Deze week gebeurde iets heel uitzonderlijks: ik was het eens volmondig eens met Bart Tommelein. Onderwerp: het totaal onzinnige wetsvoorstel van PS-politicus Philippe Mahoux om peilingen tot veertig dagen voor de verkiezingen te verbieden, net zoals peilingen met een te grote foutenmarge.
Bart Tommelein slaat in zijn reactie op het wetsvoorstel spijkers met koppen. Dat kiezers hun stemgedrag zouden wijzigen als gevolg van peilingen is een bijzonder gewaagde stelling. Daar kan nog de vraag aan toegevoegd worden of daar eigenlijk iets principieel verkeerd zou zijn, voor zover de stelling al correct zou zijn. Dat laatste natuurlijk wel onder de voorwaarde dat de peilingen correct uitgevoerd worden.
Philippe Mahoux heeft natuurlijk wél een punt wanneer het gaat over de barslechte kwaliteit van de peilingen in België, zowel ten Noorden als ten Zuiden van de taalgrens. In het hoofdstuk «Mag het ietsje meer zijn» in pas verschenen boek Media & Journalistiek in Vlaanderen heb ik het daar zelf uitgebreid over, en over de kwaliteit van de berichtgeving in de pers daarover. Of beter gezegd: het gebrek aan kwaliteit. Ik maak er ook komaf met de stelling dat er in België te veel peilingen uitgevoerd zouden worden. Toevallig publiceerden De Standaard en de VRT vandaag wat De Standaard de «eerste politieke barometer na de verkiezingen» noemde. Deze peiling verschijnt echter bijna vier maanden na de verkiezingen! In Nederland hebben de meeste media ondertussen al twee, indien niet drie peilingen achter de rug, vaak met een beduidend groter aantal geïnterviewden en veel minder gezwam rond de uitslag. Het verbieden van de schaarse peilingen die dan toch nog uitgevoerd worden in België lijkt me echter niet bepaald de juiste oplossing te zijn om dit probleem op te lossen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten