zondag, december 21, 2008

De Belgische olifant in de kamer

The Belgian Elephant in the RoomMerkwaardig hoe druk alle commentatoren en politici het hebben over de financiële crisis en de problemen van Fortis, maar niemand –met uitzondering van het Vlaams Belang– durft het aan te praten over de Belgische «olifant in de kamer». Yves Leterme en zijn regering wankelden, en zijn uiteindelijk gevallen, maar ook België wankelt.

De Engelse uitdrukking «the elephant in the room» verwijst gewoonlijk naar een probleem of een zaak die zo groot is dat niemand ze kan negeren, maar waar iedereen toch zedig over zwijgt. Vaak gaat het daarbij over een sociaal taboe, en doen de betrokkenen hard hun best om over allerlei andere zaken te praten, zodat ze het heikele onderwerp niet hoeven aan te raken. De ijver waarmee vandaag gepraat wordt over de nood aan een federale regering die zo snel mogelijk moet «doorstarten» (zou ik de enige zijn die ondertussen al een grondige hekel aan dat woord heeft opgebouwd?) omwille van de financiële crisis heeft daar veel van weg, want het feit dat ook België zelf wankelt door deze crisis kan niet ontkend worden.

Zo deed Johan vande Lanotte er deze morgen zijn beklag over dat de oppositie nog niet gehoord was door koning Albert II, maar tegelijkertijd verkondigt de sp.a aan iedereen die het horen wil dat ze niet in een regering wil stappen zonder voorafgaande verkiezingen. Tenzij het de bedoeling is van Johan vande Lanotte om zich op een audiëntie bij de koning te laten overtuigen om toch maar in de federale regering te stappen –in 's lands belang, of wat dacht u?– heeft zo'n gesprek tussen koning Albert II en iemand van de sp.a weinig zin, anders dan dat het misschien van enige beleefdheid en traditie zou getuigen. In tijden van nood, wanneer het land en de troon wankelt, zijn beleefdheid en traditie echter luxegoederen, en kan koning Albert II zijn tijd ongetwijfeld veel beter gebruiken dan een uur of twee te verdoen met een Oostendse hoogleraar of een Truiense Mechelse om hun ijdelheid wat te strelen. Het is in ieder geval een duidelijk teken dat men er in Laken absoluut niet gerust in is.

En men zit in Laken duidelijk met een ei. Open Vld wil in juni 2009 samenvallende verkiezingen, en dus niet weten van een nieuwe federale regering die tot in 2011 aan de macht blijft. Dit heeft natuurlijk veel te maken met het feit dat men hoopt bij de komende verkiezingen te kunnen profiteren van een Verhofstadt-effect niet alleen op Vlaams maar ook op federaal niveau, waardoor de partij misschien wel een procent of twee boven haar stand zou kunnen leven. Dat zulke samenvallende verkiezingen tegelijkertijd catastrofaal zouden zijn voor de CD&V omwille van een negatief Leterme-effect, ziet men niet bepaald als een nadeel bij de Open Vld.

Bij de CD&V wil men een scenario met samenvallende verkiezingen in juni absoluut vermijden. Er is natuurlijk het reeds vermelde Leterme-effect, waardoor de partij ook op Vlaams niveau stemmen zou verliezen omwille van een federaal probleem. Verder heeft de partij niemand om federaal mee uit te pakken: Yves Leterme is van het toneel verdwenen, voor Kris Peeters is elke andere campagne dan een Vlaamse totaal ongeloofwaardig, en verder zijn er op dit ogenblik gewoonweg geen topfiguren meer voorhanden bij de CD&V. Herman van Rompuy heeft het profiel niet om een federale campagne te trekken, Marianne Thyssen is er nog niet klaar voor, als ze überhaupt al geschikt zou zijn, over Inge Vervotte zullen we beleefd zwijgen, en verder rest alleen nog een Jean-Luc Dehaene tenzij men Wilfried Martens of Mark Eyskens uit de mottenballen zou willen halen. De partij geeft daarom de voorkeur aan ofwel snelle federale verkiezingen, zodat tenminste de Vlaamse en Europese verkiezingen gered kunnen worden, of pas nieuwe federale verkiezingen zo ver in de toekomst dat Kris Peeters «Letermegewijs» kan overstappen naar het federale niveau, en/of ondertussen een nieuwe topkandidaat naar voren geschoven kan worden.

Daar komt voor de CD&V nog bij dat als Kris Peeters volgend jaar op een geloofwaardige manier naar de kiezer wil stappen, het communautaire luik uit het federale regeringsprogramma niet zomaar weggestopt kan worden. Dat verklaart meteen ook waarom Kris Peeters die communautaire agenda naar boven haalde, en Karel de Gucht van de weeromstuit dat idee meteen van de hand wees. Als het al één ding duidelijk illustreerde, dan toch dat beide partijen (en politici) veel meer hun eigen belangen nastreven dan die van de bevolking of het land. En dat laatste zal men misschien ook in Laken ondertussen al wel beseft hebben.

En dan zijn er nog de Franstalige partijen, die eigenlijk het liefst van al gewoon verder hadden willen regeren. Eén van de Franstalige politici liet zich ontvallen dat de Vlamingen minder schrik hadden van een val van de regering omdat ze niet weten wat een echte sociaal-economische crisis precies inhoudt. Men zou daar kunnen tegenover stellen dat Franstaligen dan weer minder gevoelig zijn aan politici die over de schreef gaan, en daarom minder zwaar tillen aan de beschuldigingen die geuit werden aan het adres van Yves Leterme en Jo Vandeurzen. Anderzijds kan niet ontkend worden dat zij zich bijzonder goed voelden in deze regering, die het communautaire de facto al in de koelkast gestopt had –alleen Kris Peeters weigert dat in te zien– en verder de Franstaligen op haar wenken bedient wanneer zij met de vingers knippen. Een Eerste Minister met een schandaal aan zijn broek kan de Franstalige zelfbediening alleen maar vergemakkelijken, en voor hen hoefde er dus absoluut niets te veranderen. Als een «doorstart» kan gebruikt worden om de communautaire onderhandelingen definitief af te voeren tot minstens na juni 2009, is deze crisis natuurlijk niet helemaal onnuttig geweest, maar noodzakelijk was ze voor hen alvast niet.

Daarmee kan men de situatie als volgt samenvatten:
  • Geen enkele regeringspartij wil onmiddellijk nieuwe verkiezingen,
  • de Franstaligen kijken met plezier toe hoe Open Vld en CD&V vechtend over straat rollen, maar missen tegelijkertijd toch ook de kans niet om zelf nog eens ruzie te kunnen maken,
  • de Open Vld wil niet weten van een federale regering die 2011 als expliciet doel heeft, en wil ten alle koste sp.a buiten de regering houden,
  • de CD&V wil de electorale schade zoveel mogelijk beperken door samenvallende verkiezingen in 2009 te vermijden,
  • en de sp.a voelt zich verongelijkt omdat ze nog niet uitgenodigd werd in Laken, en weigert mee te werken aan een noodregering «van nationale unie».
Wil koning Albert II federale verkiezingen in februari 2009 vermijden, zal hij ervoor moeten zorgen dat minstens één van de partijen haar woorden van de voorbije dagen inslikt. Traditioneel is de CD&V altijd de gemakkelijkste partij geweest om te voldoen aan de roep van het Belgische staatsbelang, maar de vraag is zeer of de koning vandaag nog voldoende autoriteit heeft bij de topfiguren van die partij. Herman van Rompuy is een figuur die altijd met graagte België gediend heeft en de partij in september van verleden jaar al eens een fameuze pad in de korf gezet heeft, maar hij is te veel een man van de achterkamertjes en heeft daarom een stroman nodig om de rest van de partij naar zijn pijpen te doen dansen. En laat nu net één van de beste stromannen voor dat werkje van het toneel verdwenen zijn, op een smadelijke manier dan nog. De enige andere die ik in staat zie om zich de rol van een Belgische cincinnatus aan te meten, is Jean-Luc Dehaene, die bovendien ook de capaciteiten heeft om met zijn geblaf de partijraad van de CD&V harakiri te doen plegen, als dat nodig moest zijn. Het is waarschijnlijk één van de weinige kansen van koning Albert II.

De Open Vld ervan overtuigen om in een nieuwe federale regering te stappen tot 2011 lijkt een moeilijkere opgave. De partij denkt daarvoor veel te electoraal, in het bijzonder anti-CD&V, en tenzij de partijtop ervan overtuigd zou kunnen worden dat een bocht van 180° de CD&V nog meer zou kunnen beschadigen dan vasthouden aan het ingenomen standpunt, hoeft koning Albert II er eigenlijk zelfs niet aan te denken de Open Vld in het gareel te doen lopen.

Daarmee zou uiteindelijk wel eens kunnen gebeuren wat geen enkele van de federale regeringspartijen wenst, namelijk vervroegde federale verkiezingen in februari 2009. Hoe langer de crisis aansleept, hoe groter de kans dat het daar uiteindelijk zal op uit draaien. Merk trouwens op dat een zekerheidsnet dat de koning nog tot voor kort had, volledig weggevallen is: een zakenkabinet met daarin figuren als een Étienne Davignon en Maurice Lippens dat met een sociaal-economisch noodprogramma tot aan de verkiezingen van juni 2009 zou kunnen regeren, en gedoogd zou worden door de acht kleurpartijen, in het belang van het land. Zes maanden geleden zou men ongetwijfeld nog met die gedachte gespeeld hebben – vandaag zou het gelijkstaan met het ondertekenen van de troonsafstand van koning Albert II.

Wankelt België dan echt? Ik blijf erbij dat België niet gesplitst is zolang het bestaat. Zeker, verkiezingen in februari met een kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde die nog steeds niet gesplitst is zou aanleiding kunnen geven tot een zeer communautaire getinte campagne, en de kans is reëel dat de crisis zou blijven aanslepen tot een stuk in de zomer, maar ik zie België nog niet onmiddellijk uit mekaar vallen. Eén van de redenen daarvoor is dat de CD&V, met al haar burgemeesters over het hele land een ongrondwettelijke verkiezingen grondig in de war zou kunnen sturen, of in het Vlaams Parlement eenzijdig allerlei bevoegdheden naar de Vlaamse Regering zou kunnen trekken, maar daarvoor heeft die partij ook het Vlaamse lef nodig, maar zelfs nog maar het begin van een indicatie daarvan heb ik voorlopig nog niet opgemerkt. Was dat lef er wel, was het waarschijnlijk ook nooit tot de rampzalige regering-Leterme I gekomen.

De toestand van België is daarom zonder meer ernstig te noemen, en in Laken heeft men ongetwijfeld gelijk wanneer men zijn tijd niet verdoet met allerlei beleefdheidsinvitaties aan oppositiepartijen die toch niets nieuws of constructiefs te vertellen hebben, maar het zou ongepast zijn om aan Vlaamse zijde het jaar 2009 in te stappen met al te grote separatistische verwachtingen. Dat neemt niet weg dat er hoop is: vroeg of laat zal het regnum van koning Albert II aflopen, en ik heb het er moeilijk mee me voor te stellen dat een koning Filip zich heelhuids uit een crisis als de deze zou kunnen manœuvreren. Dat het bijvoorbeeld het voorrecht van de koning zou zijn de Eerste Minister te benoemen, en de politici zich daarom niet aan een spelletje namen noemen durven te wagen –uit respect, weet u wel– is een stelling die onder koning Albert II misschien nog vol te houden is, maar niet meer onder een koning Filip. Toch niet als men nog serieus genomen wil worden.

Geen opmerkingen: