Bart de Wever kwam deze week zwaar onder vuur te liggen omdat hij de zogenaamde verontschuldigingen van Patrick Janssens aan de Joodse Gemeenschap als «gratuit» afdeed. Bart de Wever had met zijn uitspraak tegelijkertijd gelijk en ongelijk: inhoudelijk had hij gelijk, maar wat de timing betreft zat hij er mijlenver naast.
Uiteraard zijn kunnen «verontschuldigingen» van Patrick Janssens op geen manier echte verontschuldigingen genoemd worden. Opdat iets een verontschuldiging zou kunnen zijn, moet er immers sprake zijn van spijt en berouw, en in het geval van Patrick Janssens is dat duidelijk niet het geval. Meer zelfs, de verontschuldigingen zijn, zoals Bart de Wever ook opmerkt, eerder op te vatten als een aanval op het Vlaams Belang, en iedereen weet dat, de hardste critici van Bart de Wever incluis. Of misschien zelfs vooral. Hier is dus met andere woorden sprake van een stukje misselijk makend politiek theater op de kap van de Joodse slachtoffers van Wereldoorlog II. Als Patrick Janssens een man met een geweten zou zijn, zou hij bij een volgende gelegenheid precies daarvoor zijn verontschuldigingen aanbieden.
En er zijn trouwens wel meer zaken waarvoor de burgemeester van Antwerpen zijn verontschuldigingen zou kunnen aanbieden, veel passender en vooral ook intellectueel veel eerlijker en moediger. Aan de zeventig miljoen slachtoffers van het communisme bijvoorbeeld, omdat zijn partij zo'n voorstander is van een samenwerking met de PvdA in de districtsraad van Hoboken. En over communisme gesproken, ook verontschuldigingen aan de Tibetanen zouden wel eens mogen omwille van de vele zoete broodjes die het Antwerpse stadsbestuur de laatste jaren gebakken heeft voor allerlei officiële delegaties uit communistisch China. Voeg daar misschien meteen ook maar excuses aan de bevolking van Birma en Darfoer aan toe, want China blokkeert in de Veiligheidsraad elke resolutie die nog maar een begin van een oplossing zou kunnen bieden. Zulke zaken passen echter niet in het kraam van een loftsocialist zoals Patrick Janssens, en enig consequent gedrag hoeven we op dat vlak van hem dus ook niet te verwachten. Niet dat we dat ook maar één ogenblik deden.
Had Bart de Wever dus overschot van gelijk toen hij de verontschuldigingen van Patrick Janssens gratuit noemde, de timing was ronduit ellendig. De zenuwen staan op dit ogenblik in het linkse en vooral belgicistische kamp immers uiterst gespannen omwille van de federale regeringsonderhandelingen, en het was dus te verwachten dat hij voor zijn uitspraak uitgebreid en gretig gekielhaald zou worden. Dat iemand als een Karel de Gucht daarbij absoluut haantje-de-voorste wou spelen hoeft trouwens ook niet te verwonderen. De man is Belgisch kampioen in de categorie gelegenheden missen om zijn mond te houden, en zag natuurlijk zijn kans schoon om eens een ander politicus op precies dat punt onderuit te kunnen halen. Bart de Wever heeft gelijk dat hij hem ook morgen nog steeds een hand zal geven – het is immers een christelijke deugd om de zwakker begaafden correct te behandelen, en welk ander Belgisch politicus dan Karel de Gucht is er nu beter geschikt om christelijke deugden op te oefenen?
Hoe dan ook had Bart de Wever er beter aan gedaan zich van commentaar op de «verontschuldigingen» van Patrick Janssens te onthouden, zeker omdat het een onderwerp betrof dat zo gevoelig ligt zowel binnen als buiten de Vlaamse Beweging, en vooral ook omdat het ook zo gemakkelijk is voor de tegenstanders van de Vlaamse Beweging om in verband met deze zaak welke uitspraak dan ook vanuit de Vlaamse Beweging in een kwaad daglicht te stellen. Bart de Wever zal dat bij deze nu ook wel geleerd hebben, en volgende keer zijn tong minstens een dozijn keer omdraaien voor hij nog eens zo'n uitspraak doet.
Wat aan de hele zaak misschien nog het meest verwonderlijke is, is echter dat enkele voormannen uit de Joodse gemeenschap zich in dit cynische politieke spelletje zo hebben willen laten misbruiken en zich voor de kar van Patrick Janssens hebben willen laten spannen. Hun gedrag kan niet anders dan verwerpelijk en ronduit grotesk genoemd worden, en het lijdt geen twijfel dat er in Antwerpen binnen de Joodse gemeenschap wel meer dan een paar mensen zullen rondlopen met een «eigen» mening over deze zaak. Dat het gedrag van de betrokken voormannen zo grotesk is, is echter geen nadeel voor Joodse gemeenschap in Antwerpen, maar uiteindelijk zelfs een voordeel: sommige Vlamingen zouden anders misschien kunnen gedacht hebben dat er nogal wat uilskuikens rondlopen in de Joodse gemeenschap. Nu was het immers duidelijk wat voor verwerpelijk spelletje er gespeeld werd, en kon het misprijzen niet de hele Joodse gemeenschap treffen. Al bij al nog een geluk bij een ongeluk.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten