maandag, augustus 04, 2008

Letermes kantelmoment

Yves LetermeHet schijnontslag van 14 juli, hoogtepunt van de crisis van vorige maand, was volgens Yves Leterme ook een «kantelmoment» in de Belgische geschiedenis. Dat er die dag iets kantelde kan best waar zijn, de vraag is alleen maar wát er die dag dan wel precies kantelde, en wat voor gevolgen dat zal hebben.

Welke betekenis geeft de Eerste Minister zelf aan dat kantelmoment, dat hij in een interview met De Standaard zelfs historisch durft te noemen? Ik citeer: «Het federale overlegmodel heeft op dat moment zijn grenzen getoond. We zitten in een dynamiek waarbij een uitsluitend federale oplossing voorgoed onmogelijk is geworden. We moeten nu verder werken vanuit de gemeenschappen en gewesten». Tussen de lijnen kan men begrijpen dat hij aanneemt dat ook de Franstaligen dat toen zo begrepen hebben, en dat ze er nu van overtuigd zijn dat er wel degelijk een staatshervorming moet komen.

Zouden de Franstaligen het nu dan werkelijk begrepen hebben? Ze hebben met Raymond Langendries, François-Xavier de Donnea en Karl-Heinz Lambertz nu wel drie bemiddelaars het veld ingestuurd, maar meer dan drie randfiguren –van de onderrand wel te verstaan– kan men hen niet noemen. Veel hebben zij de eerste veertien dagen overigens niet bereikt, of zoals Peter de Lobel in De Standaard raak schreef: «Nieuwe naam, geen inhoud». En vooral dat laatste past natuurlijk perfect in de Franse agenda: wel praten, maar liefst niet te veel vooruitgang boeken, laat staan ooit tot een akkoord te komen, lijkt op dit moment de zekerste strategie om een staatshervorming af te houden en het status quo te behouden. Het werkt ondertussen al veertien maanden, en zal nog minstens anderhalve maand werken.

En er zijn nog andere tekenen dat de Franstaligen hun houding nog niet veranderd hebben. Zo stellen de drie bemiddelaars een «interinstitutionele dialoog» voor. En hoewel de drie bemiddelaars nog maar weinig inhoud hebben kunnen of willen leveren, verraadt die naam genoeg om te weten dat het voornaamste doel van die interinstitutionele dialoog is zolang mogelijk te kunnen praten zonder tot een akkoord te komen, onder andere door zoveel mogelijk gesprekspartners te betrekken in de dialoog. En dat is overigens uitdrukkelijk geen interregionale dialoog, zoals men aan Vlaamse zijde eist.

Een ander teken dat de Franstaligen hun houding nog niet veranderd hebben, was de reactie van Elio di Rupo op de verlenging van het mandaat van de drie bemiddelaars. Hij wil immers een «constructieve» staatshervorming die de «levenskwaliteit van alle Belgen, maar met name die van de Walen en Brusselaars, verbetert». In het beste geval vindt Elio di Rupo dus dat de levenskwaliteit van de Vlamingen al zo hoog is dat zij gewoonweg niet meer verbeterd kan worden door een staatshervorming, maar ik laat het aan de lezer over om te oordelen of het werkelijk dát was dat hij met die uitspraak probeerde te zeggen.

Is er dus aan Franstalige zijde nog niets veranderd, laat staan gekanteld, aan Vlaamse zijde zou dat wel eens anders kunnen zijn. Met name bij de N-VA lijkt er iets gebroken te zijn door de schijnvertoning die Yves Leterme opvoerde in juli. De partij werd door het schijnontslag immers met een kluitje in het riet gestuurd, en dit op een bijzonder publieke en dus pijnlijke manier. Partijvoorzitter Bart de Wever liet zich al ontvallen dat «het einde nu toch in zicht is» en «voor ons de kous af is» in een reactie op het eerste rapport van de drie bemiddelaars. Dat werd vandaag dan weer wat getemperd, maar de frustratie lijkt deze keer toch wel erg diep te zitten. Het lijkt er in ieder geval niet op dat Bart de Wever van plan is een verderzetting van het vertrouwen in de regering-Leterme I te verdedigen als er tegen het partijcongres van 21 september niets substantieels –een dikke vis?– op tafel ligt.

Let deze keer trouwens op de volgorde van de partijcongressen van N-VA en CD&V: de N-VA komt deze keer eerst samen, op 21 september, terwijl het partijcongres van de CD&V gepland staat voor 27 september – nu ja, voorlopig toch. En dat levert een heel andere dynamiek op dan wat tot nu toe het geval is. Als de N-VA het vertrouwen in de federale regering opzegt, is het het partijcongres van de CD&V dat het kartel opblaast als het het vertrouwen wil handhaven. Dat maakt het zowel voor de N-VA- als de CD&V-leden veel gemakkelijker om de regering-Leterme I eind september te begraven. Als de volgorde van de partijcongressen gehandhaafd wordt, zijn de dagen van Yves Leterme als federaal Eerste Minister hoogstwaarschijnlijk geteld, maar heeft het kartel nog een kans om te overleven. Wordt het partijcongres van de CD&V echter vervroegd om het vertrouwen in Yves Leterme te herbevestigen vóór het partijcongres van de N-VA, dan is het duidelijk dat de krachten binnen de CD&V die de Belgische belangen dienen en daarvoor desnoods, en waarschijnlijk met veel plezier ook, het kartel willen breken, de bovenhand gehaald hebben, en dan staan de N-VA-leden op 21 september plots voor een veel moeilijkere keuze.

14 Juli was dan misschien wel een kantelmoment in de ogen van Yves Leterme, het ziet er niet naar uit dat het het laatste voor dit jaar was.

Geen opmerkingen: