Deze week doken er opnieuw geruchten op over de troonopvolging van koning Albert II. Misschien nog dit jaar, volgens de ene. In 2013, denkt de andere. Pas na de verkiezingen van 2014, speculeert (en hoopt) een derde. Zou het kunnen dat geen van hen er ook maar een flauw idee van heeft?
België is een merkwaardig land – voor zover het natuurlijk al een land genoemd kan worden. Vrijwel overal elders worden de koningshuizen door de conservatieve partijen gesteund, terwijl de socialisten hen gedogen zolang ze zich maar niet te veel met politieke zaken inlaten. Niet zo in België, waar een socialist oude stijl op een zondagmiddag laat optekenen dat hij «een republikein met het hart, maar monarchist met het hoofd» is. In andere landen zouden socialisten en al wat progressief is nog liever onder de kiesdrempel zakken dan betrapt te worden op monarchistische sympathieën.
O ja, ik hoop voor al die Franstalige coryfeeën die zo openlijk een kaarsje lieten branden voor koning Albert II dat prins Filip door de viering van Mercator dit week-end geen tijd had om de media te volgen. De Saxen-Coburgers staan er immers niet bepaald voor bekend een slecht of kort geheugen te hebben, en het zal maar gebeuren dat onze dierbare koning morgenvroeg in zijn badkamer uitschuift op een stuk zeep dat koningin Paola achteloos liet rondslingeren. Ik denk dan ook dat Philippe Moureaux niet meer hoeft te rekenen op een tweede carrière als kabinetschef van koning Filip I.
Doen er geruchten de ronde over een eventuele troonsopvolging, dan moeten de usual suspects natuurlijk ook hun zegje kunnen doen. Neem nu Herman de Croo, die overduidelijk ook van toeten of blazen weet, maar toch heel gewichtig doet. Je hoeft echter echt geen doctor in de statistiek te zijn om in een land met een 79-jarige koning met stelligheid te komen beweren dat de kans op een wissel op de troon dit of volgend jaar niet meer verwaarloosbaar klein is. Dan kan je net zo goed begin maart voorspellen dat de temperatuur de komende weken voelbaar de hoogte in zal gaan. A propos, was ik koning Albert II, en liep ik rond met plannen om af te treden, ik zou het ook niet aan de neus van ijdeltuit Herman de Croo hangen.
Is er iets merkwaardigs aan de hand met de partijpolitieke steun voor het Belgische koningshuis, dan moet ook gezegd worden dat België met voorsprong het meest bespottelijke en verachtenswaardige koningshuis van heel Europa heeft. Het was slechts een bijzinnetje in de berichtgeving over het ongeluk dat prins Friso trof, maar die prins verdiende dus wel gewoon zijn eigen kostje. We hebben zo onze twijfels over zijn zitje in de Raad van Bestuur van Telenet, maar in Londen zouden niet al zijn collega's helemaal op de hoogte geweest zijn van de prinselijke achtergrond van Friso. Of nog: er waren tekenen van enige competentie. Voor zover ik weet is dat iets waarvan alleen enkele uitzonderlijke aangetrouwde leden van de Saxen-Coburgers verdacht kunnen worden, of het zou over snelle moto's moeten gaan.
Wie de Europese koningshuizen overloopt, zit echter al snel met de indruk dat ieder koninkrijk met een vorstenhuis zit dat de kleine kantjes van het land onderstreept. Neem nu de Oranjes: wel politiek-correcte linkse sympathieën, maar steenrijk want er altijd op de eerste rij bij als er ergens een centje te verdienen valt. Duistere zaakjes zelfs geen bezwaar. Zelfs prinses Máxima past in het plaatje: zeker geen verlegen ding, en binnen de paar maanden de lokale taal zo goed als volledig onder de knie en er graag bij als er ergens iets te vieren valt. Wie zoals Walter Pauli haar vergelijkt met prinses Mathilde is echter niet goed snik, of hengelt als voormalige links-radicaal naar een driekleurig lintje.
Het Britse koningshuis dan. Aan het hoofd een oma die wel recht uit een aflevering van Schone Schijn geplukt lijkt te zijn. Wie beter dan prins Charles als zinnebeeld van de Britse stijve hark met een fantasieloos kantoorjobje op één of ander ministerie? Getrouwd met prinses Diana dan nog wel, naar buiten uit de vermoorde onschuld, maar achter de schermen zeker niet vies van een zijsprongetje links of rechts. En prins Harry wist als twintigjarige blijkbaar niet dat het not done is je te verkleden als nazi-officier, prins of geen prins. Het hele zootje van de jongere generaties is overigens uitermate posh: omhooggevallen, bekakt, vol glitter, en dat gecombineerd met een niet al te beste smaak. Hebben we de TV-serie Schone Schijn al eens vermeld? Krijg je van de ene dag op de andere zo'n familie als buur, zakt je huis meteen een smak in waarde.
Op de Noorse troon zit dan weer een brave sul, door niemand ervan verdacht ooit ook maar één vlieg kwaad gedaan te hebben. Hoe passend om de Nobelprijs van de Vrede te mogen uitreiken. Zijn zoon prins Haakon lijkt trouwens uit hetzelfde hout gesneden te zijn: de kans dat hij ooit één van de andere Nobelprijzen zou mogen ontvangen is uiterst miniem. Zijn vrouw prinses Mette-Marit bracht een koekoeksjong mee in het huwelijk, had in een vorig leven betrekkingen met een drugshandelaar en een veroordeeld crimineel, en had zelf een bepaalde reputatie in haar thuisstad Kristiansand waar we niet verder op in zullen gaan. Aan streken echter geen gebrek, ook al heeft ze in haar leven nooit een deftige job gehad. Ziedaar de Noorse onderklasse in een notendop. Prinses Märtha Louise, weliswaar de oudere zus van prins Haakon maar toch na hem in de rangorde voor de troonopvolging, ging een tijdje door het leven als voorleester van kindersprookjes, maar heeft de laatste jaren zichzelf gevonden als hoofd van een engelenschool (ik verzin dit niet). Haar man Ari Behn is schrijver, enfin, heeft ooit een boekje geschreven waarvan er dertien postmoderne in een nihilistisch dozijn gaan, maar zijn carrière zit de laatste tien jaar een beetje in het slop. Zijn tweede boekje had zo mogelijk nog minder om het lijf, al zouden er ettelijke tientallen van verkocht zijn. Zijn verschijning doet echter vooral denken aan die van een pornoster die het een beetje hoog in zijn bol heeft, maar gelukkig wel niet te veel aan de drugs heeft gezeten. Ik zou ze echter de kost niet willen geven, de Noorse middenklassekinderen die het net als hen dankzij het geld dat uit de Noordzee gepompt wordt een pak gemakkelijker hebben dan goed is voor hen.
Maar het kan allemaal een graadje erger. De Saxen-Coburgers dus. Generaties lang van de openbare onderstand leven, tegenwoordig zelfs met de hele familie samen. De dotatie zelfs nog laten optrekken in tijden van crisis, en dan beloven dat het extra geld gebruikt zal worden om het hek te verven. Om het hek te verven! Verder te lomp om te helpen donderen, maar wel betrokken bij allerlei louche zaakjes. En ook al krijgen ze al hun geld van de staat, dan nog belastingen ontduiken, en mogen ontduiken zonder dat er ook maar één socialist piept, ook die staatssecretaris van Fraudebestrijding niet. Zou de lezer kunnen raden welke taal in deze familie de voertaal is, en welke taal ze zelfs na vele jaren ontvangen solidariteit niet door hun strot gebraakt krijgen, tenzij om de onderdanen eens goed uit te kafferen?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten