zaterdag, augustus 06, 2005

Politie Westkust zorgt voor Franse taalfaciliteiten

«Waar Franstaligen gaan langs Vlaamse wegen, komt men taalfaciliteiten tegen.» Het zou een Vlaams spreekwoord kunnen zijn, en de politie Westkust leverde nog maar eens het bewijs dat het alvast klopt als een bus.

Op het eerste zicht is het misschien een beetje zoeken naar spijkers op laag water: de politie Westkust heeft een overeenkomst gesloten met de politie van Charleroi, waarbij enerzijds de politie Westkust de politie van Charleroi bijstaat bij voetbalwedstrijden wanneer Vlaamse voetbalploegen op bezoek komen, en anderzijds de politie van Charleroi de politie Westkust in het zomerseizoen helpt om Franstalige slachtoffers van criminaliteit in hun eigen taal aan te kunnen spreken. En inderdaad, het zal wel een pak gemakkelijker zijn om bij voetbalwedstrijden de orde te handhaven als er een paar Vlaamse agenten aanwezig zijn, en daar is dus iedereen mee gediend, zowel de politie als de Franstalige en de Vlaamse voetbalsupporters. Verder is het natuurlijk ook geen lachertje als je net slachtoffer bent geworden van een «feit» om dan nog eens je uitleg te moeten doen in een vreemde taal.

Maar er is meer. Zo vertelt commissaris Johan Geeraert onder meer dat «het gros van onze 180 mensen […] de Franse taal machtig [is], maar toch vatten zij soms belangrijke nuances niet». Ik zou daar tegenover willen stellen dat ik zo een zwak vermoeden heb dat als je in Charleroi je verhaal aan de politie in het Nederlands kwijt wil, je je geen zorgen hoeft te maken over de nuances van je verhaal. Mijn slecht karakter zegt me immers dat het gros van de agenten er nog niet eens de datum van vandaag in het Nederlands zou kunnen begrijpen al hing hun leven er van af. En als jouw leven ervan af zou hangen, is het nog niet eens zeker dat ze het zouden wíllen begrijpen.

Verder is er dan de ondertitel bij het artikel van De Standaard die al een ander verhaal laat vermoeden dan wat de titels van Het Nieuwsblad en West-Vlaams Regio Nieuws vertellen: «Zeventig procent daders en veel slachtoffers zijn Franstalig». «Zeventig procent» en «veel» dus. Zou het kunnen dat er absoluut geen sprake is van zeventig procent slachtoffers die dringend in hun eigen taal voortgeholpen moeten worden? In de artikels van Het Nieuwsblad en West-Vlaams Regio Nieuws zit er dan weer een zinnetje verborgen in de inleiding: «Toch blijven nog bijna 70 procent van de daders Fransen.» Het gaat dus niet eens over Franstalige Belgen, maar over Fransen, buitenlanders dus, die hier faciliteiten aangeboden krijgen.

En faciliteiten zijn het wel degelijk, want de politie Westkust schrijft zelf het volgende:
Zij [leden van politiezone Charleroi dus] zullen hun collega's [van de Westkust] bijstaan bij het opmaken van de Franstalige processen-verbaal […]
Nogmaals, zij schrijven dat zelf, dus is er geen sprake van een domme journalist die een uitspraak verkeerd begrepen heeft: de politie Westkust stelt Franstalige processen-verbaal op, een duidelijke administratieve tegemoetkoming aan anderstaligen. Of wat men in de volksmond een taalfaciliteit noemt. Ik kan me al voorstellen dat de politie in Charleroi of welke andere Waalse gemeente dan ook op dat vlak al even welwillend zou zijn om Nederlandstalige processen-verbaal op te stellen.

Geen opmerkingen: