zondag, november 07, 2004

Goedkoop Bush-bashing en Europese onmacht

Het is al wekenlang aan de gang, maar woensdag was ongetwijfeld het hoogtepunt: het goedkope platte Bush-bashing dat zo bon ton is in het hoogstaande Europa.

Vrijdagavond was ik op een bedrijfsfeestje, waar op een gegeven moment iemand uitroept of er soms een Bush-aanhanger aanwezig was, want hij had zin in een lynch-partijtje. Dit uiteraard met de grootste vanzelfsprekendheid dat er uiteraard in ons bedrijf niemand te vinden zou zijn die Bush zou steunen, want we zijn tenslotte toch allemaal universitairen, nietwaar...

De laatste dagen dook het thema ook al af en toe op tijdens de lunch, over hoe dom die Amerikanen toch wel moeten zijn om voor Bush te stemmen, over hoe ze het nog niet kunnen vatten dat zijn herverkiezing mogelijk was, en hoe het nu toch verder moet. Allemaal variaties op dezelfde thema's die in de Europese pers uitgebreid aan bod komen. Maar ik begin me toch stilaan af te vragen wie hier werkelijk de domste is, Bush, of de Europese «intellectuelen» die het maar niet schijnen te snappen.

Het is overigens bijzonder leerrijk om een debat aan te gaan met zo een Europese «intellectueel». Al te intelligent hoeft men duidelijk niet te zijn om zich onmetelijk veel slimmer te voelen dan die domme Amerikaantjes. Het Amerikaanse kiessysteem bijvoorbeeld gaat menig Europees «intellectueel» het petje ver te boven. Dat al bij al de macht van de Amerikaanse president sterk beperkt is, is nog zoiets waar de meeste Europeanen nooit van gehoord hebben. Dat Bush zoveel macht heeft omdat hij in het Huis van Afgevaardigden en in de Senaat een Republikeinse meerderheid achter zich heeft, die overigens versterkt uit de verkiezingen kwam, is over het algemeen een totaal onbekend feit. Niettemin weet men allerlei problemen te onderscheiden in het Amerikaanse kiessysteem of ziet men gevaren in de machtsuitoefening van de Amerikaanse president.

Nog zo een mythe is de Amerikaanse onwetendheid over de rest van de wereld. Zo zouden de meeste Amerikanen er niet in slagen Iraq aan te duiden op een blinde kaart. Best mogelijk, zelfs hoogst waarschijnlijk, maar hoeveel Europeanen zouden Iraq op een blinde kaart kunnen aanduiden, overwegend dat Iraq een pak dichter bij Europa ligt dan bij de VS? Ik weet trouwens uit eigen ervaring dat de meeste mensen in Vlaanderen het al behoorlijk moeilijk hebben bij het plaatsen van Noorwegen op de Europese kaart, om nog maar te zwijgen over het lidmaatschap van de EU of deelname aan de euro.

Ondertussen uit men nu de vrees dat Bush in de komende vier jaren «zich zal laten gaan», en bijvoorbeeld Syrië of Iran zou aanpakken. Daarbij vergeet men -uit schaamte?- dat Frankrijk en Duitsland de laatste maanden uitgebreid de kans hebben gehad om Iran op andere nucleaire gedachten te brengen, maar dat dit op een compleet fiasco is uitgedraaid. En dat het misschien niet zo een slechte zaak zou zijn als de theocratie in Iran tot een einde zou komen; getuige daarvan de protestacties in Iran die de laatste maanden af en toe toch het wereldnieuws haalden. De vrees voor een Amerikaans ingrijpen is de uiting van een bekommernis, maar de bekommernis is mijns inziens naar de verkeerde kant gericht. In plaats van zich op te winden over Amerikaanse oorlogszucht, zou men beter eens nadenken over hoe het komt dat Frankrijk en Duitsland in Iran geen enkele vooruitgang hebben kunnen boeken. Want als Frankrijk en Duitsland niet alleen over een vredesrhetoriek zouden beschikken, maar ook macht achter hun woorden zouden kunnen plaatsen, zou er geen reden geweest zijn om een eventuele Amerikaanse «oorlogszucht» te vrezen.

Geen opmerkingen: