scoort in opiniepeilingen, kan men rustig zeggen dat het Vlaams Blok op dit ogenblik wel degelijk de grootste partij in Vlaanderen is. Vóór de verkiezingen scoorde het Vlaams Blok in de opiniepeilingen rond de 22%, om uiteindelijk op 24,1% uit te komen.

De klacht van Volckaert is echter dat er conclusies getrokken worden uit een verschil van 0,1% tussen de scores van twee partijen bij een foutenmarge van 2,25%. Hij heeft gelijk dat dit de onkunde van de journalisten bewijst, maar anderzijds, gaan de opiniepeilers hier dan vrijuit? Bij een foutenmarge van 2,25% is het eigenlijk op zich al onzin dat men resultaten voorlegt met een cijfer na de komma. Een wetenschappelijk correcte weergave van de resultaten is dus niet dat het Vlaams Blok een uitslag van 24,3% en de CD&V een uitslag van 24,2% halen, maar wel dat beiden een uitslag van 24% behalen. Snappen de opiniepeilers dan eigenlijk wel iets van statistiek? (Waarschijnlijk wel, maar de klant is niet geïnteresseerd in een wetenschappelijk correct rapport, maar in een rapport waarmee een interessant artikel kan geschreven worden met een vette titel die lezers trekt.)

Luc van Braekel bespreekt ook het artikel, en haalt een reactie van een lezer van internetjournalistiek.be aan:
Als ik geflitst wordt aan 140 en jij wordt geflitst aan 145 (door dezelfde multanova en die hebben een foutmarge van 10%) dan reed jij sneller dan ik.
Ik vrees dat iedereen, ook veel van de reageerders op het forum van Luc, zich laten vangen door de foute opschaling die hier gebeurt. Wanneer we de resultaten van de opiniepeiling opschalen, dan wordt de CD&V geflitst aan 140 km/h, en het Vlaams Blok niet aan 145 km/h, maar aan... 140,6 km/h (140 * 24,3 / 24,2). De opgeschaalde foutenmarge bedraagt verder 13 km/h, wat toevallig overeenkomt met de 10% van de multanova aan die snelheid. De vraag is dan wie er zijn hand voor in het vuur wil steken dat iemand die aan 140,6 km/h geflitst werd ook werkelijk harder heeft gereden dan iemand die aan 140 km/h werd geflitst door een multanova met een foutenmarge van 13 km/h.

dinsdag, oktober 19, 2004

Frank Vandenbroucke, pleitbezorger van l'Etat belgo-flamand?

Gisteren publiceerde Frank Vandenbroucke (SP.A) een open brief, met als belangrijkste conclusie dat de CD&V zou moeten toetreden tot de federale regering, omdat asymmetrische regeringen in het federale België niet kunnen samenwerken. Hij vergeet echter te vertellen welke andere effecten een consequente doorvoering van het principe van de symmetrische regeringen heeft.

De gebeurtenissen van de laatste weken hebben Frank Vandenbroucke ervan overtuigd dat een klassieke federale tripartite absoluut noodzakelijk is, omdat anders het noodzakelijke vertrouwen tussen de verschillende regeringen zou ontbreken. Een consequente doorvoering van dit principe van symmetrische regeringen heeft echter nog wel wat gevolgen, die erop neerkomen dat Vlaanderen de samenstelling van alle andere regeringen in België dicteert. De gevreesde Etat belgo-flamand met andere woorden.

Eén van de eerste gevolgen is dat de MR terugkeert in de Franse Gemeenschapsregering en de Waalse Gewestregering. Men kan zich immers niet voorstellen dat er geen vertrouwen nodig zou zijn tussen het federale en het Franstalige/Waalse niveau. Een ander gevolg is dat Ecolo uit de Brusselse regering verdwijnt, en dat de MR ook daar terug aan de macht deelneemt. In de Duitstalige regering ten slotte verdwijnt de PDB uit de regering ten voordele van de CSP. Hierdoor krijgt men op alle niveaus rooms-paarse regeringen zonder enige uitzondering. Merkwaardig genoeg spreekt Frank Vandenbroucke in zijn open brief enkel van de CD&V-intrede in de federale regering - misschien liet hij gewoon de rest van de gevolgen als een oefening voor de lezer?

Eerlijk gezegd geloof ik niet dat dit een vergetelheid was. Het échte probleem is niet dat van de asymmetrische regeringen, maar dat van de Vlaamse asymmetrische regering. De SP.A en de VLD hebben problemen om de CD&V onder controle te krijgen, zowel op communautair als socio-ekonomisch vlak.

Op het communautaire vlak is het probleem namelijk dat de CD&V niet zomaar goedschiks neer wil leggen bij Vlaamse toegevingen om Brussel-Halle-Vilvoorde te splitsen. De CD&V is niet gebonden door federale ministerposten die in het gedrang komen bij een eventuele federale regeringscrisis, en kan zich dus principiëler opstellen dan anders het geval zou zijn. Meer zelfs, het kan al te grote Vlaamse toegevingen aan de klok hangen, en zo SP.A en VLD in verlegenheid brengen.

Het tweede probleem, dat op socio-ekonomisch vlak, is eigenlijk ook een communautair probleem (maar welk probleem is niet communautair in België?). Wanneer de federale regering aan de gewestelijke en gemeenschapsregeringen extra inspanningen vraagt die in het nadeel van Vlaanderen spelen, heeft de CD&V er alle belang bij om daar veel ruchtbaarheid aan te geven. Gevolg is dat de verhoging op de bijdragen op het vakantiegeld van het personeel van gewesten en gemeenschappen niet gauw-gauw geregeld kan worden, maar dat CD&V en N-VA daarover veel misbaar maken. Frank Vandenbroucke voegt geen conclusie toe aan zijn paragraaf over dit onderdeel, maar men kan zich moeilijk van de indruk ontdoen dat Vlaanderen hier nadelig uitkomt. Als minister van de Vlaamse regering zou hij hierover nochtans beter klare wijn schenken.

maandag, oktober 18, 2004

Stevaert en Cuba

Wat heeft Stevaert eigenlijk in Cuba te zoeken? Hij is er weer voor een tiendaagse reis, en was er ook al anderhalf jaar geleden. Maakt hij er soms afspraken om charters in te leggen zodat Vlamingen er zelf de zegeningen van het socialisme kunnen komen observeren?

Het is op Cuba nochtans niet allemaal rozengeur en maneschijn, als we Stevaert moeten geloven. «Vergeleken met Cuba zijn onze problemen niets,» aldus de voorzitter van de SP.a. Hoe zou dat komen? Te weinig socialisten in de regering misschien? Of zouden ze er ook last hebben van oppositiepartijen die aan anti-politiek doen?

Verleden keer werd hij trouwens door Castro persoonlijk naar de luchthaven gebracht. Echt vies van een dictator is hij dus niet. Meer zelfs, één van zijn ministers, Aleida Guevara, dochter van, mocht later naar zijn bal komen. Het lijkt allemaal verdacht veel op het «kaarsjes branden op het altaar van de Cubaanse caudillo Fidel Castro die elke zweem van afwijkende mening ongenadig bestraft», zoals Mia Doornaert nog niet zolang geleden schreef. De manier waarop Steve Stevaert behandeld wordt staat in ieder geval in schril contrast met wat Boris Dittrich (D'66), Kathleen Ferrier (CDA) en Jorge Moragas (Partido Popular) amper een paar dagen geleden nog te beurt viel. Ze werden op een vliegtuig huiswaarts gezet nog voor ze goed en wel de Cubaanse bodem betreden hadden.

zondag, oktober 17, 2004

De Standaard kent de Chicago Tribune niet

De New York Times en enkele andere kleinere kranten steunen Kerry, terwijl de webstek van Bush geen steun van kranten vermeldt, schrijft De Standaard. Tweemaal correct, maar niet het volledige verhaal.

Zo staat het er letterlijk:
Naast de New York Times verklaarden ook de Dayton Daily News (Ohio), de Star-Tribune of Minneapolis (Minnesota) en de Boston Globe (Massachusetts) zondag hun steun aan de kandidatuur van Kerry. Boston (Massachusetts) is de thuisbasis van John Kerry, maar de andere twee kranten worden verspreid in sleutelstaten met een groot percentage aan onbesliste kiezers.

De website van president Bush bevat tot op heden geen enkele naam van een krant die haar steun aan hem betuigt.
The Chicago Tribune sprak vandaag nochtans zijn steun voor president Bush uit. Is The Chicago Tribune in de ogen van De Standaard een flutgazet? Of weten ze ginder dat de krant Bush steunt, maar hebben ze gewoon hun woorden weer eens goed «gewikt»? Bij Gazet van Antwerpen zijn ze in ieder geval blijkbaar toch iets beter geïnformeerd.

Overigens is geen van de twee kandidaten sant in eigen land...

Addendum: Ze hebben The Chicago Tribune dan toch ontdekt:
The Chicago Tribune en drie minder bekende kranten schaarden zich achter Bush.
Citaten uit het editoriaal konden er echter niet af, toch niet uit het editoriaal van The Chicago Tribune.

zaterdag, oktober 16, 2004

Brussel-Halle-Vilvoorde: Quousque tandem? (1)

Door het wetsvoorstel over de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde voor advies naar de Raad van State te sturen wordt het onmogelijk om het arrondissement nog dit jaar te splitsen, tenzij er voldoende toegevingen aan de Franstalige partijen worden gedaan om hen ervan te weerhouden de alarmbelprocedure in gang te zetten.

Kamervoorzitter Herman De Croo stuurde het voorstel om het kiesarrondissement te splitsen op 15 oktober voor advies naar de Raad van State. Het gevolg daarvan is dat het voorstel niet besproken kan worden in de kamercommissie van Binnenlandse Zaken voor 15 november. Men mag ervan uitgaan dat die besprekingen hun tijd zullen vergen, waarna nog de stemming in Kamer en Senaat moet volgen. Vervolgens kunnen de Franstalige partijen de alarmbelprocedure in gang zetten, en aangezien die de federale regering dertig dagen de tijd geeft om een compromis uit te werken, is het vrijwel onmogelijk voor de Vlaamse partijen om op eigen kracht de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde nog door te voeren voor 1 januari 2005. Nochtans wil de Vlaamse regering het arrondissement gesplitst zien voor die datum.

In een persmededeling heeft de N-VA echter al laten weten dat voor hen alleen het resultaat telt. Het lijkt erop dat men de eigen aanhang erop wil voorbereiden dat 1 januari 2005 niet gehaald zal worden. Vast staat dat «onverwijld» op dit ogenblik al meer dan vier maanden bedraagt, en dat er al vijf maanden zullen verschreden zijn sedert de verkiezingen wanneer het voorstel eindelijk in de kamercommissie besproken zal kunnen worden. Met een alarmbelprocedure erbij spreken we al over zes maanden, zonder dan nog rekening te houden met eventuele andere vertragingsmaneuvers van de Franstalige partijen. Het verschil met de Francorchamps-wet, het migrantenstemrecht of de splitsing van de wapenhandel is stuitend.

Is een splitsing voor 1 januari daarmee onmogelijk? Theoretisch niet. De maand tijd die men nu gewonnen heeft door het voorstel naar de Raad van State te sturen kan immers gebruikt worden om te onderhandelen over Vlaamse toegevingen, waardoor de Franstaligen kunnen afzien van een alarmbelprocedure. Premier Guy Verhofstadt pleitte er immers al voor dat er een meerderheid in beide taalgroepen gevonden zou worden. Concreet betekent dit dat de Vlamingen niet alleen hun numerieke meerderheid zouden moeten opgeven, maar bovendien dat de Franstaligen in hun eigen groep geen drievierde meerderheid moeten hebben om een splitsing tegen te houden, maar kunnen volstaan met een gewone meerderheid.

vrijdag, oktober 15, 2004

Noorse koning Olav buitenechtelijk kind?

Donderdag werd in Noorwegen het boek Folket (Het Volk) gepresenteerd waarin de auteur Tor Bomann-Larsen stelt dat de Noorse koning Haakon niet de biologische vader van koning Olav zou zijn.

In tegenstelling tot wat de titel van het artikel in De Standaard suggereert, is koning Olav geen buitenechtelijk kind, ook al zou hij biologisch niet de zoon van zijn vader zijn. Er is immers geen sprake van dat Olav het resultaat is van een avontuurtje van prinses Maud, maar wel van kunstmatige inseminatie.

Om te beginnen is er enige achtergrondinformatie nodig over hoe het moderne Noorse koningshuis ontstaan is. In 1905 scheurde Noorwegen zich af van de Personele Unie tussen Noorwegen en Zweden. Om een grotere kans op slagen te hebben, kozen de separatisten ervoor van Noorwegen een koninkrijk en geen republiek te maken. Bovendien genoot een Scandinavische prins de voorkeur, zodat men een band kon leggen met de vroegere Noorse koningen. Uiteindelijk viel de keuze op de Deense prins Carl, kleinzoon van de toenmalige Deense koning, onder andere omdat hij tot dan toe een voorbeeldig leven had geleden, en niet in het minst omdat hij reeds een zoontje had waardoor de opvolging verzekerd was. Deze prins Carl nam bij de aankomst in Noorwegen de naam Haakon aan, terwijl Alexander Edward Christian Frederik, het zoontje, de nieuwe naam Olav kreeg, om aan te sluiten bij de namentraditie van de oude Noorse koningen. Het is rond de biologische band tussen deze twee mannen dat de sensatie van de laatste dagen draait.

De schrijver Bomann-Larsen laat zijn stelling rusten op een aantal aanwijzingen die zouden moeten aantonen dat Olav niet de natuurlijke zoon is van Haakon. Het gaat om de volgende punten:

  1. Het duurde zes jaar eer prinses Maud zwanger raakte, ook al had zijzelf een sterke wens om kinderen te krijgen.

  2. Prins Carl zou onvruchtbaar geworden zijn door een ontsteking tijdens wat de schrijver een «nogal liederlijke marinetocht naar West-India» noemt. Volgens hem gaat het over een ziekte in lichaamsdelen die een betekenis zouden kunnen hebben voor de vruchtbaarheid, zoals een prostaatontsteking of een ontsteking in de bijballen. Tegelijkertijd geeft de auteur toe dat de diagnose die hij kreeg bijzonder vaag was, en de mogelijkheid dat het over een geslachtsziekte ging, wordt niet vermeld.

  3. De rustkuur van prinses Maud in de zomer en herfst van 1902 was uiterst geheim en gebeurde in een privaat ziekenhuis in Londen. Prins Carl was op dat ogenblik in het buitenland, en zag zijn vrouw pas twee maanden later terug, namelijk op 17 oktober 1902. Koning Olav werd geboren op 2 juli 1903, en dit betekent voor een «normale zwangerschap» dat Olav ergens tussen de 7de en de 10de verwekt zou zijn. Bovendien zijn er geen aanwijzingen dat Olav te vroeg geboren zou zijn, waaruit zou moeten volgen dat prins Carl niet bij prinses Maud was toen Olav verwekt werd.

  4. Prinses Maud stond tijdens haar rustvakantie onder het toezicht van de zeer discrete vertrouwensman dr. Francis Laking. Bomann-Larsens theorie is nu dat deze dokter prinses Maud bevrucht zou hebben met zijn eigen zaad, of dat van zijn zoon Sir Guy Francis Laking. Kunstmatige bevruchting was in die dagen niet bekend voor de meeste mensen, maar onder medici was dit anders. Bomann-Larsen stelt vervolgens dat als er een medische verklaring is voor het «wonder in Appleton», dat dr. Laking dan de meest effectieve en discrete donor zou geweest zijn die men zich kon wensen, en dat niemand een garantie voor een beter resultaat had kunnen geven.

  5. Bomann-Larsen sluit niet uit dat het de zoon van dr. Francis Laking was die zaaddonor was, en vermeldt onder meer dat de zoon zeer geliefd was bij de Britse koning Edward. Sir Guy was echter in het buitenland op het ogenblik van de conceptie, tenzij Olav minstens een week over tijd geboren zou zijn.

  6. Als kroonstuk voor de bewijsvoering presenteert de auteur portretten van Sir Guy Francis Laking en koning Olav.

    Sir Guy Fancis LakingKoning Olav
    De gelijkenis is opvallend, maar men moet hier toch voorzichtig zijn. De haarsnit is immers vrijwel identiek, beiden hebben een jas met hoge kraag, en medailles opgespeld. Ook de pose is vrijwel identiek en typisch voor die tijd. De Noorse politicoloog Jon Gunnar Arntzen, hierover ondervraagd door Aftenposten, merkte overigens op dat op die manier ook de Noorse Eerste Minister Jens Brattlie tot broer van de dr. Francis Laking kan uitroepen.

  7. De zwangerschap werd lange tijd geheim gehouden, en dr. Laking hield nogal wat détails errond geheim, onder andere wanneer de zwangerschap begonnen zou zijn.

  8. De Deense koning Christian IX kende Sir Francis Laking het Grootkruis van de Dannebrog (de Deense vlag) toe «omdat hij -door zijn miraculeuze kuur- de koning een nieuwe Deense prins had geschonken».



De bewijsstukken die aangevoerd worden zijn niet volledig sluitend, en zolang er geen DNA-onderzoek wordt gedaan kan men eigenlijk blijven speculeren. Het Noorse koningshuis heeft echter ondertussen laten weten dat het geen informatie heeft die zou doen besluiten dat koning Olav niet de biologische zoon van koning Haakon was, maar dat natuurlijk elke auteur het recht heeft te schrijven wat hij wil.

Voor de Noorse bevolking is de hele zaak uiteraard sensationeel nieuws, maar het verandert de houding tegenover het koningshuis vrijwel niet. Enkel bij een fractie van het republikeinse gedeelte van de bevolking, zo'n dikke twintig percent, zou de houding tegenover het koningshuis nu negatiever zijn dan vroeger.

maandag, oktober 11, 2004

Nobelprijswinnaar krijgt meer kritiek

Wangari Maathai krijgt meer kritiek te verwerken omdat ze weigert oervolkeren te erkennen.

Edward Porokwa, bestuurslid van de OIPA (Organisation of Indigenous Peoples of Africa) reageert sterk op de toekenning van de Nobelprijs voor de Vrede aan Wangari Maathai. Aanleiding hiervoor zijn haar uitspraken in een interview met NRK Sámi Radio, waarin ze verklaarde problemen te hebben met het begrip en concept oerbevolking. Wangari Maathai meent dat het fout is de bevolking op te delen, en vindt persoonlijk dat alle zwarten in Afrika tot de oerbevolking horen, ook al heeft niet iedereen dezelfde levenswijze. Ze wil echter de Masai in Kenya niet erkennen als als een oervolk.

Geir Tommy Pedersen, voorzitter van de Sameråd (Parlement in Lapland), vindt het een foute beslissing van het Nobelcomité om haar de Nobelprijs voor de Vrede te geven. Hij is echter niet verrast door haar uitspraken, omdat ze zelf behoort tot de machtélite in Kenya. Hij vindt dat het comité een beter achtergrondsonderzoek had moeten doen, omdat haar uitspraken tot conflicten leiden en volkeren onrecht aandoen. De oervolkeren zijn precies de armsten, de zwaksten, en zonder rechten in Afrika, en een Nobelprijswinnaar zou precies de zwaksten in de maatschappij moeten beschermen.

zondag, oktober 10, 2004

Wangari Maathai herhaalt uitspraken over AIDS

Wangari Maathai werd de laatste dagen geconfronteerd met haar eigen uitspraken over de oorsprong van AIDS in de Noorse media. Of ze nog steeds meent dat AIDS aangemaakt werd door blanken in laboratoria is onduidelijk, maar ze blijft ervoor waarschuwen niet zo naief te zijn te denken dat AIDS van apen afkomstig zou zijn.

In een interview met de Noorse openbare zender NRK ontkende Wangari Maathai op vrijdag dat de conclusie van haar uitspraak in Nyeri was dat de blanken AIDS zouden aangemaakt hebben om de zwarten in Afrika uit te roeien. Ze voegt er echter onmiddellijk aan toe dat ze er de aandacht op wou vestigen dat het al te naief zou zijn te denken dat AIDS van apen afkomstig zou zijn «of wat ze ons ook wijs zouden maken».

Ondertussen rapporteert de commerciële zender TV2 dat Maathai op zaterdag op een persconferentie in Nairobi herhaald zou hebben dat AIDS wel degelijk een biologisch massavernietigingswapen zou zijn. Ze vraagt zich rethorisch af waarom er zoveel geheimhouding is rond AIDS. «Wanneer je vraagt waar AIDS vandaan komt, duikt iedereen onmiddellijk in de loopgraven, en dat maakt me wantrouwig,» verklaarde ze.

Zondag maakt de Noorse krant Aftenposten dan weer in een artikel bekend dat ze nooit heeft beweerd dat AIDS in een bepaald werelddeel aangemaakt zou zijn. Ze verklaart dat we vandaag weten dat AIDS veroorzaakt wordt door een virus, maar dat we niet weten waar dat virus vandaan komt, en dat men in de wetenschap alle vragen moet stellen. Ze wijst er verder op dat de verantwoording om Iraq binnen te vallen precies was dat Saddam wapens voor biologische oorlogsvoering maakte, en daardoor kan men, wetenschappelijk gezien, niet uitsluiten dat AIDS in een laboratorium aangemaakt werd. «De theorie dat het AIDS-virus van apen afkomstig zou zijn houdt geen steek. We hebben met deze apen samengeleefd sedert ons ontstaan, waarom zou AIDS dan pas de laaste decennia ontstaan zijn,» vraagt ze met akademische rethorische zelfverzekerdheid. Dat ze bijgedragen heeft aan een samenzweringstheorie dat AIDS uitgevonden werd tegen de zwarten wijst ze echter volledig van de hand.

Ook interessant om te weten is dat het Nobelcomité niet op de hoogte was van de uitspraken van Maathai over AIDS. Tegenover het Noorse persbureau NTB verklaarde Ole Danbolt Mjøs, voorzitter van het Nobelcomité, dat er in ieder geval voldoende grond is om haar uitspraken te onderzoeken. Ook directeur Geir Lundestad was niet op de hoogte van haar uitspraken.

zaterdag, oktober 09, 2004

Wangari Maathai en AIDS

Wangari Maathai krijgt de Nobelprijs voor de Vrede 2004 omdat ze «wetenschap, sociale bevlogenheid en actieve politiek combineert». Nochtans waren haar uitspraken op een conferentie in Nyeri op zijn minst opmerkelijk wat het wetenschappelijke aspect betreft.

Het Noorse Nobelcomité schrijft het volgende in zijn verantwoording:
Maathai combines science, social commitment and active politics.

De Deense krant Jyllands-Posten levert op 21 september 2004 in een artikel nochtans scherpe commentaar op haar uitspraken wat AIDS betreft. Het artikel gaat over de gevolgen van AIDS op het Afrikaanse platteland, en wijst erop dat één van de grote problemen bij de bestrijding ervan is dat er in Afrika veel geloof wordt gehecht aan de mythe dat AIDS een wapen van de banken zou zijn om de zwarten uit te roeien. Wat de zaken nog erger maakt is dat de regering van Kenya die mythe bevestigt, zoals bijvoorbeeld op een conferentie in Nyeri in augustus. De krant schrijft letterlijk:
Myten blev i slutningen af august holdt i live på regeringsniveau, da den kenyanske viceminister, professor Wangari Maathai, på en konference i Nyeri i det centrale Kenya betegnede aids som et biologisk masseødelæggelsesvåben fabrikeret af den rige verden for at udrydde den sorte race på det afrikanske kontinent. Hun tilføjede, at afrikanere igennem årtier har været naive nok til at falde for den hvide løgn om, at aids kommer fra aber.

Vertaling:
De mythe werd op het einde van augustus op regeringsniveau in leven gehouden toen de Kenyaanse vice-minister, professor Wangari Maathai, op een conferentie in Nyeri in het centrale Kenya AIDS omschreef als een biologisch massavernietingswapen, aangemaakt door de rijke wereld om het zwarte ras op het Afrikaanse continent uit te roeien. Ze voegde er nog aan toe dat de Afrikanen gedurende decennia zo naief waren geweest om te vallen voor de blanke leugen dat AIDS van apen zou komen.

De krant vervolgt door haar uitspraak tegenover de pers te citeren, waarin ze zegt dat de ontwikkelde landen biologische oorlogsvoering gebruiken en primitieve volkeren met geweren overladen. Ze zouden de middelen hebben om dit te doen, en AIDS is een werktuig ontwikkeld door enkele boosaardige wetenschapslui.

Het is dus zeer de vraag of Wangari Maathai ook op het medische vlak een «voorbeeld en een bron van inspiratie is voor iedereen in Afrika die strijdt voor een duurzame ontwikkeling, democratie en vrede». En of haar uitspraken in Nyere bijgedragen hebben tot de wereldvrede durf ik ook sterk te betwijfelen...

Meer links:

vrijdag, oktober 08, 2004

Noorse belastingslijsten vrijgegeven

Ieder jaar worden de Noorse belastingslijsten vrijgegeven, en de laatste jaren zijn die ook beschikbaar over internet. Wie wil weten hoeveel de buurman of de Eerste Minister verdienen, hoeft het maar op te zoeken aan de hand van een eenvoudig formuliertje.

Vandaag werden de belastingslijsten vrijgegeven, en ze zijn nog beschikbaar tot 29 oktober. Iedereen die in Noorwegen belastingen betaalt staat op de lijst opgevoerd met het totale vermogen, de bruto inkomsten en de totale belastingen voor 2003. De lijsten kunnen op het plaatselijke belastingskantoor ingekeken worden, of je kan gewoon zoeken via www.skatteetaten.no.

Oorspronkelijk waren de lijsten uiteraard enkel op papier beschikbaar, maar de laatste jaren zijn ze ook elektronisch te raadplegen. De lijsten voor 2000, 2001 en 2002 zijn nog steeds beschikbaar, en ook de kranten kregen een elektronische kopie, maar nu is er een consensus ontstaan dat dit toch allemaal te ver gaat. De openheid rond de belastingen, voor de gemiddelde Vlaming waarschijnlijk de ultieme nachtmerrie, had als bedoeling belastingontduiking tegen te gaan. De basisgedachte was dat als je buurman kan controleren of het vermogen en de inkomsten die je op je belastingsbrief hebt opgegeven in overeenstemming zijn met zijn indrukken, dat je dan minder geneigd zou zijn om belastingen te ontduiken. Wie een duidelijke discrepantie ontdekt tussen wat officieel geregistreerd staat en zijn eigen indrukken, heeft trouwens de mogelijkheid dit ook te melden.

In de loop der jaren is dit echter ontaard in een soort fiscaal voyeurisme, waarbij men ieder jaar in de herfst controleert hoeveel de buurman, de collega's of de vrienden verleden jaar verdiend hebben. In de kranten verschijnen ook traditioneel top-tienlijstjes met wie het meest verdient, het grootste vermogen heeft, het meest belastingen moet betalen, en vervolgens lijstjes met politici, sportlui, zangers, kunstenaars, schrijvers, enz... Olav Thon is de rijkste man die voorkomt op de lijst, met een vermogen van 2,8 miljard Noorse kronen (om exact te zijn: 2.792.863.000 kronen of ongeveer 337 miljoen euro). Verleden jaar verdiende hij een goede 23 miljoen euro, en moest meer dan 10 miljoen euro belasting betalen. Overigens is niet hij de rijkste Noor, maar wel de reder John Fredriksen die niet in Noorwegen woont en dus ook niet voorkomt op de Noorse belastingslijst.

Het gevolg van het succes van de webstekken waar men de belastingsgegevens van iedereen kan opzoeken is dat de centrale webstek slechts een beperkte tijd toegankelijk zal zijn, en dat ook kranten hun elektronische kopies niet meer het hele jaar door beschikbaar mogen houden via een web-interface. De vraag stelt zich wat eigenlijk het nut was van het volledig beschikbaar zijn van die gegevens voor iedereen het hele jaar door. Indien men vermoedens heeft dat iemand met de belastingen knoeit, heeft men ruimschoots de tijd om dit te controleren, en de kranten hebben ook nog altijd de kans om hun fameuze lijstjes te publiceren. De rest van het jaar gaat het echter om vermaak en/of afgunst, wat meer in de richting gaat van een inbreuk op de privacy dan wat het oorspronkelijke opzet was van de openbare belastingslijsten.

Ook buitenlanders die in Noorwegen wonen en er belastingen betalen staan op de lijst. Iedereen kan dus tot 29 oktober controleren dat ondergetekende verleden jaar minder verdiende dan Olav Thon. Officieel dan toch.

Nobelprijswinnaar praat mond voorbij?

Alhoewel de officiële mededeling pas voor 11:00 gepland was, wist de Noorse krant Aftenposten reeds om 10:43 te melden dat Wangari Maathai de winnaar van de Nobelprijs voor de Vrede 2004 was.

In het artikel (ondertussen bijgewerkt) dat tot rond elf uur on-line was, stond te lezen dat Wangari Maathai aan een correspondent van Reuters gezegd had dat een Noorse diplomaat haar meegedeeld had dat ze de Nobelprijs zou winnen. NTB meldde dit aan Aftenposten, dat het nieuws om 10:43 on-line plaatste. Na de officiële mededeling werd het artikel bijgewerkt, en was er van een lekkage geen sprake meer.

Blijkbaar is één van de volgende twee dingen gebeurd: ofwel heeft de Noorse diplomaat die het nieuws moest overbrengen geflaterd en Wangari Maathai te vroeg op de hoogte gebracht, ofwel werd ze zelf niet precies op de hoogte gebracht over wanneer de mededeling officieel aangekondigd zou worden en dat de informatie die ze gekregen had nog onder embargo was. Merk trouwens op dat Kenya twee uur voorligt op Noorwegen, wat de fout kan verklaren.

Zie ook Wangari Maathai herhaalt uitspraken

Vlaanderen zal een hoge prijs betalen

Sven Gatz verklaart in De Standaard dat Vlaanderen een prijs zal moeten betalen voor de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde. Met onderhandelaars van zijn kaliber stelt zich onmiddellijk de vraag hoe hoog hij die prijs zélf al mee heeft helpen opdrijven...

Hieronder het opmerkelijke citaat:
Dat onnozel gedoe waarbij men zegt: we moeten hier splitsen en er geen prijs voor betalen, daarmee schiet je in je eigen voet.

Betaal je dan werkelijk een hogere prijs als je laag begint te bieden? Jammer genoeg verklaart hij in het interview niet hoe die paradox van Gatz precies in mekaar zit, want ik denk dat nogal wat Vlamingen die op zoek zijn naar een huis in de Rand rond Brussel zeer geïnteresseerd zouden zijn.

Belangrijker is dat men vanuit de VLD de Vlamingen duidelijk aan het voorbereiden is op een hoge prijs. Wat vier maanden geleden nog «onverwijld» diende te gebeuren, zal nu slechts een «aanzet» krijgen, en zelfs die «aanzet» zal misschien al duur zijn. En het zal interessant zijn te zien wat de houding van SP.A en VLD zal zijn indien CD&V en N-VA doordrijven en hun voorstel tot splitsing volgende week indienen in Kamer en Senaat. Het zou niet de eerste keer zijn dat die twee partijen in dit dossier op het moment van de waarheid hun beloften niet nakomen.

dinsdag, oktober 05, 2004

Brussel-Halle-Vilvoorde: wat brengen de volgende dagen?

Nu het DHL-probleem even naar de achtergrond verdwenen is, komt de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde weer naar de voorgrond. Patrick Dewael opende de discussie op zondag in de Zevende Dag door te verklaren dat een splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde vóór 12 oktober, de dag van de State of the Union, «niet essentieel» is.

Beginnen we met een overzicht van waar de verscheidene Vlaamse partijen staan. De positie van Groen! is nog het gemakkelijkst te omschrijven: de partij is nadrukkelijk niet geïnteresseerd. De partij heeft overigens geen vertegenwoordigers in Kamer en Senaat, zodat ze hoe dan ook slechts minimaal op het debat zou kunnen wegen als ze al zou willen. Bovendien is de achterban weinig of niet geïnteresseerd, dus heeft de partij ook daar geen reden om over Brussel-Halle-Vilvoorde stoere verklaringen af te leggen.

Bij SP.A probeert men een zo laag mogelijk profiel aan te houden. Met legt zo weinig mogelijk verklaringen af, en wanneer er dan toch verklaringen afgelegd moeten worden, zijn die vooral sussend. Steve Stevaert verklaarde na het partijbureau dat een aanzet tot een oplossing vóór 12 oktober voor de partij al voldoende zou zijn. Wat men precies onder een «aanzet» moet verstaan is niet helemaal duidelijk, maar het begrip laat duidelijk meer ruimte voor nadere invulling later dan de term «onverwijld» waarmee al vier maanden gewerkt wordt. De partij heeft wel af te rekenen met een hardnekkige stoorzender in het eigen kamp, namelijk Leo Peeters, de burgemeester van Kapelle-op-den-Bos, die reeds verklaarde dat een niet-splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde tot een volksopstand zou leiden.

De kartelpartner SPIRIT is om historische redenen wel geëngageerd, maar het is zeer de vraag of de partij zich meer zal kunnen profileren dan wat comfortabel is voor de SP.A.

De VLD heeft het al wat lastiger, om de eenvoudige reden dat de partij de Eerste Minister in de federale regering levert. Bovendien vreest de partij voor een crisissituatie waarbij het uit de federale regering zou kunnen verdwijnen. Zoals al bleek uit de hierboven aangehaalde verklaringen van Patrick Dewael is de partij er vooral op uit zoveel mogelijk tijd te winnen, in de hoop dat er uiteindelijk op magische wijze toch een compromis gevonden zou kunnen worden. Hoe dan ook valt er voor deze partij in dit dossier waarschijnlijk niet veel eer te halen, en dus probeert ze de schade zoveel mogelijk te beperken.

De CD&V zit federaal in de oppositie, en heeft dus automatisch meer ruimte om zich Vlaams te profileren. Bovendien zit de partij in een kartel met de N-VA, een kartel dat het toch liever zal willen behouden. De vraag is echter of het kartel stand zal kunnen houden wanneer zich een situatie voordoet die voor de CD&V goed genoeg is en de macht verzekert, maar die voor de N-VA niet voldoet. De N-VA is in het Vlaamse parlement niet nodig voor een meerderheid, en zou dus theoretisch in de oppositie kunnen belanden. Dit betekent dat als de N-VA in het kartel wil blijven, wat het waarschijnlijk ook moet doen wil het nog een politieke toekomst met regionaal en federaal verkozenen hebben, ze het niet veel harder kan spelen dan de CD&V die vroeg of laat misschien door de raison d'état geroepen wordt. Anderzijds kunnen beide partijen zich ook niet teveel toegevingen veroorloven door de hete adem van het Vlaams Blok. Uit de laatste peilingen bleek dat het Vlaams Kartel achteruitgaat en de eerste plaats moet afstaan aan het Vlaams Blok. Dit zal er niet op verbeteren door Vlaamse toegevingen. Het Vlaams Kartel wordt trouwens nu al achtervolgd door het «onverwijlde».

Wat zijn nu de mogelijkheden de komende dagen? Fundamenteel zijn er drie opties vóór 12 oktober: een federaal compromis, geen federaal compromis, of een federale regeringscrisis. Het zou kunnen dat er nog voor 12 oktober een federale regeringscrisis uitgelokt wordt, hetzij precies over de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde, hetzij over de begroting. Een mogelijk scenario is dat één van de Franstalige partijen uit de regering stapt omwille van de Vlaamse «chantage». Op dat ogenblik is het mogelijk dat er federale verkiezingen uitgeschreven worden, of dat een andere regering op de been gebracht wordt. Federale verkiezingen zouden in Vlaanderen vrijwel zeker een nieuwe overwinning voor het Vlaams Blok opleveren, waarna men het probleem van Brussel-Halle-Vilvoorde nog altijd niet opgelost heeft. Een scenario om te vermijden dus. Een andere mogelijkheid is dus een nieuwe federale regering op de been te brengen (bijvoorbeeld rooms-rood of rooms-paars), na nieuwe onderhandelingen, maar ook dit brengt geen oplossing dichterbij. Om die redenen lijkt een federale regeringscrisis vóór 12 oktober minder waarschijnlijk.

De tweede mogelijkheid, een federaal compromis voor 12 oktober lijkt op dit ogenblik ook eerder onwaarschijnlijk. Kan er wel een compromis gevonden worden, moet nog afgewacht worden in hoeverre CD&V/N-VA zich in het compromis kunnen vinden. Indien in het bijzonder CD&V niet akkoord kan gaan, stelt zich een probleem in de Vlaamse regering. Indien die partij het hard speelt en de paarse partijen ervan beschuldigt het Vlaamse regeringsakkoord niet na te leven, ontstaat er een regelrechte regeringscrisis, waarvoor slechts twee oplossingen bestaan, allebei al even onaantrekkelijk voor de huidige Vlaamse meerderheidspartijen: een nieuwe Vlaamse regering gevormd uit de CD&V, de N-VA en het Vlaams Blok, of een Vlaamse minderheidsregering van CD&V en N-VA, gedoogd door Vlaams Blok en/of paars. Een andere mogelijkheid is een breuk in het Vlaamse kartel, waarna de N-VA naar de oppositie verdwijnt.

De derde mogelijkheid, geen federaal compromis, lijkt me de meest waarschijnlijke. De Vlaamse partijen dienen dan hun voorstel tot splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde in Kamer en Senaat in, waarna de bespreking en de stemming ervan volgt, met daarna de alarmbelprocedure door de Franstalige partijen. Het dossier belandt dan op de tafel van de federale regering, die binnen de maand een oplossing moet vinden. Het voordeel van dit scenario is dat er veel tijd kan gewonnen worden, waarbij geen van de partijen voorlopig moet toegeven: de Vlaamse partijen hebben dan dit luik van hun regeringsakkoord uitgevoerd, terwijl de Franstaligen zich maximaal blijven verzetten. Ondertussen heeft men tijd om nieuwe compromissen uit te testen bij de verscheidene partijen. Bovendien opent het voor de Franstalige partijen een perspectief waarbij een splitsing niet doorgevoerd kán worden indien er toch nog een federale regeringscrisis zou ontstaan, bijvoorbeeld over DHL of de begroting. Een licht voordeel voor de Franstalige partijen dus, terwijl het het maximale scenario is dat de Vlaamse partijen op eigen houtje kunnen doordrukken.

zondag, oktober 03, 2004

Belgische Nobelprijs in 2004?

Uit slecht ingelichte bron werd vernomen dat niet ElBaradei maar Louis Michel dit jaar de Nobelprijs voor de Vrede krijgt. Vooral zijn verdediging van prille democratieën maakte indruk op het Nobelinstituut.

Officieel wordt pas op vrijdag bekendgemaakt wie dit jaar de Nobelprijs voor de Vrede krijgt, maar omwille van allerlei indiscreties in de omgeving van het comité van het Nobelinstituut is het nu reeds algemeen bekend in de Noorse hoofdstad wie dit jaar de prijs in de wacht zal slepen. Terwijl de meeste waarnemers zich verkeken op ElBaradei, werd de meest voor de hand liggende kandidaat over het hoofd gezien, namelijk onze eigenste Louis Michel.

Het idee om Louis Michel voor te dragen zou gegroeid zijn op de befaamde pralinetop waaraan Duitsland, Frankrijk en Luxemburg deelnamen. Het gebeurt niet elk jaar dat drie Europese grootmachten (België onthield zich uiteraard om de eigen Minister van Buitenlandse Zaken voor te dragen) gezamelijk een kandidaat voor de Nobelprijs voor de Vrede steunen. Het feit dat Louis Michel zich uitdrukkelijk niet als diplomaat wilde gedragen in zijn ambt van Minister van Buitenlandse Zaken zou de drie landen alleen maar meer overtuigd hebben om hem voor te dragen.

Op de méritelijst van Louis Michel staan onder andere zijn principiële verdediging van de prille democratie in Nepal, zijn vredesmissies naar de Grote Meren in Afrika, zijn weigering om zich te mengen in het gerechtelijke dossier naar aanleiding van de vervolging van Pinochet en Franks in het kader van de genocidewet, ondanks de grote politieke druk, zijn inspanningen om de democratie in Oostenrijk en Italië te beschermen door constructieve kritiek op de verkiezingsuitslagen, en niet in het minst zijn bezoeken aan Cuba en China waardoor hij duidelijk aangaf dat waar het de mensenrechten betreft, er geen compromissen gesloten kunnen worden.

Het comité hoopt dat andere Ministers van Buitenlandse Zaken meer het voorbeeld van Louis Michel zullen volgen in de komende jaren. Het is ook een genoegen voor het comité vast te stellen dat Louis Michel binnenkort in de Europese Commissie de post van ontwikkelingssamenwerking zal krijgen, en hoopt dat de prijs voor hem een aanmoediging zal zijn om in de ingeslagen weg verder te gaan.

zaterdag, oktober 02, 2004

Nobelprijs voor de Vrede

In tegenstelling tot wat een artikel op de blog van De Standaard eerst scheen te suggereren (het artikel werd ondertussen aangepast), wordt de Nobelprijs voor de Vrede niet door de Zweedse Nobelstichting in Stockholm maar door het Noorse Nobelinstituut in Oslo uitgereikt.

Alfred Nobel schreef expliciet in zijn testament dat de Nobelprijs voor de Vrede niet in Zweden, maar door een comité bestaande uit vijf personen gekozen door het Noorse parlement (Stortinget) uitgereikt moest worden. Dit jaar wordt de winnaar bekendgemaakt op vrijdag 8 oktober om 11:00, maar de beslissing werd reeds op 21 september geleden genomen. Zoals dat de gewoonte is wou de secretaris van het comité, Geir Lundestad, geen commentaar geven nadat de beslissing genomen was, ook niet óf er wel een winnaar zou zijn dit jaar. Het comité kan inderdaad ook beslissen dat er geen winnaar is, al valt dat uiterst zelden voor.

Dit jaar werd er een nieuw record gezet met maar liefst 194 kandidaten. Onder de kandidaten bevinden zich inderdaad ElBaradei, die getipt wordt als de kandidaat met de grootste kansen, naast o.a. Lugar en Nunn, Bush, Blair, Blix, EU, Milosevic en Vanunu. Bush en Blair werden voorgedragen door Jan Simonsen, parlementslid voor Demokratene, omwille van hun bijdrage voor de wereldvrede door Saddam Hussein van de macht te verdrijven in Irak.

Voormalig Eerste Minister en Minister van Buitenlandse Zaken Thorbjørn Jagland van de sociaal-democratische Arbeiderpartiet heeft de EU voorgedragen omdat de Unie volgens hem een vredesbouwer in Europa is geweest sinds de Tweede Wereldoorlog. Volgens hem zou het een mooi symbool zijn indien de Europese Unie juist in 2004, het jaar waarin een aantal voormalige Oostbloklanden toegetreden zijn, de Nobelprijs voor de Vrede zou krijgen. Wat echter tegen de Unie pleit is het feit dat Noorwegen geen lid is, en dat EU-lidmaatschap na twee referenda die telkens op een Nei uitdraaiden nog steeds een splijtzwam is in de Noorse politiek. De huidige centrum-rechtse minderheidsregering van Bondevik heeft zelfs, onder druk van de centrumspartijen Krf (christen-democraten) en Venstre («links»), in de regeringsverklaring een zogenaamde zelfmoordclausule opgenomen, waardoor de regering automatisch ten val komt indien er een nieuw officieel EU-debat op gang zou komen. De andere partij in de regering, het rechts-liberale Høyre («rechts»), is een uitgesproken voorstander van EU-lidmaatschap, maar moet dus op de tanden blijven bijten wil het de regering aan de macht houden.