Dra is het weer 11 juli, en daarom past het eens na te denken over het afgelopen jaar. Staan we vandaag een jaar dichter bij de Vlaamse onafhankelijkheid dan een jaar geleden? Louter objectief bekeken is het antwoord natuurlijk ja, maar wat is het antwoord als we de vraag subjectief benaderen? Om dat te weten te komen, overlopen we het afgelopen jaar de komende dagen aan de hand van vier thema's: de Fortis-saga, Brussel-Halle-Vilvoorde, de regionale verkiezingen van 7 juni, en tot slot koning Albert II, die ook alweer een jaartje ouder geworden is.
Ongetwijfeld de belangrijkste gebeurtenis van het afgelopen jaar is het totale debacle dat de Belgische haute finance heeft moeten ondergaan in de affaire-Fortis. Als de zaak al één ding aantoont, dan wel dat leedvermaak niet altijd moreel verwerpelijk hoeft te zijn. Na de hybris van de Brussels salons ten tijde van de overname van ABN Amro –men zou die Bataven eens een poepje laten ruiken en behandelde hen daar ook naar– ontmoetten zij hun nemesis in de figuur van Nederlands Minister van Financiën Wouter Bos. Er bestaat dus blijkbaar toch nog gerechtigheid, en ik zie werkelijk niet in waarom we daar niet verheugd over zouden mogen zijn!
De zoete wraak die Brussel vanuit Nederland mocht ervaren was echter slechts een kleine inleiding tot de kapitale fout die Franstalig België vervolgens maakte: de doorverkoop van de resten van Fortis voor een appel en een ei aan een Parijs. En die doorverkoop werd doorgevoerd in zeven haasten, duidelijk gestuurd vanuit het kabinet van Didier Reynders die samen met de rest van de MR dacht dat hij hiermee een enorme slag kon slaan pour la Belgique une et indivisible. Er was inderdaad haast bij om te vermijden dat één of ander Vlaams politicus een stokje zou steken voor de hele operatie met bijvoorbeeld de onnozele vraag of er misschien nog andere geïnteresseerde kandidaat-overnemers waren, die zelfs bereid waren meer geld op tafel te leggen. Deutsche Bank bijvoorbeeld, om nu maar één voorbeeld te noemen. Stel je het echter eens voor: eerst de broek afgedaan worden door die dekselse kaasvreters uit het Noorden, en dan de rest nog moeten doorverkopen aan die andere wilde volksstam uit het Oosten – het zou er dan alleen nog maar aan ontbreken dat ook nog één of andere Angelsakser ergens een lekkere winst kwam opstrijken. Neen, het moest en het zou dus Parijs worden. Dat men vervolgens vanuit die hoek dubbel gestroopt werd, één keer via Fortis en nog een keer via Dexia, was natuurlijk buiten die Franse waard gerekend.
Sindsdien heeft de ontnuchtering zich in Franstalig België ingezet. Zeker, ook in Vlaanderen heeft menigeen geld verloren aan Fortis, maar daar is men het nu eenmaal gewoon zonder al te veel morren zijn geld af te geven aan Franstaligen. (Of wat dat betreft, door een combinatie van Nederlandse nuchtere zakelijkheid en Franstalige achterbakse kuiperijen eens ferm in 't zak gezet te worden.) Aan Franstalige zijde ligt dat psychologisch anders. Daar denkt men immers dat aan het einde der Belgische tijden de redding wel uit Frankrijk zal komen. Laat het nu echter zo zijn dat men het afgelopen jaar precies vanuit die hoek niet alleen in de steek gelaten werd, maar zelfs genadeloos gepluimd werd. Wanneer men reeds van tevoren opgescheept zit met een verlatingsangst om u tegen te zeggen –Bye, bye, Belgium, nietwaar…– dan is het duidelijk dat zulks nieuws bijzonder hard kan aankomen.
Netto resultaat van dit alles? Eén van de steunberen van de Belgische constructie, de haute finance, ligt zo goed als volledig aan diggelen. Van figuren als een Maurice Lippens of een Etienne Davignon hoort men niets meer, daar waar zij vroeger nog wel eens opgevoerd werden om de bevolking in het driekleurige gareel te doen lopen. En zelfs achter de hand gehouden werden om desnoods maar een zakenkabinet op te starten als de politici geen nieuwe federale regering meer zouden kunnen vormen. Dat enkele Franstalige politici het bovendien nodig vonden om in volle crisis enkele weinig subtiele pogingen te ondernemen om ook het «Vlaamse» KBC dan maar te kelderen als Fortis er toch moest aan geloven, hielp de Belgische zaak niet bepaald verder. En nog minder toen bleek dat de Vlaamse regering, in tegenstelling tot de Belgische, wel tot handelen in staat bleek. Men had Vlaamse twijfelaars die nog altijd dachten dat het zonder België niet zou lukken niet effectiever van het omgekeerde kunnen overtuigen…
Morgen: Brussel-Halle-Vilvoorde
Geen opmerkingen:
Een reactie posten