donderdag, oktober 30, 2014

De Franstaligen hebben het nog steeds niet begrepen

Het was Benoît Lutgen die in verband met de affaire–Jambon nog eens de puntjes op de Franstalige i kwam zetten: «Er is geen enkele, maar dan ook geen enkele reden om te collaboreren». En dus moet Jan Jambon zijn klep houden, zoals dat heet, want de collaboratie «ligt gevoelig in Wallonië». Nochtans had Jan Jambon niets meer gezegd dan dat sommigen toch hun redenen (en niet: «goede» redenen) hadden om te collaboreren. De repliek «Een walgelijke vertoning» van Jaak Peeters bij de BRON kunnen we daarom alleen maar onderschrijven, maar mogen we toch even verder graven naar die Waalse gevoeligheden?

Na de schabouwelijk vertoning door PS-harpij Laurette Onkelinx in de Kamer is de conclusie duidelijk: niet alleen geldt le ridicule ne tue pas, we kunnen er nu ook aan toevoegen dat le ridicule se tue soi-même. Zou er immers in Vlaanderen nog iemand rondlopen die het mens serieus wil nemen of ermee geassocieerd zou willen worden? Misschien nog ergens bij één of andere dernier carré van de sp.a, die slechts om de veertien dagen eens uit de formaldehyde wordt gehaald, maar dat zal het dan zowat zijn.

Laten we echter niet vergeten dat het stukje theater dat Laurette Onkelinx ten beste gaf, ook niet meer dan dat was: theater. Het zijn de uitspraken van Benoît Lutgen die van groter belang zijn, omdat ze in rustig en in koele bloede gedaan werden.

Raak niet aan Franstalige gevoeligheden

Eerste luik van zijn reactie: de collaboratie ligt gevoelig in Wallonië, en dus dienen de Vlamingen in het algemeen, en Vlaamse politici in het bijzonder, zich te onthouden van uitspraken die de Franstalige dogma's over de collaboratie in vraag zouden kunnen stellen. En ze al zeker niet tegenspreken of zelfs weerleggen. Dat de collaboratie al evenzeer gevoelig ligt in Vlaanderen? Dat raakt zijn kouwe kleren natuurlijk niet. Alsof een Franstalige zich ooit ook maar iets zou moeten aantrekken van niet-Franstalige gevoeligheden, of er zich zelfs aan zou moeten storen. De suggestie alleen al!

Middenoostfronters

Tweede luik: in België bestonden er geen redenen om te collaboreren met de Duitse bezetter, en al zeker geen «goede» redenen. Dit is een opmerkelijke stelling in het licht van de tapijtbombardementen van de laatste maanden met redenen waarom IS-strijders wél naar Syrië en Irak mogen vertrekken, zonder dat we hen bij hun terugkeer zouden mogen vervolgen of zelfs nog maar met de vinger wijzen. Meer zelfs: het luttele feit alleen al dat we hen bij terugkeer wel eens zouden kunnen straffen in plaats van hen met open armen weer te ontvangen schijnt volgens sommigen al een gewettigde reden te zijn om naar Syrië te mogen vertrekken en daar wat christenen en jezidi's gratuit te gaan verkrachten en/of onthoofden. Waarom zou Benoît Lutgen het nog niet in zijn hoofd halen met dezelfde stelligheid van hierboven een gelijkaardige uitspraak te lanceren over de vele IS-strijders die vanuit België vertrekken? Daarvoor dienen we eens diep in de psyche van de Franstaligen te kijken.

Franse Beschaving en Verlichting

Een Franstalige verfranst immers niet omdat hij een doortrapte imperialist is die geen andere talen kan verdragen. Neen, hij doet dat omdat hij er nu eenmaal van overtuigd is dat Franstaligheid enerzijds en Beschaving en Verlichting anderzijds twee zijden van dezelfde –gouden– medaille zijn. Let wel: dit is niet eens een mening, maar voor hem een vaststaand feit waaraan niet getwijfeld kan worden. Er zit immers geen racisme in de stelling dat Frans superieur is aan Nederlands of ander Germaans gebrul, net zoals er ook geen racisme zit in de vaststelling dat een intelligente dolfijn een meer geavanceerde en dus hogere levensvorm is dan een simpele amoebe.

De voortdurende pogingen van de Franstaligen om het Frans in Vlaanderen ingang te doen vinden, in de hoop ooit Vlaanderen in zijn geheel te kunnen verfransen, heeft dus niets van doen met enige vorm van minachting voor het Menapisch dat in onze streken gebrald wordt, maar is een oprechte daad van liefdadigheid zodat ook wij eindelijk opgenomen zouden kunnen worden in de Franse Beschaving en Verlichting. Niet meer of niet minder. Onze afwijzing van hun goedbedoelde beschavingsopdracht houdt dan ook geen klein beetje een vernedering aan hun adres in. Wie, min of meer bij zijn verstand, wijst nu toch telkens opnieuw de Beschaving af? Zoiets zorgt uiteraard voor veel frustratie, en, inderdaad, «gevoeligheden».

Verzwarende omstandigheid?

En dus is de vraag niet of Vlaams-nationalisme een reden, laat staan een goede reden was om te collaboreren met de Duitse nazi's. Voor de Franstaligen is de vraag eerder: was Vlaams-nationalisme een verzwarende omstandigheid bij de collaboratie-misdaad, of was de collaboratie een verzwarende omstandigheid bij het Vlaams-nationalisme? Want voor hen valt het eigenlijk moeilijk uit te maken wat nu echt de ergste misdaad is: dat Vlaams-nationalisme dat de verfransing nog steeds blijft afwijzen, of collaboratie met nazi's.

En wat met het vernederende «Et pour les flamands la même chose» dan? Dat heeft natuurlijk nooit plaatsgevonden. Hoogstens was het alweer een uitnodiging om deel te nemen aan de Beschaving, en was het al behoorlijk vernederend voor de Franstalige officieren dat ze tijdens WO I überhaupt rekening dienden te houden met enkele Fransonkundige Vlamingen.

Collaboratie en… collaboratie

Het is daarbij typerend dat als men maar lang genoeg zoekt, perfect kan aantonen dat er nooit enige sprake was van een «Et pour les flamands la même chose» tijdens WO I. Vraag het maar aan Sophie de Schaepdrijver. De Standaard herinnerde er ons in dat verband op zaterdag 18 oktober aan dat gemakkelijk een gelijkaardige oefening gemaakt kan worden om aan te aantonen dat tijdens WO II geen enkele Vlaming collaboreerde omwille van enig Vlaams-nationalisme. Het waren ofwel idioten en arme sukkelaars (een kleine minderheid), ofwel doortrapte nazi's die volop dweepten met Adolf Hitler (de grote meerderheid). Maar als de citaten vermeld in het artikel “Hitler was hun held” de meest bezwarende citaten uit het boek Voor Vlaanderen, Volk en Führer waren, dan kunnen we niet zeggen dat we erg onder de indruk zijn van de bewijsvoering à charge.

Het is echter een pak veelzeggender dat een zogenaamde kwaliteitskrant die ooit nog het bekende AVV-VVK-logo op de voorpagina had prijken, zich zo gemakkelijk laat meeslepen en inschakelen in de Franse propagandamachine. Want het is gemakkelijk om achteraf vast te stellen wie de verzetshelden waren, en wie de collaborateurs, eens de uitslag van de oorlog bekend. Vraag het maar eens na in Charkiv, waar amper een paar maanden geleden nog de pro-Russische rebellen dappere verzetshelden waren, en pro-Oekraïeners vuile collaborateurs. Vandaag zijn de rollen er omgedraaid, en wil niemand er zich nog laten betrappen op enige sympathie voor Vladimir Poetin.

Wie zegt dat binnen enkele jaren ook in Vlaanderen de rollen niet omgekeerd kunnen zijn? Misschien zijn Belgische verzetshelden van vandaag, zoals bijvoorbeeld de auteur van het artikel Lieven Sioen of de auteur van het boek Aline Sax, dan wel de vuile collaborateurs met de Franstaligen? Hopelijk zullen de rechters tijdens hun proces niet al te veel in slaap vallen, en mild over hen oordelen.

zaterdag, oktober 18, 2014

Help, meer walrussen en minder tornado's!

Hebt u het ook gelezen? Sinds een paar dagen zitten er zo'n 35.000 walrussen bijeengepakt op één of ander strand in Alaska, en dat zou nog nooit voorgekomen zijn. Wie nu denkt: mooi dat er zoveel walrussen zijn, die zit er natuurlijk helemaal naast. Dit is immers een enorme ramp! Want eigenlijk hadden die walrussen op een stuk ijs moeten zitten in plaats van op een strand. En bovendien: dat er plots zoveel walrussen zijn is op zich ook al een gevolg van de globale opwarming, want zij hebben het nu te gemakkelijk om te overleven. Of hoe elk milieunieuws slecht nieuws kan zijn, als je maar wil dat het slecht nieuws is.

Alleen: in 2010 zaten er ook al eens een enorme groep walrussen samengepakt op precies hetzelfde strand. Met natuurlijk zo ongeveer dezelfde krantenkoppen en alarmerende artikels als gevolg. Het is interessant om die artikels vandaag eens opnieuw te lezen. Vooral de foto's komen zeer bekend voor.

WNF-campagne

O ja, dit bericht valt «toevallig» samen met de start van een campagne van het WNF om nog eens wat geld in te zamelen voor het verdwijnende poolijs. Let op: noordpoolijs, want de laatste jaren lijkt het ijs aan de zuidpool eerder toe te nemen dan te verdwijnen. Maar misschien is dat laatste op één of andere bizarre manier ook het gevolg van de globale opwarming.

Bovendien stond in sommige kranten het rekeningnummer van WNF plompweg onderaan het artikel vermeld. Ver hoef je dus niet te zoeken naar de «bron» van die bericht, en wie er belang heeft bij een zo groot mogelijk opgeklopt «dit is de ondergang van de wereld»-sfeertje.

Help, minder tornado's!

Wat al iets minder media-aandacht krijgt, is het feit dat het aantal tornado's in de Verenigde Staten voor de derde keer op rij afklokt op recordlaag niveau. Tornado's met uitsterven bedreigd, waarom lezen we dat nooit als pakkende krantenkop aan de ontbijttafel? Ook het aantal zware orkanen zit in een dalende lijn. Dat globale opwarming leidt tot meer extreem weer is dus blijkbaar niet van toepassing op de Verenigde Staten. Als er meer schade wordt opgemeten door extreem weer, heeft dat meer te maken met het feit dat er vandaag meer mensen zijn en er een pak meer gesofisticeerde infrastructuur te vernietigen valt dan pakweg een eeuw geleden. Of zelfs nog maar maar tien jaar geleden.

Globale opwarming foetsie

Maar bovendien, wie af en toe al eens buiten de Kwaliteitspagina's van de Grote Media (KGM) durft rond te surfen op het Internet, ontdekt al snel dat het eigenlijk niet zo goed gesteld is met de globale opwarming. Sedert 1997 is de temperatuur globaal niet gestegen. Daarom ook dat er nu in alle haast gewerkt wordt aan klimaatmodellen die een globale opwarming zouden kunnen verklaren zonder dat er ergens stijgende temperaturen gemeten worden. Met andere woorden: zelfs als de globale opwarming niet gemeten kan worden, moet en zal ze er toch zijn. Dat zulke modellen net zo goed een globale afkoeling zonder dalende temperaturen zouden verklaren, daar heeft voorlopig nog geen enkele klimatoloog bij stilgestaan.

Nieuwe ijstijd?

Dramatische oproepen dat we wel eens de laatste generatie zouden kunnen zijn die nog iets kan doen aan de globale opwarming, zouden dus wel eens op een merkwaardige manier correct kunnen zijn. Wij zijn misschien inderdaad de laatste generatie die nog wil geloven in de opgeklopte nachtmerrie van de door de mens veroorzaakte globale opwarming. De volgende generatie zou zich net zo goed opnieuw zorgen kunnen maken over een nieuwe ijstijd. Benieuwd of die nieuwe ijstijd volgens de klimatologen en de hen nakwakende media een even grote ramp zal zijn als de globale opwarming, of misschien zelfs een nog grotere. Wie zich uit de lessen geschiedenis nog iets herinnert over hoe het eraan toeging tijdens de Kleine IJstijd (vijftiende tot negentiende eeuw), overigens overvloedig gedocumenteerd in de schilderijen van Pieter Breughel de Jongere, kent alvast het correcte antwoord.

Dit artikel verscheen op 8 oktober 2014 in 't Pallieterke.

maandag, oktober 13, 2014

Hoe gevaarlijk is IS?

Stel je voor, je zit 's avonds rustig in je luie zetel naar TV te kijken –of beter nog, je favoriete weekblad 't Pallieterke te lezen– en er wordt plots aangebeld. Je verwacht geen bezoek meer, maar je slentert toch maar naar de voordeur om open te doen. Vijf minuten later zit je terug in de living, waar je samen met de rest van je gezin door enkele brutale kerels als een varken afgeslacht wordt terwijl ze Allahoe akbar roepen. Alles wordt netjes op video opgenomen, en een halfuurtje later staat de hele slachtpartij op YouTube. Slecht begin van nog maar eens een Die Hard-film? Mogelijk, maar ook één van de scenario's waar de Noorse veiligheidsdiensten deze zomer rekening mee hielden tijdens het terreuralarm.

Verleden week werden door de Australische politie vijftien mensen gearresteerd tijdens een anti-terreuroperatie. Het zou gaan om sympathisanten van de Islamitische Staat (IS) die concrete plannen hadden om op straat een executie –een onthoofding– uit te voeren. Opvallend is de gelijkenis met het hierboven geschetste scenario dat verleden week uitlekte in de Noorse pers: een willekeurige en zo brutaal mogelijke executie die de bevolking zoveel mogelijk schrik zou moeten aanjagen, en die op video opgenomen diende te worden om vervolgens op internet te kunnen zetten.

Rachid al-Colzadi

Ook toevallig: de politierazzia in Australië en het uitlekken van de terreurscenario's in de Noorse pers gebeurden enkele dagen nadat prof. Rik Coolsaet in DeWereldMorgen.be nog eens sussend verklaarde dat er van de IS amper gevaar zou uitgaan. In het interview met als titel «‘Westen overdrijft dreiging IS» legt de professor nog maar eens uit dat terugkerende strijders misschien wel een probleem zouden kunnen vormen, maar slechts in zeer uitzonderlijke gevallen. Een heel andere klok dus dan die Antwerps burgemeester Bart de Wever nog enkele dagen later liet horen nadat er in Den Haag twee teruggekeerde Syrië-strijders opgepakt werden met concrete plannen voor een aanslag op de Europese Commissie in Brussel.

Waarom jongeren volgens Rik Coolsaet dan naar Syrië en Irak trekken? Omdat ze «het gevoel hebben geen perspectieven meer te hebben. Anderen hebben het gevoel dat ze gediscrimineerd worden, zijn op zoek naar avontuur, voelen zich slecht in hun vel, of willen hun criminele verleden achter zich laten.» Lees: het is toch weer vooral onze schuld, en met islam heeft het allemaal weinig of niets te maken, al wil hij wel erkennen dat dat voor een minderheid toch een rol zou spelen. Waarbij hij hardnekkig blijft vasthouden aan zijn stelling van nog niet zolang geleden dat het politieke jihadisme zo goed als dood is.

Meer straathoekwerkers!

Met die stelling ligt Rik Coolsaets oplossing voor het probleem van de Syrië-strijders meteen ook voor de hand: nog maar eens een batterij straathoekwerkers en soortgenoten laten aanrukken, en vooral niet repressief optreden, want dat werkt toch maar averechts. We noteren dat de Australische eerste minister Tony Abbott, die verklaarde dat de terroristen ons haten «niet omwille van wat we doen, maar omwille van wat we zijn», er dus mijlenver naast zal zat.

Volgens Rik Coolsaet zal het dus puur toeval zijn dat in twee landen, die geografisch gezien amper verder van mekaar zouden kunnen afliggen, terroristen opduiken met opvallend gelijklopende plannen. Plannen die trouwens nog een tikkeltje brutaler en barbaarser zijn dan wat oud-IS-strijder Mehdi Nemmouche al eens in het Joods Museum in Brussel voordeed, en wat die twee Haagse jihadi's dus van plan waren. Want laten we het maar zeggen zoals het is: de Europese Commissie mag dan wel in Brussel gevestigd zijn, voor de modale Vlaming ligt dat mentaal even ver van zijn bed als een enkele dolgedraaide terroristen in Australië.

Hou de bevolking dom

Volgens de krant De Tijd werden de laatste maanden trouwens meerdere aanslagen op Belgische bodem verhinderd, maar werd die informatie achtergehouden «om de bevolking niet bang te maken». Opvallend: ook in Noorwegen werden de concrete scenario's achtergehouden om precies dezelfde reden. Ziedaar de tweespan die de bevolking dom en dus rustig probeert te houden: enerzijds interviews met sussende professoren als een Rik Coolsaet in de «serieuze» media die de droom van de multikul en de vreedzame islam levende willen houden, en anderzijds politie- en veiligheidsdiensten die de staalharde bewijzen van het tegendeel stilhouden «om de bevolking niet bang te maken». Over doctorerende senatoren die «islamofobie» bij wet strafbaar zouden willen maken hebben we het dan nog niet eens gehad.

Islamitische Staat ≠ Al Qaida

Laten we misschien beter eens ons oor te luisteren leggen bij Stratfor, dat anderhalve maand geleden een interessante bespreking van de verschillen en de gelijkenissen tussen IS en Al Qaida publiceerde. Zij stellen dat de bedreiging van IS voor de Westerse wereld in de media inderdaad overdreven wordt, maar wel om een heel andere reden dan de propaganda van Rik Coolsaet. Naar Syrië reizen, en er dan in groep de grote jan uithangen met een wapen dat je daar in de handen gestopt werd om er weerloze dorpelingen te terroriseren vergt inderdaad niet veel intelligentie. We zouden durven stellen: integendeel zelfs. De beelden met de beruchte «Aboe Dinges» die maar wat in het wilde weg rondschoot tonen dat trouwens aan. Vandaar is het een grote stap om op je eentje of in een kleine groep een aanslag te plannen in het Westen, inclusief het verwerven van de juiste wapens en springstoffen en de nodige discrete verkenningen van het doel, en dan tegelijk onder de radar van politie en justitie te blijven.

Uit internationaal onderzoek zou blijken dat ongeveer één op negen ex-jihadisten eens terug in het Westen op termijn een aanslag plant, en dus gevaarlijk is. Dat zijn er meer dan genoeg om alle ex-IS-strijders bijzonder goed in het oog te houden. Voor zover we ze überhaupt nog op ons grondgebied willen toelaten. Maar de vraag is ook: hoeveel van hen waren al gevaarlijk vóór ze naar Syrië of Afghanistan vertrokken? Het gevaar van IS gaat immers niet uit van het domme kanonnenvlees dat het massaal rekruteert, wel de kans tot netwerking die het biedt aan elementen die reeds vóór hun vertrek gevaarlijk waren. Het is twijfelachtig of een dozijn extra straathoekwerkers in de straten van Antwerpen en Vilvoorde ons tegen hen zal kunnen beschermen.

Dit artikel verscheen op 24 september 2014 in 't Pallieterke.

zaterdag, oktober 11, 2014

Wanneer geeft Bruno Hollande er de brui aan?

Bruno Tobback en François Hollande, twee socialisten die zich hardnekkig vastklampen aan hun postje. Beiden zetten het ene laagterecord na het andere neer in de opiniepeilingen, en zelfs binnen hun eigen partij willen steeds minder mensen met hen geassocieerd worden. Wat bezielt hen om te blijven zitten, in plaats van liever vandaag nog dan morgen de handdoek in de ring te smijten?

Men vergeet het nogal gemakkelijk, maar eigenlijk maakte François Hollande geen kans om zelfs nog maar kandidaat voor de presidentsverkiezingen van 2012 te worden. Zijn ex-vrouw Ségolène Royal likte nog haar wonden na haar nederlaag tegen Nicolas Sarkozy in 2007. Dé gedoodverfde kandidaat van de PS was echter Dominique Strauss-Kahn, toen nog voorzitter van het IMF. De man was zo populair, zowel in de pers, in de partij als bij de Franse kiezers, dat zijn verkiezing eigenlijk amper nog een formaliteit was. En toen barstte het schandaal los…

Un président normal

Het zwakke punt van François Hollande was dat hij nogal saai was. Maar in de beste judotraditie gebruikte hij zijn zwakke punt als een sterkte. De Franse kiezers waren de sterallures van Nicolas Sarkozy moe, en dus zou er eindelijk «een normale president» («un président normal») komen met François Hollande. Stel je voor: geen geflirt meer met rijkelui, of gedoe met filmsterren in het holst van de nacht. Alleen nog nuchtere politiek en een degelijk socialistisch beleid. Voor de mensen, je weet wel. Bij links kon het geluk niet op, en de hoerastemming was in de «kwaliteits»-media duidelijk voelbaar.

Maar dat was toen. Vandaag wil niemand nog geassocieerd worden met François Hollande. Zelfs de voortrekkers van de TSS-campagne (Tous Sauf Sarkozy) drukken vandaag hun spijt uit dat ze toen voor François Hollande gestemd hebben. In de peilingen zit de Franse president op een absoluut dieptepunt. Met als ultieme vernedering voor een socialist: een peiling in Le Figaro, uitgevoerd door TNS Sofres, die aangaf dat hij in 2017 niet eens de tweede ronde zou halen. En haalt hij die tóch, dan verliest hij gegarandeerd van Marine Le Pen. Zelfs al zou hij tegen een hond met een hoed op verliezen, dan nog zou dat een minder affront zijn dan in de tweede ronde te sneuvelen tegenover iemand van het FN.

Prins Charles-syndroom van de sp.a

Over naar Bruno Tobback. Zijn positie als sp.a-voorzitter was al lang vóór 25 mei behoorlijk omstreden, maar na nog maar eens een nieuwe verkiezingsnederlaag werd de roep om zijn ontslag steeds luider. Bruno Tobback doet echter of zijn neus bloedt. In 2011 werd hij nog verkozen met een monsterscore van 96,6% tijdens een partijcongres in Nieuwpoort. Zou hij zich vandaag kandidaat stellen om zichzelf op te volgen, dan valt een uitslag van 96,6% tegen niet uit te sluiten.

Waarom Bruno Tobback niet aftreedt? Volgens hemzelf omdat nieuwe voorzittersverkiezingen uitschrijven geen sinecure is bij de sp.a, maar een logge procedure waarbij vele stationnetjes doorlopen dienen te worden. Bij Groen en Vlaams Belang gaat dat blijkbaar een heel pak vlotter, waardoor de sp.a met een soort prins Charles-syndroom achterblijft. Want ja, als het bij die twee partijen wel kan, waarom dan niet bij de sp.a?

2011: Sp.a-voorzitter neemt ontslag na verkiezingsnederlaag

Geen journalist ook die Bruno Tobback durft tegen te spreken. Of weten ze niet beter? Wat in 2014 blijkbaar niet kan, kon in 2011, toen Bruno Tobback zélf verkozen werd, immers wel. Inderdaad: Caroline Gennez bood op 28 juni 2011 haar ontslag aan, na, alweer een verkiezingsnederlaag voor de partij. Minder dan drie maanden later, op 18 september, was Bruno Tobback reeds verkozen als de nieuwe voorzitter van de partij. Dat er ondertussen parallel ook federale regeringsonderhandelingen gevoerd dienden te worden was toen trouwens geen beletsel. Met dit verschil: de sp.a zat toen wél mee aan de onderhandelingstafel, deze keer niet. Het blijft verbazen dat tot nog toe niemand Bruno Tobback heeft willen confronteren met de snelle manier waarop hijzelf in 2011 sp.a-voorzitter werd.

Hopen op beterschap

Waarom blijven de twee heren vasthouden aan hun postje? Het antwoord is eenvoudig: zij hopen beiden op beterschap, zodat zij hun gezicht toch nog enigszins zouden kunnen redden. Dat zij zelf voor die beterschap zouden kunnen zorgen, is waarschijnlijk een hoop die zij allang niet meer koesteren. François Hollande heeft van de Franse economie een potje gemaakt, en de weinige maatregelen die hij genomen heeft, zoals de fetisj van de rijkeluistaks, hebben de zaken alleen maar erger gemaakt. Bruno Tobback wijt de recente verkiezingsnederlaag aan de slechte «conjunctuur» die socialistische partijen in Europa overal treft, maar dat is nog geen verklaring waarom uitgerekend de sp.a het slechtst van allemaal scoort.

Bruno Tobback heeft eigenlijk maar één externe factor die hem kan redden: een federale centrum-rechtse regering. Als die er snel komt, en erin slaagt om snel één of andere maatregel te nemen waartegen de (socialistische) vakbonden massaal kunnen mobiliseren, dan zou hij zich op de valreep alsnog kunnen opwerpen als sterke oppositieleider. Ook een snelle desintegratie van die centrum-rechtse regering, of als de onderhandelingen toch nog strop zouden lopen op een regeling voor ARCO of de verdeling van de postjes, kunnen hem helpen zijn vel te redden. Maar verder zit er voor Bruno Tobback eigenlijk niet veel meer in dan zijn voorzitterschap verder uit te spartelen, en hopen dat hij niet al te smadelijk het toneel zal moeten verlaten.

Gevangen in een gouden kooi

François Hollande zit echter gevangen in een gouden kooi in het Élysée. Dat de economie snel weer zou aantrekken is onwaarschijnlijk. Er moet al een nationale ramp gebeuren of een oorlog uitbreken opdat hij zich zou kunnen opwerpen als een vader des vaderlands die Frankrijk in moeilijke tijden bijeen kan houden. Maar in tegenstelling tot Bruno Tobback is aftreden voor hem geen optie: het zou alleen maar een rechtse president aan de macht brengen. En dat dan zelfs nog maar in het beste geval. Zijn regering naar huis sturen? Dat heeft hij al eens gedaan, met als voornaamste gevolg dat de tot voor kort enigszins populaire Manuel Valls nu ook in de problemen zit. Het Franse parlement naar huis sturen? Dan zit hij straks misschien wel met een rechtse regering geplaagd, ook al geen prettig vooruitzicht.

François Hollande zal zijn presidentschap dus gewoon moeten uitzweten. Misschien kan hij zich troosten met de gedachte dat het niet veel slechter meer kan gaan—voor zover hij dat gisteren ook al niet deed. En anders kan hij Bruno Tobback altijd nog op het Élysée uitnodigen voor een therapeutisch gesprek.

Dit artikel verscheen op 17 september 2014 in 't Pallieterke.