Vrijdagavond raakten de resultaten bekend van een nieuwe peiling van La Libre Belgique en RTBf. In de berichtgeving ging de meeste aandacht naar het resultaat van de PS en de N-VA. «Le PS et la N-VA perdent quelques plumes,» schreef La Libre Belgique. «N-VA sanctionnée» aldus RTBf. «N-VA verliest terrein in peiling RTBf/La Libre,» meende De Standaard. Maar welke Vlaamse partijvoorzitter zou niet willen tekenen hebben voor het resultaat van N-VA: een vooruitgang van nog steeds negen procent vergeleken met de laatste verkiezingen?
Laten we het even op de spits drijven: als Groen in een peiling negen procent haalt – en negen procent als resultaat, geen negen procent winst vergeleken met de vorige verkiezingen zoals de N-VA vandaag – dan zouden de jubelkreten vanuit het hoofdkwartier van de ecologische partij tot ver in de omtrek te horen zijn. Na enkele peilingen waarin de N-VA flirtte met de veertig procent zijn de «kwaliteitskranten» er echter als de kippen bij om het «terreinverlies» van de N-VA dik in de verf te zetten. Dat er ondanks dat terreinverlies nog steeds sprake is van een dikke winst tegenover de laatste verkiezingsresultaten is een detail waar men dan vlug overheen wil stappen. Wie echter een beetje intellectueel eerlijk wil blijven kan niet anders dan vaststellen dat het uiteindelijk over niet meer gaat dan een consolidatie van de enorme vooruitgang die de partij de laatste maanden en jaren meegemaakt heeft.
Bij de N-VA maakt men zich echter best niet te veel illusies: als de partij dit najaar minder dan tien procent winst boekt zullen de staatsbehoudende media haar met plezier een psychologische nederlaag aanpraten. Ook al wordt ze in Vlaanderen een kopje groter dan de in Wallonië alom dominante en in België incontournable PS. Het volstaat trouwens even de gastenlijst van het politieke discussieprogramma De Zevende Dag te lezen om vast te stellen hoe vuil men het spel wil spelen. Van de zeven aangekondigde politici vertegenwoordigt niet één Vlaanderens grootste partij. (Of die andere Vlaams-nationale partij, waarmee ze samen ongeveer de helft van de stemmen haalt.) De openbare omroep wordt misschien dan wel gefinancierd met het belastinggeld van alle Vlamingen, dat hoeft blijkbaar niet te betekenen dat ze zich ook politiek een beetje neutraal opstelt. Zo bruin zou men het in het zo verguisde Hongarije niet eens durven bakken.
Maar zou de N-VA dan toch pluimen laten, zoals La Libre Belgique het formuleerde, dan valt moeilijk te achterhalen welke Vlaamse partijen eigenlijk met die pluimen gaan lopen. Alleen CD&V en Vlaams Belang maken winst vergeleken met de vorige peiling, maar zitten alle twee toch nog steeds op verlies tegenover de laatste verkiezingen. Van die twee is trouwens alleen de winst van het Vlaams Belang statistisch significant, maar daar hoort dan wel weer de nuance bij dat in de vorige peiling de partij een stuk onder de tien procent gezakt was.
Ook bij sp.a of Open Vld is er weinig reden tot juichen. Beide partijen zitten op een bodemkoers met historisch lage resultaten. Gecombineerd met de reeds vermelde vooruitgang voor het Vlaams Belang betekent dit dat het verschil tussen de derde en de vijfde partij in Vlaanderen volgens deze peiling vandaag slechts een dikke anderhalve procent bedraagt. Voor geen van de drie is dit erg comfortabel.
Maar het kan nog erger. Ondanks de economische crisis en de sociale onrust slaagt de enige oppositiepartij op links er nog steeds niet in enige winst van betekenis te boeken. Inderdaad, Groen blijft hangen rond haar resultaat van de laatste verkiezingen, een goede zeven procent. En dan zeggen dat de SP – in principe eerder de tegenhanger van de PVDA, maar die partij zit in Vlaanderen dan weer ver onder de kiesdrempel – op dit ogenblik op één staat in de Nederlandse peilingen.
Mogen we de dominantie van de N-VA nog eens onderstrepen met een simulatie voor de zetelverdeling in het Vlaams Parlement? Die levert voor de Vlaams-nationale partij 50 zetels op, amper eentje minder dan CD&V, sp.a en Open Vld samen. Merk op dat die drie laatsten op federaal niveau voorwenden de «meerderheid» te vertegenwoordigen. Voor wie droomt van een zogenaamde V-meerderheid (N-VA, Vlaams Belang en LDD) brengt deze simulatie trouwens bijzonder goed nieuws, want met 65 zetels zou die zelfs ruim tegen een stootje kunnen – lees: een verschuiving van een zetel in een kieskring hier of daar als gevolg van alle fouten en veronderstellingen die nu eenmaal bij zulke simulatie horen. Over V-partijen gesproken: LDD zakt in deze peiling zo ver weg dat ze zelfs haar zetel in West-Vlaanderen niet meer zou kunnen vasthouden.
In Wallonië werd vooral ingezoomd op de achteruitgang voor de PS, de winst van de cdH en de eerste resultaten van het FDF als partij in het Waalse Gewest. De PS maakt inderdaad een diepe duik in deze peiling, maar wat de winst van de cdH betreft is het misschien toch veiliger te spreken van een optie op een herstel. De partij op basis van één enkele peiling op winst tegenover de vorige verkiezingen zetten is mijn inziens toch iets te kort door de bocht.
Het FDF breekt an sich geen potten, en blijft in Wallonië voorlopig nog ver van de kiesdrempel verwijderd. Toch is haar intrede in de Waalse politiek als onafhankelijke partij niet zonder gevolgen, want voor de MR gaan er in deze peiling enkele procenten af.
Bijlage: Overzicht van alle peilingen in Vlaanderen sedert 2004 en in Wallonië sedert 2006 (PDF).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten