zondag, augustus 21, 2011

Eurocrisis maakt Vlaamse onafhankelijkheid dringender dan ooit

In Belgische kringen doet men er schamper over dat de onderhandelaars de komende weken zoveel tijd en energie zullen steken in communautaire pruldossiers zoals de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde, de financieringswet en de staatshervorming. België zou het zich niet kunnen veroorloven zich met zulke pietluttigheden bezig te houden op het ogenblik dat er een financiële storm heerst. Maar toont de eurocrisis net niet aan dat Vlaamse onafhankelijkheid dringender dan ooit is?

De stemming aan federale onderhandelingstafel zou gisteren goed geweest zijn, als we de officiële berichten mogen geloven. Iedereen had nog eens zijn standpunt over de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde uit de doeken moeten, en naar verluidt verliep dat zelfs op een constructieve wijze. Zelf was ik er niet bij, maar de enorme grijns op het gezicht van Laurette Onkelinx achteraf doet me vermoeden dat de Vlamingen tijdens de séance hun best gedaan hebben om de reeds gedane toegevingen nog eens netjes op te sommen, waarna de Franstaligen de gelegenheid kregen hun verdere eisen nog eens grondig uit de doeken te doen. Ik noteer vooral dat CD&V-voorzitter Wouter Beke de tafel niet verliet toen Charles Michel het standpunt van zijn partij MR en partner FDF meedeelde.

Maar eigenlijk zouden wij dus geen tijd hebben om ons onledig te houden met het verzinnen van allerlei Vlaamse toegevingen om de Belgische Grondwet nog maar eens opzij te schuiven of aan de wensen van de Franstaligen aan te passen. Er heerst immers een storm op de financiële markten, die via Griekenland, Portugal, Spanje en Italië stevig inbeukt op de euro. En daarbij is het eigenlijk al lang de vraag niet meer of ook België het risico loopt aan dat rijtje van landen toegevoegd te moeten worden, maar wel wanneer dat zal gebeuren. Laten we het niet vergeten: eerder deze maand was er nogal wat te doen over de ratingverlaging die de Verenigde Staten bij Standard & Poor's moesten ondergaan, van AAA naar AA+. Ongehoord, vonden sommigen, want het plaatst de VS daarmee in dezelfde categorie als… België. Dat het lang niet zeker is dat België nog lang zal kunnen vasthouden aan die AA+-rating is daarbij natuurlijk een nuance die nogal wat commentatoren in de VS volledig ontging.

Een nuance waarover men in eigen land dan weer niet rept, of toch niet in de vele kwaliteitsmedia die ons land rijk is, is dat België met die AA+ niet bepaald een koppositie inneemt in de Europese Unie. Wie alleen nog maar naar de buurlanden kijkt, weet eigenlijk al genoeg: allemaal –allemaal– hebben ze een AAA-rating. En met uitzondering van Frankrijk zelfs zonder dat daar veel discussie of twijfel over bestaat. Eerste minister Yves Leterme mag dan nog zeggen wat hij wil over de fundamentele sterkte van de Belgische economie in de hoop de AA+-rating nog een beetje langer te mogen behouden, zo indrukwekkend is dat allemaal dan toch ook weer niet. Het verhaal van de «spread» –voor België meer dan twee procent, terwijl ze voor Nederland bij wijlen zelfs negatief is– is volledig consistent met de rating van Standard & Poor's. Ik laat het aan het oordeel van de lezer over of dit betekent dat zowel Standard & Poor's als «de speculanten» er glad naast zitten, dan wel of iemand de bevolking zoals gewoonlijk platte leugens en onzin probeert te verkopen.

Zou het zoveel beter zijn in een onafhankelijk Vlaanderen? Standard & Poor's was zo vriendelijk eergisteren zelf een antwoord op die vraag te geven. Het bureau bevestigde immers de AA+-rating voor Vlaanderen, maar deze keer met een negatief uitzicht. En waarom dat negatief uitzicht? We citeren:
Als we de rating van België zouden verlagen, zouden we dat wegens de verhoudingen tussen de beleidsniveaus ook voor Vlaanderen moeten doen.
Pak vast, laatste der Belgicanen, die vinden dat België nog steeds een meerwaarde betekent voor Vlaanderen. Als de Franstaligen op federaal niveau voet bij stuk blijven houden, en fundamentele hervormingen blijven weigeren, dan zal ook Vlaanderen daarvoor de rekening gepresenteerd krijgen. Het maakt dan zelfs niet uit of Vlaanderen nog een extra besparingstandje bijsteekt of niet: zolang de PS met de medewerking van de CD&V en de Open Vld op federaal vlak de lakens mag blijven uitdelen, wordt het toch meegezogen in het Belgische financiële moeras. Wat Standard & Poor's overigens verzuimt mee te delen, is waarop de huidige AA+-rating gebaseerd is: op de financiële situatie van Vlaanderen zonder meer, of mag vermoed worden dat zonder de Belgische unie Vlaanderen net zoals de buurlanden ook met een AAA-rating had mogen pronken?

Op een manier klopt het dus dat we de luxe niet hebben om nog te zitten onderhandelen over Brussel-Halle-Vilvoorde, de financieringswet of zelfs de Plantentuin van Meise. Het wordt tijd dat niet alleen Wouter Beke maar ook Bart de Wever wat haar op zijn borst kweekt, om niet alleen de toekomst maar ook het heden van Vlaanderen veilig te stellen. Als er vandaag gesproken wordt over een opdeling van de Europese muntunie –en de recente uitspraken van Herman van Rompuy horen zonder twijfel in dezelfde categorie thuis als die van zijn partijcollega Yves Leterme– is het maar de vraag aan welke kant van de grens België terecht zou komen. Wie er zonder de minste twijfel van overtuigd is dat België in zo'n scenario in het kamp van de sterke eurolanden terecht zou komen, mag zijn vinger nu opsteken.

Alleen een politieke beslissing, van hetzelfde kaliber als de toenmalige beslissing om Griekenland toe te laten tot de eurozone dus, zal België kunnen behoeden voor een gemeenschappelijk lot met de zogenaamde PIIGS-landen. Een onafhankelijk Vlaanderen daarentegen zou het al een pak gemakkelijker hebben om zich op economische mérites alleen te kunnen verzekeren van een plaatsje bij de Europese sterkhouders Nederland en Duitsland. Van de Franstalige partijafdelingen sp.a en Groen! kan je moeilijk verwachten dat zij enige appreciatie zouden opbrengen voor zo'n «inconvenient truth», net zoals het een zekerheid is dat de CD&V vroeg of laat toch maar overstag gaat en liever het Belgische raison d'état dient dan de eigen partijbelangen, laat staan die van haar kiezers. Maar je zou toch denken dat ze bij de liberale Open Vld in staat zouden zijn om al eens een economische redenering af te maken. Dat ze bij de N-VA-leiding blijven vasthouden aan het Belgische kader, ook na een jaar schijnonderhandelingen die alleen maar tot doel hadden hen eraf te rijden, is echter totaal onbegrijpelijk, en stemt tot nadenken.

Geen opmerkingen: