De ironie van het lot – of zou het lot er echt veel mee te maken hebben? – wou dat op hetzelfde ogenblik dat het essay van Geert Buelens in De Standaard te lezen stond, de krant zelf één van de grootste problemen in de Vlaamse media van vandaag bijzonder doeltreffend demonstreerde: het gebrek aan professionalisme. Op maandag nam de krant in haar interneteditie een bericht van persagentschap Belga over, dat een feitelijke fout bevatte. De krant was daarmee niet alleen, want zowat elk denkbaar medium in Vlaanderen nam het bericht, inclusief de fout, zo goed als letterlijk over.
Dat de redactie mijn blogartikel waarin ik de zaak op de korrel nam niet las, kan ik nog begrijpen. Ze kunnen per slot van rekening niet elke dag de blogs en meningen van jan en allemaal nalezen. Dat één van mijn tweets, waarin ik aangaf dat er een fout in het bericht geslopen was en dat door de tag #dso ook op de opiniepagina van De Standaard een tijdje te zien was, niet opgemerkt werd, vind ik al iets merkwaardiger. Straffer is echter dat ik weet dat iemand de redactie per mail van de fout op de hoogte heeft gebracht, maar dat het bericht de dag nadien toch opnieuw opgenomen werd, met precies dezelfde fout. Wat er bij mij echter helemaal niet in gaat, is dat die fout überhaupt kon gebeuren. Leest er dan niemand in Groot-Bijgaarden La Libre Belgique? Is er nu iets gemakkelijker dan een bericht van Belga te controleren door eens te gaan kijken op de internetsite van die krant, om te kijken of er misschien nog iets anders interessants in het bericht te lezen stond? Mijn verstand gaat het in ieder geval ver te boven.
Stel daar nu tegenover de stuitende zelfgenoegzaamheid die van Peter Vandermeersch' open brief «Aan de collega's van De Standaard» druipt. Stel je voor, de marketeer van het jaar 2007 heeft «met de grootste aandacht het kerstessay van Geert Buelens gelezen», en bleef nu «met gemengde gevoelens» achter! De lezer mag me gerust corrigeren als hij een andere indruk zou krijgen bij het lezen van het commentaarstuk, maar volgens mij is de voornaamste conclusie van Peter Vandermeersch dat hij van zichzelf vindt dat hij goed bezig is, en daarom van plan is precies hetzelfde verder te blijven doen.
Hoezeer die man – hoofdredacteur van wat hij in zijn «grootste bescheidenheid» een «geweldige krant en site» noemt – zijn lezers minacht blijkt wel uit zijn oproep om het debat over de functie van de VRT te starten «met de vaststelling dat nieuws en duiding op onze publieke radio en TV tot de beste van Europa behoren». Werkelijk? Wie eens een zakelijk interview of gesprek wil zien met een kopstuk van de grootste oppositiepartij van Vlaanderen, heeft geen andere keus dan af te stemmen op een Nederlandse zender wanneer het nog eens zo ver is. Een paar maanden geleden nog werden die «onze» publieke radio en TV trouwens door de Raad van State veroordeeld wegens gebrek aan objectiviteit in de aanloop naar de federale verkiezingen van 2007, nadat die publieke radio en tv eerst al eens veroordeeld was door de Vlaamse Regulator voor de Media (VRM). En waarop de hoofdredacteur Duiding van diezelfde publieke radio en TV doodleuk verklaart dat ze het in de toekomst dus… leper zullen moeten spelen. Zo straf doet zelfs Silvio Berlusconi het in Italië niet, want ondanks alles is zijn controle over de publieke radio en TV er niet compleet. Dit soort toestanden doet eerder denken aan Minsk of Moskou.
Mijn conclusie dan? Geert Buelens schreef een verdienstelijk en interessant essay, maar was voor Peter Vandermeersch in de eerste plaats een nuttige idioot om zich een jaar lang vrij te kopen van elke kritiek op zijn
Geen opmerkingen:
Een reactie posten