Twee berichtjes uit de gerechtelijke wereld illustreerden deze week nog maar eens wat voor watjes de Vlaamse politici zijn. Enerzijds waren er de resultaten van een studie, uitgevoerd door de rechtbank van Hasselt, dat aantoonde dat de Waalse rechtbanken er allemaal een beetje warmer in zitten dan hun Vlaamse tegenhangers. Niet bepaald een verrassing, maar toch nog steeds gecatalogeerd als «nieuws» door onze kwaliteitsmedia. Anderzijds was er het zegebericht van de Vlaamse partijen dat de verdelingssleutel voor de splitsing van het gerechtelijke arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde herzien was. Een bericht dat amper 24 uur standhield.
Om met het laatste te beginnen: de manier waarop de Vlaamse onderhandelaars zich lieten rollen bij de schijnsplitsing van het gerechtelijk arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde tart elke verbeelding. Niet alleen is die «splitsing» zo ongeveer het tegengestelde van waar de Vlaamse bevolking al meer dan vijftig jaar om vraagt, bovendien is ze dan nog eens zo onderhandeld dat ze voor de Vlamingen extra nadelig is. De 20/80-verdeelsleutel die opgenomen werd in het akkoord is immers nog slechter dan de voor de Vlamingen meest nadelige cijfers die men in Brussel-Halle-Vilvoorde op dit ogenblik kan opsnorren over het aantal rechters per taalkader. Voeg daar dan nog eens aan toe dat niets doet vermoeden dat de Franstalige rechters in dit arrondissement meer op hun Vlaamse collega's zouden lijken dan hun taalgenoten ten zuiden van de taalgrens, en het laat zich dan ook raden dat de 20/80-verdeelsleutel evenveel gemeen heeft met de effectieve werklast per taalgroep als de constante van Avogadro met de vierkantswortel van twee. Niets dus, behalve dan dat de ene een heel pak groter is dan de andere.
Ik moet toegeven dat ik geprobeerd heb me een duale situatie voor te stellen, waarbij de Franstaligen dus niet alleen structureel gerold zouden worden, maar zich bovendien ook nog eens in de praktische kant van de zaak lelijk laten pakken door de Vlamingen. Mijn fantasie schiet daarvoor echter tekort. Probeer het je zelf maar eens voor te stellen, dat men in Wallonië zou toelaten dat Vlaamse inwijkelingen er het voorrecht zouden krijgen berecht te worden door eigen rechters voor eigen rechtbanken, mooi gefinancierd door de Franstaligen, en dat dan bovendien ook nog eens meer dan ruim bemeten op basis van een volledig uit de lucht gegrepen fictief getal. Ga het maar eens aan Toon van Overstraeten vragen: ze dulden er nog niet eens een democratisch verkozen parlementslid, enkel en alleen omdat het gevaar bestond dat hij eens in hun bijzijn dat vervelende en aartslelijke West-Germaanse dialect zou durven blaffen!
In dat opzicht was het dan ook een merkwaardig bericht eerder deze week dat er dan toch onderhandeld zou geweest zijn over die 20/80-verdeelsleutel. Net zoals een moslim nooit een stuk land zal opgeven dat ooit tot de dar al-islam heeft behoord, zo komt ook een Franstalige nooit terug op een overwinning die hij geboekt heeft. Franstalige rechten en verworvenheden blijven immers eeuwig geldig, Vlaamse toegevingen kunnen altijd nog toenemen. Dat de drie quisling-partijtjes CD&V, sp.a en Open Vld er samen met de regeringsgezinde oppositiepartij Groen zouden in geslaagd zijn de verdeelsleutel van 20/80 naar 27/73 om te buigen was dan ook een complete verrassing. Ook al zou die verdeelsleutel voor een zichzelf respecterend volk nog steeds totaal onaanvaardbaar zijn, wegens de slechtst mogelijke van alle scheeftrekkingen in het voordeel van de Franstaligen. Ik kan me echter voorstellen dat men in kringen van de CD&V al behoorlijk trots zal geweest zijn op deze heldendaad. Het valt per slot van rekening niet alle dagen voor dat de muis een zandkorreltje baart. Dat het akkoord daarmee nog steeds fundamenteel oneerbaar was is iets waarover alleen een kniesoor nog wat blijft doorbomen – zo ongeveer de helft van de Vlaamse bevolking dus als we de laatste peilingen mogen geloven.
Dit zegebericht hield echter niet lang stand. Na de Blijde Intrede van Zijne Nederlandsonkundigheid Elio di Rupo in de stad Gand/Gent, waar hij trouwens enthousiast ontvangen werd door anti-nationalist maar wel belgicist en gentionalist Mathias de Clercq en verder nog enkele Nederlandse toeristen, behaagde het de Gestrikte Vingerfrutselaar een persbericht te verspreiden waarin de Franstalige machtspuntjes nog eens op de onderdanige Vlaamse i werden gezet. De verdeelsleutel is nog altijd 20/80, zal zo ook moeten blijven, en daar zullen de Vlamingen maar moeten mee leren leven. Met er nog net niet aan toegevoegd dat ze al blij mogen zijn dat er überhaupt nog Nederlandstalige rechters in Halle-Vilvoorde toegelaten zullen worden.
Over naar dat andere gerechtelijke berichtje. Misschien nog het meest opmerkelijke aan de berichtgeving rond de scheeftrekkingen bij justitie is dat geen enkel Noord-Belgisch kwaliteitsmedium een link wist te leggen van die Waalse rechtbanken naar de Waalse ziekenhuizen. De resultaten van de studie van de rechtbank in Hasselt zijn nochtans opvallend gelijklopend. In Wallonië laat men het graag opvallend breed hangen, zowel in de ziekenhuizen als bij de rechtbanken dus, en dat zelfs op meerdere niveaus. Zo breed zelfs dat geen enkele Franstalige rechtbank het Belgische gemiddelde haalt. Aan Vlaamse zijde springt men een pak zuiniger om met het aantal rechters, en zakt men nergens onder het gemiddelde.
Ook de reacties verliepen volgens het gekende stramien. Bleek dat het verschil in aantal rechters aan een «cultuurverschil tussen Vlaamse en Waalse rechtspraak» zou liggen. Hoezo «cultuurverschil», in een domein dat tot nader order nog steeds een federale bevoegdheid is? Met tussen de lijnen door trouwens nog een sneer richting Vlaamse advocaten. Hun Waalse collega's hebben immers meer tijd nodig omdat ze «uitgebreider en uitvoeriger» te werk gaan. Lees: in Vlaanderen kan het allemaal veel efficiënter omdat ze er al eens met hun klak durven naar te smijten.
Al even voorspelbaar was die andere reactie. Pierre Lefranc, voorzitter van Magistratuur & Maatschappij, liet optekenen dat ook hij eigenlijk geen flauw vermoeden heeft waarom er in Wallonië meer rechters nodig zijn dan in Vlaanderen, maar als dat zo is, dan zal daar wel een objectieve reden voor zijn. En dus moet er maar eens grondig onderzocht worden of er daarvoor niet ergens een parameter gevonden –verzonnen?– kan worden. Ja, waar hebben we dat nog gehoord? Een tip voor Pierre Lefranc: misschien ligt het wel aan de zware industrie die Wallonië gekend heeft? Misschien is dat er wel de oorzaak van dat Walen wat vaker naar de rechtbank moeten dan Vlamingen, net zoals ze ook een beetje vaker naar het ziekenhuis moeten, en daar ook een beetje langer moeten blijven?
Het enige wat er nu nog ontbreekt is de suggestie dat de scheeftrekking van vandaag niet meer is dan een historische compensatie voor de tijd dat er in Vlaanderen recht werd gesproken door eentalig Franstalige rechters. Is men er nog niet zelf opgekomen, of zou dat er zelfs voor belgicisten te ver over zijn?
Wat ondertussen met de Vlaamse politici? Wel, zij stonden erbij, en keken ernaar. Voor de drie quisling-partijtjes in de federale regering is er blijkbaar geen vuiltje aan de lucht, want zelfs een goedkoop nummertje zoals Nahima Lanjri deze week opvoerde in verband met de zaak–Saïdi kon er niet af. Wel wordt er in beide dossiers geschermd met «werklastmetingen», maar daarmee is het al precies zo gesteld zoals met de troonsafstand van koning Albert II: er wordt wel regelmatig over bericht in de media, maar jammer genoeg komt het er om één of andere reden nooit echt van. Wat wel al als een paal boven water staat: mocht toch ooit iets gemeten worden, en zou dan blijken dat de Franstaligen het eigenlijk ook met ietsje minder zouden kunnen doen dan wat ze nu krijgen, reken er dan maar op dat er onmiddellijk compensaties geëist zullen worden. Voor de Franstaligen uiteraard, niet voor de Vlamingen die jarenlang in het zak werden gezet. Onze quisling-partijtjes zullen dat uiteraard niet meer dan redelijk vinden. Als ze tegen dan nog de kiesdrempel halen natuurlijk…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten