maandag, juli 23, 2012

N-VA, de te slagen hond

Wie verleden week de Vlaamse régimemedia een beetje gevolgd heeft, zou al snel kunnen denken hebben dat met Jurgen Ceder Mister 70-Puntenplan en de reïncarnatie van het Politiek Geweld tot de N-VA is toegetreden, en daar meteen ook een centrale rol toebedeeld kreeg. Of dat Peter de Roover de N-VA daarover eens flink de levieten las.

Het spreekwoord zegt dat wie een hond wil slaan licht een stok vindt. Je zou dan ook denken dat een hond die nog niet zo lang geleden in Brugge al eens ferm slaag heeft gekregen een beetje omzichtig zou omspringen met het zelf aandragen van potentiële stokken. Maar blijkbaar is een gewaarschuwde hond er geen twee waard, en dus plaatste de N-VA-afdeling van Dilbeek voormalig Vlaams Belanger Jurgen Ceder op de zesde plaats van haar kieslijst voor de gemeenteraadsverkiezingen van deze herfst. Meer hadden de régimemedia natuurlijk niet nodig om in volle komkommertijd het zwaar geschut nog eens van stal te halen tegen de N-VA.

Deze keer waren het vooral Hugo Camps en Walter Pauli van De Morgen die zich lieten opmerken als haantje-de-voorste om de N-VA-hond eens professioneel neer te knuppelen. Hugo Camps deed dit met behulp van enkele typeringen van Jurgen Ceder die kan noch wal raakten, maar hem wel uitgebreid de kans gaven om zijn pen nog eens in zijn gekende mengeling van azijn en vitriool te dopen. Een mens moet zich op z'n oude dag toch met iets bezig houden, en denken dat hij zo nog een beetje zin aan zijn leven kan geven. Walter Pauli blonk dan weer uit met zijn stuitend oneerlijke beschuldigingen van politiek geweld aan het adres van Jurgen Ceder, met een hevigheid die alleen maar verklaard kan worden door de pertinente misplaatstheid van zulke beschuldigingen vanuit precies zíjn pen.

Maar de krant De Morgen was verleden week niet de enige krant die naam niet echt waardig, al was ze wel met voorsprong de meest kwaadaardige. Bij De Standaard hadden ze het bijvoorbeeld knap lastig met de oefening begrijpend lezen die Peter de Roover hen voorschotelde in het weekblad Knack. Het probleem met Peter de Roover is natuurlijk dat hij geen gemakkelijke stukjes schrijft: correct, interessant, intelligent, doorprikkend, tegen de stroom in, en dan bovendien ook nog eens hier en daar een dikke knipoog—dat is men in de redactielokalen in Groot-Bijgaarden natuurlijk niet bepaald gewoon. En dus dacht men blijkbaar na een vluchtige lezing dat Peter de Roover de N-VA eens ferm de oren gewassen had met zijn opiniebijdrage, reden genoeg om vrijwel onmiddellijk een «Peter De Roover: “De N-VA zit met een probleem”» de wereld in te sturen.

Het zou natuurlijk kunnen dat ík er glad naast zit, maar mij komt het toch eerder voor dat Peter de Roover zijn stukje in de eerste plaats als een bezorgde nonkel heeft geschreven dan wel als een strenge meester die zich bij het huilkoor tegenover de N-VA wilde voegen. De kritiek aan het adres van de N-VA is zelfs opvallend mild: twee van de drie diagnoses zijn ronduit menselijke kwaliteiten, de derde een menselijke zwakte. Of nog, er zijn er die al harder over die partij geoordeeld hebben. Maar tussen de lijnen schuilt er wel een veel hardere kritiek richting Vlaamse (nou ja) media, nog harder dan de kritiek die Peter de Roover hen expliciet al geeft. Volgens hem spelen die media het spel niet eerlijk, en dát is de waren reden waarom de N-VA verleden week in de problemen raakte. Een «nuance» die in de samenvatting van De Standaard niet bepaald goed uit de verf komt. Incompetentie, kwade wil, of heeft ondergetekende ze verleden week ferm zien vliegen?

Geen opmerkingen: