Gisteren zei de Zweedse kunstenaar Lars Vilks in een gesprek met de tabloid Kvällsposten nog dat hij niet ongerust was naar aanleiding van de mislukte aanslag op Kurt Westergaard. Deze morgen kreeg hij echter een telefoontje vanuit Somalië met de boodschap dat ze ook hem «zochten».
Lars Vilks is een Zweedse kunstenaar die in 2007 bekendheid verwierf in de islamitische wereld toen hij drie tekeningen maakte van de profeet Mohammed als rotondehond. De tekening volgde in de nasleep van de Deense cartoonstrijd, en was duidelijk een provocatie van de kant van de kunstenaar. Dat rechtvaardigt echter nog niet de prijs van 100.000 dollar die sindsdien op zijn hoofd staat, met een bonus van 50.000 dollar indien hij afgeslacht wordt als een lam.
Gevraagd naar een reactie in verband met de mislukte aanslag op de Deense cartoonist Kurt Westergaard, vertelde Lars Vilks gisteren nog aan de krant Kvällsposten dat hij zich niet bedreigd voelde. Volgens hem werd Kurt Westergaard uitgekozen als voornaamste symbool, en lopen er niet zoveel gekken rond dat hij zich bedreigd diende te voelen. Dat neemt niet weg dat hij een rechtstreeks telefoonnummer bij de politie heeft voor het geval hij zich toch bedreigd zou voelen, en dat er regelmatig een politiecombi voorbij zijn huis rijdt om te controleren of alles wel in orde is.
Deze ochtend werd de Zweedse kunstenaar echter telefonisch van antwoord gediend. Het telefoongesprek moet indruk gemaakt hebben, want helemaal zeker van zijn stuk voelt hij zich sindsdien niet meer. «Ik heb eerder al een hoop bedreigingen gekregen, maar dit leek me ernstig. Zeker in het licht van de aanslag tegen Kurt Westergaard, die toch een Somalische verbinding had.»
Volgens Lars Vilks sprak de man aan de andere kant van de lijn gebroken Zweeds. Eerst vroeg hij of Lars Vilks wist wat er met Kurt Westergaard in Denemarken gebeurd was. Toen hij daarop bevestigend antwoordde, zei de man: «Jij bent de volgende aan beurt, we komen nog langs.» Lars Vilks antwoordde daarop dat de man welkom was, en hing vervolgens op. Een beetje later belde de man echter opnieuw, en riep «We komen, we komen, we komen,» als was het een gebedsoproep.
Of het om meer dan bedreigingen alleen gaat, valt natuurlijk moeilijk in te schatten. De Zweedse veiligheidsdienst Säpo werd in ieder geval bij de zaak betrokken, en neemt de zaak alvast ernstig.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten