Minister van Defensie Pieter de Crem heeft duidelijk een probleem met blogs, en dan niet alleen met één bepaald artikel op de blog van Nathalie Lubbe Bakker, maar ook met blogs in het algemeen, zo bleek vandaag in de Kamer: «Iedereen kan naar goeddunken en zonder verantwoordelijkheid dingen schrijven, en het is bijna onmogelijk om zich daar tegen te verdedigen. Iedereen hier is een potentieel slachtoffer. We moeten ons daar over bezinnen.»
Over de concrete zaak –een «non-event» volgens Pieter de Crem– wordt elders in de media al voldoende bericht, maar de uitlatingen waarmee de minister vandaag in de Kamer kwam zijn inderdaad een kleine bezinning waard. En eigenlijk mag de hele zaak best eens in perspectief gezet worden, wat ik overigens sterk mis in de huidige berichtgeving. Er zijn namelijk drie dingen die in deze zaak bij mekaar komen, maar niettemin van mekaar onderscheiden moeten worden.
Een eerste zaak is immers het ontslag dat Nathalie Lubbe Bakker te beurt viel. Dat ontslag is en kan niet anders dan volkomen terecht genoemd worden. Wie als barmeid in een hip café werkt en daar delegaties en hoge heren over de vloer krijgt, kan nu eenmaal niet de ochtend na een zware avond uit de biecht klappen. Nathalie Lubbe Bakker had zeker het recht aan te klagen dat er in New York een Belgische delegatie rondliep die daar eigenlijk niets te zoeken had maar nu eenmaal niets beters te doen had, maar dat ze dat op een zo concrete en gedetailleerde manier deed was voor haar werkgever een onhoudbare zaak. Welke Belgische minister, delegatie of andere belangrijke persoon heeft immers nog zin om bij een volgende gelegenheid in New York af te zakken naar het B.café, als hij riskeert de dag erna te kijk gezet te worden voor de hele blogosfeer door één van de barmeiden? Of dat ontslag er vervolgens gekomen is na een telefoontje uit de delegatie van de Minister of uit het ministerie zelf, of zelfs zonder telefoontje tout court, is daarbij totaal irrelevant.
Een tweede zaak is natuurlijk wat die delegatie daar in New York liep te doen. Het is duidelijk dat Pieter de Crem lelijk gesnapt werd, en dan niet omdat hij «stiepelzat» in een café kwam binnengewaggeld, wel omdat hij naar New York afgereisd was goed wetend dat de vergadering afgelast was. Dat is een verspilling van belastingsgeld, en bovendien extra pijnlijk wanneer men weet dat Pieter de Crem als het ware zijn carrière opgebouwd heeft met het belagen van de vorige Minister van Defensie André Flahaut voor precies hetzelfde soort gedrag. Het is jammer dat dit aspect van de hele affaire op de achtergrond is verdwenen ten voordele van het ontslag van een Nederlandse die blijkbaar niet wist dat ook barmeiden een soort van beroepsgeheim dienen te respecteren.
De derde zaak ten slotte is dat Pieter de Crem het lastig heeft met de vrije meningsuiting, vooral wanneer hij daar geen controle over kan krijgen en op die manier een onprettige waarheid aan het licht komt. Het is immers inderdaad een fundamenteel onderdeel van de vrijheid van meningsuiting dat iedereen naar eigen goeddunken dingen kan schrijven, maar dat dat zonder verantwoordelijkheid zou zijn, daar heeft de minister het wel goed mis. Tegen onwaarheden kan men zich immers wel degelijk verdedigen, maar dat is het probleem in deze affaire helemaal niet: de minister probeert zich immers tegen een waarheid te «verdedigen». Hij heeft natuurlijk wel gelijk wanneer hij stelt dat ieder kamerlid potentieel het «slachtoffer» kan zijn van een blogger die het dekseltje van een stinkende affaire oplicht, hoewel het dát niet is dat hij eigenlijk bedoelde. Het is echter ontegensprekelijk één van de grote meerwaarden van blogs dat zij het mogelijk maken waarheden aan het licht te brengen waar dat voorheen vrijwel onmogelijk zou geweest zijn. Welke journalist zou het immers aangedurfd hebben te beweren dat er in New York een Belgische delegatie rondliep zonder dat daar een goede reden voor was? Dat de minister zich echter probeert voor te doen als slachtoffer van een blogger die een onwaarheid zou verkondigd hebben, stemt echter tot nadenken. Of nog: eigenlijk stond de minister deze namiddag gewoonweg te liegen voor de Kamer.
Misschien moest de Minister van Defensie maar eens het voorstel van het Estse Europarlementslid Marianne Mikko vanonder het stof halen, of beter gezegd, haar voorstel zoals dat (onterecht?) voorgesteld werd in de pers. Zolang echter dat bloggersregister nog niet bestaat, en het lijdt geen twijfel dat zo'n register best onder de bevoegdheid van het Ministerie van Defensie wordt gebracht, waarbij elk artikel op voorhand persoonlijk door de minister goedgekeurd moet worden voor het gepubliceerd mag worden, en zolang dat register niet de hele wereld omvat, inclusief de o.m. de VS en Noorwegen, zo lang zal de minister er toch mee moeten leren leven dat niet elk artikel in de blogosfeer alleen maar in lovende termen over hem schrijft. En ik vrees dat het nog een tijdje zal duren eer dat register er zal komen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten