Uit een peiling van Kompas blijkt dat ongeveer één op drie van de bezoekers vertrouwen heeft in de regering-Leterme I.
Men kan zich de vraag stellen of deze peiling representatief is voor heel Vlaanderen; gezien de achtergrond van de website zal men vermoedelijk dichter bij de waarheid zitten als men zegt dat deze peiling eerder representatief is voor wat er in de Vlaamse Beweging leeft. De tweedeling die uit de peiling blijkt is dan gewoon een weerspiegeling van de partijvoorkeuren van de kiezers: wie Vlaams Blok stemt heeft geen vertrouwen in de regering, wie N-VA of CD&V stemt wel.
Dit betekent echter niet noodzakelijk dat Leterme op zijn twee oren mag slapen. Wanneer men de evolutie van de partijvoorkeuren van de laatste maanden bekijkt, blijkt dat er iets merkwaardigs aan de hand is. In mei, een maand voor de verkiezingen, was de verhouding Vlaams Blok/Vlaams Kartel nog 49/37. Tijdens de zomermaanden is die verhouding echter langzaamaan naar 61/29 geëvolueerd. Binnen het Vlaams Kartel is de verhouding N-VA/CD&V van 32/5 naar 16/12 gegaan. Wat is hier aan de hand? Vlucht een deel van de aanhang van N-VA naar het Vlaams Blok, en een ander deel naar de CD&V, of is dit gewoon een wijziging in het kiezerspubliek? Indien het geen wijziging in het kiezerspubliek is, betekent dit echter dat het Vlaams Kartel alvast binnen de Vlaamse Beweging kiezers verliest aan het Vlaams Blok, en dat nieuwe verkiezingen een nederlaag voor het Vlaams Kartel en een nieuwe overwinning voor het Vlaams Blok zouden opleveren. Dat de aanhang van de CD&V lichtjes groeit is slechts een magere troost voor Leterme indien de N-VA tegelijkertijd zoveel verliest dat het Vlaams Kartel globaal achteruitgaat.
De verklaring voor het (gebrek aan) vertrouwen in de regering-Leterme I is trouwens consistent met de resultaten voor de peiling over het vertrouwen in Verhofstadt II: vrijwel geen enkele kiezer heeft vertrouwen in de federale regering.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten