Gisteren deed de Antwerpse rechtbank van eerste aanleg een uitspraak in de zaak over het «busincident» waarin Guido Demoor verleden jaar omkwam. Die uitspraak bevat naar mijn mening toch wel enkele puntjes die de gewone man in de straat met een min of meer intact rechtvaardigheidsgevoel zullen doen kokhalzen. Het Antwerpse parket vond vandaag echter dat het altijd nog «beter» kan.
Er is een tijd geweest dat klassenjustitie wel degelijk een realiteit was in de Belgische rechtbanken. Om het met een cliché te zeggen: sloeg een rijke industrieel een arbeider dood, lagen de verzachtende omstandigheden voor het grijpen: het onbesproken gedrag van de industrieel tot op de dag van de feiten, zijn maatschappelijke positie en bijdragen tot de samenleving aan de ene kant, terwijl de arbeider meer dan genoeg op zijn kerfstok had en het allemaal toch ook wel zelf een beetje gezocht had. Lagen de rollen omgekeerd, was voorbedachte rade het uitgangspunt en de maatschappelijke positie van de dader eerder een verzwarende dan een verzachtende omstandigheid. En ook toen stak de pers graag een handje toe om de zaken bij het publiek in het juiste perspectief te plaatsen. Veel lijkt er vandaag niet veranderd – ik zou zelfs durven stellen, alleen maar de beginlettertjes.
Want wanneer ik de argumentatie in het vonnis van de rechter overloop, blijf ik met een onweerlegbaar vermoeden zitten dat de klassenjustitie plaats gemaakt heeft voor een soort rassenjustitie, en dat de betrokken rechter zelfs niet te beroerd is om hier en daar absurditeiten in te lassen om voor Redouan S. allerlei verzachtende omstandigheden in het leven te roepen waar bijvoorbeeld zijn leeftijdsgenoot Hans van T. (let op het detail in de naam, persjongens en -meisjes!) niet op hoeft te hopen. Zijn «jeugdelijke onbezonnenheid», bijvoorbeeld, het «ontluikende schuldbesef», en dat hij handelde «in een impuls». Dat laatste zou er eigenlijk nog aan ontbroken hebben.
Straffere kost is dat de rechter meent dat Guido Demoor deels de feiten zelf heeft uitgelokt. Tot drie keer toe had hij beleefd gevraagd om stilte, maar de zes hadden hem, met hun ontluikende schuldbesef en in hun jeugdelijke onbezonnenheid impulsief uitgelachen en… uitgedaagd dan toch. Drie keer – trois fois, three times, dreimal dus! En toen lokte Guido Demoor zelf een ferme trap op zijn kin uit. Tja. Ik zou wel eens willen weten met voor indruk de getuigen van op de bus vandaag zitten wanneer ze in de krant het verslag van dit vonnis lezen. In ieder geval, de idioot die zich morgen laat doodtrappen op een lijnbus zal maar beter niet drie maar zeven maal zeventig maal beleefd om stilte vragen voor hij uit zijn sloffen schiet als hij zijn daders geen verzachtende omstandigheden cadeau wil geven, al dan niet in een impuls.
Overigens liet ook Walter Damen, de advocaat van Redouan S., opnieuw van zich horen. Als reactie op de uitspraak verklaarde hij dat «op die manier de zaak tot haar ware proporties wordt teruggebracht» en betreurde in één adem dat het «in de eerste berichten erop leek dat Demoor vermoord was door de zes jongeren». Dat dit stuk levende anti-reclame voor de hele advocatenstand na zijn vorige misselijkmakende uitspraken over deze zaak nog niet uit de Orde van de Advocaten is gezet is mij een volkomen raadsel, maar ondertussen probeer ik mij wel voor te stellen wat volgens dit sujet de «ware proporties» zouden geweest zijn moest een oudere Marokkaan doodgetrapt geweest zijn door zes blanke jongeren, goed getraind in de lokale vechtsportclub, nadat hij drie maal beleefd om wat stilte gevraagd had. Iets zegt me dat voor identiek dezelfde feiten die ware proporties er dan wel eens radicaal anders zouden kunnen uitgezien hebben.
Maar als gevolg van de verzachtende omstandigheden veroordeelde de rechtbank Redouan S. dus tot wat De Standaard omschrijft als «‘slechts’» twee jaar hechtenis. Let op de aanhalingstekens: in Groot-Bijgaarden vinden ze twee jaar cel voor het doodtrappen van iemand die op de bus tot drie maal toe beleefd om stilte gevraagd heeft blijkbaar een toch wat zware straf, maar het kan nog beter. Aangezien ook uitlokking als verzachtende omstandigheid werd gebruikt vindt het Antwerpse parket –waarschijnlijk tot grote opluchting van de voltallige redactie van De Standaard– dat die twee jaar er nog anderhalf teveel zijn, en Redouan S. dus een «onwettige straf» heeft gekregen. Dat er één en ander niet helemaal pluis is rond de strafbepaling in deze zaak staat als een paal boven water, maar de manier waarop het parket hier de rechtbank van eerste aanleg de loef probeert af te steken om de politiek meest correcte te zijn is werkelijk grotesk. Laten we echter niet te vroeg uitroepen dat hiermee nu het toppunt bereikt zou zijn, want misschien wacht in tweede aanleg wel een rechter die vindt dat het simpele feit dat Guido Demoor al zo vermetel was om de zes vertegenwoordigers van het Herrenvolk om stilte vragen, beleefd en tot drie maal toe, ook al een verzachtende omstandigheid was voor de arme Redouan S. En ondertussen hoop ik maar dat die impulsieve sloeber niet al teveel pijn meer heeft aan zijn nek…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten