De ene zijn dood is de andere zijn brood, een gekend gezegde, ook in de politiek. De politieke dood van Jean-Claude van Cauwenberghe betekent misschien wel dat het einde van de loopbaan van Guy Verhofstadt uitgesteld wordt met twee jaar.
Tot voor een paar weken zag het er absoluut niet goed uit voor Guy Verhofstadt en de VLD in de federale regering. De partij gaat in de opiniepeilingen van het ene historische dieptepunt naar het andere, ook al blijkt uit de laatste opiniepeiling van La Libre Belgique dat het verlies niet meer statistisch significant zou zijn. Een magere troost. Aan de andere kant van de taalgrens gaat het al niet veel beter met de liberale partij, want de MR gedraagt er zich als aangeschoten wild sedert de verkiezingen van verleden jaar. De partij werd er zonder veel mededogen uit de regionale regering gekegeld, en Louis Michel heeft als politiek vluchteling onderdak moeten zoeken bij de Europese Commissie.
Bij de sp.a lijkt het of de ratten het schip aan het verlaten zijn. Steve Stevaert zorgde er enige tijd geleden voor dat hij in de knusse Limburgse gouverneurszetel kon belanden, waarop Johan vande Lanotte zonder veel protest bereid was zijn portefeuille van vice-premier en Minister van Begroting en Overheidsbedrijven op te geven om partijvoorzitter te worden. Na Vande Lanottes verhuis zal Freya van den Bossche de topminister van de sp.a zijn. Het zegt eigenlijk genoeg over de toestand van die partij, want haar verdiensten zijn, naast gelanceerd geworden te zijn door Siegfried Bracke, dat ze dochter is van. Had haar moeder er net zoals zij voor gekozen een «bewust ongehuwde moeder» te zijn met kinderen-zonder-vader, had ze het wel kunnen schudden in de politiek. Verder is ze onlangs het eerste teken van intelligentie beginnen vertonen in de vorm van een intellectualistisch brilletje. En in het licht van de recente gebeurtenissen in Charleroi denk ik niet dat de sp.a bepaald geneigd zal zijn zich veel te profileren met Frank Vandebroucke, die andere topminister van de partij.
De PS daarentegen blaakte de laatste maanden van zelfvertrouwen. Elio di Rupo verklaarde aan wie het maar wilde horen dat hij de federale regering met een vingerknip kon laten vallen, en de partij loste via Rudy Demotte in juli nog een schot voor de boeg van de federale schuit door middel van een nota die de wensen van de PS in de hervorming van de Sociale Zekerheid even op een rijtje zette. De partij is oppermachtig in Franstalig België en daardoor praktisch incontournable op federaal niveau, zodat zowel Bart Somers als Yves Leterme zich genoodzaakt zagen Elio di Rupo respectievelijk Jean-Claude van Cauwenberghe publiekelijk te gaan opvrijen. Het had er bovendien alle schijn van dat de PS aanstuurde op nieuwe federale verkiezingen om haar positie te verzilveren, tot dus de bom in Charleroi barstte. Of zoals Benoît Rihoux van de UCL het zaterdag uitdrukte in De Standaard: «Di Rupo kan zich op dit moment geen electorale avonturen veroorloven.» Het betekent niet meer of niet minder dan dat nu ook de laatste van de federale regeringspartijen schrik heeft gekregen van verkiezingen, en dat Guy Verhofstadt 's nachts weer wat rustiger kan slapen. Of het zo voordelig is voor een land dat de federale regering enkel bij mekaar gehouden wordt door een gezamelijke schrik van de stem van het volk is natuurlijk een andere zaak…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten