Posts tonen met het label Mertens | Peter. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Mertens | Peter. Alle posts tonen

zondag, juni 23, 2013

Propagandasteunpunt Media

Opmerkelijk bericht in de pers verleden week: in de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen van verleden jaar kwamen Bart de Wever en Filip Dewinter het meest aan het woord bij de VRT. In totaal zou de N-VA zelfs sterk oververtegenwoordigd geweest zijn vergeleken met de vorige verkiezingsuitslag. Ik kan me voorstellen dat menig lezer nu de wenkbrauwen zal fronsen, maar toch is dit de conclusie van een lang rapport, afgescheiden door de geleerde bollen van Steunpunt Media.

Plukken we even enkele zinnen van de webstek van dat Steunpunt Media: «Het Steunpunt Media is het aanspreekpunt en expertisecentrum voor alles wat met nieuws en media te maken heeft. In opdracht van de Vlaamse Overheid doet het steunpunt wetenschappelijk onderzoek naar nieuwsberichtgeving en mediawijsheid in Vlaanderen. De focus van het onderzoek ligt op de volledige nieuwscyclus: van de nieuwsselectie door de journalist tot de mediakeuze van de mediagebruiker.» Je vraagt je af, wat kan daar nu verkeerd aan zijn? Zo ongeveer alles, zoals blijkt uit Nieuwsmonitor 13.

Schetsen we even de context voor het onderzoek besproken in die Nieuwsmonitor 13. Zo was het de Vlaamse Mediaminister Ingrid Lieten die het onderzoek aanvroeg. Rinkelt er al een belletje? Werkten aan het onderzoek mee: onder andere Stefaan Walgrave en Marc Hooghe. Wie nu nog denkt dat het hele onderzoek geen doorgestoken kaart is om vervolgens alleen enkele «juiste» halve waarheden rond te toeteren, die moet echt al van een heel goed jaar zijn.

Conclusie ≠ inhoud

Wie het rapport opvraagt en vlug doorleest, merkt al snel op dat één en ander niet helemaal in verhouding staat tot wat het korte persbericht de lezer probeert wijs te maken. N-VA oververtegenwoordigd? De partij kreeg slechts 17,2% van de spreektijd op de openbare buis, beduidend minder dan CD&V (20,5%), sp.a (19,8%) en Open Vld (19,6%). Toch concluderen de onderzoekers een beetje zuurtjes dat «de aanwezigheid van N-VA in de media ver boven het electorale gewicht van de partij bij de vorige lokale verkiezingen» lag. Let op: niet een beetje erboven, maar zelfs ver! Hun verklaring hiervoor, en hier komt de aap uit de mouw: «Het is duidelijk dat de verdeling van de aandacht ook was gebaseerd op de peilingen en op de uitslagen van tussenliggende verkiezingen». Ja, stel je voor zeg.

Op hun eigen manier hebben de onderzoekers dus wel gelijk: in 2006 lag het electorale gewicht van de N-VA volgens peilingen ergens rond de 8%, een pak minder dan die 17,2% spreektijd. Maar is het werkelijk ernstig om in 2012 nog terug te grijpen naar de verkiezingen 2006 om de spreektijd «eerlijk» te verdelen, als diezelfde partij in 2010 al rond de 30% zat?

Twee maten

Bovendien, waar is hun klacht over de schromelijke ondervertegenwoordiging van het Vlaams Belang? Die partij kreeg slechts 8,5% van de spreektijd toebedeeld, maar zat in 2006 nog aan 21,5%. In het rapport blijft het daarover oorverdovend stil. Zou het kunnen dat de auteurs –en vooral ook: de opdrachtgeefster– die ondervertegenwoordiging prima vinden? In de plaats daarvan zoomt men in op de spreektijd die Filip Dewinter kreeg. Met zijn 45,1 minuten eindigde hij weliswaar op de tweede plaats na Bart de Wever, maar naar een andere Vlaams Belanger in de top 30 is het vergeefs zoeken. Ter vergelijking: in die top 30 figureren wel twee PVDA'ers: Dirk Tuypens en Peter Mertens, samen trouwens goed voor 36,2 minuten spreektijd en dus wel ruim oververtegenwoordigd.

Mijn conclusie na het doornemen van het rapport is daarom dat de conclusie die de onderzoekers de wereld instuurden op zijn minst tendentieus is, om niet te zeggen totaal misleidend. N-VA was helemaal niet oververtegenwoordigd in de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen. En als ze al oververtegenwoordigd was, dan was Vlaams Belang zo mogelijk nog sterker ondervertegenwoordigd. Die laatste partij is trouwens ondervertegenwoordigd hoe men de zaken ook keert of draait. De focus op de spreektijd van Filip Dewinter, zowat de enige Vlaams Belanger die aan bod mocht komen, getuigt daarbij niet bepaald van veel goede trouw. Steunpunt Media gedraagt zich dan ook als een ordinair propagandainstrument in handen van Mediaminister Ingrid Lieten. Of kunnen we gewoon stellen dat Steunpunt Media en de Mediaminister twee rode handen op een socialistische buik zijn?

Rood troef

Over socialisme gesproken: het rapport vermeldt wel zijdelings dat PVDA oververtegenwoordigd was, maar gaat er niet verder op in. Vergeleken met Vlaams Belang en N-VA was de partij vijf tot zes keer oververtegenwoordigd. Maar zelfs vergeleken met sp.a en Groen was PVDA twee en een half tot drie keer oververtegenwoordigd. Misschien is dit ook de verklaring waarom Groen voor één keer niet sterk oververtegenwoordigd was?

Mijn lezing van de getallen die Steunpunt Media verzamelde ziet er dan ook een beetje anders uit. Met de verkiezingen van 2010 als ijkpunt was PVDA zeer sterk oververtegenwoordigd op de openbare omroep. Daarna volgen Open Vld, sp.a, CD&V en Groen, die onderling min of meer in verhouding op de buis mochten komen. Tegenover die groep van vier was Vlaams Belang duidelijk ondervertegenwoordigd, N-VA nog meer, en LDD nóg meer. Vergelijken we met de uiteindelijke uitslag voor de provincieraadsverkiezingen verandert het beeld nauwelijks, maar mildert het wel voor Vlaams Belang en PVDA. Sp.a en Open Vld blijven duidelijk in de bovenste schuif liggen bij de VRT.

De Zevende Dag

Het valt trouwens op dat Steunpunt Media inzoomt op de zes weken voor de gemeenteraadsverkiezingen. Had Ingrid Lieten nog een eitje te pellen met de N-VA? Waarom onderzoekt dat Steunpunt Media nooit eens hoe het zit met de spreektijd van de politici buiten de verkiezingsperiode? Het antwoord geven ze (ongewild) zelf: «in de verkiezingsperiode wordt er […] meer gebalanceerd bericht dan in normale tijden». En meer bepaald: «buiten de campagneperiode komen regeringspartijen veel en oppositiepartijen weinig aan bod», aldus eerder onderzoek van henzelf en anderen. Zou het kloppen?

Zelf hou ik al enkele seizoenen bij welke partijen hoe vaak bij De Zevende Dag uitgenodigd worden. Voor het huidige seizoen, van 6 januari tot 5 mei, kwamen 118 politici aan bod. Sp.a staat aan kop, en mocht al 24 keer op zondag naar de studio komen. Ook CD&V (23), Open Vld (21), N-VA (20) en Groen (17) zijn goed vertegenwoordigd. Maar opnieuw zal de lezer opmerken dat er iets niet klopt. Waarom staat de grootste partij van Vlaanderen slechts op de vierde plaats, terwijl het vier keer kleinere Groen bijna op gelijke hoogte op vijf staat? Vlaams Belang werd slechts 8 keer uitgenodigd, LDD mocht 3 keer komen, PVDA 2 keer.

Zondag is bij de VRT daarmee niet alleen de zevende dag, maar vooral toch ook een groene dag. De traditionele partijen komen min of meer naar verhouding aan bod, maar LDD, N-VA en Vlaams Belang worden duidelijk stiefmoederlijk behandeld. Vergeleken met Groen is N-VA ruim drie keer ondervertegenwoordigd, Vlaams Belang zelfs bijna vier keer. We houden dan nog geen rekening met de spreektijd, om over de manier waarop de politici behandeld worden nog maar te zwijgen.

Belgisch volk vaakst

De stelling van Steunpunt Media dat «buiten de campagneperiode regeringspartijen veel en oppositiepartijen weinig aan bod» komen klopt dus niet. N-VA zit alleen maar in de Vlaamse regering, en Open Vld alleen maar in de federale. Toch wordt Open Vld relatief gezien veel vaker uitgenodigd naar De Zevende Dag dan N-VA. Het verschil in behandeling is nog groter wanneer we Groen en Vlaams Belang vergelijken, toch allebei oppositiepartijen. Wie alleen maar naar De Zevende Dag kijkt zou al snel kunnen denken dat Groen dubbel zo groot is als Vlaams Belang. Met de actualiteit heeft dit trouwens niets vandoen, want de scheeftrekking is een constante van seizoen tot seizoen.

Het is dan ook vooral links en Belgisch dat ruim aan bod mag komen op de openbare omroep, campagneperiode of niet. Rechts en Vlaams wordt hoogstens af en toe een beetje getolereerd, als het niet anders kan. Bijvoorbeeld tijdens een campagneperiode, maar alleen maar omdat grote scheeftrekkingen dan net ietsje meer zouden opvallen.

Dit artikel verscheen op 8 mei 2013 in 't Pallieterke.

dinsdag, juni 18, 2013

PVDA en PTB in het parlement?

Zondagavond werden de resultaten vrijgegeven van de driemaandelijkse barometer van Le Soir. De media schonken daarbij vooral aandacht aan de achteruitgang van de PS in Wallonië, en het blijvende hoge peil van de N-VA in Vlaanderen. Bovendien ziet het er meer en meer naar uit dat men volgend jaar voor het eerst iemand van de PVDA in het Vlaams Parlement zal mogen verwelkomen.

We wezen er in mei, bij de bespreking van de peilingen van De StandaardVRT en La Libre Belgique, reeds op dat de N-VA duidelijk over een piek in de peilingen heen is. De partij staat nog steeds ruim op winst vergeleken met de laatste verkiezingen, maar scores van rond de veertig procent liggen toch alweer een tijdje achter ons. Voorlopig stabiliseert de partij rond de 33 à 34%, en ze is daarmee nog altijd zo'n twee keer groter dan eerste achtervolger CD&V.

De Vlaamse christen-democraten blijven inderdaad voortkabbelen rond de 16%. Vergeleken met de provincieraadsverkiezingen van verleden jaar –het ijkpunt waar ze zelf zo graag naar verwijzen– is dat een stevige achteruitgang van meer dan vijf procent. Daarmee blijft het dus wel zoeken naar de eerste positieve effecten van Operatie Innesto op de scores van de partij in de peilingen. De stelling van Eric van Rompuy dat de CD&V volgend jaar «duidelijk boven de 20% in Vlaanderen» zal scoren kan bovendien op z'n minst gewaagd genoemd worden. Als statement om te verduidelijken dat hij niet in peilingen gelooft kan het in ieder geval tellen.

Ook bij de sp.a valt er weinig beweging te noteren: de partij blijft stabiel rond de 14% scoren. Ook daar slaat de vernieuwingsoperatie met een nieuwe beginselverklaring voorlopig dus nog niet aan. De Open Vld lijkt dan weer uit een dal te klimmen, en behaalt deze keer een uitslag dicht in de buurt van de provincieraadsverkiezingen. Begint het partijvoorzitterschap van Gwendolyn Rutten dan toch de eerste vruchten af te werpen?

Vlaams Belang stabiliseert rond de psychologische grens van de 10%, met deze keer een score er net onder. Groen blijft nog steeds hangen rond de 8%, terwijl LDD ver onder de kiesdrempel peilt. Als die laatste partij volgend jaar toch nog lijsten wil indienen, dan moet het zijn dat ze over peilingen dezelfde mening toegedaan is als Eric van Rompuy.

Voor de PVDA is deze peiling ongetwijfeld een morele opsteker. Met een score van 3,3% begint de partij in de buurt van de kiesdrempel te komen, en is een verkozene in één of andere kieskring helemaal geen dagdromerij meer. Dat blijkt trouwens ook uit een simulatie voor de zetelverdeling in het Vlaams Parlement, want die geeft de partij van Peter Mertens in de kieskring Antwerpen één zetel, ook al is het nog steeds boordje kantje. Het resultaat is echter wel consistent met de zetelverdeling die Le Soir zelf opstelde voor de federale Kamer.

De zetelverdeling voor het Vlaams Parlement toont overigens ook aan dat de N-VA na de verkiezingen in theorie maar hoeft te kiezen tussen de verschillende partners waarmee ze in zee wil gaan in de Vlaamse regering. In principe kan ze immers zowel met CD&V, Open Vld als sp.a een meerderheid vormen, zonder dat er een derde partner bij hoeft. In de praktijk is enkel een meerderheid met de CD&V groot genoeg om comfortabel te zijn. Waarschijnlijk is het politiek ook de enige haalbare coalitie met twee, want zowel sp.a als Open Vld distantiëren zich met de regelmaat van de klok van de N-VA.

Een coalitie van de drie traditionele kleurpartijen CD&V, sp.a en Open Vld maakt voorlopig geen schijn van kans om in het Vlaams Parlement een meerderheid te halen, en zelfs met Groen erbij is die meerderheid eerder aan de krappe kant. Ook een zogenaamde olijfboomcoalitie van CD&V, sp.a en Groen is dus geen realistische optie, en het is me dan ook een raadsel waarom ze voorgelegd werd als mogelijke coalitie aan de respondenten van deze peiling. Maar ook een V-meerderheid van N-VA en Vlaams Belang lijkt weer bijzonder veraf.

Aan Waalse zijde zakte de PS nu ook bij deze peiler onder de 30%. Het valt daarbij op dat de MR niet kan profiteren van het verlies van de PS, en dat ook cdH in een negatieve trend zit. Ecolo zit in een positieve trend, en wordt nu ook bij deze peiler –zeer nipt– groter dan cdH.

Het FDF blijft ver onder de kiesdrempel in Wallonië, net zoals de PP. Die laatste kent wel een kleine opstoot, door Le Soir toegewezen aan de polemiek rond weerman Luc Trullemans. Maar ook in het zuiden van het land valt de relatief goede score van de PTB op. Net zoals in Vlaanderen moet er ernstig rekening gehouden worden met één (of misschien zelfs meerdere?) zetels voor de extreem-linkse partij, een beetje afhankelijk van hoe haar aanhang verspreid woont over de kieskringen.

Het is duidelijk dat deze peiling opnieuw druk zal zetten op de regering–Di Rupo. Niet onmiddellijk aan Vlaamse zijde echter, want daar zitten zowel CD&V, sp.a als Open Vld in een merkwaardige ontkenningsfase. Alledrie doen alsof het hen tegenwoordig voor de wind gaat, terwijl ze alledrie op een historisch laag niveau zitten. Of fluiten ze alleen maar in het donker, goed beseffend dat het na de volgende verkiezingen krabben zal worden om zelfs met Groen erbij nog een meerderheid in Vlaanderen te halen?

Er valt echter deze herfst meer vuurwerk te verwachten uit Waalse socialistische hoek. Daar voelt men de hete adem van extreem-links, dat ondertussen al een flinke hap uit het eigen electoraat weggehaald heeft. Maar bovendien, zelfs al is extreem-links in Wallonië hopeloos versnipperd, dan nog lijkt het erop dat ze één of twee zetels zal kunnen binnenrijven, en dus haar intrede in de parlementen zal kunnen doen.

Een vroegtijdige val van de regering–Di Rupo lijkt me overigens weinig waarschijnlijk, maar dat de Vlaamse partijen onder druk zullen komen, staat nu al vast. De tijd dat de PS haar Vlaamse handlangers wou helpen in de strijd tegen de N-VA is daarmee voltooid verleden tijd. Op minder dan een jaar van de verkiezingen is het Waalse rode hemd nauwer dan de Vlaamse oranje-blauwe rok, en CD&V en Open Vld maken zich best nu al klaar om in het najaar enkele bittere pillen door te slikken. Of zouden Wouter Beke of Gwendolyn Rutten het toch aandurven een Alexander de Croo te doen?

Bijlage: Overzicht van alle peilingen in Vlaanderen sedert 2004 en Wallonië sedert 2006 (SlideShare).

zondag, april 14, 2013

Wie richt een V-bank op?

«Nieuwe bank “New B” al over helft beoogde coöperanten» schrijft De Standaard op 25 maart. Een dag later: «Nieuwe bank New B haalt 10 000 coöperanten», met bij de collega's van De Morgen een iets sensationelere «New B bereikt doelstelling van 10.000 coöperanten op 48 uur» . Op 28 maart luidt het bij De Standaard «“We gaan de teller [99.999] kraken”», terwijl men in De Morgen «Bescheidenheid is niet het enige wat New B siert» kan lezen. Op zaterdagochtend kreeg coördinator Marc Bontemps vervolgens een reclamevak van een klein uur als partner bij het Radio 1-programma Peeters & Partners. Twee dagen later blijkt dan dat er «Al 26 000 coöperanten voor New B» zijn. Conclusie: als ze over iets alvast niet te klagen hebben bij New B, dan wel de aandacht/steun van de media. Zou een V-bank ook op zoveel steun kunnen rekenen?

Wie is die Marc Bontemps eigenlijk? De professionele website LinkedIn leert ons dat de huidige «Executive» bij New B zijn diploma aan de VUB haalde, en dat hij eerder al bij Vigeo Group, Global Action Plan en Ecolife aan het werk was. Vermoedelijk kan de lezer alleen al uit de namen «Global Action Plan» en «Ecolife» afleiden wat voor vlees we met die twee organisaties in de kuip hebben. Voor Vigeo Group hebben we het eens moeten opzoeken, en het blijkt een in 2002 opgericht bedrijf te zijn dat zichzelf omschrijft als de «toonaangevende Europese expert in de beoordeling van bedrijven en organisaties met betrekking tot hun praktijken en prestaties op gebied van milieu-, sociale en governancevraagstukken». Daar hoeft dus verder ook geen tekeningetje meer bij. Voegen we er tot slot nog aan toe dat de man ooit enkele artikeltjes pleegde bij DeWereldMorgen.be, en het is duidelijk dat het met zijn achtergrond compleet snor zit om het in onze «kwaliteitsmedia» even te maken als de held van de dag, en dat zonder al te veel lastige vragen.

In hemdsmouwen aan de keukentafel

Het sfeertje dat opgehangen wordt rond deze coöperatieve bank is trouwens navenant. Het is allemaal toch zo eenvoudig, ongecompliceerd en laagdrempelig, met een stevige portie basisdemocratie. Je ziet de bedenkers van het initiatief daar al zitten: geëngageerde jongens in hun hemdsmouwen aan de keukentafel, om dan met de blote vuist een nieuwe bank uit de grond stampen. Zo een beetje zoals op de klassieke foto bij vrijwel elk interview met PVDA-goeroe Peter Mertens. (Ik heb me al afgevraagd of die keuken met een goedkoperig geruit tafelkleed echt zijn eigen keuken is, of een speciaal voor die gelegenheden ingericht lokaaltje op het partijhoofdkwartier. En zouden ze daar dan ook een hele voorraad koekjes van de witte producten hebben liggen die dan in hun plastic bakje opgediend kunnen worden om alles het juiste proletarische cachet te geven?)

Wat voor een onmens moet je trouwens niet zijn om geen 20 euro te willen afstaan voor een ethische en duurzame bank die vooral lief voor de mensen wil zijn, en zich zeker en vast niet zal bezondigen aan stoute grotemensenspeculatie? Nu ja, eigenlijk staat het staat nog niet vast of er ooit wel een bank van zal komen, want «dat moeten de coöperanten zelf maar beslissen» in een algemene vergadering. Alsof men zal toelaten dat die dan beslissen dat het allemaal maar om te lachen was, en dat iedereen zijn geld terugkrijgt.

Duurzaam bankieren

Het is echter maar de vraag of die bank wel een lang leven beschoren zal zijn. Zoals dat dan hoort heeft de nieuwe twaalf hoogdravende waarden. Eén van die twaalf is veiligheid: «de bank zal enkel investeren in financiële middelen van de reële economie; winst is geen doel op zich». Dat laatste wordt zelfs nog een keertje herhaald onder de waarde eerlijkheid: «winst is geen doel op zich, maar het gevolg van goed management». Verlieslatende projecten zijn dus geen probleem, als het allemaal maar proper en eerlijk gebeurt, en goed beheerd wordt. Gelukkig is er nog de onvermijdelijke duurzaamheid: «de bank zal enkel investeren in sociaal verantwoorde projecten». Lees: misschien zijn er wel enkele mogelijkheden in sectoren die via één-tweetjes met groenen of socialisten in de regering platgesubsidieerd worden, zoals windmolenparken.

De nieuwe bank wil trouwens ook transparant zijn, d.w.z. «eerlijk en volledig informeren», en die transparantie ook laten controleren. Alleen, bij die eerlijkheid en volledigheid kunnen nu al vragen gesteld worden. Er zit immers een serieuze adder onder het gras. Eén van de waarden van New B is inclusie («de bank zal een universele financiële dienstverlening aanbieden en toegang tot aangepast krediet voor iedereen»), een andere diversiteit («producten en diensten aanbieden die beantwoorden aan de behoeften van al haar klanten»), en nog een andere innovatie («de bank ontwikkelt samen met haar coöperanten nieuwe producten en creatieve oplossingen»). De lezer mag eventjes nadenken welke richting die creativiteit uiteindelijk zal uitgaan. En voor wie niet helemaal mee is: één van de ondersteunende NGO's is de Association belge des professionnels musulmans. Ik hoop maar dat al die 26 000 coöperanten hiervan op de hoogte zijn.

Hand- en spandiensten

Over ondersteunende NGO's gesproken, TAK, VVB, KVHV en NSV schijnen voorlopig nog te ontbreken. Zijn wel al present: onder meer 11.11.11, ABVV, ABVV-Metaal, ACV Brussel-Halle-Vilvoorde (tiens, hebben die al niet een bank?), Bond Beter Leefmilieu, Greenpeace, Oxfam, Vredeseilanden, en nog een reeks goepen en groupuscules van hetzelfde slag. 75 zijn het er in totaal, al staan ze niet allemaal opgelijst en vraag ik me af in hoeverre ABVV verschilt van FGTB, of ACV Brussel-Halle-Vilvoorde van CSC Bruxelles-Hal-Vilvorde. Ik kan me trouwens voorstellen dat de gemiddelde lezer van dit blad van minstens een dozijn onder hen lid is.

Knoop je alles bij mekaar, dan verbaast het allang niet meer dat New B zoveel aandacht, om niet te zeggen uitgesproken steun kreeg in de vele media. Het sfeertje zit juist, de initiatiefnemers hebben de juiste achtergronden, en de juiste NGO's ondersteunen de nieuwe bank. Ik ben er dan ook nogal gerust in dat we op tijd te weten zullen komen waar en wanneer die algemene vergadering plaats zal vinden, wat de agenda zal zijn, en hoe het enthousiasme er uit de zaal zal stróóómen. Iets zegt me dat als iemand het in zijn hoofd zou halen een V-bank op te richten, het er allemaal net iets anders aantoe zou gaan…

V-bank

Maar is dat een reden om het niet eens te proberen? Waar blijft de Vlaamse Beweging om de koppen eens bij mekaar te steken, en een nieuwe Vlaamse bank op te richten? Ik heb namelijk ook wel een paar waarden klaar voor een nieuwe Vlaamse bank. Transparantie bijvoorbeeld, waarbij beslissingen genomen worden in het belang van de bank en haar klanten, en niet in één of ander Brussels salon tot meerdere eer en glorie van vorst en «vaderland». Als het al niet een hoofdkwartier in Parijs is. Een bank die niet investeert in hopeloos ouderwetse industrieën of allerlei progressieve hobby's, maar lokale bedrijven in toekomstgerichte sectoren ondersteunt. Een bank ook die niet bang is van een Vlaams imago, en het Vlaamse cultuurleven wil sponsoren. Als zieltogend links, in Vlaanderen nog niet goed voor een kwart van de kiezers, in een mum van tijd 26 000 coöperanten weet te verzamelen, waarom zou hetzelfde dan niet kunnen voor een Vlaamse bank? Ik heb mijn 20 euro al klaar.

Dit artikel verscheen op 3 april 2013 in 't Pallieterke.

zaterdag, januari 14, 2012

Eén tegen allen, maar wie tegen wie?

Zolang Groen (toen nog Groen!) deelnam aan de federale onderhandelingen, zag de VRT zich genoodzaakt het beruchte cordon médiatique even in de kast te stoppen. Alleen de N-VA als Vlaamse oppositiepartij uitnodigen tegenover maar liefst vier regeringspartijen was zelfs voor de openbare zender een brug te ver. Maar het veto van Alexander de Croo tegen de groenen zorgde ervoor dat het cordon opnieuw uit de kast gehaald kon worden, en sindsdien is van het Vlaams Belang bijna geen spoor meer te merken in politieke programma's.

Mogen we de cijfers over de politieke genodigden van De Zevende Dag als graadmeter gebruiken voor de vertegenwoordiging van de politieke partijen in de media? Hoewel de basis, slechts 122 politici, ettelijke grootteordes kleiner is dan dat van het bredere onderzoek dat onlangs gepubliceerd werd, zijn de conclusies toch opvallend gelijklopend. Het meest in het oog springend: de sterke ondervertegenwoordiging van de zogenaamde V-partijen, namelijk N-VA en Vlaams Belang. Hoewel de twee partijen samen meer dan veertig procent van de stemmen haalden bij de laatste federale verkiezingen, mochten ze amper een vijfde van de gasten leveren. Wie echter wat meer in detail gaat, en de cijfers per partij vergelijkt, kom al snel tot contrasten waaruit men niet anders kan dan concluderen dat de Vlaamse openbare omroep allesbehalve partijpolitiek neutraal is.

Vergelijk bijvoorbeeld N-VA en Open Vld: hoewel N-VA in 2010 dubbel zoveel stemmen haalde als Open Vld (28,2% tegenover 14,0%), mocht de Open Vld de helft meer genodigden voor De Zevende Dag leveren dan de N-VA (30 tegenover 19). Het argument dat de ene partij in de regering zou zitten, en daarom vaker aan bod zou mogen komen dan de andere, houdt voor deze partijen natuurlijk geen steek. N-VA zit immers federaal in de oppositie, terwijl Open Vld in het Vlaams Parlement op het oppositiebankje moet zitten. Zelfs het argument dat men toch geen twee N-VA'ers tegelijk kan uitnodigen voor eenzelfde debat gaat niet op, want het verklaart nog niet waarom een partij die maar half zo groot is de helft meer keren naar De Zevende Dag mocht komen. Ook CD&V en sp.a, twee andere partijen die een pak minder stemmen haalden dan de N-VA, waren vaker te gast dan de N-VA (respectievelijk 27 en 22 keer). Als we bovendien wat strenger zouden zijn, en het triple-interview vanop de betoging in Linkebeek van 18 september met drie N-VA-kopstukken niet als drie gasten, maar slechts één zouden rekenen, dan komt zelfs Groen, met amper een kwart van de stemmen, in de buurt van de N-VA (14 tegen 17).

Grosso modo kan men zeggen dat de N-VA het afgelopen seizoen slechts de helft van de gasten mocht leveren waar het eigenlijk recht op had, als we tenminste de verkiezingsuitslag van 13 juni 2010 als uitgangspunt zouden nemen. Dit is een sterke ondervertegenwoordiging, maar er was een partij die het met nog minder moest doen. Vlaams Belang werd slechts zes keer uitgenodigd, terwijl het met 12,6% van de stemmen recht had gehad op ongeveer 15 uitnodigingen. Groen, een derde kleiner dan het Vlaams Belang, mocht bijna drie keer meer (14) naar de studio's van De Zevende Dag komen, terwijl LDD, met minder dan een derde van de stemmen van het Vlaams Belang toch nog vier keer uitgenodigd werd.

Het valt bovendien op dat het Vlaams Belang in het begin van het seizoen nog regelmatig te gast was, maar eens Groen de federale onderhandelingstafel verlaten had, was de partij amper nog welkom in de studio's. Misschien ligt het aan mijn slecht karakter, maar zou het kunnen dat men het vóór het veto van Alexander de Croo zelfs bij de VRT toch iets te bar vond om de N-VA als enige federale oppositiepartij tegenover de vier onderhandelende partijen te plaatsen? Eens Groen de federale onderhandelingstafel verlaten had was de situatie natuurlijk radicaal anders: plots kon men twee oppositiepartijen tegenover drie regeringspartijen plaatsen, en dus hoefde men het Vlaams Belang niet meer zo vaak uit te nodigen. Dat één van die twee oppositiepartijen door haar steun aan de staatshervorming toch niet helemaal in de oppositie zat was daarbij natuurlijk een detail waar men de kijker liever niet lastig mee wou vallen.

Het is daarmee duidelijk dat de V-partijen sterk ondervertegenwoordigd zijn, maar bovendien dat die ondervertegenwoordiging het Vlaams Belang veel harder treft dan de N-VA. (Het valt bovendien op dat de Open Vld wel heel erg gunstig behandeld wordt. De lezer die zag hoe Ivan de Vadder bijna letterlijk aan de lippen van Guy Verhofstadt hing zal waarschijnlijk wel begrijpen dat ondergetekende zo zijn vermoedens heeft over waarom dat zo zou zijn.) Maar de recente «klacht» van de N-VA dat de gemeenteraadsverkiezingen een strijd van één-tegen-allen wordt, daaronder te verstaan de traditionele partijen én het Vlaams Belang tegenover de N-VA, strookt dan ook niet helemaal met de waarheid. Als er in de media al een één-tegen-allen-strijd gevoerd wordt, dan nog steeds diezelfde, oude één-tegen-allen-strijd tegen het Vlaams Belang. En twee voorvallen bewijzen dat de N-VA daarbij niet helemaal vrijuit gaat.

Het eerste voorval vond tijdens de reeds vermelde uitzending van de De Zevende Dag van 18 september plaats. De VRT maakte er toen met de N-VA de afspraak dat drie kopstukken van de partij rechtstreeks vanop de betoging in Linkebeek geïnterviewd zouden worden, op voorwaarde dat het Vlaams Belang niet aan het woord zou komen. Dit is een hoogst merkwaardige afspraak, een beetje alsof ik met mijn linkerbuur zou afspreken dat mijn rechterbuur met zijn auto de straat niet meer in zou mogen. Of misschien correcter: alsof de VRT tijdens een milieubetoging drie mindere goden van de sp.a zou interviewen omdat de sp.a-voorzitter zijn kat stuurde, terwijl Groen mét partijvoorzitter en met een grotere delegatie parlementairen in de achtergrond dan maar braaf zou moeten staan koekeloeren. Misschien had de N-VA niet zo heel veel keuzevrijheid omdat het inderdaad ontegensprekelijk in een mini-cordon médiatique zit, maar anderzijds hoefde ze zich achteraf ook niet bij het huilkoor te voegen dat vond dat het Vlaams Belang een afspraak gebroken had waarvan het uiteindelijk toch alleen maar het lijdend voorwerp was. Galant kon men de houding van de N-VA al helemaal niet noemen.

Maar misschien nog meer voor de borst stuitend is de oneerlijkheid rond de recente mediarel over het optrekken van de koninklijke dotatie. Zoals Marc Hooghe opmerkte in De Morgen, maar dan vooral om ervoor te pleiten dat ook de N-VA doodgezwegen had moeten worden, was het wel degelijk het Vlaams Belang dat reeds vóór Kerstmis aan het licht bracht dat die dotatie omhoog ging, en helemaal niet omlaag. De mediarel ontstond echter pas toen Theo Francken van de N-VA deze budgettaire «rekenfout» van de regering–Di Rupo I enkele weken later recycleerde. En opnieuw kan men niet verwachten dat de N-VA een politieke concurrent zou verdedigen of zelfs in de bloemetjes zou zetten, maar, ook opnieuw, erg galant was dit toch weer niet. Je zal maar Barbara Pas heten, en Theo Francken een heel week-end lang in alle mogelijk media zien blinken terwijl je zelf twee weken eerder volkomen doodgezwegen werd. Van de stelling dat in de media een één-tegen-allen-strijd tegen de N-VA gevoerd zou worden blijft, voor wie nog een beetje intellectueel eerlijk wil blijven, niets meer over.

Maar de cijfers vertellen ook dat in Vlaanderen geen mediawetten nodig zijn om te bereiken waar Viktor Orbán in Hongarije waarschijnlijk zelfs nog niet van durft te dromen. Of precies van gruwelt. Het ziet er trouwens niet naar uit dat er in het nieuwe seizoen van De Zevende Dag veel verbetering op komst is. Zo mocht in de eerste aflevering PVDA-voorzitter Peter Mertens opdraven om er zijn boek «Hoe durven ze?» voor te stellen, samen met Dimitri Verhulst die het voorwoord schreef. Het werd een gezellig onder-onsje van een dik kwartier, samen met Indra Dewitte, dochter van een andere PVDA'er en die in een ver verleden trouwens zelf nog op een PVDA-lijst gestaan heeft. En dat allemaal voor een boek waarvan er tegenwoordig uiteindelijk toch dertien in een dozijn verschijnen. Er kan gerust gesteld worden dat de PVDA, nog te klein om haar aanhang in een peiling te kunnen meten, hiermee voor minstens tien jaar oververtegenwoordigd is bij De Zevende Dag. We kunnen ons bovendien niet herinneren dat bijvoorbeeld Gerolf Annemans van hetzelfde voorrecht mocht genieten met zijn boek «De Ordelijke Opdeling van België», maar misschien vond de redactie van De Zevende Dag het onderwerp van dat boek niet actueel genoeg op een ogenblik dat federaal België totaal geblokkeerd zat. Of zou het aan iets anders gelegen hebben?