Knack riep eerder deze week Etienne Vermeersch uit tot de meest invloedrijke intellectueel in Vlaanderen. De manier waarop dit bepaald werd is echter hoogst twijfelachtig, en persoonlijk zou ik zelfs durven stellen dat Etienne Vermeersch vandaag de dag de titel «intellectueel» niet verdient, laat staan die van «topintellectueel».
Het weekblad Knack schreef honderd prominente Vlamingen aan, en vroeg hen wie volgens hen op dit moment de grootste invloed heeft op het maatschappelijke debat. De naam van Etienne Vermeersch werd door die honderd deelnemers 32 keer vermeld, een armlengte vóór de tweede in de top 10, Luc Huyse, met slechts 19 vermeldingen. Maar is dit wel de juiste manier om te onderzoeken wie vandaag de grootste invloed heeft op het maatschappelijk debat?
Stel dat we een groep van zo'n honderd soldaten zouden hebben, en we vragen hen wie de moedigste onder hen is. Wie zou dan verkozen worden? Ik gok op degene die de grootste mond heeft, regelmatig pinten trakteert, de gemiddelde mening van de groep het best vertegenwoordigt en haar zelden of nooit tegen de haren in strijkt. En hoe langer je zo al deel uitmaakt van de groep, hoe groter je kansen om tot de «moedigste» van de groep uitgeroepen te worden. Maar of dat relevant is voor wie écht moedig zou zijn mocht het ooit tot een gevecht met de vijand komen? Dat Etienne Vermeersch aan de top van het lijstje terecht kwam zegt dus waarschijnlijk meer over de groep die Knack bevraagd heeft, dan over de maatschappelijke impact van Etienne Vermeersch.
Want kan men kritiek hebben op de methode zelf die Knack gebruikt heeft, met de representativiteit van de groep zit het ook al niet helemaal snor. Die werd immers samengesteld «op basis van intuïtie en gezond verstand», en «ervoor zorgend dat de stem van vrouwen, allochtonen en het middenveld voldoende aanwezig was», aldus Joël de Ceulaer. Hoeft het dan werkelijk te verbazen als inderdaad iemand als een Etienne Vermeersch bovenaan de lijst eindigt, en we in de top 10 namen terugvinden als een Tom Lanoye, Carl Devos, Yves Desmet en zelfs een Philippe van Parijs? De enige vreemde eend in de top 10-bijt is Bart de Wever, met welgeteld zes stemmen, waarschijnlijk sympathiestemmen van mensen die het misschien toch niet helemaal intellectueel eerlijk vonden om alleen maar «eigen volk» aan te kruisen in het persoonlijke lijstje – of die gewoon de vraag niet goed begrepen hadden. Dat links en België goed vertegenwoordigd zijn, maar mensen als een Matthias Storme of Boudewijn Bouckaert volledig ontbreken zegt genoeg.
En zou het toeval zijn dat nogal wat van die Knack-intellectuelen figureren op de lijst van ondertekenaars van de open brief «Waakzaamheid is geboden» ter ondersteuning van Abou Jahjah? Hoeveel van hen waren ook zo verontrust toen de beruchte betoging van 11 september 2007 in Brussel eerst verboden werd, en vervolgens gewelddadig uit mekaar geslagen door Franstalige politie? Een waar intellectueel verdedigt de vrijheid van meningsuiting niet alleen voor de eigen kerk (of moskee), maar ook voor de tegenstander, maar onder meer een Etienne Vermeersch heeft zich de laatste jaren behoorlijk wat uitgesloofd om de politieke mening van de tegenstanders zelfs bij wet te verbieden. De minus habentes van een journalisten die de lof zongen van Etienne Vermeersch naar aanleiding van het Knack-lijstje haalden dit dan nog eens aan als één van de redenen waarom hij toch zo'n topintellectueel zou zijn, niet snappend dat dit hem juist zou moeten diskwalificeren.
Overigens, één van de elementen in de verdediging van Abou Jahjah houdt absoluut geen steek, maar geen «intellectueel» die erin slaagt het op te merken: het AEL fungeerde op het moment van de feiten als een vliegende brigade gecoördineerd via SMS, en was helemaal niet vies van een relletje hier en daar – stuurde er zelfs op aan. Dat Abou Jahjah dus pas drie uur na het begin van de ongeregeldheden aankwam is daarom ook weinig relevant: hij had in Nieuw-Zeeland kunnen zitten en toch nog de rellen kunnen stoppen in de loop van enkele luttele minuten. Een beetje eerlijkheid is toch ook een eigenschap die men van een intellectueel zou mogen eisen, maar voor deze heren is dat blijkbaar iets te veel gevraagd.
Over eerlijkheid gesproken, ook de aanwezigheid van twee Pavianen in de top 10 valt op, en als er nu één intellectueel oneerlijke groep bestaat in België, dan de Pavia-groep toch wel. Deze lieden hebben immers een duidelijk politieke agenda, maar laten zich wel met plezier in de media opvoeren als neutrale waarnemers en experts, om vervolgens hun platste propaganda aan de argeloze kijker, luisteraar of lezer te serveren. Eerlijk? Helemaal niet. Intellectueel? Nog veel minder. En voor wie het spelletje door heeft soms ronduit potsierlijk en zielig tegelijk.
Wat moeten we dus denken van dit lijstje topintellectuelen dat Knack samengesteld heeft? Het hele zaakje lijkt opgezet spel, en eigenlijk zouden we er ons niet eens druk over mogen maken, maar we kunnen het toch niet laten (tiens, wat zei Jean-Paul Sartre daar weer over?). Maar wanneer dit lijstje gebruikt wordt om de open brief ter ondersteuning van Abou Jahjah nog wat extra gewicht te geven, is het goed toch even de puntjes precies op de i te plaatsen. Het is immers een ander kenmerk van intellectuelen waar de top 10 van Knack wel eens wil tegen zondigen: een intellectueel beroept zich niet op zijn titel van intellectueel om zijn mening wat extra kracht mee te geven, maar houdt zich bij de zaak en onderbouwt zijn standpunten met rationele argumenten. En sommige eerstejaarsstudenten doen het op dat vlak zelfs een pak beter dan de professor emeritus uit Gent.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten