maandag, januari 30, 2006

Noorse vlaggen in brand in Gaza

Dit week-end is de zaak rond de Deense cartoons in een stroomversnelling gekomen nadat een kantoor van de Europese Unie in Gaza-stad een tijdje bezet werd. Zelfs serieuze media als De Standaard zagen zich daarmee genoodzaakt over de zaak te berichten – met duidelijke tegenzin en vooral geen woord meer dan strict noodzakelijk.

Wie een degelijke samenvatting wil van de gebeurtenissen van de laatste dagen kan terecht bij Brussels Journal. Hieronder volgen enkele specifieke Noorse feiten en commentaren.

Terwijl de Noorse regering al klaar stond om haar verontschuldigingen aan te bieden nog voor zij geëist werden, ontving redacteur Vebjørn Selbekk van Magazinet al meer dan twintig doodsbedreigingen en duizenden e-mails met onplezierige inhoud. Hij en zijn familie krijgen daarom nu bescherming van de politie. In tegenstelling tot de Noorse Minister van Buitenlandse Zaken vindt Per Edgar Kokkvold van het Norsk Presseforbund dat Magazinet wél het recht had de cartoons te drukken. Woordvoerster Anne Lene Dale Sandsten van het Noorse Ministerie van Buitenlandse Zaken (UD) preciseerde dan weer tegenover het Noorse persagentschap NTB dat UD zich nooit verontschuldigd heeft voor de publicatie van de cartoons, maar wel voor de onrust die daarop volgde. Wie echter de e-post van het Ministerie nog eens herleest kan zich alleen maar afvragen of het UD überhaupt nog serieus genomen kan worden. Minister Jonas Gahr Støre (Ap) zelf voegde aan de uitleg van zijn woordvoerster toe dat, aangezien «geen enkele leidende Noorse krant de cartoons overgenomen heeft», de Noorse redacteurs hun zin voor verantwoordelijkheid hebben getoond. Voor zowel Aftenposten als Dagbladet moet het prettig zijn om op die manier te vernemen dat zij dus niet tot de leidende pers behoren, in het geval van Aftenposten alvast in sterk contrast tot het Engelstalige Wikipedia-artikel over die krant… Volgens diezelfde bron bereikt Dagbladet trouwens ongeveer een kwart van de Noorse bevolking.

De nieuwe vertegenwoordiger van de Palestijnen in Noorwegen, Yasser Najjar, is dan weer van mening dat de publicatie van de cartoons niet minder is dan een vraag om een botsing tussen twee beschavingen. Hij erkent wel het belang van de vrijheid van meningsuiting, maar «als je 1,3 miljard moslims beledigt, beoefen je niet meer een vrijheid van meningsuiting». Hij staat ervoor open om in discussie te treden over de rol van Mohammed en zijn boodschap, maar de cartoons zijn geen discussie, doch een zuivere provocatie. «Onze profeet mag niet vernederd worden! Ik geloof nooit dat een moslim ooit iets negatiefs gezegd heeft over het christendom of Jezus Christus.» Misschien moet die man toch de Koran nog maar eens herlezen.

Een bijzonder interessante commentaar komt echter van Henrik Færevåg, die vier zaken aan mekaar koppelt: (i) de jarenlange politieke en financiële bijstand die Noorwegen en bij uitbreiding heel Scandinavië hebben verleend aan de Palestijnen en de Palestijnse Staat, (ii) de oproepen tot boycot van Israël in sommige middens in Noorwegen, (iii) de overwinning van Hamas bij de recente Palestijnse verkiezingen, en (iv) de bedreigingen aan het adres van Denemarken en Noorwegen naar aanleiding van de cartoons. Hij stelt daarbij dat de Noorse «nuttige idioten» meer geld gegeven aan de Palestijnen zouden hebben dan bijvoorbeeld Saoedi-Arabië, dat toch ook niet bepaald slecht boert qua olie-inkomsten. De boycot van Israël noemt hij dan weer ronduit belachelijk, al was het maar omwille van het simpele feit dat Israël zowat de enige staat in het Midden-Oosten is die een democratie genoemd kan worden. De overwinning van Hamas ten slotte toont volgens hem aan dat de bedreigingen niet beschouwd dienen te worden als iets dat alleen maar door een handjevol extremisten ondersteund wordt. Aan de stembus neemt de Palestijnse bevolking immers duidelijk geen afstand van Hamas. Zijn conclusie is daarom dat alle hulp en steun aan een volk dat blijkbaar Noorwegen toch niet kan verdragen beter met onmiddellijke ingang gestopt zou worden, al was het maar om te tonen dat de Palestijnse boodschap wel degelijk ontvangen en begrepen werd.

Geen opmerkingen: