Vrijdagavond publiceerden De Standaard en de VRT de resultaten van een nieuwe peiling naar de politieke voorkeuren van de Vlamingen. De enige beweging van betekenis sedert de vorige peiling van De Standaard en de VRT – ondertussen alweer meer dan vijf maanden geleden – is de achteruitgang van de sp.a. Ander interessant feit: de slechte uitslag van de CD&V in de peiling van Vers l'Avenir van een maand geleden wordt niet bevestigd, en daarmee hebben N-VA en CD&V opnieuw virtueel een meerderheid in het Vlaams Parlement.
De grootste vraag op voorhand was, om begrijpelijke redenen, hoe de N-VA het er vanaf zou brengen in deze peiling. Dat die partij na zoveel maanden regeringsonderhandelingen nog steeds het been stijf houdt, wekt niet alleen bij de politici van de andere partijen of binnen een bepaald deel de culturele sector veel irritatie op, maar ook binnen de media. Het spreekt voor zich dat men zich dan afvraagt of die irritatie ook al doorgedrongen is tot de bevolking.
Het antwoord op die vraag blijkt voorlopig nog neen te zijn. De N-VA blijft boven de dertig procent scoren, ongeveer evenveel als de partij voor de Senaat haalde bij de laatste verkiezingen. Tegenover de laatste peiling van De Standaard en de VRT is er een lichte achteruitgang, op het randje van het significante af. We houden het daarom op een stabilisatie van de N-VA rond de 32%, een comfortabel hoog niveau dat de partij in Vlaanderen afgetekend op de eerste plaats zet. Voor de N-VA is de ambitie bij de volgende verkiezingen – wanneer die ook zouden komen – de score van verleden keer te bevestigen, en met afstand de grootste partij van Vlaanderen te blijven. Het is wel duidelijk dat deze week een bijzonder goede week voor Bart de Wever was: een bezoekje bij de Britse eerste minister David Cameron, een goede peiling, en een herverkiezing als partijvoorzitter met een monsterscore om u tegen te zeggen. Het moet niet altijd een hebdomas horribilis zijn, zoals verleden week.
Na de N-VA volgen vier Vlaamse partijen die het laatste jaar weinig reden tot vieren hebben gehad. De CD&V kan zich met deze peiling optrekken aan het feit dat ze het barslechte resultaat van de peiling van Vers l'Avenir (amper 12,9%) een beetje kan doen vergeten. Dat neemt niet weg dat een resultaat van minder dan twintig procent bezwaarlijk schitterend genoemd kan worden. De partij weet overigens geen nieuwe kiezers aan te trekken door zich in de federale regering te profileren als de partij die «haar verantwoordelijkheid opneemt», iets waar niet alleen Inge Vervotte zich over irriteert. De CD&V zit zelfs met het probleem dat een heel pak van haar kiezers zich best zou kunnen voorstellen voor de N-VA van Bart de Wever te stemmen, en dat betekent dat de bodem dus nog niet noodzakelijk bereikt is.
Na de CD&V volgen sp.a en Open Vld. In deze peiling komt de Open Vld net voor de sp.a, maar het verschil tussen de twee partijen is minimaal. Voor de Open Vld is er sprake van een lichte stijging na de desastreuze peiling van Vers l'Avenir, terwijl het voor de sp.a net omgekeerd is. Het is echter duidelijk dat geen van de twee partijen het op dit ogenblik schitterend doet. Ook voor het Vlaams Belang bevat deze peiling weinig goed nieuws, ook al haalt de partij opnieuw een score boven de tien procent.
Bij Groen! reageerde men eerder euforisch op de resultaten van deze peiling. Nochtans gaat de partij er niet meer dan één procent op vooruit vergeleken met de vorige peiling, en is ook het verschil met het resultaat van de laatste verkiezingen nog niet significant te noemen. Maar voor een partij die zo dicht bij de kiesdrempel zit, is het psychologisch belangrijk dat er opnieuw een goed resultaat wordt neergezet. Het lopende gemiddelde stijgt trouwens ook verder boven de acht procent uit, en in de simulatie voor de zetelverdeling voor het Vlaams Parlement haalt de partij minstens één zetel in elke provinciale kieskring.
Tot slot is er nog de LDD, dat alweer ver onder de kiesdrempel scoort. Zoals het er nu naar uitziet, maakt de partij enkel in West-Vlaanderen kans nog een zetel binnen te halen voor het Vlaams Parlement. Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat de partij overweegt niet overal lijsten in te dienen voor de gemeenteraadsverkiezingen.
Kijken we tot slot nog even naar het resultaat van een simulatie voor de zetelverdeling in het Vlaams Parlement. Zoals reeds gezegd: N-VA en CD&V halen volgens deze peiling opnieuw virtueel een meerderheid in het Vlaams Parlement, maar een coalitie N-VA–Open Vld of N-VA–sp.a komt nog enkele zetels te kort voor een meerderheid. Door de slechte resultaten van zowel Vlaams Belang als LDD is ook een zogenaamde V-meerderheid voorlopig nog een verre droom.
Zoals steeds is een peiling maar een peiling, maar door de schaarsheid hebben ze in Vlaanderen en België vaak wel een relatief grote impact op het politieke gebeuren. De resultaten van deze peiling zullen de N-VA er waarschijnlijk niet toe aanzetten bepaald veel toegeeflijker te worden in de communautaire onderhandelingen. Voor de CD&V houdt ze dan weer een waarschuwing in dat het risico bestaat dat haar kiezers vroeg of laat overlopen naar de N-VA, en dat de partij dus op haar tellen moet letten. Het wordt daarom uitkijken naar de resultaten van de peiling van La Libre Belgique, die waarschijnlijk volgend week-end gepubliceerd zullen worden, om te zien welke resultaten bevestigd worden, en welke niet.
Bijlage: Overzicht van alle peilingen in Vlaanderen sedert 2004 (PDF).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten