De arrogantie en hypocrisie van nu Europees commissaris van Ontwikkelingshulp en Humanitaire Hulp Karel de Gucht blijft stuitend. Gevraagd naar zijn mening over het optreden van minister van Buitenlandse Zaken Steven Vanackere in Congo de afgelopen week, antwoordde hij dat hij het «als mens» nooit gedaan zou krijgen om zomaar een biertje met president Joseph Kabila te heffen. Het wordt uitkijken of hij straks, als Europees commissaris van Handel, en «als mens», ook in Beijing biertjes zal afwijzen.
Men kan een lange boom opzetten over wat nu de juiste Belgische strategie en politiek tegenover Congo en de andere landen in Centraal-Afrika zou moeten zijn, maar de morele superioriteit die Karel de Gucht zich deze voormiddag aanmat in het VRT-programma De Zevende Dag staat hem absoluut niet. Dat Steven Vanackere daar in Congo zomaar een biertje stond te heffen met Joseph Kabila, dat ging er bij hem echt niet in. Had Steven Vanackere zélf een paar Congolese meisjes mee helpen verkrachten, de verontwaardiging van Karel de Gucht zou amper groter kunnen geweest zijn. De vraag is echter of het beleid dat Karel de Gucht als Belgisch minister van Buitenlandse Zaken tegenover Congo voerde dan werkelijk zo effectief was om er de humanitaire catastrofe te verlichten. Blijkbaar niet, want zoals hij zelf met veel misbaar aangaf: het is er vandaag even erg – noch beter noch slechter dus als ik hem goed begrepen heb – als toen hij zelf nog minister was. Eigenlijk een bekentenis van formaat, maar de journalist van dienst ging er jammer genoeg niet op in.
Waar de journalist van dienst ook niet op in ging, was hoe het beleid van Karel de Gucht er zal uitzien wanneer hij binnenkort Europees commissaris van Handel wordt. En in het bijzonder, wat er zal gebeuren als Karel de Gucht in, ik zeg maar wat, Beijing een biertje aangeboden krijgt van de plaatselijke regeringsleiders. Zal hij dat biertje dan ook weigeren, «als mens»? Of zal hij het met veel smaak achteroverkappen, kwestie van de vette, net ondertekende contracten niet in gevaar te brengen? Karel de Gucht heeft in het verleden al afdoende bewezen dat hij zijn principes snel weet op te bergen als dat nodig is. De Dalai Lama mocht het al eens ondervinden in 2005. En nog eens in 2007.
Maar is China Congo wel? Uiteraard niet. En uit die vaststelling volgt meteen ook dat de strategische en politieke benadering van China niet dezelfde hoeft te zijn, en hoogstwaarschijnlijk niet dezelfde zou mogen zijn, als de strategische en politieke benadering van Congo. Maar wanneer Karel de Gucht er morele principes bijsleurt, dan is het zeer de vraag of hij met zijn Chinees palmares wel het recht heeft zo hoog van de toren te blazen. De realiteit in Afrika is vandaag immers dat China ervoor zorgt dat nogal wat leiders er rustig hun gangen kunnen gaan, zonder te hoeven vrezen voor economische sancties. China stilt immers in Afrika zijn grondstoffenhonger door middel van economische verbindingen die het best kunnen omschreven worden als een beleid van no questions asked – niet alleen in Congo, maar ook in landen zoals bijvoorbeeld Soedan. Heeft Joseph Kabila bloed aan zijn handen, dan heeft men dat in China ook, en wel een grootteorde meer. (En over Tibet of de behandeling van de Oeigoeren hebben we het dan nog niets gehad.) Wil men dus iets aan de situatie in Afrika doen, gaat de weg feitelijk via Beijing. Probleem is echter dat dat niet meer zo vrijblijvend is als een goedkoop nummertje over de Congolese president in een televieprogramma op een zondagvoormiddag. Het is echter wel pas dan dat men werkelijk te weten komt hoeveel die morele principes van Karel de Gucht nu werkelijk waard zijn.
Heeft Steven Vanackere dan gelijk als hij in Congo zoete broodjes gaat bakken bij Joseph Kabila? Zelf noemde hij het een «hoffelijke» ontvangst, maar iets zegt me dat hij er als CD&V'er vooral uitgezonden was om er de Belgische – lees: Brussels-Franstalige – banden met Congo een beetje aan te halen («ontguchten»). Je weet maar nooit dat er binnenkort misschien weer enkele «zaakjes» te regelen zouden vallen. Franstalig Brussel en Beijing hebben in ieder geval gemeen dat ze, wat dat betreft, zich niet veel aantrekken van humanitaire toestanden, maar in Franstalig Brussel zijn ze het wel aan zichzelf verplicht daar hypocriet over te doen. Maar zelfs als het erom zou gaan op die manier de humanitaire toestand in Congo wat te verbeteren, dan nog vergist Steven Vanackere zich al even fataal als Karel de Gucht. Voor heerschappen als een Joseph Kabila is België nuttig als het bereid is hogere grondstofprijzen te betalen dan China, of als het nog eens gechanteerd kan worden met het koloniale verleden om wat geld in de zakken van de machthebbers te storten. Maar als puntje bij paaltje komt, maakt het allemaal uiteindelijk niet veel uit zolang «men» China in Afrika zijn gangen laat gaan. Al de rest zijn alleen maar praatjes.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten