De sluiting van Ford Genk is uiteraard een zware slag voor alle werknemers en hun familie, zowel voor hen die rechtstreeks tewerkgesteld zijn in de fabrieken van Ford Genk, als alle anderen bij de vele toeleveranciers die nu een onzekere toekomst tegemoet gaan. En men kan daarbij discussiëren over de manier waarop de directie van Ford het slechte nieuws bracht, maar met voorsprong de meest misselijkmakende vertoning van vandaag was ongetwijfeld de totentrekkerij die het hele zootje politici om de beurt ten beste gaf.
Het is natuurlijk niet niks wanneer een fabriek die rechtstreeks en onrechtstreeks voor tienduizend banen zorgt zijn deuren sluit. Je zal in de provincie Limburg dan ook lang moeten zoeken om iemand te vinden die niet zelf, in zijn gezin, zijn familie of vriendenkring getroffen wordt door de sluiting van Ford Genk. Maar de manier waarop enkele politici, die er anders als de kippen bij zijn om de auto met de vinger te wijzen als oorzaak van heel veel kwaad, vandaag hun verontwaardiging hebben geuit, die tart werkelijk elke verbeelding.
Neem nu Groen. Filip Watteeuw schreeuwt in een persmededeling dan wel zijn verontwaardiging uit, maar is het niet precies Groen dat in andere tijden de auto het liefst zoveel mogelijk verbiedt en belast? Neem bijvoorbeeld Antwerpen, waar Groen via allerlei groupuscules probeert te bekomen dat men met de auto amper nog de provincie, laat staan de stad binnen zou raken. En als het dan toch echt moet, liefst nog overkapt of diep onder de grond in een tunnelkoker, zelfs al moet men daar leningen met een Spaans afbetalingsplan voor aangaan. Ford heeft trouwens echt niet het monopolie op «subtiele en sluwe communicatie», zoals Filip Watteeuw het formuleert. Over CO2-taksen en wat weet ik nog allemaal hebben we het dan trouwens nog niet gehad. Persoonlijk had ik eerder uitbundige jubelkreten uit de hoek van Groen verwacht bij de sluiting van al bij al toch een productiecentrum van milieuvervuilende consumpiegoederen in handen van Amerikaans-imperialistische kapitalistische zwijnen. Of niet soms?
O ja, Groen zou natuurlijk Groen niet zijn als het niet de kans zag om bij zoveel menselijke miserie niet op te roepen om nog wat meer belastinggeld te spenderen aan groene hobby's, zoals «de ecologische reconversie van de industrie». Maar zou het kunnen dat precies het versmossen van belastinggeld aan allerlei groene hobby's, vaak gretig overgenomen door sp.a om in één moeite door enkele kameraden aan een vetbetaalde gesubsidieerde baan te helpen, mee voor de waanzinnig hoge belastingdruk heeft gezorgd waar Ford nu hartelijk voor bedankt? Een korte referentie naar het i-Cleantech Vlaanderen van Ingrid Lieten, «toevallig» niet zo heel ver weg van het Limburgse Genk gelegen, zal voor de lezer waarschijnlijk al ruimschoots volstaan.
Overigens, het was diezelfde Filip Watteeuw die twee jaar geleden ook al eens zijn verontwaardiging uitschreeuwde in een persmededeling, maar dan wel één van een heel andere aard. Stel je immers voor: de Vlaamse Regering had het toen in haar hoofd gehaald om in tijden van besparing de regels rond het zogenaamde Dina-abonnement aan te passen om wat geld uit te sparen. Voor wie niet weet wat een Dina-abonnement is: wie een Belgische nummerplaat schrapt of buiten zijn gezin overdraagt kan bij De Lijn een gratis jaarabonnement aanvragen. Niet echt iets dat de verkoop van auto's stimuleert, zou ik zo zeggen. Of zoals Filip Watteeuw het zelf schreef: in 2009 «9000 wagens minder op de weg, een toch niet te verwaarlozen resultaat». Ik kan me voorstellen dat de werknemers van Ford Genk er vandaag ook zo over denken. De alarmkreet dat het aantal Dina-abonnement in vrije val verkeert is trouwens nog maar een paar dagen oud.
Uiteraard is Groen vandaag de enige partij niet die behoorlijk hypocriet uit de hoek kwam. Wat bijvoorbeeld te denken van Kathleen van Brempt van de sp.a, die er anders geen probleem mee heeft om de schuld voor alle economische problemen in het zuiden van Europa af te schuiven op Duitsland? Waarom is zij als socialiste en Trans-Europeeër niet juist tevreden dat een bedrijf als Ford liever een fabriek in Genk sluit dan in het Valenciaanse Almussafes? Laten we immers eerlijk zijn: in Valencia zal men die banen veel meer nodig hebben dan in Limburg. En ja hoor, ze mogen daar in Almussafes nu best meeleven met Genk, maar de vraag is maar hoe lang die sympathie zal blijven duren als de Vlaamse regering een konijn uit haar hoed zou toveren waardoor de autoproductie alsnog in Genk zou kunnen blijven.
Als puntje bij paaltje komt blijkt dus ook voor Kathleen van Brempt het Vlaamse hemd nader dan de Valenciaanse rok. Of de Griekse, als het moet. En al zeker haar hemd alleen niet. Het is bijvoorbeeld maar de vraag of we eerstdaags een zekere Guy Verhofstadt aan de poorten van Ford Genk zullen mogen opmerken met gratis exemplaren van zijn schrijfsel «Voor Europa!», kwestie van de mensen iets interessants aan te bieden nu ze toch wat meer tijd zullen hebben om wat te lezen. Ik zou het hem in ieder geval eerder afraden. Maar als morgen Volvo Cars Gent sluit, sluit ik niet uit dat zelfs hij mee op de banennationalistische barricades zou kruipen. Auschwitz, dat zijn de anderen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten