woensdag, december 31, 2008

Groot gelijk bij De Standaard

Resultaten van Vlaams Belang, sp.a-SLP en LDD in de Vlaamse opiniepeilingen van 2006 tot 2008«Kent u ook van die mensen die de krant vooral lijken te kopen om zich eens lekker te ergeren?» Zo opent vandaag het artikel «Groot gelijk bij de koffie» in de wetenschapskatern van De Standaard over een onderzoek in de VS dat peilde naar de partijdigheid van de kranten en hun lezers, en concludeerde dat de meeste lezers eigenlijk vooral hun eigen mening bevestigd willen zien in hun krant. Dat De Standaard zich zou wagen aan zulke laag-bij-de-grondse tactieken, en niet de naakte waarheid, en alleen maar die naakte waarheid zou brengen, dat kunnen we natuurlijk uitsluiten. Of zou het?

Onderzoek na onderzoek levert steevast op dat in Vlaanderen ongeveer drie kwart van de journalisten «links» genoemd kan worden, waarbij «links» voor de eenvoud gelijkgesteld wordt met stemmen voor sp.a, Groen! of aanverwanten. Een vluchtige blik op de laatste peilingen leert dan weer dat minder dan een kwart van de bevolking vandaag even «links» zou stemmen, en de ultieme opiniepeilingen, de verkiezingsuitslagen van de laatste jaren, kunnen dit alleen maar bevestigen. Dat er in Vlaanderen minstens een lichte discrepantie bestaat tussen de politieke overtuiging van de gemiddelde journalist en de gemiddelde kiezer, en dus vermoedelijk ook de gemiddelde lezer, hoeft daarom geen verder betoog. Er kan daarom ook aangenomen worden dat zelfs indien de meeste Vlamingen met plezier een krant zouden vastpakken om hun eigen mening bevestigd te zien, een groot deel van hen dag na dag moet vaststellen dat dat gewoonweg niet mogelijk is, en dus geen andere keuze heeft dan zich maar in alle kleuren van de regenboog te ergeren aan de «berichtgeving» zoals die voorgeschoteld wordt in de dagelijkse portie bedrukt papier bij de ochtendkoffie. Het is alvast één opmerking die bij het artikel gemaakt kan worden.

Een andere gaat echter over de eerlijkheid van de journalisten, en dus de kranten. Steven Stroeykens stelt het namelijk in de inleiding van zijn artikel voor alsof journalisten allemaal eerlijke mensen zijn, die hard hun best doen om de waarheid boven te spitten, en er niet van zouden dromen hun lezers onzin wijs te maken, ja zelfs opzettelijk fout te informeren om hun groot gelijk bij de lezer in te gieten, samen met die ochtendkoffie. Het idee alleen al! Het is alleen jammer dat uitgerekend De Standaard zich gisteren nog op een platte leugen van héél laag niveau liet betrappen.

Zo analyseerde Peter de Lobel gisteren er een beetje op los over hoe lang de kersverse regering-Van Rompuy I het zou uithouden, en haalde daarbij volgende «feit» aan:
In de peilingen komen er in Vlaanderen vier partijen uit tussen de 22 en de 15 procent: CD&V, Open Vld, LDD en sp.a.
Vier partijen? Ontbreekt daar niet één bepaalde partij? Of zijn er eigenlijk maar drie zo'n partijen? Als we er de resultaten van de laatste peiling van De Standaard even bij nemen, blijkt namelijk dat sp.a (overigens mét aanhangsel dat toen nog de naam Vl.Pro droeg) niet verder raakte dan 14,3%. Ach, misschien wou Peter de Lobel wel gewoon een beetje mild zijn voor die partij? Maar waarom dan niet ook voor het Vlaams Belang, dat in diezelfde peiling nog 14,0% haalde? Al even merkwaardig is dat Lijst Dedecker wél in het goede gezelschap van die vier «grote» partijen opgenomen wordt, terwijl het toch lang nog niet zeker is dat het huidige niveau van de partij in de peilingen substantieel is. Een half jaar geleden was die partij trouwens al heel erg blij (en sceptisch) als ze eindelijk eens boven de tien procent kon scoren.

Neen, het is duidelijk dat Peter de Lobel zijn lezers een platte leugen verkocht. Ik kan me echt niet van de indruk ontdoen dat hier van kwaad opzet sprake is: eerst de lat op 15% leggen om het Vlaams Belang niet te hoeven vermelden, maar vervolgens wel de favoriete partij meetellen hoewel ook die de grens niet haalt, en tot slot de hardste concurrent van het Vlaams Belang zonder kanttekening meetellen. Peter de Lobel had zich ook een eerlijk journalist kunnen tonen, en kunnen schrijven dat in de peilingen vijf partijen tussen de 22 en de 14 procent uitkomen. Blijkbaar is de man daar te klein voor, en moet zelfs in een artikel dat over een heel andere zaak gaat de strijd tegen het Vlaams Belang nog maar eens gestreden worden. Pijnlijk dan dat sommige lezers zich de laatste peiling uit de eigen krant van amper twee maanden geleden nog weten te herinneren…

maandag, december 29, 2008

Monarchie en democratie?

Koning Albert II van België«Koning verleidt Van Rompuy,» kopte de krant De Standaard deze morgen op de voorpagina nadat koning Albert II er zondagnamiddag dan toch in geslaagd was Herman van Rompuy over te halen de formateursopdracht te aanvaarden. Zusterkrant Het Nieuwsblad schrijft «Koning wringt ‘ja’ uit Van Rompuy». Maar past het wel in een democratie dat een niet-verkozen staatshoofd politici «verleidt» of «‘ja’ uit hen wringt» om formateur of Eerste Minister te worden?

We hold these truths to be self-evident – that all monarchs are usurpers and descendants of usurpers; for the reason that no throne was ever set up in this world by the will, freely exercised, of the only body possessing the legitimate right to set it up – the numerical mass of the nation.
Mark Twain in een brief aan Sylvester Baxter van de Boston Herald, 1889


Het kan toch niet anders dan bijzonder merkwaardig genoemd worden dat amper een week nadat een Eerste Minister en een Minister van Justitie zich genoodzaakt zagen af te treden omdat zij ervan verdacht werden de scheiding der machten geschonden te hebben, een niet-verkozen staatshoofd druk kan zetten op een politicus om toch maar een politieke opdracht te aanvaarden, zonder dat ook maar één enkele krantencommentator daarover een opmerking maakt. Meer zelfs, de meeste commentatoren schijnen eerder opgelucht te reageren op het welslagen van deze zo fundamentele schending van alle mogelijk democratische principes, omdat het belang van het land op het spel stond.

Laten we de gebeurtenissen van gisteren in Laken even rustig op een rijtje zetten. Rond 15.00 kwam verkenner Wilfried Martens, het witte konijn dat koning Albert II voor Kerstmis uit zijn hoge hoed getoverd had, zijn eindverslag voorleggen, maar zelfs bij het naar buiten gaan van de verkenner mocht de bevolking niet weten wat er precies in dat eindrapport stond, en zeker niet welke aanbeveling Wilfried Martens gemaakt had wat betreft de persoon van de volgende formateur, en dus hoogstwaarschijnlijk ook Eerste Minister. Hij wou zelfs niet kwijt óf hij daarover een aanbeveling gemaakt had of niet – de pers en de bevolking had er volledig het raden naar. Een tijdje later duikt Kamervoorzitter Herman van Rompuy in Laken op, om enkele uren later weer naar buiten te komen als… formateur. Nog goed dat de bevolking dat dan ten minste nog mocht vernemen, maar wat er zich ondertussen afspeelde op het koninklijk paleis valt natuurlijk onder het beruchte colloque singulier, ook al kunnen daar toch wel enkele prangende vragen bij gesteld worden.

Een eerste vraag is immers of Wilfried Martens Herman van Rompuy aanduidde als nieuwe formateur, dan wel of de koning die beslissing op eigen houtje nam. Is het laatste het geval, dan is de koning duidelijk zijn boekje te buiten gegaan. De tweede vraag is vervolgens of Herman van Rompuy door de koning onder druk gezet werd, en of hij uiteindelijk gezwicht is omwille van persoonlijk belangen, die van zijn partij of de bevolking, dan wel omwille van ontzag voor de koning en het respect dat een Minister van Staat meent te moeten opbrengen voor de wil van die koning. In dat laatste geval is het duidelijk dat Herman van Rompuy onder valse premissen aan zijn opdracht begonnen is, en dus nooit had mogen aanvaarden.

Denken we immers even na hoe zoiets in een échte democratie zou verlopen zijn. Met een al dan niet rechtstreeks verkozen president zou er immers geen enkel probleem geweest zijn: hij mag immers zoveel konkelen met of druk zetten op andere politici als hij wil, vroeg of laat zal hij toch verantwoording moeten afleggen aan de bevolking, eventueel via een omweg, en indien de bevolking zijn gekonkel of theater niet op prijs weet te stellen, riskeert hij de laan uitgestuurd te worden. Kijk naar Frankrijk, waar een Nicolas Sarkozy dit jaar zijn koers fel heeft moeten bijsturen omdat hij in het begin het al te bont maakte. Is er geen president voorhanden, zou de normale democratische weg geweest zijn dat bijvoorbeeld CD&V-partijvoorzitster Marianne Thyssen of een boegbeeld uit die partij eens een diep gesprek zou gehad hebben met Herman van Rompuy om hem over de streep te trekken, of desnoods de hele partijraad samen, maar een opvoering waarbij een koning het vuile werk moet opknappen van een partijvoorzitster die blijkbaar haar taak niet aan kan strookt alvast niet met mijn beeld van hoe een democratie in mekaar zou moeten zitten en werken.

Let wel, dat Wilfried niet aan de pers kwijt wou of hij nu Herman van Rompuy dan wel Jean-Luc Dehaene voorstelde als de nieuwe formateur is op zich geen probleem. Enige discretie kan nooit kwaad om een moeilijk politiek probleem op te lossen, maar het probleem blijft wel dat in de ketting om Herman van Rompuy te overtuigen de formateursopdracht op zich te nemen één dikke ondemocratische schakel zat. En dat de pers, die zich anders graag opwerpt als de beschermer van de democratie, zeker wanneer het erom gaat te waarschuwen tegen een bepaalde oppositiepartij die zelfs nog niet over één enkele schepen in de minste gemeenteraad beschikt, laat staan een ministersportefeuille, dit zomaar laat voorbij gaan, zonder ook maar één enkele kik te geven, en dat dan amper een week nadat de kolommen nog bol stonden van de ronkende verklaringen over hoe erg het wel was dat twee ministers de principes van de rechtsstaat geschonden hadden. Alsof dat iets nieuws zou geweest zijn in België. En het ergste van al: de pers hoefde waarschijnlijk, in tegenstelling tot Herman van Rompuy dan, niet eens onder druk gezet te worden om medeplichtig te zwijgen.

maandag, december 22, 2008

Laatste peiling van 2008

Alle Vlaamse peilingen sedert 2006Deze ochtend publiceerde de krant La Libre Belgique de resultaten van wat waarschijnlijk de laatste politieke peiling van 2008 zal zijn. Aan Vlaamse zijde vielen er geen grote verschuivingen te noteren; aan Franstalige zijde alleen dat de PS nu voor het eerst weer meer dan een foutenmarge groter is dan de MR in een peiling van La Libre Belgique.

Deze peiling werd afgenomen vóór de huidige politieke crisis losbrak, en meteen kan dus de vraag gesteld worden in hoeverre de resultaten vandaag nog relevant zijn. Dat neemt niet weg dat wanneer we uitzoomen in de tijd, deze peiling de trends in de peilingen van de afgelopen maanden bevestigt, en dit aan beide zijden van de taalgrens.

Alle Vlaamse peilingen sedert 2006 (14-26%)Beginnen we zoals naar gewoonte met de grootste partijen aan Vlaamse zijde. De CD&V blijft afgetekend de grootste partij, en blijft stabiel boven de grens van de twintig procent noteren. Voor Open Vld is er een licht verlies, dat significant is vergeleken met de laatste verkiezingen. Voor de partij is het de slechtste score sedert het voorjaar van verleden jaar – een gevolg van de schandalen rond de ministers Patrick Dewael en Karel de Gucht? Vlaams Belang blijf het ellendig doen, en zit ongeveer vijf procent onder haar score van bij de laatste federale verkiezingen, en maar liefst tien procent van bij de laatste regionale verkiezingen. Ook bij sp.a-Vl.Pro valt er weinig positief nieuws te rapen, met een lichtjes negatieve trend.

Lijst Dedecker blijft vooruit gaan, en wordt nu zelfs de derde partij bij La Libre Belgique. Het verschil met de tweede partij, Open Vld, bedraagt slechts een halve procent, maar ook het verschil met de vierde partij, sp.a-Vl.Pro, is niet-significant. Statistisch kan dus niet uitgemaakt worden of de partij nu de tweede partij van Vlaanderen is, of slechts op de vierde plaats staat. De partij staat in ieder geval op een winst van tien procent tegenover de laatste verkiezingen, een fenomenale score.

Alle Vlaamse peilingen sedert 2006 (0-12%)Bij de kleinere partijen gaat het minder goed. Groen! maakt verlies noch winst, en kan zich misschien al tevreden achten dat het op een veilige afstand boven de kiesdrempel zit. Dat laatste kan niet gezegd worden van N-VA, dat in deze peiling net onder de kiesdrempel duikt. Het is dus best mogelijk dat de partij na de volgende verkiezingen terugvalt op slechts één of twee zetels in het Vlaams Parlement, en opnieuw af te rekenen zal hebben met existentiële vragen.

Prognose zetelverdeling Vlaams ParlementEen prognose voor de zetelverdeling in het Vlaams Parlement levert trouwens enkele interessante vaststellingen op. Uit de drie prognoses die opgesteld werden bleek dat CD&V zou kunnen rekenen op 30 of 31 zetels, en dus zelfs een zetel of twee zou kunnen bijwinnen. Vlaams Belang zakt tot slechts 20 of 19 zetels, en verliest daarmee meer dan een derde van haar mandatarissen in het Vlaams Parlement. Open Vld komt op 22 tot 24 zetels uit, een verlies van een paar zetels, terwijl Groen! met 6 tot 8 zetels status quo blijft of een zetel of twee bijwint. N-VA worstelt met de kiesdrempel, en een klein verschil in aantal stemmen kan beslissen of de partij tot 4 zetels kan behouden, dan wel terugvalt tot misschien zelfs maar 1 zetel uit West-Vlaanderen. Nieuwkomer Lijst Dedecker ten slotte zou uitkomen op 20 tot 23 zetels, en heeft hopelijk voldoende politici met de juist capaciteiten in huis om al die zetels te kunnen opvullen.

Wat betekent dit voor de coalities? Om te beginnen is het duidelijk dat in alle gevallen minstens drie partijen nodig zijn om een meerderheid te vormen in het Vlaams Parlement. Het behoud van de huidige coalitie CD&V, Open Vld en sp.a-Vl.Pro is een mogelijkheid, met een stevige meerderheid in elk van de drie prognoses. De krant La Libre Belgique slaat wat dit betreft in haar analyse de plank ferm mis, omdat ze zich alleen maar baseert op procenten. Die vertellen natuurlijk niet het hele verhaal, met onder meer alle stemmen die naar «anderen» gaan, plus een eventuele duik van de N-VA onder de kiesdrempel in meerdere kieskringen. Concreet: een percentage van 54,3% kan een stevige meerderheid van 73 zetels opleveren als slechts 90% van de stemmen zetels kunnen opleveren.

Een alternatief voor de huidige coalitie is CD&V, Open Vld en Lijst Dedecker, een coalitie waarvan Jean-Marie Dedecker zelf al liet weten dat hij die wel zou zien zitten. Ook CD&V samen met sp.a-Vl.Pro en LDD is een theoretische mogelijkheid, maar een zogenaamde regenboogcoalitie van CD&V, sp.a-Vl.Pro en Groen! beschikt in geen enkele prognose over een meerderheid. Opvallend: CD&V is zo goed als incontournable dankzij het cordon sanitaire rond het Vlaams Belang.

Alle Franstalige peilingen sedert 2006Werpen we tot slot nog een blik op de resultaten voor de Franstalige partijen. Zoals reeds vermeld wordt de PS voor de eerste keer opnieuw de grootste partij bij La Libre Belgique met een voorsprong op de MR die groter is dan de foutenmarge. Verderop wordt de afstand tussen cdH en Ecolo weer iets groter. Een coalitie van MR en Ecolo waar Didier Reynders ooit van droomde lijkt weer veraf. Het Front National komt deze keer opnieuw boven de kiesdrempel uit, maar met de perikelen waarin die partij verwikkeld zit –of moeten we zeggen: zichzelf steeds weer inwikkelt– hoeft het niet te verbazen dat die partij het niet beter doet.

Waarom Dewael Brussel-Halle-Vilvoorde geen probleem vindt

Patrick DewaelMinister van Binnenlandse Zaken Patrick Dewael liet zich deze avond ontvallen dat nieuwe federale verkiezingen wel degelijk mogelijk zijn, en zelfs juridisch verdedigd kunnen worden. Hij somt daarvoor drie argumenten op, maar die argumenten kunnen net zo goed gebruikt worden om een cijnskiesrecht of een meervoudige stemplicht enkel voor mannen goed te praten.

Patrick Dewael is in een ver verleden ooit nog Vlaams Minister-President geweest, maar dat betekent niet dat de man, en bij uitbreiding heel zijn partij, zich ook maar iets gelegen zou laten aan de Vlaamse belangen. Vanavond debiteerde hij in ieder geval klinkklare onzin over het probleem Brussel-Halle-Vilvoorde als een gewillige handpop in dienst van de Franstaligen. Brussel-Halle-Vilvoorde niet gesplitst? Dan maar verkiezingen met een unitair Brussel-Halle-Vilvoorde, want als de Open Vld zin heeft om in juni 2009 al naar de kiezer te trekken omdat zij vermoedt daar electoraal voordeel uit te kunnen halen, zal een vodje papier als de Grondwet haar niet tegenhouden. In juni 2007 werd die houding trouwens al eens duidelijk geïllustreerd door de verkiezingen met veertien dagen te vervroegen van 24 juni naar 10 juni.

Laten we beginnen met het eerste argument: de Raad van State en het Grondwettelijke Hof hebben zich altijd onbevoegd verklaard over vragen over de grondwettelijkheid van de samenstelling van het parlement. Dit is waarschijnlijk maar best ook, want de chaos die zou ontstaan indien de Raad van State of het Grondwettelijke Hof het ooit in hun hoofd zouden halen zich wel bevoegd te verklaren en vervolgens de samenstelling ongrondwettelijk bevinden, zou ongetwijfeld niet te overzien zijn. Daar komt nog bij dat die onbevoegdverklaring geen grondwettelijkheid van de samenstelling van het parlement impliceert, verre van, alleen dat die twee instanties een oordeel daarover overlaten aan het parlement zelf. Met vermoedelijk de aanname dat geen enkel parlement het ooit in zijn hoofd zou halen moedwillig ongrondwettelijke verkiezingen te organiseren of achteraf goed te keuren, tenzij daar een breed maatschappelijk draagvlak voor zou bestaan. Of dat laatste het geval was in 1919, bij de invoering van het algemeen stemrecht voor mannen, laat ik in het midden, maar het is duidelijk dat de wetgever geen rekening heeft gehouden met politici van het morele «kaliber» van een Patrick Dewael.

Ook het tweede argument van Patrick Dewael slaat eigenlijk nergens op. Het is niet omdat Kamer en Senaat ontbonden worden, op welke wijze dan ook, dat de daarop volgende verkiezingen automatisch grondwettelijk worden. Stel dat Kamer en Senaat het stemrecht voor vrouwen zouden afschaffen, en vervolgens in het Staatsblad een lijst met voor herziening vatbaar verklaarde grondwetsartikelen publiceren, zou Patrick Dewael ook in dat geval durven stellen dat die verkiezingen dan wel grondwettelijk zullen zijn? Ook het derde argument kan op dezelfde manier afgewezen worden: het is niet omdat Kamer en Senaat er niet in slagen de kieswetgeving op tijd in overeenstemming te brengen met de Grondwet, het probleem automatisch verdwijnt.

Laten we tot slot zijn conclusie eens even tegen het licht houden:
De stelling dat er zonder BHV-oplossing geen verkiezingen meer zouden kunnen georganiseerd worden houdt geen steek, daar dit in abstracto zou inhouden dat de huidige Kamers onbeperkt zouden kunnen blijven voortzetelen.
Zou ik daar het volgende mogen tegenover stellen?
De stelling dat er zonder BHV-oplossing verkiezingen zouden kunnen georganiseerd worden zonder juridische problemen houdt geen steek, daar dit in abstracto zou inhouden dat Brussel-Halle-Vilvoorde nooit gesplitst hoeft te worden.
Je kan je meteen afvragen waarom de Open Vld zich eigenlijk überhaupt ooit met het probleem-Brussel-Halle-Vilvoorde beziggehouden heeft…

Niet dat we ons de laatste tijd nog veel illusies over de Open Vld gemaakt hebben, maar de manier waarop de top van die partij tegenwoordig liever zelfs nog wat extra energie gebruikt om desnoods op achterbakse en leugenachtige wijze de CD&V stokken in de wielen te steken in plaats van voor één keer eens samen met de CD&V het belang van Vlaanderen of de bevolking te verdedigen is werkelijk om te kokhalzen. Gerolf Annemans verklaarde naar aanleiding van het ontslag van Yves Leterme dat de laatste blijkbaar dan toch niet genoeg «rat» was. Er is inderdaad een andere partij waar het zelfs puilt van de ratten.

zondag, december 21, 2008

De Belgische olifant in de kamer

The Belgian Elephant in the RoomMerkwaardig hoe druk alle commentatoren en politici het hebben over de financiële crisis en de problemen van Fortis, maar niemand –met uitzondering van het Vlaams Belang– durft het aan te praten over de Belgische «olifant in de kamer». Yves Leterme en zijn regering wankelden, en zijn uiteindelijk gevallen, maar ook België wankelt.

De Engelse uitdrukking «the elephant in the room» verwijst gewoonlijk naar een probleem of een zaak die zo groot is dat niemand ze kan negeren, maar waar iedereen toch zedig over zwijgt. Vaak gaat het daarbij over een sociaal taboe, en doen de betrokkenen hard hun best om over allerlei andere zaken te praten, zodat ze het heikele onderwerp niet hoeven aan te raken. De ijver waarmee vandaag gepraat wordt over de nood aan een federale regering die zo snel mogelijk moet «doorstarten» (zou ik de enige zijn die ondertussen al een grondige hekel aan dat woord heeft opgebouwd?) omwille van de financiële crisis heeft daar veel van weg, want het feit dat ook België zelf wankelt door deze crisis kan niet ontkend worden.

Zo deed Johan vande Lanotte er deze morgen zijn beklag over dat de oppositie nog niet gehoord was door koning Albert II, maar tegelijkertijd verkondigt de sp.a aan iedereen die het horen wil dat ze niet in een regering wil stappen zonder voorafgaande verkiezingen. Tenzij het de bedoeling is van Johan vande Lanotte om zich op een audiëntie bij de koning te laten overtuigen om toch maar in de federale regering te stappen –in 's lands belang, of wat dacht u?– heeft zo'n gesprek tussen koning Albert II en iemand van de sp.a weinig zin, anders dan dat het misschien van enige beleefdheid en traditie zou getuigen. In tijden van nood, wanneer het land en de troon wankelt, zijn beleefdheid en traditie echter luxegoederen, en kan koning Albert II zijn tijd ongetwijfeld veel beter gebruiken dan een uur of twee te verdoen met een Oostendse hoogleraar of een Truiense Mechelse om hun ijdelheid wat te strelen. Het is in ieder geval een duidelijk teken dat men er in Laken absoluut niet gerust in is.

En men zit in Laken duidelijk met een ei. Open Vld wil in juni 2009 samenvallende verkiezingen, en dus niet weten van een nieuwe federale regering die tot in 2011 aan de macht blijft. Dit heeft natuurlijk veel te maken met het feit dat men hoopt bij de komende verkiezingen te kunnen profiteren van een Verhofstadt-effect niet alleen op Vlaams maar ook op federaal niveau, waardoor de partij misschien wel een procent of twee boven haar stand zou kunnen leven. Dat zulke samenvallende verkiezingen tegelijkertijd catastrofaal zouden zijn voor de CD&V omwille van een negatief Leterme-effect, ziet men niet bepaald als een nadeel bij de Open Vld.

Bij de CD&V wil men een scenario met samenvallende verkiezingen in juni absoluut vermijden. Er is natuurlijk het reeds vermelde Leterme-effect, waardoor de partij ook op Vlaams niveau stemmen zou verliezen omwille van een federaal probleem. Verder heeft de partij niemand om federaal mee uit te pakken: Yves Leterme is van het toneel verdwenen, voor Kris Peeters is elke andere campagne dan een Vlaamse totaal ongeloofwaardig, en verder zijn er op dit ogenblik gewoonweg geen topfiguren meer voorhanden bij de CD&V. Herman van Rompuy heeft het profiel niet om een federale campagne te trekken, Marianne Thyssen is er nog niet klaar voor, als ze überhaupt al geschikt zou zijn, over Inge Vervotte zullen we beleefd zwijgen, en verder rest alleen nog een Jean-Luc Dehaene tenzij men Wilfried Martens of Mark Eyskens uit de mottenballen zou willen halen. De partij geeft daarom de voorkeur aan ofwel snelle federale verkiezingen, zodat tenminste de Vlaamse en Europese verkiezingen gered kunnen worden, of pas nieuwe federale verkiezingen zo ver in de toekomst dat Kris Peeters «Letermegewijs» kan overstappen naar het federale niveau, en/of ondertussen een nieuwe topkandidaat naar voren geschoven kan worden.

Daar komt voor de CD&V nog bij dat als Kris Peeters volgend jaar op een geloofwaardige manier naar de kiezer wil stappen, het communautaire luik uit het federale regeringsprogramma niet zomaar weggestopt kan worden. Dat verklaart meteen ook waarom Kris Peeters die communautaire agenda naar boven haalde, en Karel de Gucht van de weeromstuit dat idee meteen van de hand wees. Als het al één ding duidelijk illustreerde, dan toch dat beide partijen (en politici) veel meer hun eigen belangen nastreven dan die van de bevolking of het land. En dat laatste zal men misschien ook in Laken ondertussen al wel beseft hebben.

En dan zijn er nog de Franstalige partijen, die eigenlijk het liefst van al gewoon verder hadden willen regeren. Eén van de Franstalige politici liet zich ontvallen dat de Vlamingen minder schrik hadden van een val van de regering omdat ze niet weten wat een echte sociaal-economische crisis precies inhoudt. Men zou daar kunnen tegenover stellen dat Franstaligen dan weer minder gevoelig zijn aan politici die over de schreef gaan, en daarom minder zwaar tillen aan de beschuldigingen die geuit werden aan het adres van Yves Leterme en Jo Vandeurzen. Anderzijds kan niet ontkend worden dat zij zich bijzonder goed voelden in deze regering, die het communautaire de facto al in de koelkast gestopt had –alleen Kris Peeters weigert dat in te zien– en verder de Franstaligen op haar wenken bedient wanneer zij met de vingers knippen. Een Eerste Minister met een schandaal aan zijn broek kan de Franstalige zelfbediening alleen maar vergemakkelijken, en voor hen hoefde er dus absoluut niets te veranderen. Als een «doorstart» kan gebruikt worden om de communautaire onderhandelingen definitief af te voeren tot minstens na juni 2009, is deze crisis natuurlijk niet helemaal onnuttig geweest, maar noodzakelijk was ze voor hen alvast niet.

Daarmee kan men de situatie als volgt samenvatten:
  • Geen enkele regeringspartij wil onmiddellijk nieuwe verkiezingen,
  • de Franstaligen kijken met plezier toe hoe Open Vld en CD&V vechtend over straat rollen, maar missen tegelijkertijd toch ook de kans niet om zelf nog eens ruzie te kunnen maken,
  • de Open Vld wil niet weten van een federale regering die 2011 als expliciet doel heeft, en wil ten alle koste sp.a buiten de regering houden,
  • de CD&V wil de electorale schade zoveel mogelijk beperken door samenvallende verkiezingen in 2009 te vermijden,
  • en de sp.a voelt zich verongelijkt omdat ze nog niet uitgenodigd werd in Laken, en weigert mee te werken aan een noodregering «van nationale unie».
Wil koning Albert II federale verkiezingen in februari 2009 vermijden, zal hij ervoor moeten zorgen dat minstens één van de partijen haar woorden van de voorbije dagen inslikt. Traditioneel is de CD&V altijd de gemakkelijkste partij geweest om te voldoen aan de roep van het Belgische staatsbelang, maar de vraag is zeer of de koning vandaag nog voldoende autoriteit heeft bij de topfiguren van die partij. Herman van Rompuy is een figuur die altijd met graagte België gediend heeft en de partij in september van verleden jaar al eens een fameuze pad in de korf gezet heeft, maar hij is te veel een man van de achterkamertjes en heeft daarom een stroman nodig om de rest van de partij naar zijn pijpen te doen dansen. En laat nu net één van de beste stromannen voor dat werkje van het toneel verdwenen zijn, op een smadelijke manier dan nog. De enige andere die ik in staat zie om zich de rol van een Belgische cincinnatus aan te meten, is Jean-Luc Dehaene, die bovendien ook de capaciteiten heeft om met zijn geblaf de partijraad van de CD&V harakiri te doen plegen, als dat nodig moest zijn. Het is waarschijnlijk één van de weinige kansen van koning Albert II.

De Open Vld ervan overtuigen om in een nieuwe federale regering te stappen tot 2011 lijkt een moeilijkere opgave. De partij denkt daarvoor veel te electoraal, in het bijzonder anti-CD&V, en tenzij de partijtop ervan overtuigd zou kunnen worden dat een bocht van 180° de CD&V nog meer zou kunnen beschadigen dan vasthouden aan het ingenomen standpunt, hoeft koning Albert II er eigenlijk zelfs niet aan te denken de Open Vld in het gareel te doen lopen.

Daarmee zou uiteindelijk wel eens kunnen gebeuren wat geen enkele van de federale regeringspartijen wenst, namelijk vervroegde federale verkiezingen in februari 2009. Hoe langer de crisis aansleept, hoe groter de kans dat het daar uiteindelijk zal op uit draaien. Merk trouwens op dat een zekerheidsnet dat de koning nog tot voor kort had, volledig weggevallen is: een zakenkabinet met daarin figuren als een Étienne Davignon en Maurice Lippens dat met een sociaal-economisch noodprogramma tot aan de verkiezingen van juni 2009 zou kunnen regeren, en gedoogd zou worden door de acht kleurpartijen, in het belang van het land. Zes maanden geleden zou men ongetwijfeld nog met die gedachte gespeeld hebben – vandaag zou het gelijkstaan met het ondertekenen van de troonsafstand van koning Albert II.

Wankelt België dan echt? Ik blijf erbij dat België niet gesplitst is zolang het bestaat. Zeker, verkiezingen in februari met een kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde die nog steeds niet gesplitst is zou aanleiding kunnen geven tot een zeer communautaire getinte campagne, en de kans is reëel dat de crisis zou blijven aanslepen tot een stuk in de zomer, maar ik zie België nog niet onmiddellijk uit mekaar vallen. Eén van de redenen daarvoor is dat de CD&V, met al haar burgemeesters over het hele land een ongrondwettelijke verkiezingen grondig in de war zou kunnen sturen, of in het Vlaams Parlement eenzijdig allerlei bevoegdheden naar de Vlaamse Regering zou kunnen trekken, maar daarvoor heeft die partij ook het Vlaamse lef nodig, maar zelfs nog maar het begin van een indicatie daarvan heb ik voorlopig nog niet opgemerkt. Was dat lef er wel, was het waarschijnlijk ook nooit tot de rampzalige regering-Leterme I gekomen.

De toestand van België is daarom zonder meer ernstig te noemen, en in Laken heeft men ongetwijfeld gelijk wanneer men zijn tijd niet verdoet met allerlei beleefdheidsinvitaties aan oppositiepartijen die toch niets nieuws of constructiefs te vertellen hebben, maar het zou ongepast zijn om aan Vlaamse zijde het jaar 2009 in te stappen met al te grote separatistische verwachtingen. Dat neemt niet weg dat er hoop is: vroeg of laat zal het regnum van koning Albert II aflopen, en ik heb het er moeilijk mee me voor te stellen dat een koning Filip zich heelhuids uit een crisis als de deze zou kunnen manœuvreren. Dat het bijvoorbeeld het voorrecht van de koning zou zijn de Eerste Minister te benoemen, en de politici zich daarom niet aan een spelletje namen noemen durven te wagen –uit respect, weet u wel– is een stelling die onder koning Albert II misschien nog vol te houden is, maar niet meer onder een koning Filip. Toch niet als men nog serieus genomen wil worden.

zondag, december 14, 2008

Leterme begint al aan een nieuw verkiezingsbedrog

Yves LetermeWat doet een politicus die in de loop van minder dan een jaar alle, maar dan ook letterlijk alle verkiezingsbeloftes verbroken heeft? Eenvoudig: hij maakt er nieuwe. Alleen zijn die beloftes niet voor de volgende verkiezingen, maar die erna.

Gisteren liet Yves Leterme in een interview met De Tijd weten dat hij aan de komende regionale en Europese verkiezingen niet zal deelnemen. Op een manier is dat natuurlijk helemaal geen nieuws, want in 2007 werd hij in de Senaat verkozen, en nieuwe senaatsverkiezingen staan er (nog) niet op het programma. Dat neemt niet weg dat het in België niet ongewoon is dat politici deelnemen aan verkiezingen voor andere parlementen dan dewelke waarin ze zitting hebben, en blijkbaar is het nu al zover gekomen dat het in de lijn der verwachtingen zou liggen dat alle politici aan alle verkiezingen zouden deelnemen.

Het andere «niet-nieuws» in het interview was dat Yves Leterme vervroegde federale verkiezingen van de hand wees. Waarom zou hij de federale verkiezingen ook willen vervroegen? Hij heeft alle verkiezingsbeloftes en duurgezworen eden, en zelf zijn eigen kartel moeten verbreken om toch maar het POSTJE van Eerste Minister te pakken te krijgen (zelf noemt hij dat «zijn verantwoordelijkheid nemen»), rijdt voor elke dag extra dat hij zich vastklampt aan zijn POSTJE zijn partij verder de vernieling in, en zou dan al na een goed jaar zijn POSTJE terug te grabbel gooien voor zijn concurrenten? Ik kan me met de beste wil van de wereld echt niet voorstellen waarom hij dat zou doen. Ik kan me ook niet voorstellen wat zijn motivatie zou kunnen zijn om in 2009 op een regionale of Europese lijst te gaan staan, want de kans dat hij zijn score van 2007 nog maar bij benadering zou kunnen evenaren is vrijwel nihil, laat staan om ze te overtreffen, en dus kan hij alleen maar verzwakt uit zo'n verkiezingsstrijd komen. Neen, dan is het beter andere het gelag te laten betalen, met name Vlaams Minister-President Kris Peeters en de voltallige CD&V-fractie in het Vlaams Parlement. In 2011 kan hij zelf dan misschien wel profiteren van een opwaartse correctie na de komende nederlaag, en zodoende zijn POSTJE voor nog eens vier jaar extra bezetten.

Dat neemt niet weg dat hij zich er niet voor terugdeinst om zich nu al aan nieuw verkiezingsbedrog schuldig te maken. Wat moeten we anders denken van zijn verhaal van vandaag dat een nieuw begrotingsoverschot realistisch is in… 2012? Hij voegt er nog net niet aan toe dat er in 2013 ook gratis geschoren zal worden, en dat we tegen 2014 alleen nog maar onze mond open hoeven te doen om de gebraden kippen er zo in te laten vliegen. Eén ding is evenwel zeker: van goed bestuur zal er gedurende deze federale bestuursperiode niet veel meer in huis komen. Dat kan ook niet, want daarvoor is hij al te zeer schatplichtig aan de Franstaligen, en dan in het bijzonder de PS, zoals deze week nog zo overduidelijk bleek. Zelfs commentatoren in de anders zo aartsbelgische pers vinden het beleid en de «akkoorden» die de federale regering sluit –Franstaligen Dictaten zou vaak een correctere omschrijving zijn– zo stuitend dat ze zich genoodzaakt zien woorden te gebruiken als bijvoorbeeld dat «de Vlaamse belangen worden geschaad». Het is lang geleden dat we dat nog hebben mogen lezen in een Noord-Belgische «kwaliteitskrant».

Yves Leterme is daarmee goed op weg Guy Verhofstadt te overklassen wat betreft woordbreuk en uitverkoop aan de Franstaligen. Als één of andere «populistische» partij bij één van de volgende verkiezingen uitpakt met de slogan «Wie gelooft die mensen nog?», zal Yves Leterme dat vooral aan zichzelf te danken hebben.

zaterdag, december 13, 2008

Wordt IJsland in 2009 het 28ste lid van de EU?

Europees Commissaris voor Uitbreiding Olli Rehn verklaarde donderdag tijdens een videoconferentie met Reykjavik vanuit Oslo dat de Europese Commissie zich mentaal al aan het voorbereiden is op een aanvraag tot lidmaatschap vanuit IJsland, en dat een snelle behandeling van die aanvraag niet uit te sluiten valt. Concreet spiegelde hij IJsland voor dat het eiland al in de loop van 2009 lid zou kunnen worden van de Europese Unie, en daarmee Kroatië vooraf zou kunnen gaan.

IJsland zit financieel zwaar in de problemen als gevolg van de wereldwijde bankcrisis die de banksector op het eiland volledig in mekaar deed storten. Eén van de neveneffecten van de ineenstorting van de banksector is dat de IJslandse kroon in waarde als een baksteen naar beneden is gevallen, waardoor een groot deel van de bevolking, ook zij die niet mee in het bankavontuur gestapt waren, rechtstreeks getroffen werd. Het was op het eiland immers niet ongewoon de lening voor het huis of de wagen in vreemde valuta aan te gaan, voornamelijk de euro dan, en sommige eilandbewoners moeten vandaag per maand meer interesten op hun leningen betalen dan ze via het loonbriefje binnenkrijgen. En wie geen lening in vreemde valuta aanging zit geplaagd met een torenhoge IJslandse rente, want vaste rente op een lening is een vrijwel onbekend begrip. De laatste weken vonden daarom ook meerdere demonstraties plaats in de hoofdstad Reykjavik, en sommigen eindigden zelfs in de rellen – een zeldzaamheid op het eiland, ook al gaat het absoluut niet over Grieks-anarchistische toestanden. Sommige betogingen brachten overigens duizenden mensen op de been, naar IJslandse verhoudingen een aanzienlijk aantal, want het land telt slechts een goede 300.000 inwoners.

Het eiland is lid van de NAVO, de EVA, de EER en de Schengenruimte, maar heeft zich buiten de Europese Unie gehouden. Opiniepeilingen hebben immers steeds een grote tegenstand tegen een lidmaatschap aangetoond, en IJsland is daarom ook het enige Scandinavische land dat tot nog toe zelfs nog geen referendum over EU-lidmaatschap heeft georganiseerd. Eén van de redenen waarom IJsland zich steeds liever buiten de EU heeft gehouden zijn de rijke visgronden rond het eiland, maar recent kwam daar ook de sterke en zeer expansieve banksector als argument bij. Nu dit laatste op een zo catastrofale wijze weggevallen is, is de wind op het eiland radicaal naar een andere richting gedraaid, en volgens de laatste opiniepeilingen zou er nu een grote meerderheid bestaan die zich uitspreekt vóór een toetreding tot de EU.

Deze verandering is de reden waarom de voormalige IJslandse Minister van Buitenlandse Zaken Jón Baldvin Hannibalsson tijdens de videoconferentie zonder omwegen aan Europees Commissaris Olli Rehn vroeg hoe snel IJsland lid zou kunnen worden van de Europese Unie. Het eiland bevindt zich immers in een noodsituatie, en heeft daarom een noodoplossing nodig. Het antwoord van Olli Rehn was ook opmerkelijk direct: IJsland zou kunnen rekenen op een expressbehandeling, waardoor het land al in de loop van 2009 lid zou kunnen worden – en hetzelfde geldt trouwens ook voor Noorwegen, voegde hij er in één adem aan toe. Andere landen, zoals Kroatië dat zelf geduld moet oefenen om lid van de EU te mogen worden en nu IJsland misschien wel zal zien voorschieten, hebben nooit op zo'n expressbehandeling kunnen rekenen. Omdat zowel IJsland als Noorwegen lid zijn van de EER is ongeveer drie vierde van de Europese wetgeving op z'n plaats in de twee Noordse landen, en daarom zou een lidmaatschap en integratie zo vlot kunnen verlopen, is de officiële verklaring.

Maar wat zou de echte verklaring zijn? Zeker, dat het grootste deel van de wetgeving al ingevoerd is speelt natuurlijk een grote rol, maar wat een nog grotere rol speelt is dat de twee landen een aantal troeven hebben waar de EU reeds lang likkebaardend naar loenst. Zelfs al ligt de banksector op IJsland vandaag in duigen en is het eiland virtueel bankroet, fundamenteel bestaat er weinig twijfel over dat IJsland nog niet onmiddellijk tot onderontwikkeld land uitgeroepen hoeft te worden, en dat het op relatief korte termijn een netto betaler aan de EU zal worden. Of toch alleszins sneller dan pakweg Bulgarije, Kroatië, of, tja, Spanje of Portugal. En over die twee laatste landen gesproken, de regeringen in beide landen hebben waarschijnlijk al eens opnieuw uitgerekend hoeveel kabeljauw en andere vis hun vissers in de IJslandse wateren zullen kunnen gaan vangen als IJsland lid van de EU zou worden. Voor hen mag IJsland waarschijnlijk volgende week al lid worden van de EU als het deze week niet meer zou lukken. Dat een eventuele expressbehandeling van de IJslandse kandidatuur tot lidmaatschap van de EU een teken van barmhartigheid tegenover en medeleven met de zwaar geplaagde IJslandse bevolking zou zijn, is een sprookje dat de Europese Commissie misschien wel zal proberen op te hangen, maar waar verder beter niet al te veel geloof aan gehecht wordt.

Ik betwijfel daarom of het wel zo wijs is van de IJslandse bevolking en regering om nu in zeven haasten lid te willen worden van de Europese Unie om een probleem op korte termijn op te lossen. De onderhandelingen over een eventuele toetreding zullen uitwijzen of IJsland ook zal mogen toetreden tot de eurozone op dezelfde dag dat het toetreedt tot de Europese Unie. Ik vrees echter dat IJslanders in het «beste» geval de euro zullen kunnen afkopen met hun visgronden, in het slechtste geval echter geconfronteerd zullen worden met een armada aan Spaanse en Portugese vissers die de kabeljauw in hun eigen wateren van voor hun netten komen wegvissen, zonder daar zelfs tegen te mogen protesteren, en bovendien zonder te mogen toetreden tot de eurozone vóór het land er financieel weer bovenop is. In dat laatste geval zou het over enkele maanden of jaren wel eens een heel onprettig ontwaken kunnen worden uit de huidige IJslandse nachtmerrie.

zondag, december 07, 2008

De eeuwige sirenenzang vanuit Congo

Congo staat opnieuw in het midden van de belangstelling van de Belgische politiek. Minister van Buitenlandse Zaken Karel de Gucht loopt nu al weken door te drammen over de noodzaak om Belgische troepen naar Afrika te sturen, waarbij hij –naar zijn gewoonte– ondertussen al zo ongeveer elke partij heeft kunnen schofferen, met uitzondering van de Secretaris-Generaal van de VN Ban Ki-moon dan (maar dat is misschien maar een kwestie van tijd?). En ook Yves Leterme wil natuurlijk zijn kans niet laten liggen om op Europees niveau de grote jan te kunnen uithangen.

Marc Reynebeau schreef dit week-end in De Standaard een korte lezenswaardige analyse over de vraag waarom België steeds weer wil terugkeren naar Congo: de eerzucht, de nostalgie naar de verloren grandeur, maar, laten we dat ook niet vergeten, de mogelijkheid om eventjes te kunnen ontsnappen uit de Belgische zandbank en al de «pietluttige» problemen die daar opgelost moeten worden te overstijgen. Het is inderdaad ironisch te noemen dat een federale regering, die er niet eens in slaagt een kieskring in het midden van het eigen land aan te passen aan de Grondwet, denkt dat ze duizenden kilometers verderop wél een positieve bijdrage zou kunnen leveren tot een oplossing van een militair conflict dat verweven is met de belangen van zowel enkele grootmachten als industriële acteurs, overgoten met een saus van etnische problemen, persoonlijke ambities van rebellenleiders, diepe armoede en overlevingsdrang, en zeg maar barbarij in de regel in de regimenten van de troepen aan beide zijden. Dat het dan nog uitgerekend de ministers Karel de Gucht, Pieter de Crem en Yves Leterme zouden moeten zijn die daarbij een constructief steentje zouden moeten bijdragen, is eerder een quasi-garantie op een catastrofe te noemen dan een kans op beterschap in de regenwouden van Congo.

Want het valt op, Karel de Gucht vindt duidelijk weer eens van zichzelf dat hij groot gelijk heeft, wat schrijf ik, reuzegroot gelijk, zo groot gelijk zelfs dat als dat nodig moest zijn, pi of de constante van Planck, of desnoods zelfs allebei, zich maar zullen moeten aanpassen aan Karel de Guchts persoonlijke mening. De gevolgen zijn er natuurlijk naar, en je moet het tenslotte toch maar kunnen om als hoofd van de Belgische diplomatie met zowel Joseph Kabila als Laurent Nkunda in een incident verwikkeld te raken, en de Michels Louis en Charles er nog eens bovenop. Een nog duidelijker brevet van absolute incompetentie om Minister van Buitenlandse Zaken te kunnen zijn kan men zich amper voorstellen, maar zoals ik al aanhaalde, het zou me niets verbazen als Karel de Gucht vroeg of laat ook Ban Ki-moon eens zou kielhalen. Of beter: het zou me verbazen moest hij erin te slagen dat te vermijden.

Yves Leterme dan weer geniet er duidelijk van dat hij, na de financiële crisis, opnieuw een dossier in handen gespeeld krijgt dat hij kan gebruiken om in Europa te schitteren als één van de «groten». Waar zou de EU moreel staan als daar niet Yves Leterme was die de eer van de Unie in Afrika wil redden met een Europese troepenmacht. «Wat in Congo aan het gebeuren is, mag niet genegeerd worden,» aldus de Eerste Minister. Je zou warempel gaan denken dat hij het deze keer ook écht meent, dat het geen verkiezingsbelofte is die niets meer waard is van zodra hij er ook persoonlijk iets voor zou moeten opofferen. Ik hoop voor hem dat het hem deze keer toch iets beter zal vergaan dan tijdens de financiële crisis, toen Neelie Kroes hem een leugenaar noemde omdat hij het al te bont maakte. Dat hij echter persoonlijk al een brief heeft mogen ontvangen van de Secretaris-Generaal van de VN, dat kan niemand hem meer afpakken.

De vraag die ik me echter stel is wat een Europese (of Belgische) troepenmacht daar in Congo eigenlijk kan gaan doen. Is er enige garantie, of zelfs nog maar intentie, dat ervoor gezorgd zal worden dat er in Congo ook aan het fundamentele probleem gewerkt zal worden, of gaat het er ook deze keer om enkel en alleen de hoogste nood te lenigen, daar zoveel mogelijk de eer voor te kunnen opstrijken, en dan bij de eerste de beste gelegenheid of tegenslag zich terug te trekken en de bevolking er maar weer aan zijn lot over te laten? Met als gevolg dat binnen enkele jaren de hele Congo-carrousel opnieuw een rondje zal mogen draaien, inclusief pleidooien van een Minister van Buitenlandse Zaken om een troepenmacht te sturen en persoonlijke brieven van de Secretaris-Generaal van de VN aan de Eerste Minister. Ik heb er zo mijn gedacht over, maar dat Yves Leterme het deze keer ook echtig en techtig zou menen kan natuurlijk niet helemaal uitgesloten worden.

Kan er trouwens iemand mij precies vertellen wat nu eigenlijk het verschil is tussen die Joseph Kabila en Laurent Nkunda, anders dan dat Joseph Kabila de zoon is van de vorige rebellenleider die uit het regenwoud opdook en Kinshasa wist in te nemen, en Laurent Nkunda de nieuwste rebellenleider is die uit het regenwoud opdook en de ambitie heeft vroeg of laat Kinshasa in te nemen? Slechts twee vragen staan werkelijk open in Congo: ten eerste of Laurent Nkunda er uiteindelijk ooit in zal slagen Kinshasa in te nemen, en wat de naam is van de volgende rebellenleider uit het regenwoud. Wat absoluut geen open vragen zijn is dat de lokale bevolking hoe dan ook het gelag zal moeten betalen, en dat politici in Europa opnieuw verveeld zullen zitten met de hele situatie, schijnbaar omwille van al de menselijke ellende, maar vooral omdat de ontginningscontracten die afgesloten werden met Kinshasa opnieuw op de helling zullen gezet worden van zodra een nieuwe chef er de dienst zal uitmaken. Het is meteen ook de enige reden waarom het stelletje ongeregeld dat in Oost-Congo voor regeringsleger moet doorgaan in de pers occasioneel wel eens «legitiem» genoemd wordt.

Dat is natuurlijk de essentie van het Congolese probleem, en het is waarschijnlijk daar ook dat een oplossing gevonden zal moeten worden. Zolang echter de Michels aan Franstalige zijde ongestraft mogen blijven optreden als gewillige handpoppen voor enkele Belgische industriegroepen met grote commerciële belangen in Congo, en zelfs een Karel de Gucht die anders toch niet op zijn mondje gevallen is er zelfs voor past daar iets over te zeggen, bestaat er voor de bevolking in Oost-Congo, ja zelfs heel Congo, weinig hoop op verbetering. Of nog: zelfs in Oost-Congo heeft men belang bij een zo spoedig mogelijk einde van België, want het zou alvast één van de schuldigen aan de huidige problemen kunnen doen verkleinen, indien niet verdwijnen. Marc Reynebeau mag het altijd laten weten als hij het daar niet mee eens zou zijn.

donderdag, november 27, 2008

Dialoog over de dialoog – waar zijn we mee bezig?

De Franstalige partijvoorzitters lieten vandaag na een alweer nieuwe vergadering weten dat zij een gesprek willen met de Vlaamse partijvoorzitters, «om tot een discussiekader te komen dat zich moet buigen over de ganse Brusselse problematiek, inclusief de kwestie van de burgemeesters». Een dialoog over de dialoog dus. De Vlaamse partijvoorzitters doen er goed aan die dialoog over de dialoog meteen af te wijzen, want meer dan nog maar eens een vertragingsmanœuvre is dit natuurlijk niet.

De Franstaligen willen praten met de Vlamingen, veel praten zelfs, eigenlijk zoveel dat er gegarandeerd geen vorderingen kunnen gemaakt worden met betrekking tot de staatshervorming of de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde. Of hun huidige taktiek veel vruchten zal afwerpen is een andere zaak, want voorlopig lijken ze bot te vangen. Of is dat wel zo?

Marino Keulen liet na zijn stoere handtekening, en nadat hij erin geslaagd was zijn Minister-President Kris Peeters ertoe te dwingen de communautaire dialoog virtueel op te blazen, in de wandelgangen weten dat er over de benoeming van de drie Franstalige burgemeesters in de Vlaamse Rand misschien toch wel te praten viel als zij bijvoorbeeld de komende verkiezingen correct zouden organizeren. Als hij daarmee bedoelt dat een benoeming de eerste zes maanden uit te sluiten valt, is er eigenlijk niets aan de hand, maar zijn uitlating doet verdacht veel denken aan de traditie die de Open Vld de laatste maanden aangehouden heeft: eerst Vlaams uithalen, en vervolgens liefst nog terwijl de CD&V zich genoodzaakt ziet ook Vlaams te moeten uithalen om zich zo de wrevel van alle Franstalige partijen op de nek te halen, Belgisch zalven. Een betere bevestiging van de stelling dat de Open Vld opnieuw een politiek spelletje aan het spelen is met maar één doel, de CD&V te beschadigen, desnoods ten koste van de Vlaamse belangen, kon amper verwacht worden.

Daarmee is het duidelijk dat de eendracht aan Vlaamse zijde ver te zoeken is, daar waar de Franstaligen er voorlopig wel nog in slagen eendrachtig over de zaak te communiceren. Daarmee is echter nog niet gezegd dat de Franstaligen hun slag thuis zullen kunnen halen, want zolang de CD&V niet bereid is zware toegevingen te doen, is een handeltje over de staatshervorming niet mogelijk. En minder dan een jaar voor de regionale verkiezingen heeft die partij weinig keuze dan het been voorlopig stijf te houden, nu ze op haar Vlaamse flank belaagd wordt door maar liefst drie partijen.

Wat de komende dagen precies zal gebeuren met de drie Franstalige burgemeesters en de communautaire dialoog is uiteindelijk niet zo heel belangrijk: waarschijnlijk worden de drie burgemeesters zoals aangekondigd opnieuw voorgedragen, en kan de carrousel dus opnieuw beginnen, en valt de communautaire dialoog volledig stil. Met Kerstmis en Nieuwjaar voor de deur is er echter bij de CD&V snel een nieuw excuus gevonden om gewoon verder in de federale regering te blijven zitten; de echte reden is natuurlijk dat Yves Leterme nog liever zijn partij volledig in de vernieling rijdt en in het stof kruipt voor de Franstaligen –«zijn verantwoordelijkheid opnemen» noemt hij dat dan– dan zijn postje op te geven. En daarmee belanden we dan in januari, wanneer Brussel-Halle-Vilvoorde onherroepelijk opnieuw op de agenda zal komen. Dat zal immers de echte test zijn. Zullen de Franstaligen het hard spelen, en nog liever de federale regering opblazen dan gewoon een nieuw belangenconflict in te roepen? En zal de CD&V de nodige ruggengraat hebben om de Franstaligen de federale regering te laten opblazen in plaats van zelf voor een uitstel van een stemming over Brussel-Halle-Vilvoorde te zorgen vlak voor de regionale verkiezingen? Over een paar weken weten we het antwoord.

De Crems blogprobleem

Pieter de CremMinister van Defensie Pieter de Crem heeft duidelijk een probleem met blogs, en dan niet alleen met één bepaald artikel op de blog van Nathalie Lubbe Bakker, maar ook met blogs in het algemeen, zo bleek vandaag in de Kamer: «Iedereen kan naar goeddunken en zonder verantwoordelijkheid dingen schrijven, en het is bijna onmogelijk om zich daar tegen te verdedigen. Iedereen hier is een potentieel slachtoffer. We moeten ons daar over bezinnen.»

Over de concrete zaak –een «non-event» volgens Pieter de Crem– wordt elders in de media al voldoende bericht, maar de uitlatingen waarmee de minister vandaag in de Kamer kwam zijn inderdaad een kleine bezinning waard. En eigenlijk mag de hele zaak best eens in perspectief gezet worden, wat ik overigens sterk mis in de huidige berichtgeving. Er zijn namelijk drie dingen die in deze zaak bij mekaar komen, maar niettemin van mekaar onderscheiden moeten worden.

Een eerste zaak is immers het ontslag dat Nathalie Lubbe Bakker te beurt viel. Dat ontslag is en kan niet anders dan volkomen terecht genoemd worden. Wie als barmeid in een hip café werkt en daar delegaties en hoge heren over de vloer krijgt, kan nu eenmaal niet de ochtend na een zware avond uit de biecht klappen. Nathalie Lubbe Bakker had zeker het recht aan te klagen dat er in New York een Belgische delegatie rondliep die daar eigenlijk niets te zoeken had maar nu eenmaal niets beters te doen had, maar dat ze dat op een zo concrete en gedetailleerde manier deed was voor haar werkgever een onhoudbare zaak. Welke Belgische minister, delegatie of andere belangrijke persoon heeft immers nog zin om bij een volgende gelegenheid in New York af te zakken naar het B.café, als hij riskeert de dag erna te kijk gezet te worden voor de hele blogosfeer door één van de barmeiden? Of dat ontslag er vervolgens gekomen is na een telefoontje uit de delegatie van de Minister of uit het ministerie zelf, of zelfs zonder telefoontje tout court, is daarbij totaal irrelevant.

Een tweede zaak is natuurlijk wat die delegatie daar in New York liep te doen. Het is duidelijk dat Pieter de Crem lelijk gesnapt werd, en dan niet omdat hij «stiepelzat» in een café kwam binnengewaggeld, wel omdat hij naar New York afgereisd was goed wetend dat de vergadering afgelast was. Dat is een verspilling van belastingsgeld, en bovendien extra pijnlijk wanneer men weet dat Pieter de Crem als het ware zijn carrière opgebouwd heeft met het belagen van de vorige Minister van Defensie André Flahaut voor precies hetzelfde soort gedrag. Het is jammer dat dit aspect van de hele affaire op de achtergrond is verdwenen ten voordele van het ontslag van een Nederlandse die blijkbaar niet wist dat ook barmeiden een soort van beroepsgeheim dienen te respecteren.

De derde zaak ten slotte is dat Pieter de Crem het lastig heeft met de vrije meningsuiting, vooral wanneer hij daar geen controle over kan krijgen en op die manier een onprettige waarheid aan het licht komt. Het is immers inderdaad een fundamenteel onderdeel van de vrijheid van meningsuiting dat iedereen naar eigen goeddunken dingen kan schrijven, maar dat dat zonder verantwoordelijkheid zou zijn, daar heeft de minister het wel goed mis. Tegen onwaarheden kan men zich immers wel degelijk verdedigen, maar dat is het probleem in deze affaire helemaal niet: de minister probeert zich immers tegen een waarheid te «verdedigen». Hij heeft natuurlijk wel gelijk wanneer hij stelt dat ieder kamerlid potentieel het «slachtoffer» kan zijn van een blogger die het dekseltje van een stinkende affaire oplicht, hoewel het dát niet is dat hij eigenlijk bedoelde. Het is echter ontegensprekelijk één van de grote meerwaarden van blogs dat zij het mogelijk maken waarheden aan het licht te brengen waar dat voorheen vrijwel onmogelijk zou geweest zijn. Welke journalist zou het immers aangedurfd hebben te beweren dat er in New York een Belgische delegatie rondliep zonder dat daar een goede reden voor was? Dat de minister zich echter probeert voor te doen als slachtoffer van een blogger die een onwaarheid zou verkondigd hebben, stemt echter tot nadenken. Of nog: eigenlijk stond de minister deze namiddag gewoonweg te liegen voor de Kamer.

Misschien moest de Minister van Defensie maar eens het voorstel van het Estse Europarlementslid Marianne Mikko vanonder het stof halen, of beter gezegd, haar voorstel zoals dat (onterecht?) voorgesteld werd in de pers. Zolang echter dat bloggersregister nog niet bestaat, en het lijdt geen twijfel dat zo'n register best onder de bevoegdheid van het Ministerie van Defensie wordt gebracht, waarbij elk artikel op voorhand persoonlijk door de minister goedgekeurd moet worden voor het gepubliceerd mag worden, en zolang dat register niet de hele wereld omvat, inclusief de o.m. de VS en Noorwegen, zo lang zal de minister er toch mee moeten leren leven dat niet elk artikel in de blogosfeer alleen maar in lovende termen over hem schrijft. En ik vrees dat het nog een tijdje zal duren eer dat register er zal komen.

maandag, november 24, 2008

Communautaire dialoog of Franstalige chantage?

Marino KeulenVlaams Minister Marino Keulen ondertekende vandaag een besluit waardoor de benoeming van de drie Franstalige burgemeesters uit de Vlaamse rand opnieuw afgewezen wordt. Eigenlijk is dat niet meer dan normaal –ook burgemeesters dienen immers de wetten na te leven– maar voor de Franstaligen is het een uitstekende gelegenheid om de communautaire dialoog op te blazen. Voor zover die communautaire dialoog al bestond…

Twee weken geleden bevestigde Vlaams Minister-President Kris Peeters door zijn ontkenning nog dat de communautaire dialoog al een maand volledig in het slop zit – was er wel van enige vooruitgang sprake, hij zou ongetwijfeld niet nagelaten hebben op die vooruitgang te wijzen. Vandaag grijpen de Franstaligen echter de niet-benoeming van de drie Franstalige burgemeesters uit de Vlaamse rand, die herhaaldelijk en openlijk hebben aangekondigd de taalwetten niet te zullen naleven, aan om die onbestaande communautaire dialoog niet te begraven, maar «op te schorten». Slim gezien natuurlijk van de Franstaligen, want op die manier geven ze de Vlaamse communautaire naïvisten de gelegenheid om een afkoelingsperiode in te lassen, zeg maar wat extra tijdswinst voor de Franstaligen. Hadden ze de dialoog volledig stopgezet, zou iemand als een Kris Peeters niet meer kunnen voordoen nog in de dialoog te geloven, en zou de staatshervorming terug op het bord van de federale regering terechtgekomen zijn. Met misschien wel een federale regeringscrisis als gevolg…

Het is immers duidelijk dat niet alleen de CD&V er baat bij heeft dat er kunstmatig leven gehouden wordt in de klinisch dode communautaire dialoog, maar ook de Franstaligen. Resultaten hoeven er voor hen immers niet geboekt te worden, of beter gezegd: resultaten mogen er van hen niet geboekt worden, maar een dialoog is voor hen de beste garantie dat er voorlopig op communautaire vlak niets, maar dan ook niets gebeurt. Zelfs de borrelnootjes uit de eerste fase zitten vandaag opnieuw stevig vastgevroren onder een dikke laag ijs in het vriesvak.

Maar de garantie dat zolang er een dialoog is, het communautaire stevig vast zit, is niet de enige reden voor de Franstaligen om een de onderhandelingstafel te zitten. De communautaire dialoog kan, zoals vandaag aangetoond wordt, immers ook als chantagemiddel gebruikt worden, door te dreigen de dialoog op te blazen als de Vlamingen niet afzien van hun rechtmatige eis dat ook de Franstaligen zowel de Grondwet als de taalwetten moeten naleven. Vandaag zijn het de drie Franstalige burgemeesters in de Vlaamse rand, en binnen enkele weken is het de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde die niet gestemd mag worden. Als de enige prijs die daarvoor betaald moet worden niet meer is dan te moeten voordoen alsof men ook echt zou willen onderhandelen over een staatshervorming, welaan dan, Paris vaut bien une messe, zullen ze aan de andere kant van de taalgrens gedacht hebben.

Dat de Vlaamse minister Marino Keulen niet wou buigen voor de Franstalige chantage, is echter wel een lelijke streep door de rekening van de Franstaligen, maar een nog lelijkere streep door die van Minister-President Kris Peeters, en bij uitbreiding de hele CD&V die waarschijnlijk gedacht had dat het communautaire dossier nu wel eventjes van de baan zou kunnen blijven. Dankzij de financiële crisis kon federaal Eerste Minister Yves Leterme zich immers even profileren als een waar staatsman, maar Europees Commissaris Neelie Kroes noemde hem een leugenaar, en plots stond de Ieperse keizer daar weer zonder kleren. Verder werd de Open Vld de laatste tijd geteisterd door een hele reeks schandalen, met o.m. Noël Slangen, Patrick Dewael en Karel de Gucht zelfs in het kwadraat met Congo en Fortis-aandelen, zodat de CD&V alsnog een beetje in de luwte kon schuilen na de splitsing van het kartel. Maar vandaag plaatste Marino Keulen met zijn handtekening het communautaire opnieuw op de agenda, en wordt de CD&V weer met haar verkiezingsbedrog geconfronteerd, en dat net in de aanloop naar de volgende verkiezingscampagne. Zelfs al had Marino Keulen misschien niet zo heel veel controle over de timing van dit dossier, het komt op dit ogenblik wel heel gelegen voor de Open Vld. Zou dit zomaar een toeval zijn?

zondag, november 23, 2008

Nieuw VB-schandaal: ook Annemans en Dewinter een koppel?

Filip Dewinter en Gerolf AnnemansNadat het schandaal rond de relatie tussen Frank Vanhecke en Marie-Rose Morel eerder deze week een toppunt bereikte als gevolg van een artikel met enkel spectaculaire onthullingen in het gezaghebbende tijdschrift Knack, ontploft er opnieuw een bom in de top van het Vlaams Belang nu blijkt dat Gerolf Annemans en Filip Dewinter een relatie met mekaar hadden, en nog steeds hebben.

Uit e-mails en SMSjes waarop ondergetekende de hand kon leggen, blijkt dat de relatie tussen Gerolf Annemans en Filip Dewinter al sedert het begin van de jaren '90 aan de gang zou zijn. Hun relatie heeft natuurlijk zowel haar hoogte- als laagtepunten gekend, maar de stabiliteit van de relatie tussen de twee valt toch op. De aard van de relatie veranderde natuurlijk wel grondig in de loop van de jaren: druipt in de eerste jaren de passie en het verlangen nog van de e-mails, de laatste jaren heeft er duidelijk een verdieping van de relatie plaatsgevonden. Zo maakten de twee de afgelopen maanden, naarmate de aanhang van het Vlaams Belang in de peilingen afnam en de fut uit de partij leek te lopen, steeds concretere plannen om Vlaanderen de rug toe te keren, en naar San Francisco uit te wijken om er een nieuw leven op te bouwen – samen. Het zou overigens niet de eerste keer geweest zijn dat de twee samen het land verlieten, want beide heren trokken vaak samen naar een buitenhuisje van Jean-Marie Le Pen in de buurt van Marseille, waar ze dagenlang ongestoord konden genieten van de Middellandse Zee en mekaar.

Alle gekheid op een stokje: wanneer een weekblad als Knack uitpakt met e-mails als het ultieme bewijsstuk voor een relatie tussen Frank Vanhecke en Marie-Rose Morel, en dat vervolgens zonder al te veel kritische noten rondgetoeterd wordt in de rest van de Vlaamse «pers», dan vraag je je toch af of het echt nog dommer (of valser) kan. De enige reden waarom ik bij het bovenstaande stukje geen «authentieke» mails heb bijgevoegd, is dat ik gewoonweg geen zin had om mijn tijd te spenderen aan het creëren van passionele mails tussen Gerolf Annemans en Filip Dewinter. Was ik een Knack-journalist geweest, zou ik er waarschijnlijk nog goed voor betaald worden ook, en op de redactie misschien zelfs tot held van de week voor uitgeroepen worden. Kan je al je twijfels hebben rond handgeschreven brieven, een e-mail of een SMS is werkelijk niets waard, zeker als ze uit een (v)echtscheidingsdossier komen. Met e-mails kan immers om het even wie aan om het even wie gekoppeld worden. Misschien heeft Bart de Wever wel iets met Joëlle Milquet, en overcompenseerden ze hun geheime relatie wel door de communautaire dialoog zo professioneel te kelderen? Of had Jurgen Verstrepen wel een relatie met de biseksuele Frank Vanhecke, tot Marie-Rose Morel opdook in het leven van de laatste, meteen ook de verklaring waarom Jurgen Verstrepen en de ex-man van Marie-Rose Morel vandaag gemene zaak maken? Een namiddagje met vrije tijd en een fles whiskey voor de inspiratie, en een journalist kan een volledig dossier produceren, inclusief suggestieve koosnaampjes en geheime groeten.

Er is echter aan de affaire tussen Frank Vanhecke en Marie-Rose Morel één eigenaardigheid die ik niet helemaal begrijp. Hoe is het immers mogelijk dat zulke relatie, die al jaren aan de gang zou zijn en zelfs een vast liefdesnestje had, om nog maar te zwijgen over de vele Vlaams Belang-afdelingen die hebben moeten betalen voor hotelkamers voor de twee tortelduifjes, nog niet één foto heeft doen opduiken waarop de feiten ontegensprekelijk vastgelegd werden? Of moet ik werkelijk geloven dat Knack-journalisten die er geen problemen van maken om in het «beste» geval authentieke mails geplukt van een ontvreemde laptop, in het slechtste geval gewoonweg zelf mee verzonnen, die mails zonder problemen publiceren in hun blad, maar plots wel een bijna ontroerende schroom aan de dag leggen om eens een fotograaf erop uit te sturen om één ander op de gevoelige lens vast te leggen? Of meer zelfs, dat er op die laptop die blijkbaar kraakte van de passionele mails, niet één foto van het koppel te vinden was die het liefdesverhaal beter had kunnen illustreren dan de brave campagnefoto's waar we het nu mee moeten stellen? Een Frank Vanhecke die tijdens één of andere partijdag halfverlegen naar Marie-Rose Morel lacht, da's echt wel een smoking gun zonder weerga. Zelfs een prins Filip ziet er op een onbewaakt ogenblik naast zijn prinses Mathilde bronstiger uit.

Ook de discretie van het Europees Parlement, anders niet te beroerd om de onschendbaarheid van één van haar leden op te heffen zonder zelfs nog maar het dossier te moeten inkijken, valt op. Zou er nu werkelijk geen enkel EP-lid rondlopen dat voor de camera wil bevestigen dat de twee wel al eens in mekaars armen gesnapt werden op één of andere vochtige receptie? Er moet nochtans volgens de geruchten daar in Straatsburg nogal één en ander afgevreeën geweest zijn tussen de twee. Ook daar klopt het plaatje niet helemaal, of moeten we zeggen: helemaal niet.

Laat me afsluiten met een verwijzing naar hoe de pers andere toppolitici behandelt die een scheve schaats reden en rijden. Hoe lang zou de pers op de hoogte geweest zijn van de relatie tussen Patrick Dewael en Greet op de Beeck –en ik heb het daarbij niet alleen over de VRT– vóór ze er ook melding van wilde maken? Hoe ver was Sophie Pécriaux al in haar zwangerschap toen de pers haar relatie met Rik Daems openbaar maakte? Er zit een pak meer substantie aan het gerucht dat Patrick Janssens in Antwerpen zijn maîtresse bevorderde tot een zeer lucratief postje dan aan de story rond Frank Vanhecke en Marie-Rose Morel, maar daarover zwijgt de pers zeer zedig. De vermeende relatie tussen Frank Vanhecke en Marie-Rose Morel moet echter in het lang en het breed uitgesmeerd worden, wegens de relevantie ervan voor de nationale politiek, maar een minister in functie die in bed duikt met de journaliste die hem moet interviewen, een fractieleider die een lid van een andere partij bezwangert en een burgemeester die op kosten van de belastingbetaler zijn lief aan een riant maandelijks loon helpt, dat heeft natuurlijk uitdrukkelijk geen politieke relevantie, maar behoort strikt tot de privé-sfeer van de politici. Of wat had u gedacht?

zondag, november 16, 2008

Matteüseffect voor Albert II

Koning Albert II en koningin PaolaWat zou koning Albert II vandaag gedacht hebben bij het aanhoren van het evangelie? Matteüs 25: 14-30 bevat immers de parabel die als metafoor dient voor het Matteüseffect, toevallig zeer illustratief voor twee opvallende nieuwsfeiten van de afgelopen week: Jean-Luc Dehaene die bij Dexia geen banenverlies wil uitsluiten, en de 6% opslag voor de koninklijke familie.

Als er in België één familie is die absoluut geen loonsverhoging nodig heeft, en het best zelfs met wat minder zou kunnen doen, dan toch wel de familie Saksen-Coburg. Deze week bleek echter dat de dotatie voor het koningshuis in 2009 opgetrokken zal worden met maar liefst 6%, overigens in dezelfde begroting die ook al het vergetelheidje van de accijnsverhoging op brandstof bevatte en de vliegtuigtaks die meer kostte dan ze opbracht. In 2008, nadat de Franstalige partijen PS en cdH tijdens de regeringsonderhandelingen hun gesprekspartners de oren van de kop hadden gezaagd over de dalende koopkracht –de staatshervorming moest er zelfs voor afgelast worden!–, werd de dotatie voor het koningshuis ook al opgetrokken met maar liefst 5,3%, terwijl een bediende het afgelopen jaar zijn inkomen gemiddeld met slechts 3,24% zag stijgen.

Het hele zaakje werd trouwens vakkundig ingeleid door een Jean-Luc Dehaene die in zijn bekende boertige stijl al was komen aankondigen dat er bij de komende herstructurering van Dexia geen banenverlies uit te sluiten viel. CEO Stefaan Decrane had eerder op de dag wel iets anders verkondigd, en het valt dus nog af te wachten wie van de twee uiteindelijk gelijk zal hebben – zeker is dat de werknemers van Dexia het eerste jaar niet hoeven te hopen op een loonsverhoging van 6%. Of ze zouden in de leiding of de Raad van Bestuur moeten zitten natuurlijk…

Bij dit alles komt nog bij dat koning Albert II bij uitstek het symbool is van de Belgische haute finance die in de Brusselse salons kuipt, tot voor kort aangevoerd door heerschappen als een Maurice graaf Lippens en een Étienne burggraaf Davignon. Waar is de tijd dat de eerste de Generale Bank uit de handen van ABN AMRO wegkaapte als «verjaardagscadeau voor de koning»? Het is precies dat soort gekonkel dat geleid heeft tot débacles als Fortis en SN Brussels Airlines, en waarvoor het gelag vervolgens vooral door de werknemers betaald moest worden. Het doet dan ook goed aan het hart te lezen dat iemand als de Rus Soelejman Kerimov, die als gevolg van een persoonlijke aanbeveling door Maurice Lippens om te investeren in Fortis genoeg geld is kwijtgespeeld om de zaak niet zomaar blauwblauw te laten, niet met zich laat sollen, en het vel van de graaf wil.

Dit soort beschouwingen zijn echter niet aan Eerste Minister Yves Leterme –volgens Neelie Kroes een leugenaar, en wie ben ik om een Europees Commissaris tegen te spreken?– besteed, en hij zong vandaag dan ook volop de lof van koning Albert II. «Cement van de natie»? «Factor van cohesie»? Uit de transportkosten voor de koninklijke familie richting Middellandse Zee was eerder die jaar al gebleken dat wanneer het maar mogelijk is, het «cement van de natie» er nog het liefst eventjes van tussenuit knijpt, en zo weinig mogelijk tijd wil doorbrengen in het land waarvan hij het staatshoofd is en waardoor hij rijkelijk betaald wordt om, tja, vooral te zijn. Dat was verleden jaar in augustus tijdens de regeringsonderhandelingen trouwens al eens pijnlijk duidelijk geworden toen Yves Leterme moest wachten tot de vorst eindelijk terug in het land was om zijn ontslag te kunnen aanvaarden. Uitgerekend die Yves Leterme roemt vandaag koning Albert II, met een opslag van maar liefst 6% dus in deze financiële crisis, als een «factor van cohesie» voor België. Kan het nog grotesker?

woensdag, november 12, 2008

Grondwet dan toch geen vodje papier?

Karel de Gucht en Mireille SchreursDe Belgische Grondwet blijkt dan toch geen vodje papier te zijn: het onderzoek naar de handel in Fortis-aandelen door Mireille Schreurs, de vrouw van minister Karel de Gucht, wordt door de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen (CBFA) stilgelegd. Het onderzoek bleek immers strijdig te zijn met artikel 103 van de Belgische Grondwet.

Het lijkt wel alsof het erom gedaan werd: het onderzoek naar de mogelijke handel met voorkennis in Fortis-aandelen kwam er pas na een klacht van Vlaams Belang-voorzitter Bruno Valkeniers, en verhuist nu dus naar het Hof van Beroep zoals ook duidelijk aangegeven staat in de Grondwet. Tegelijkertijd hangt de onschendbaarheid van voormalig Vlaams Belang-voorzitter Frank Vanhecke aan een zijden draadje, niettegenstaande artikel 25 van diezelfde Belgische Grondwet duidelijk aangeeft dat hij als verantwoordelijke uitgever niet vervolgd kan worden voor een artikel waarvan de auteur zich bekend gemaakt heeft.

Laat één ding duidelijk zijn: dat de CBFA in deze zaak de Grondwet correct toepast is niet meer dan normaal. Of zou toch niet meer dan normaal mogen zijn. Dat een ander artikel van de Grondwet echter in de zaak tegen Frank Vanhecke zo ostentatief genegeerd werd, roept echter vraagtekens op. En dat alleen niet, want wat ook vraagtekens oproept, is dat de media er blijkbaar wel in slagen om dat beruchte artikel 103 van de Belgische Grondwet in de loop van een paar uren op te snorren en te citeren, terwijl de tekst van artikel 25 voor zover ik weet in nog geen enkel medium vermeld werd, laat staan geciteerd…

maandag, november 10, 2008

Wanneer is een grap racistisch?

Silvio BerlusconiOf een grap racistisch is of niet heeft veel te maken met wie de grap vertelt. Wanneer Barack Obama een racistische grap vertelt, staan de journalisten te huilen van het lachen, maar wanneer Silvio Berlusconi een compliment probeert te maken (maar dan wel op zijn eigen bijzondere manier), moet barbertje hangen.

Gevraagd welke hond hij van plan was te kopen voor zijn dochtertjes wanneer hij in het Witte Huis intrekt, antwoordde Barack Obama op zijn eerste persconferentie na zijn verkiezing dat zijn voorkeur uitging naar een hond uit het asiel. En, voegde hij eraan toe, «honden uit het asiel zijn vaak kruisingen – net als ik». Volgens doorgaans onbetrouwbare bronnen zouden enkele stamboomjournalisten met die grap zo hard hebben moeten lachen dat ze achteraf verzorging nodig hadden.

Aan de andere kant hebben we Silvio Berlusconi, en die is beslist niet grappig. Zeker niet volgens diezelfde stamboomjournalisten van hierboven. Tijdens een bezoek aan Moskou noemde de Italiaanse Eerste Minister Barack Obama «jong, knap en zongebrand», een «racistische opmerking» die nogal wat ophef veroorzaakte in Italië. Een racistische opmerking? Hoe had Silvio Berlusconi, die ervoor bekend staat zijn eigen kleurtje steeds goed te verzorgen en verder geen klein beetje ijdel kan genoemd worden, een groter compliment kunnen geven aan Barack Obama dan door de pas verkozen president aan hem te willen relateren? En ophef in Italië? Ik durf wedden dat de hele zaak het gros van de bevolking geen ene moer kan schelen, maar de media maken er nu eenmaal graag een gewoonte van het selecte clubje van 0,1% van de bevolking dat niets beters om handen heeft dan elke uitspraak van Silvio Berlusconi tegen het licht te houden om er toch maar een draai aan te kunnen geven voor te stellen als representatief voor de rest van het land.

Men kan natuurlijk altijd stellen dat Silvio Berlusconi voor die ene keer eens zijn woorden een beetje beter had kunnen wikken, en zich dat «grapje» had kunnen besparen. Anderzijds kan ook niet ontkend worden dat wat Silvio Berlusconi ook zou gezegd hebben over Barack Obamas verkiezing, de persgilde zijn best zou gedaan hebben om er toch maar iets racistisch in te kunnen vinden. Had Silvio Berlusconi niets gezegd over de huidskleur van Barack Obama was het waarschijnlijk ook racistisch geweest, want dan zou hij er niets over gezegd hebben.

Silvio Berlusconi vergist zich echter wanneer hij diegenen die voorwenden het grapje niet te begrijpen «imbecielen» noemt, want dat zijn ze natuurlijk niet. Ze begrijpen maar al te best dat wat Berlusconi zei helemaal niet racistisch was, maar zoals altijd vindt wie een Italiaanse hond wil slaan licht een stok. Barack Obama daarentegen is evenmin bijzonder grappig, maar aangezien de journalisten op dit ogenblik voor hem een boon hebben, lachen ze er maar op los. En de rest van de wereld ook, toch volgens hen, zelfs al kan er ook een flinke portie racisme in Obamas opmerking gezocht worden. Want wat bedoelde Barack Obama precies toen hij het over een kruising had? Heeft hij soms liever geen rashond in huis, omdat die niet zoals hem is? Ruikt verdacht veel naar racisme, als ik in zijn uitspraak racisme wil zoeken natuurlijk. Barack Obama heeft geluk dat hij geen halve Berlusconi is.

donderdag, november 06, 2008

Racisme en de presidentsverkiezingen in de VS

Barack ObamaMaandenlang hebben de media doorgeëmmerd over het Bradley-effect, omdat gevreesd werd dat het wel eens roet in het eten had kunnen gooien tijdens de presidentsverkiezingen van enkele dagen geleden. Grofweg kan men stellen dat het Bradley-effect erop neerkomt dat wanneer er twee kandidaten zijn voor een ambt, de ene blank en de andere zwart, er een significant aantal blanken bestaat dat echt van plan is voor de zwarte kandidaat te stemmen, en dat ook antwoordt wanneer een opiniepeiler hen ondervraagt, maar eens in het stemhokje zetten ze toch maar een kruisje achter de blanke kandidaat. Racisme! Maar waar is de mediastorm over het feit dat maar liefst 95% van de zwarten voor Barack Obama heeft gestemd, toch wel duidelijk een racistisch getinte uitslag?

Laten we het allemaal even narekenen om een schatting te kunnen maken. Historisch gezien hebben de zwarten altijd voor de Democratische presidentskandidaat gestemd. In 2000 behaalde Al Gore 85% van de zwarte stemmen, en in 2004 wist John Kerry zelfs 90% van de zwarte stemmen voor zich te winnen. Beiden deden het daarmee beter dan Bill Clinton, zowel voor de verkiezingen van 1992 als 1996. Nemen we nu de uitslag van John Kerry als basis, dan mogen voor elke vijf stemmen voor de Republikeinse kandidaat 45 stemmen voor de Democratische kandidaat verwacht worden. Of nog, op dinsdag gingen maar liefst 50% van de zwarte stemmen in de eerste plaats omwille van racistische motieven naar Barack Obama.

Deze afschatting houdt natuurlijk geen rekening met een ander effect dat opgetreden kan zijn tijdens deze verkiezingen: zwarten die zich anders de moeite niet zouden genomen hebben om zich zelfs nog maar te laten registreren, maar dat deze keer wel gedaan hebben en ook effectief zijn gaan stemmen voor Barack Obama omwille van de hierboven aangehaalde racistische motieven. Een verhoging van het aandeel zwarte stemmen in het totaal aantal stemmen zou zo'n effect kunnen aantonen.

Heeft dit zwart racisme echter enig effect gehad op de uiteindelijke uitslag van de verkiezingen? Om dat te controleren, moeten de 50% racistische zwarte stemmen verdeeld worden volgens dezelfde sleutel als de andere 50%: 45% voor Barack Obama, en 5% voor John McCain. Verder, hoewel zwarten 13,4% uitmaken van de bevolking van de VS, beperkt hun aandeel in de verkiezingen zich gewoonlijk slechts tot zo'n 10%. De 5% extra die John McCain dus had moeten krijgen van de zwarten, vertaalt zich daarom naar 0,5% extra in het totale aantal stemmen. Naar mijn mening is dit aantal te klein om de uitslag van de verkiezingen te kunnen veranderen.

Dat neemt echter niet weg dat het duidelijk is dat een groot deel van de zwarten in de VS zijn stem heeft laten beïnvloeden door racistische motieven. Zelfs al gaat het niet om 50% van de zwarte stemmen, maar slechts 40% of 30%, het aantal blijft enorm. Het is daarom ook verwonderlijk dat hierover nog geen mediastorm is uitgebroken, met allerlei analyses over hoe racistisch sommige delen van de VS-bevolking wel geworden zijn, om over demonstraties en strenge veroordelingen uit de hoek van allerlei anti-racistische verenigingen nog maar te zwijgen. Of is het dat soms niet?