De Letse regering besloot op dinsdag 3 januari unaniem dat de Europese gemeenschappelijke munteenheid in Letland «eiro» zal heten, en niet «euro». Dit besluit is conform met de spellingswijze van de naam van het Oude Continent in het Lets, «Eiropai», maar is in conflict met een verordening van de Europese Centrale Bank (ECB) die zegt dat de naam «euro» in alle lidstaten op dezelfde manier geschreven moet worden.
Letland is niet het enige Europese land dat linguistische problemen heeft met de naam «euro». Ook Hongarije («euró»), Litouwen («euras»), Malta («ewro») en Slovenië («evro») zitten ferm in de knoei met het dictaat van de ECB. Een land dat wel een uitzondering bekwam was Griekenland («ευρώ»), maar alleen omdat het een ander alfabet gebruikt.
De Letse Minister van Onderwijs, Ina Druviete, zelf trouwens een taalkundige, verklaarde dat de lettercombinatie e-u in het Lets niet voorkomt, en dat die gewoonlijk in het Lets vertaald wordt als e-i. Ze maakte overigens duidelijk dat de hele zaak niet zozeer politiek gekleurd is, maar wel cultureel. Indien de ECB, en dus bij uitbreiding de Europese Unie, er niet in slaagt respect op te brengen voor de gevoeligheden binnen de verscheidene taalgemeenschappen, is dat een bijzonder slechte start voor de aanvaarding van de euro in de nieuwe lidstaten. En in een land als Letland, dat zich al bij al nog niet zo lang geleden losgewrikt heeft uit die andere moloch, de Sovjet-Unie, zal dat bij meer dan één de vraag doen rijzen waarom men zich toen de moeite getroost heeft om voor onafhankelijkheid te strijden. Draai trouwens even de zaken om, en stel je voor dat men in Groot-Brittannië de euro zou moeten invoeren met een umlaut boven de u omdat de ECB nu eenmaal in haar alwetendheid heeft beslist dat dat maar in alle talen aanvaardbaar moet zijn, en je begrijpt welke PR-stunt de ECB en de Europese Unie aan het doorvoeren zijn in deze vijf nieuwe lidstaten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten